Naar inhoud springen

Eucharistie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Theoloogje (overleg | bijdragen) op 12 apr 2020 om 22:29. (Vergelijking met Heilig Avondmaal)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
deel van de serie over de
Eucharistie

ook bekend als
"Heilige Mis".
Vergelijk:
"Avondmaal" (prot.)

Ingesteld door
Jezus

Theologie
Mis
Hostie
Lichaam van Christus
Consecratie
Werkelijke Tegenwoordigheid
Transsubstantiatie
Eucharistische aanbidding
(prot.:)
Consubstantiatie
Avondmaal

Belangrijke theologen
Paulus · Justinus · Thomas
Augustinus · Chrysostomos
Protestantse theologen:
Calvijn · Luther · Zwingli

Verwante artikelen
Tabernakel
Christendom
Monstrans
Byzantijnse liturgie
Tridentijnse mis
Concilie van Trente
Sacrament · Sacramentsdag
Eerste communie
Ziekencommunie · Viaticum

De eucharistie is het belangrijkste sacrament van de Rooms-Katholieke Kerk en de Byzantijns-Orthodoxe Kerk.

Geschiedenis

Etymologie

Het woord eucharistie is afgeleid van het Griekse εὐχαριστέω; eucharisteo, dat dankzeggen betekent. In het Modern Grieks betekent eucharisto nog altijd bedankt of dankjewel, alleen wordt het uitgesproken als evcharistó.[1]

Herkomst

Volgens de katholieke traditie werd de eucharistie door Jezus ingesteld tijdens het Laatste Avondmaal aan de vooravond van zijn kruisiging. De evangelies verhalen[2] hoe Jezus brood nam, dank zegde, het brak, en een opdracht deed waaronder hij zei "Dit is mijn lichaam". Hij deelde het uit aan zijn apostelen, nam een kelk met wijn, zegde dank en zei "Dit is mijn bloed". Ook dat deelde hij uit aan zijn leerlingen, met de opdracht deze handelingen telkens te herhalen om hem te gedenken. Na de verrijzenis van Jezus herhaalden de mensen die zijn leer aanvaardden iedere zondag – zeer vroeg in de morgen – dit ritueel.

In de vroegste christengemeenten volgde de rituele viering van de eucharistie op een agape, een liefdesmaal dat door de lokale christenen gezamenlijk genuttigd werd in een bijruimte van een private woning. Vanaf de 2e eeuw is bij de vroegste kerkvaders zoals Justinus de Martelaar en Cyprianus van Carthago duidelijk dat de agape verdwenen is, mogelijk vanwege de reeds door de apostel Paulus bekritiseerde excessen. De viering van de eucharistische geheimen had plaats ofwel in privéwoningen, ofwel op de graven van de martelaren, meestal in het vroegst van de zondagochtend. Nadat vanaf Constantijn de Grote de zondag voor grote delen van de bevolking van het Romeinse Rijk de officiële wekelijkse rustdag werd, vonden deze vieringen later op de voormiddag plaats en verplaatste de viering zich van kerkhof en familiewoning naar de basilicae.

In de vroege kerk ontvingen zowel geestelijken als leken de gewijde wijn bij het drinken uit de kelk, na het ontvangen van een deel van het gewijde brood. Als gevolg van vele factoren, waaronder de moeilijkheid om wijn in Noord-Europese landen te verkrijgen (waar het klimaat niet geschikt was voor wijnbouw), werd het drinken uit de kelk grotendeels beperkt tot het vieren van priester, terwijl de leken de communie alleen in de vorm van brood ontvingen. Dit verminderde ook het symbolische belang van het kiezen van wijn van rode kleur.

Betekenis

In schriftelijke vorm wordt al bij de apostolische vader Ignatius van Antiochië (overleden 110) de eucharistie gedefinieerd als de gave waarin Christus werkelijk lichamelijk aanwezig is. Uit circa 150 dateert de beschrijving van de eucharistische liturgie door Justinus de Martelaar, waarin Ignatius' weergave wordt bevestigd en blijkt dat de viering op zondagochtend plaats had.

Christus in eucharistie, door Joan de Joanes, 16e eeuw

De eucharistie vertegenwoordigt Christus' lijden en verrijzenis, is teken van het Nieuwe Verbond, van eenheid in Christus en van eenheid met de kerkelijke hiërarchie (paus, bisschoppen, priesters en diakens).

Niet alleen belangrijk is dat de tekenen van brood en wijn, lichaam en bloed van Christus worden: ook de deelnemers worden veranderd. Door de eucharistie worden de deelnemende gelovigen verenigd met de Heer en worden zó tot volk van God. Het gaat dus om vereniging met de Heer, om later, in het gewone leven, de Heer uit te dragen. Men ontvangt dus het Lichaam van Christus (de hostie) om zijn lichaam (kerk) te worden.

