Naar inhoud springen

USS Walke (1940): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Renegade (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Renegade (overleg | bijdragen)
Regel 126: Regel 126:


==Externe links==
==Externe links==
* USS Walke website (http://www.destroyerhistory.org/goldplater/usswalke.html) en Destroyer History Foundation (http://www.destroyerhistory.org/index.html).
#USS Walke website (http://www.destroyerhistory.org/goldplater/usswalke.html) en Destroyer History Foundation (http://www.destroyerhistory.org/index.html.)
#[http://www.history.navy.mil/photos/sh-usn/usnsh-w/dd416.htm USS Walke (DD-416) - 1940-1942]
#[http://www.history.navy.mil/photos/sh-usn/usnsh-w/dd416.htm USS Walke (DD-416) - 1940-1942]
#[http://www.navsource.org/archives/05/416.htm USS Walke (DD-416) Archives]
#[http://www.navsource.org/archives/05/416.htm USS Walke (DD-416) Archives]

{{Bron|bronvermelding=
*http://en.wikipedia.org/wiki/USS_Walke_(DD-416) ''USS Walke (DD-416)''}}


[[Categorie:Amerikaanse torpedobootjager|Walke (DD-416)]]
[[Categorie:Amerikaanse torpedobootjager|Walke (DD-416)]]

Versie van 9 mei 2009 14:59

Dit artikel komt mogelijk voor verwijdering in aanmerking.
Het overleg hierover wordt gevoerd op deze discussiepagina. Iedereen is welkom daaraan bij te dragen. Zie voor meer informatie: Waarom staat mijn artikel op de beoordelingslijst.
Voel je vrij het artikel te bewerken. Haal de pagina echter niet leeg en verwijder deze boodschap niet voordat de discussie gesloten is.

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.

De USS Walke (DD-416) was een Amerikaanse Sims-klasse torpedojager tijdens de Tweede Wereldoorlog, in dienst van de United States Navy. De torpedojager werd vernoemd naar schout-bij-nacht Henry A. Walke USN (1809-1896). Henry Walke was bevelhebber op de kanonneerboot USS Carondelet tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De Walke werd samen gebouwd met de torpedojager USS O'Brien (DD-415) op ongeveer hetzelfde tijdstip, op de Boston Navy Yard, Boston, Massachusetts op 31 mei 1938, te water gelaten en gedoopt op 20 oktober 1939, door Mrs. Clarence Dillon, achternicht van viceadmiraal Walke en in dienst gesteld op 27 april 1940.

USS Walke (DD-416)

Tussenoorlogse tijd

Naar aanleiding van haar outfit- en technische proeftijd, nam de USS Walke torpedo's, torpedokoppen en oefen-torpedokoppen van de Naval Torpedo Station, Newport, Rhode Island, aan boord en op 25 juni stoomde ze naar Norfolk, Virginia. Ze bereikte Norfolk op 27 juni en daar nam ze luitenant II-klasse Donald B. Cooley, USMC, aan boord en 47 mariniers voor hun overbrenging naar de zware kruiser USS Wichita (CA-45) en vervolgens vertrok ze naar de Zuid-Amerikaanse wateren. Later op dezelfde dag voer de USS Walke, samen in gezelschap met de torpedobootjager USS Wainwright (DD-419), onderweg naar Cuba.

Na het bijtanken te Guantánamo op 4 juli, voer de USS Walke naar Rio de Janeiro, Brazilië. Op 6 juni arriveerde de Walke aldaar voor samenwerkingstaken met de USS Wainwright. De torpedojagers werden doorgestuurd naar de monding van de Suriname-rivier, waar Walke een patiënt van de Wainwright met blindedarmontsteking aan boord nam en naar Paramaribo doorvoer voor verdere medische zorgen. Na de overbrenging van de patiënt, soldaat Lawrence P. Coghlan, USMC, en daar aan wal gebracht, stuurden men de Walke naar Pará, Brazilië, waar ze doorvoer naar Rio de Janeiro.

