Naar inhoud springen

Flickingeria

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door InternetArchiveBot (overleg | bijdragen) op 5 sep 2017 om 17:30. (1 bron(nen) gered en 0 gelabeld als onbereikbaar #IABot (v1.5.1))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Flickingeria
Flickingeria fimbriata
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Orde:Asparagales
Familie:Orchidaceae (Orchideeën)
Onderfamilie:Epidendroideae
Geslachtengroep:Dendrobieae
Subtribus:Grastidiinae
Geslacht
Flickingeria
A.D.Hawkes (1961)
Typesoort
Flickingeria angulata (Blume) A.D.Hawkes (1965)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Flickingeria is een geslacht met ongeveer tachtig soorten orchideeën uit de onderfamilie Epidendroideae. Het geslacht is in 1961 afgesplitst van het geslacht Dendrobium.

Het zijn epifytische orchideeën uit tropisch Zuidoost-Azië en Australazië, gekenmerkt door opvallende en complexe maar efemere (eendaagse) bloemen.

Naamgeving en etymologie

  • Synoniem: Desmotrichum Blume (1825), Ephemerantha P.F. Hunt & Summerh. (1961), Abaxianthus M.A. Clem. & D.L. Jones (2002)

De botanische naam Flickingeria is een eerbetoon aan Edward A. Flickinger, een Engelse uitgever van tuinmagazines.

Kenmerken

Flickingeria-soorten zijn epifytische planten met meervoudig vertakte, langwerpige pseudobulben met op de top enkele lederachtige, ovale tot langwerpige bladeren en een korte bloemstengel met één of twee witte tot geelwitte, opvallende maar efemere (eendaagse) bloemen. De plant geeft echter meerdere malen per jaar bloemen, waardoor de bloei toch zeer uitbundig kan zijn.

De bloemen hebben gelijkende kelk- en kroonbladen, de kroonbladen iets kleiner en smaller. De bloemlip is complex met een korte, holle en drielobbige hypochiel, een langwerpige, gesteelde mesochiel en een tweelobbige epichiel, in dwarsdoorsnede langwerpig tot niervormig, dikwijls geplooid of gevouwen en voorzien een callus met langslopende verhoogde lamellen. Het gynostemium is kort en vlezig, en heeft een duidelijke voet, die gefusioneerd is met de zijdelingse kelkbladen tot een kinvormig mentum. De helmknop draagt vier pollinia in paren van twee.

Habitat en verspreiding

Flickingeria-soorten groeien op bomen in warme laagland- tot koele montane regenwouden van Zuidoost-Azië en Australazië, voornamelijk in het Himalayagebergte, India, China, Indonesië, de Filipijnen, Australië, Nieuw-Guinea en de eilanden van de Stille Oceaan.

Het geslacht telt ongeveer tachtig soorten. De typesoort is Flickingeria angulata.

Soortenlijst

Zie ook