De Polders

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Voor de woonwijk in het Nederlandse Veldhoven, zie De Polders (Nederland)

De Polders, Poldervlakte of Polderstreek, ook wel 't Blote genoemd (in tegenstelling tot het Houtland), is een geografische streek in België, Nederland en Frans-Vlaanderen. Ze ligt achter de duinen tot gemiddeld een vijftiental kilometer landinwaarts en wordt, zoals de naam het zegt, gevormd uit polders. De bodem bestaat er hoofdzakelijk uit klei, zand en veen. De streek strekt zich uit van het Blootland rond Duinkerke over heel het onmiddellijk achterland van de Belgische kust, heel Zeeuws-Vlaanderen, ten noorden van Eeklo, het Waasland en de noordwestelijke hoek van de provincie Antwerpen.

Ten zuiden van de lijn Brugge-Antwerpen worden de Polders begrensd door de Zandstreek, in het zuidwesten de Zandleemstreek en tegen het uiterste oosten liggen de Kempen.

Het gebied wordt gekenmerkt door zijn vlak en landelijk karakter, doorkruist door een netwerk van grachten om het land te draineren. Daarnaast valt de versnippering van het landschap op: zonevreemde woningen en andere gebouwen staan verspreid over het platteland.

Grote stukken van het gebied ontstonden door indijking, waarbij land werd drooggelegd en dijken werden gebouwd om overstromingen door de zee tegen te gaan. De Polders hebben een microreliëf met langgerekte kreekruggen (3 à 4 meter) en komgronden (depressies van 1 à 2 meter diep). De meeste van die kreekruggen hebben een zanderige ondergrond, waarop vroeger de meeste boerderijen gebouwd werden. De lagere gebieden hebben vooral vochtige kleigronden. Delen zijn beschermd als Natura 2000-gebied 'Polders' (BE2500002).

In Nederland staan het polderland bekend als de zeekleigebieden, in Duitsland spreekt men over Marschland, in Frankrijk over marais. Een afzonderlijke polder wordt in het Duits een Koog genoemd.

Deelgebieden[bewerken | brontekst bewerken]

Naar periode van indijking worden verschillende gebieden onderscheiden:

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]