De Walke en de Wainwright bereikten samen Rio op 19 juli. Vervolgens nam de Walke de helft van de mariniers van de zware kruiser Wichita aan boord, terwijl de Wainwright de andere helft van de mariniers aan boord nam. Vanwege de onrust in het gebied werden de twee kruisers USS Wichita en USS Quincy naar de Zuid-Amerikaanse wateren gestuurd als blijk voor de sterke Amerikaanse belangstelling voor de "goede buren" ten zuiden van de grens.

Neutrale patrouilles

De USS Walke's actieve dienst begon in de lente van 1940, toen de Duitsers Noorwegen en de Lage Landen binnenvielen. De Blitzkrieg doorkruiste zich door Noord-Frankrijk, drukte de Britse troepen van het vaste continent weg en brachten de Franse legers tot capitulatie. Tot resultaat werd er een nieuwe regering gevormd, die van Vichy-Frankrijk, die partij trok voor Duitsland. In geallieerde en neutrale kringen was men bezorgt over het feit, dat Franse strijdkrachten, en vooral afzonderlijke Franse oorlogsschepen, in handen van de Duitsers vielen.

Na oliebunkering te San Juan (Puerto Rico) op 6 december, vertrok de torpedojager in de namiddag tot de volgende dag, op "Caribian Patrouille", in gezelschap met haar zusterschip USS O'Brien (DD-415). Ze kwamen samen met de USS Moffett (DD-362) en de USS Sims (DD-409), nabij Fort-de-France op Martinique. De USS Walke en USS O'Brien patrouilleerden in de buurt van de haven om de bewegingen van de Vichy-Franse oorlogsschepen gade te slaan. De hulpkruisers Barfleur en Quercy en het vliegdekschip Beam werden op 14 december geschaduwd door de Amerikanen. De USS Walke bezocht daarna Port Castries, Brits West-Indië, op 15 december en nam commandant Lyman K. Swenson, commandant van de Destroyer Division 17, aan boord. De Walke was nu voor even het vlaggeschip.

De USS Walke meerde aan in Guantánamobaai op 19 december 1940, en bleef daar tot het begin van het nieuwe jaar, gemeerd bij het reparatieschip USS Prairie (AD-15), en onderging daar een onderhoudsbeurt. De daaropvolgende weken opereerde de Walke daarna in het gebied van Guantánamobaai-Goniaves, nabij Haïti, en volbracht daar gevechts- en torpedo-oefeningen en begon met trainingsoefeningen samen met andere Amerikaanse schepen in het gebied. Daarna ging haar tocht naar Fajardo Roads in Porto Rico, en opereerde daar tot midden-maart.

Daarna voer de USS Walke naar het noorden en kwam er aan in Charleston, South Carolina, op 20 maart 1941 voor een periode van herstellingen en wijzigingen tot einde mei. Ze deed daarna Norfolk aan tussen 10 en 13 mei voordat ze de volgende dag naar Newport, haar thuisbasis vertrok. Daarna patrouilleerde de USS Walke nabij de Atlantische kust tussen Norfolk en Newport tot juni 1941, totdat de Atlantische Vloot, de neutrale patrouilles weliswaar, oostwaarts vertrok, dichter naar de West-Europese oorlogszone. Ze verliet Newport op 27 juli en beschermde mede een geallieerd konvooi naar IJsland. Ze bereikten Reykjavik op 6 augustus en keerde daarna op dezelfde dag, weer terug naar Norfolk, haar konvooivracht veilig overgebracht. Niet verwonderlijk dat dit niet in goede aarde viel bij de Duitse U-boten. Ze mochten, de Amerikanen nog niet aanvallen, maar zagen dit wel als een openlijke provocatie. Meteen wisten de Duitsers voor wié de Verenigde Staten partij trok - (alsof ze dat al niet wisten !)

