Stoppelknol

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stoppelknol
Stoppelknol
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Malviden
Orde:Brassicales
Familie:Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie)
Geslacht:Brassica (Kool)
Variëteit
Brassica rapa var. rapa
L. (1753)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De stoppelknol (Brassica rapa var. rapa), ook wel genoemd stoppelrapen, herfstrapen, meirapen of knolgroen is een knolraap, die vroeger veel in augustus na de graanoogst gezaaid werd en vers van oktober tot en met december aan het vee werd gevoerd. Er werd in 1970 nog ongeveer 50.000 ha per jaar gezaaid. Bij stoppelknollen zijn er rassen met en zonder knol en met gedeeldbladig of geheelbladig (andijvieblad) blad. Ook zijn er diploïde en tetraploïde rassen. Het eiwitgehalte in de droge stof van de knol is ongeveer 11,5 % en dat van het blad 18%. Sporadisch vindt nog teelt als voedergewas plaats. Het blad van sommige diploïde rassen wordt ook gebruikt voor gebruik als raapstelen. Nu worden stoppelknollen, die geen knol vormen, nog ingezaaid als groenbemester.

Stoppelknollen kunnen aangetast worden door knolvoet.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Brassica rapa subsp. rapa van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.