Naar inhoud springen

Eisaku Sato

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Ryuu (overleg | bijdragen) op 19 jun 2014 om 18:01. (image)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Eisaku Satō
Sato op Schiphol, 11 oktober 1963
Sato op Schiphol, 11 oktober 1963
Geboren 27 maart 1901
Geboorteplaats Tabuse
Overleden 3 juni 1975
Overlijdensplaats Tokio
39e Minister-president van Japan
Ambtstermijn 9 november 1964 – 7 juli 1972
Voorganger Hayato Ikeda
Opvolger Kakuei Tanaka
Partner Hiroko Satō
Handtekening Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Eisaku Satō (佐藤榮作, Satō Eisaku;Tabuse, 27 maart 1901Tokio, 3 juni 1975) was een Japans politicus en de 61e, 62e en 63e minister-president van Japan. Daarmee is hij de langstzittende minister-president van Japan ooit.

In 1974 won hij samen met Seán MacBride de Nobelprijs voor de Vrede ter erkenning van Japans toetreding tot het Non-proliferatieverdrag.

Biografie

Jonge jaren

Satō studeerde Duitse wetgeving aan de Universiteit van Tokio. In 1923 slaagde hij voor zijn ambtenaarexamen, en het jaar erop werd hij een ambtenaar bij het Japanse spoorwegministerie.

Satō trouwde in 1926 met Hiroko, de dochter van diplomaat Yosuke Matsuoka. Samen kregen ze twee zonen, Ryutarō en Shinji.

Hij diende van 1944 tot 1946 als directeur van het Osaka Railways Bureau, en van 1947 tot 1948 als viceminister van Transport.[1]

Satō werd in 1949 namens de Liberale Partij lid van de Kokkai. In juli 1951 werd hij verkozen tot minister van Posterijen en Telecommunicatie, een positie die hij tot juli 1952 behield. Over de jaren klom Satō langzaam omhoog in politieke rang.

Nadat de Liberale Partij fuseerde met de Japanse Democratische Partij tot de Liberaal Democratische Partij, werd Satō tot voorzitter van deze partij verkozen. Hij had deze positie van december 1957 tot juni 1958. In het kabinet van zijn broer Nobusuke Kishi en Hayato Ikeda werd hij minister van Financiën.

Van juli 1961 tot juli 1962 was Satō minister van Internationale Handel en Industrie. In 1964 was hij de minister die de leiding had over de organisatie van de Olympische Zomerspelen 1964.

Minister-president

Satō volgde in 1964 Ikeda op als minister-president. Hij was bij veel mensen populair vanwege de groeiende economie. Hij probeerde politiek een balans te vinden tussen de wensen van de Verenigde Staten en China. Satō weigerde herhaaldelijk om vertegenwoordigers van de Volksrepubliek China toe te laten in Japan. Wel onderhield Satō nauwe banden met Taiwan. Bij de meeste grote gebeurtenissen steunde Satō’s regering de keuzes van de Verenigde Staten.[2] Zijn steun aan het Veiligheidsverdrag tussen Japan en de Verenigde Staten, alsmede Japans steun voor de Amerikaanse troepen in de Vietnamoorlog, leidden tot protesten onder studenten. Deze protesten namen dusdanig ernstige vormen aan, dat in 1969 Satō gedwongen werd de Universiteit van Tokio een jaar te sluiten.[3]

Satō introduceerde in 1967 een beleid tegen de productie en het bezit van nucleaire wapens in Japan. Tevens liet hij Japan lid worden van het Non-proliferatieverdrag. Dit leverde hem de Nobelprijs voor de Vrede op.

Satō onderhandelde met de Amerikaanse presidenten Lyndon Johnson en Richard Nixon over de teruggave van Okinawa, wat sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in Amerikaanse handen was. In 1969 bereikten de twee een akkoord dat de Amerikanen hun legerbases in het gebied mochten houden, maar dat Okinawa wel weer Japans grondgebied zou worden.[4] In 1971 werd Okinawa formeel overgedragen aan Japan.

Satō werd tweemaal herkozen. Hij besloot na zijn derde periode als minister-president niet voor een vierde periode te gaan.

Zie de categorie Eisaku Sato van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.