De torpedojager keerde daaropvolgend naar de noordelijke en veiligere gebieden in midden-september. Na lokale operaties in het Newport-Boston gebied, bereikte ze Hvalfjordur op 14 september. Daar opereerde ze in IJslandse wateren tot eind september, voordat ze naar NS Argentia, Newfoundland vertrok, op 11 oktober, en doorvoer naar Casco Bay in Maine. De USS Walke begon aan haar algemene "overhaul" te Boston Navy Yard op 25 november 1941 en was daarmee klaar op 7 december 1941, de "Dag der Schande". Op die dag viel de Japanse Keizerlijke Luchtmacht, de Amerikaanse oorlogsbodems en hun militaire installaties aan op Pearl Harbor, en trok daarmee de Verenigde Staten in de oorlog in de Grote Oceaan. De USS Walke verliet de scheepswerf op die dag en bereikte op 12 december Norfolk, via Casco Bay.

Tweede Wereldoorlog

Op 7 december 1941, toen ook de Verenigde Staten toetraden tot het strijdtoneel van de Tweede Wereldoorlog, begaf de USS Walke zich naar de Stille Oceaan om deel te nemen aan de strijd tegen Japan in de oorlog in de Grote Oceaan. Ze bereikte San Diego, Californië, via het Panamakanaal op 30 december. De USS Walke stoomde mee met de nieuw geformeerde Task Force (TF) 17, samen met het vliegdekschip USS Yorktown (CV-5) voor de strijd in het zuiden van de Grote Oceaan, op 6 januari 1942, en beschermde de USS Yorktown met de herbewapening van het mariniersgarnizoen op het Amerikaanse Samoa. Het konvooi kwam achtereenvolgens aan bij Tutuila op 24 januari. Alhoewel, Task Force 17 verliet de Samoa wateren voor een korte periode. Kort hierna stoomde de Task Force 17 naar het noorden naar het Marshalls-Gilberts gebied, voor het daadwerkelijke toebrengen van de eerste Amerikaanse offensieven tegen de Japanners en dat acht weken na de aanval op Pearl Harbor.

De USS Walke diende mede in het anti-onderzeebootscherm en vijandelijke vliegtuigbescherming voor de USS Yorktown, alsook toen het vliegdekschip haar vliegtuigen lanceerde voor de luchtaanvallen op Japanse installaties op de atols van Jaluit, Makin en Mili. Ofschoon Vloot-admiraal Chester Nimitz, de Commander in Chief, Pacific Fleet (CinCPAC), de raids, een belangrijke aandeel vond in de strijd en schreef:"Well-conceived, well-planned and brilliantly exencuted" (goed ontworpen, goed gepland en briljant uitgevoerd), was de toegebrachte schade en de oorzaak in feite niet zo groot, als aanvankelijk gerapporteerd werd, en buiten het stimuleren van het Amerikaanse moraal, waren de aanvallen alleen maar een geringe overlast voor de Japanners. Nietemin had de Amerikaanse vloot in de oorlog, het uiteindelijk opgenomen tegen de vijand.

De Walke keerde terug naar de Hawaïaanse wateren op 7 februari 1942, en ging in opleidingsoefening in het Hawaïaanse gebied op 27 februari waar ze daarna vertrok naar de Gilbert en Ellice-eilanden. Ze werd even later weer in dienst gesteld bij Task Force 17 nabij Nieuw-Caledonië, begin maart, om weer escortedienst en beschermingstaken van de carrier USS Yorktown uit te voeren, voor het Nieuw-Guinea gebied, als onderdeel van de strijdkracht tegen de Japanse expansie in dit gebied.

Japanse expansie

In die periode, trokken de Japanners richting zuidwaarts, in het Nieuw-Guinea-Nieuw-Brittannië gebied, en hadden ze overwinningen behaald in deze belangrijke momenten, met de bezetting van Rabaul en Gasmata, Nieuw-Brittannië, Kavieng, Nieuw-Ierland en aan de zijde van Bougainville in de Salomonseilanden en de Louisiaden. Tegen het einde van februari 1942, leek het waarschijnlijk dat de Japanners van plan waren een offensief uit te voeren op het einde van maart. De Task Force's 11 en 17 werden naar het gebied gezonden.