Tegenwoordige praktijk

Het Griekse 'eucharistein' betekent 'danken'; 'eu' betekent 'goed' en 'charis' betekent 'geschenk'. De eucharistie is dankzegging voor een grote gave, namelijk de gave van het lichaam van Christus. In de viering van de eucharistie neemt de christen volledig deel aan de kerk als gemeenschap van Christus. Juist door de eucharistie wordt de verbondenheid van christenen met elkaar en met God duidelijk. Zoals Jezus vroeger zijn vriendschap deelde met zijn vrienden/leerlingen, zo delen de christenen nu de vriendschap met elkaar en met God. Jezus Christus is gestorven en begraven, daarna verrezen en bij God opgenomen. Door de eucharistie danken christenen God voor de belofte dat mensen niet door de dood verloren zullen gaan, maar dat God alle mensen een naam geeft en hen niet vergeet. Christenen geloven dat ze in handen van God leven en dat hij hen beschermt waar nodig. Christenen geloven dat zij na de dood door God zullen worden opgenomen, zoals ook Jezus is opgenomen in de hemel. Dit is het nieuwe verbond, dat christenen vieren en beleven.

Praktijk in de katholieke kerk

In de katholieke kerk kan het sacrament van de eucharistie dagelijks en in het bijzonder op zondag in de mis gevierd worden. De opbouw van de Heilige Mis of eucharistieviering (Ordo Missae) verloopt altijd volgens een vast patroon. Doorgaans is het de gewone mis.

In de katholieke kerk wordt tijdens de viering een bijzondere vorm van ongedesemd brood gebruikt, de hostie. Hosties dienen (uitsluitend) te zijn gemaakt van tarwemeel. Glutenvrij brood is bij het Avondmaal in de katholieke kerk niet toegestaan. Hosties die geen gluten bevatten zijn voor de kerk ,,ongeldige materie".[3] Voor mensen met coeliakie, een stofwisselingsziekte veroorzaakt door een glutenintolerantie, mag een uitzondering gemaakt worden. Ook de gebruikte wijn (miswijn) moet voldoen aan een aantal voorwaarden. De voornaamste is dat ze uitsluitend van druiven is gemaakt. Het laten meeconsacreren van brood en wijn door anderen dan de gewijde bedienaar (een priester) geldt volgens het kerkelijk wetboek als een zwaar misdrijf.

Zowel paus Paulus VI als paus Johannes Paulus II hebben een encycliek gewijd aan dit sacrament (respectievelijk Mysterium Fidei, 1965, en Ecclesia de Eucharistia, 2003).

Praktijk in de orthodoxe kerk

De uitdrukking van de eenheid met God is voor de orthodoxe gelovige de eucharistische communio, waar hij onder beide gedaanten van liturgisch brood en wijn het kostbaar en werkelijk Lichaam van de verrezen Christus ontvangt.

De anticipatie van de wereld wordt ervaren in de Heilige Communie. De mystieke eenheid met Christus wordt "deïficatie" (ook wel theosis) genoemd, omdat in Christus' verrezen lichaam en bloed "de volheid van goddelijkheid verblijft". Het koninklijk priesterschap van alle gelovigen, hun wezenlijke gelijkheid in Christus (ontvangen door het doopsel), is bezegeld door deze manier van communicerende priesters en leken onder de beide gedaanten van Christus' lichaam.

Vergelijking met Heilig Avondmaal

In vergelijking met de eucharistie wordt het Heilig Avondmaal in de meeste protestantse kerken minder frequent gevierd: van een keer per week tot maar enkele keren per jaar. Ook is het in protestantse kerken van belang dat het Heilig Avondmaal wordt gevierd in het midden van een plaatselijke gemeente. Het is dus niet mogelijk om het Avondmaal in een andere setting te vieren dan in een plaatselijke gemeenschap, iets wat in rooms-katholieke kring wel gebeurt (bijvoorbeeld tijdens katholieke toogdagen).

Een belangrijk verschil tussen de katholieke en de orthodoxe kerk enerzijds en de meeste protestantse kerkgenootschappen anderzijds ligt in de interpretatie van wat er gebeurt met het brood en de wijn. Volgens de katholieke en orthodoxe leer worden het brood en de wijn, die in de kerk tijdens de eucharistieviering worden geconsacreerd, daadwerkelijk lichaam en bloed van Christus (Werkelijke Tegenwoordigheid). Katholieken en orthodoxen geloven dat in de heilige mis dan wel in de Goddelijke Liturgie de hogepriester Jezus Christus, die zichzelf aan het kruis offerde tot vergeving van de zonden van de mensheid, met zijn lichaam, bloed, ziel en godheid onder de schijnbare gedaanten van brood en wijn aanwezig is. De mis heeft dus (onder andere) een offerkarakter, is de tegenwoordigstelling van het kruisoffer, en een en hetzelfde offer als dat van Calvarië.

Binnen de lutherse gemeenschap gaat men uit van de leer der consubstantiatie. Volgens andere protestantse kerkgenootschappen zijn het brood en de wijn echter louter symbolen. Het was vooral Zwingli die in de tijd van de reformatie dit symboolkarakter benadrukte, meer dan Calvijn, die wel uitging van de werkelijke aanwezigheid van Christus tijdens de viering onder de tekenen van brood en wijn (die niet veranderd worden) en in de gelovigen zelf.

Zie ook

Zie de categorie Communion van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.