Resolutie 1533 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1533
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 12 maart 2004
Nr. vergadering 4926
Code S/RES/1533
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Congolese burgeroorlog
Beslissing Richtte een comité en een panel van experts op om onderzoek te doen naar schendingen van het wapenembargo.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2004
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Algerije Algerije · Vlag van Angola Angola · Vlag van Benin Benin · Vlag van Brazilië Brazilië · Vlag van Chili Chili · Vlag van Spanje Spanje · Vlag van Duitsland Duitsland · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Filipijnen Filipijnen · Vlag van Roemenië Roemenië
Congolese rebellen in Gbadolite.

Resolutie 1533 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 12 maart 2004 en richtte een comité en een panel van experts op om onderzoek te doen naar schendingen van het wapenembargo tegen gewapende groepen en milities in het oosten van de Democratische Republiek Congo.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Congolese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1994 braken in de Democratische Republiek Congo etnische onlusten uit die onder meer werden veroorzaakt door de vluchtelingenstroom uit de buurlanden Rwanda en Burundi. In 1997 beëindigden rebellen de lange dictatuur van Mobutu en werd Kabila de nieuwe president. In 1998 escaleerde de burgeroorlog toen andere rebellen Kabila probeerden te verjagen. Zij zagen zich gesteund door Rwanda en Oeganda. Toen hij in 2001 omkwam bij een mislukte staatsgreep werd hij opgevolgd door zijn zoon. Onder buitenlandse druk werd afgesproken verkiezingen te houden die plaatsvonden in 2006 en gewonnen werden door Kabila. Intussen zijn nog steeds rebellen actief in het oosten van Congo en blijft de situatie er gespannen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Men was bezorgd over de gewapende groepen en milities in het oosten van Congo die de hele regio onveilig maakten. Ook werd de illegale wapenstroom die Congo binnenkwam veroordeeld.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad herhaalde zijn eis uit resolutie 1493 dat alle landen maatregelen namen om de wapenhandel met gewapende groepen in Noord- en Zuid-Kivu en Ituri te voorkomen. De MONUC-vredesmissie werd geautoriseerd om alle wapens en verwant materiaal in Congo dat in strijd was met resolutie 1493 in beslag te nemen.

Ook werd opnieuw de illegale ontginning van Congo's grondstoffen veroordeeld, wat mee bijdroeg aan het conflict. Bij alle landen, en vooral die in de regio, werd erop aangedrongen om hier een einde aan te maken.

Er werd vervolgens een comité opgericht dat moest uitzoeken wat alle landen deden om het wapenembargo tegen gewapende groepen en milities in Oost-Congo op te leggen, schendingen van dit embargo te onderzoeken en aanbevelingen te doen om het te versterken.

De secretaris-generaal werd gevraagd een groep van 4 experts op te zetten om tot 28 juli informatie van MONUC's waarnemingen en de wapenstromen te analyseren en het comité een lijst te bezorgen van degenen die het embargo schonden en de bewijzen daarvan.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1533 op de Engelstalige Wikisource.