Maar op 7 maart merkten de Geallieerden op, dat de Japanse oppervlakte schepen, inbegrepen troepentransportschepen, landden op Buna, Nieuw-Guinea. De volgende dag waren de Japanse troepen geland op Lae en Salamaua, Nieuw-Guinea, en versterkten deze plaatsen. Drie dagen later lanceerden de USS Lexington en USS Yorktown hun vliegtuigen voor een luchtaanval op de havenplaatsen Lae en Salamaua. Deze aanval verrastte de Japanners. De vliegtuigen van de twee carriers, evenals die van Port Moresby, kwamen de Owen Stanley-gebergte overgevlogen en vernielden de gehele Japanse landingsvloot en meerdere zware grondgeschut en landinstallaties.

Task Force 11 met de USS Lexington (CV-2) en Task Force 17 met de USS Yorktown (CV-5) waren met spoed naar het gebied opgestoomd. Viceadmiraal Wilson Brown, in volle overgave voor de operatie, selecteerde eerst aanvankelijk Rabaul en Gasmata, in New Britain, en Kavieng, in New Ireland, als operatiedoelen.

Slag in de Koraalzee

De USS Walke beschermde de carrier USS Yorktown toen ze haar vliegtuigen lanceerde voor een luchtaanval op Tulagi in de Salomonseilanden op 4 mei 1942 en later werd ze gescheiden van deze carrier met de "Support Force", samen met de Australische zware kruiser HMAS Australia, de lichte kruiser HMAS Hobart en de Amerikaanse torpedobootjagers USS Farragut (DD-348) en USS Perkins (DD-377), tot het beschermen en beveiligen van het zuidelijke gelegen Jomard Passage. In de namiddag van 7 mei vielen Japanse Aichi D3A "Val"-duikbommenwerpers de formatie aan, maar het hevige anti-vliegtuiggeschut vuurde vanaf alle schepen en dwongen de vijand terug te trekken, zonder rake bomtreffers te kunnen plaatsen. Alhoewel, een uur na het vertrek van de "Vals", deden Japanse tweemotorige bommenwerpers een aanval en lanceerden nu torpedo's op de geallieerde schepen af. Weer was er een hevig spervuur vanaf de oorlogsschepen. De USS Walke en de andere torpedobootjagers schoten voortdurend in de lucht. Vijf bommenwerpers stortten in zee en geen enkele torpedo trof de geallieerde schepen. 19 hoog vliegende Japanse bommenwerpers vlogen over, dropten hun bommen die, onschadelijk voor de schepen, allen in zee vielen. Het Anti-vliegtuiggeschut schoten nu vruchteloos in de lucht, te wijten doordat de vliegtuigen echter hun hoogte handhaafden. Echter, de laatste groep vliegtuigen waren blijkbaar Amerikaanse toestellen. De strijdkrachtcommandant, de Australische viceadmiraal John Crace merkte op dat het B-26's waren. De commandant van de USS Walke, kapitein-ter-zee Thomas E. Fraser, rapporteerde hem daaropvolgend, dat het Amerikaanse B-17's waren. In ieder geval zelfs, was het gelukkig zo, dat de bommenwerpers niet werden geraakt.

De USS Walke bleef nog over op zee met de USS Yorktown-Task Force in de loop van april 1942. Los van Task Force 17 escorteerde ze de USS Ramsay (DM-16) en USS Sumner (AG-32). De torpedojager bereikte Suva, op de Fiji eilanden op 19 april, en ging de volgende dag onderweg naar de Tonga eilanden. Ze bereikte Tongatapu op 22 april. De USS Walke bunkerde bij de olietanker USS Kaskaskia (AO-27), vooraleer ze een ketelreparatie liet doen en dieptebommen innam, voor haar terugkeer naar Task Force 17.

De torpedojager Walke moest zich weer losmaken van TF 17, als gevolg van een beschadigde stuurboord-overbrengingsverhouding. De USS Walke begaf zich naar Australië voor herstelling en bereikte Brisbane op 12 mei. Na voltooiing van de werkzaamheden op 29 mei, ondernam ze proefvaarten op de Brisbane River, vooraleer ze weer geschikt was voor actieve dienst en vertrok naar New Caledonia op 9 juni, vlak na de Slag bij Midway.

Ze kwam op 13 juni in Nouméa aan en tankte bij, vooralleer ze weer vertrok naar Tongatapu en Pago Pago, Samoa. Toegewezen tot Task Group (TG) 12.1, vertrok de USS Walke op 26 juni naar Bora Bora in de Genootschapseilanden. Met het ontbinden van TG 12.1 op 11 juli, werd de USS Walke doorgezonden voor begeleidingstaken bij TG 6.7. Vervolgens escorteerde ze de USS Castor naar San Francisco, waar ze toekwamen op 2 augustus 1942.

Op 7 augustus, terwijl de USS Walke herstellingen en enkele veranderingen onderging, op de nabijgelegen Mare eiland Navy Yard, worstelde de Verenigde Staten om het initiatief te nemen, de oorlog tegen Japan, door marinierslandingen op Guadalcanal in de Salomonseilanden, in te zetten. In de daarvolgende maanden vochten de twee vijandelijke strijdmachten fel tegen elkaar voor het onder controle krijgen van deze eilandenketen, wat echter niet gemakkelijk aan toe ging. De vijandelijke geschillen liepen vlug op in een logistiek tempo. Aan beide zijde trachtten ze hun tegenstanders te dwarsbomen en pogingen te ondernemen tot het versterken van al hun strijdkrachten op Guadalcanal. De toekomst van de Walke werd omontstotelijk verbonden met de bijna dagelijke, en nachtelijke, Amerikaanse lucht- en marinepogingen om de beste Japanse strijdkrachten vast te houden op Nieuw Georgië Sound. Dit was een strategisch gebied met het water dat zich tussen de twee lijnen van de eilanden deel uitmaakten van de Salomonseilanden-keten, die leidde tot de Guadalcanal-eilandengroep.

Na haar complete afwerking op de Mare Navy scheepswerf op 25 augustus, voer de USS Walke naar San Francisco Baai, en die dag kreeg ze orders voor haar vertrek naar San Diego, Californië, voor een rendez-vous met de olietanker USS Kankakee (AO-39) en begeleide haar, langs de Westkust van de Verenigde Staten, via Nouméa, New Caledonia, naar Tongatapu, waar ze aldaar aankwamen op 9 september 1942. De torpedojager escorteerde even later een konvooi, bestaande uit: de USS Kankakee, USS Navajo (AT-64) en USS Arctic (AF-7), van Tongatapu tot Nouméa, waar ze gereed gemaakt werden voor acties in de Salomonseilanden.

Slag om Guadalcanal

Ongeveer bij zonsondergang op 13 november 1942, de dag nadat de Zeeslag van Guadalcanal begon, voer de USS Walke samen met Task Force 64, die samengesteld was rond het snelle vlaggenslagschip USS Washington (BB-56) en USS South Dakota (BB-57). Naast de USS Walke, werden de slagschepen eveneens beschermd door de torpedojagers USS Preston (DD-379), USS Gwin (DD-433) en USS Benham (DD-397). Tegen het middaguur op 14 november, bereikte TF 64 het punt, zo'n 50 zeemijl (90 km) ten zuidwesten van Guadalcanal. In het zicht van de vijand, die hen melden als een slagschip, een kruiser en vier torpedojagers, vermeden de Amerikaanse oorlogsschepen op 14 november, gelukkig het contact met vijandelijke vliegtuigen.

UIt de informatie die beschikbaar was in de verzonden berichten, wist de bevelhebber van de Amerikaanse Task Force 64, viceadmiraal Willis A. Lee, van de aanwezigheid in het gebied, van drie groepen vijandelijke schepen, waaronder twee Japanse slagschepen.

Door een vlakke kalme zee en varend in kolomformatie, met de USS Walke op kop van het flottielje, bereikten de Amerikaanse schepen Guadalcanal, op een noordelijke koers, ongeveer negen mijl (17 km) ten westen van Guadalcanal. Commander Lee's schip onderschepte, tijdens haar doorvoer van Guadalcanal, Japanse radioberichten terwijl de scheepsradar-"ogen" de duisternis aftastten. Te 00.06 u. van 15 november 1942 ontving het vlaggenschip USS Washington een rapport van een aanwezigheid van drie vijandelijke schepen, die nabij het noordeinde van het eiland Savo voeren en westwaarts opstoomden. Bijna gelijktijdig pikte de radar van het Amerikaanse vlaggenschip twee schepen op in dezelfde positie.

De zeestrijd

Tien minuten later, omstreeks 00.16 u., opende de USS Washington het vuur met haar 16-inch (406-mm) kanonnen, en binnen enkele ogenblikken loste de USS South Dakota eveneens haar salvo's. De USS Walke opende te 00.26 u. het vuur, en handhaafde een snel spervuur, waarschijnlijk op de Japanse kruiser "Nagara". Na een salvostop van enkele minuten, opende de leidinggevende torpedojager weer het vuur naar de Japanse torpedobootjager, zo'n 7.500 meter (6.900 m) aan stuurboord (vermoedelijk op één van beide, de "Ayanami" of de "Uranami") en even later geschutsvuur vanaf haar bakboordzijde nabij Guadalcanal.

Het zinken van de USS Walke

Japanse granaten sloegen echter tweemaal in op de USS Walke, en dan drong een fatale "Long Lance"-torpedo binnenin haar stuurboordzijde, vlak beneden onder kanon 52. Bijna tegelijkertijd sloegen salvo's van granaten van de "Nagara", de "Ayanami" en de "Uranami" in op de ongelukkige torpedojager. Een stortvloed van staal en vuur trof de opbouw met een ontzettend verwoestend effect in de radiokamer, de fokkemast, onder de sloependavits, en in de nabijheid van kanon 53, op het achter-dekhuis. Tegelijkertijd had een tweede torpedo de boeg van het schip weggeblazen, toen er brand uitbrak in het voorwaarts gelegen 20-millimeter munitiemagazijn die eveneens ontplofte.

Met deze hopeloze situatie gaf kapitein-ter-zee Thomas E. Frazer, orders het schip te verlaten. Terwijl de torpedobootjager USS Walke snel zonk door de weggeslagen boeg, werden alleen twee leefvlotten te water gelaten. De anderen waren onherstelbaar vernield. Nadat de bemanning zeker waren dat de dieptebommen op "safe" waren gezet, gingen ze allen overboord, juist voordat het schip brandend weggleed onder het zeeoppervlak.

Terwijl de USS Washington nog in strijd was met het Japanse slagschip "Kirishima" en kleinere schepen, dreef er overal wrakhout en overboord geslagen goederen rondom het scheepsgevecht. De Amerikanen maakten noties van USS Walke's onaangename situatie en die van de USS Preston, met wie ze alsook ten onder ging in een stroom van granaten en vernieling. Om 00.41 u., juist een minuut voordat de USS Walke al strijdend ten onder ging nabij Savo eiland, werden leefvlotten van het Amerikaanse slagschip in zee gegooid voor de overlevenden. Alhoewel de zinkende torpedobootjagers hun dieptebommen op "veilig" waren afgesteld, ontploften er toch enkele onder water, die onder menige overlevende zwemmers, slachtoffers maakte en andere ernstig verwonden. Met de zeeslag - met in het vooruitzicht dat het eens eindigen zal - waren de andere overlevenden in staat, de ernstige gewonden uit het water te hijsen en op hun leefvlotten te leggen. De strijdende schepen waren al een eind van hen vandaan gevaren in de duistere nacht. Alleen de lichtgevende vuurlichtflitsen aan de wolkenhemel, van beide partijen, verwees naar hun posities.

De overlevenden van de USS Walke dreven in twee groepen rond. Sommigen hingen aan de touwen van de overvolle leefvlotten in het water en anderen zwermden zwemmend rond, om de twee vlotten, die de oorlogsschepen hadden gedropt. Gedurende deze zware nacht, werden de overlevenden plots beschenen door vijandelijke schepen met hun zoeklichten, maar ze werden niet lastig gevallen. De Japanners deden hun zoeklichten uit en stoomden verder door en lieten de drenkelingen ongemoeid. Ondanks hun benarde situatie, was het toch een geluk dat ze niet krijgsgevangen werden gemaakt of nog erger, op hen werd geschoten.

Het werd ochtend toen de overlevenden van de USS Walke en USS Preston getuigen waren van het einde van een viertal gestrandde Japanse transportschepen tijdens de nacht. Ze waren gebombardeerd door leger- en marinevliegtuigen, inbegrepen vliegtuigen van de "Big E", de USS Enterprise (CV-6). De vier Japanse schepen kregen, die morgend nog, de genadeslag van de USS Meade (DD-571), juist voordat de torpedojager koers zette naar de overlevenden van de USS Walke en USS Preston om hen op te pikken.

De USS Meade redde 151 manschappen van de USS Walke en USS Preston, zes van hen stierven later wanneer ze naar Tulagi werden gebracht. Zes officieren, waaronder kapitein-ter-zee Fraser en 76 man waren overleden aan boord van de zinkende en brandende Walke nabij Savo eiland.

De USS Walke (DD-416) werd volledig officieël verwijderd van de Naval Vessel Register op 13 januari 1943.

Huldigingen

De USS Walke kreeg drie "Battle Stars" voor haar dienst in de Tweede Wereldoorlog.

Zie ook

USS Walke (DD-416)

  • Klasse: Sims-klasse
  • Type: Torpedobootjager US Navy
  • Werf: Naval Shipyard, Boston, Massachusetts.
  • Gebouwd: 31 mei 1938
  • Te water gelaten: 20 oktober 1939
  • In dienst gesteld: 27 april 1940
  • Verloren gegaan: 15 november 1942 - Gezonken in de Zeeslag van Guadalcanal (88 gesneuvelden)

Technische gegevens

  • Lengte: 106,15 m
  • Breedte: 11 m
  • Diepgang: 4,07 m
  • Waterverplaatsing: 1.570 ton (leeg) - 2.211 ton (geladen)
  • Machines: Hoge-druk super-hete ketels, geschakelde turbines met dubbele schroeven
  • Vermogen: 50.000 pk
  • Snelheid: 35 knopen (65 km/u)
  • Reikwijdte: 3.660 nautische mijlen aan 20 knopen (37 km/u)
  • Bemanning: 192 manschappen (10 officieren en 182 matrozen)

Bewapening

  • 4 x 5-inch/38 kanonnen
  • 4 x .50 kaliber/90 kanonnen
  • 8 x 21-inch torpedobuizen in twee vierloops lanceermonden
  • 2 x dieptebommenglijschuiven
  • 10 dieptebommen

Eerbewijzen en toekenningen

  • American Defense Service Medal ("Fleet" clasp. "A" device)
  • Asiatic-Pacific Campaign Medal (3 Stars)
  • World War II Victory Medal

Huldebetoon

""Als huldebetoon aan degene die vochten in de Slag bij Guadalcanal, op 13 - 15 november 1942""

Tot de grandioze officieren en manschappen ter Zee, ter Land, in de Lucht, en onder de Zee, die in de voorafgaande vijf dagen het schitterend volbracht hebben, van dergelijke feiten voor hun Vaderland. U hebt de ontsterfelijke dankbaarheid van Uw Vaderland gewonnen en Uw namen geschreven in gouden letters in de historische bladzijden... Geen enkele eervol voor Uw kunnen, zijn evenzeer groots, mijn trots in U is verder betuigend. Schitterend gedaan. Moge God U Allen zegenen, iedereen van Jullie... Tot de glorierijke gesneuvelden, haar Helden - mogen Jullie allen rusten in Vrede bij God...

William F. Halsey Admiraal US Navy

Externe links

  1. USS Walke website (http://www.destroyerhistory.org/goldplater/usswalke.html) en Destroyer History Foundation (http://www.destroyerhistory.org/index.html.)
  2. USS Walke (DD-416) - 1940-1942
  3. USS Walke (DD-416) Archives

[bron?]