Georgische parlementsverkiezingen 2003

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Georgische parlementsverkiezingen 2003
De verkiezingen culmineerden in de Rozenrevolutie
Datum eerste ronde 2 november 2003
Datum tweede ronde 4 januari 2004
Land Georgië
Te verdelen zetels 225
Opkomst eerste ronde 60,06 % Gedaald
Resultaat
Grootste partij Burgerunie
Begin regeerperiode 22 november 2003
(Geannuleerd)
Samenstelling parlement volgens de verkiezingen:
 Nieuwe Rechtsen (16)
 Nationale Beweging Democraten (1)
 Onafhankelijken (21)
 Toegewezen Abchazische leden (10)
 Vacant (3)
Opvolging verkiezingen
1999     2004
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Georgië

De Georgische parlementsverkiezingen van 2003 vonden plaats op 2 november 2003 voor 225 van de 235 parlementsleden voor de 6e convocatie van het Parlement van Georgië. Tegelijkertijd met de verkiezingen werd er een referendum gehouden over het verlagen van het aantal parlementszetels van 235 naar 150. Er stonden twaalf partijen en negen kartellijsten op het stembiljet.[1]

De grote discrepantie tussen de officiële telling enerzijds en de exitpolls en parallelle telling van het maatschappelijk middenveld anderzijds leidden tot grote protesten en beschuldigingen aan de autoriteiten van fraude. Dit werd gestaafd door de binnenlandse en buitenlandse waarnemers die grootschalige onregelmatigheden constateerden. De protesten culmineerden op 22 en 23 november 2003 in de Rozenrevolutie en het opstappen van president Edoeard Sjevardnadze. De resultaten van de 150 partijlijstzetels werden kort daarna geannuleerd, waarna het parlement dat in 1999 verkozen was van kracht bleef om de taken waar te nemen totdat er in maart 2004 nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden. In januari 2004 vonden er reeds vervroegde presidentsverkiezingen plaats.

Kiesstelsel[bewerken | brontekst bewerken]

De 85 enkelvoudige districten. In de 10 grijze districten geen verkiezingen gehouden.

De verkiezingen werden gehouden door middel van een gemengd kiesstelsel. Hierbij werden 150 van de 235 zetels verkozen via evenredige vertegenwoordiging met een kiesdrempel van 7% door een stem op een partijlijst, en 75 zetels werden verkozen via enkelvoudige districten op basis van een tweerondensysteem met een 33% drempel (een derde).[1] Tien zetels werden zonder verkiezing toebedeeld aan afgevaardigden die in 1992 in Abchazië al verkozen waren. Omdat in Abchazië en Zuid-Ossetië geen verkiezingen gehouden konden worden, werden de mandaten van deze tien parlementsleden automatisch verlengd.[3] Een eventuele tweede ronde voor de districtszetels werd oorspronkelijk op 16 november 2003 gepland.[4]

Voorbereiding[bewerken | brontekst bewerken]

In aanloop naar de verkiezingen hadden de Verenigde Staten de Georgische overheid voor 2,4 miljoen dollar gesteund in het voorbereiden op de stembusgang. [5]Ook stuurden de VS verschillende hoge delegaties om de Georgische leiders ervan te overtuigen dat het houden van vrije verkiezingen in hun belang was.[1] De VS liet weten dat als deze verkiezingen niet zouden voldoen aan de Georgische wettelijke vereisten en de internationale toezeggingen om democratische verkiezingen te houden, de democratie van het land en zodoende de Georgische internationale status in gevaar zou komen. Een maand voor de verkiezingen kondigde de VS aan de financiële steun aan Georgië te zullen terugschroeven, omdat de VS niet tevreden was met de snelheid van hervormingen en corruptiebestrijding.[6]

Ten aanzien van de verkiezingen waren er onder internationale begeleiding diverse hervormingen doorgevoerd.[7] Zo was er een gestroomlijnde kieswet aangenomen die overheidsmanipulatie moest reduceren. Tevens werd er een nieuw markeringssysteem ingevoerd om dubbelstemmen te voorkomen, werden de stembiljetten eenvoudiger, werden internationale inspanningen verricht voor accurate kiezerslijsten per stembureau en werd er meer transparantie van de telling geborgd. Er werd daarnaast een veelheid aan partijen geregistreerd die buiten de compromitterende praktijken van de regering stonden.[5]

De kieswet was ook aangepast om parallel stemmentellen vanuit het maatschappelijk middenveld mogelijk te maken, volgens het Parallel Vote Tabulation (PVT) principe. Dit is een systeem waarbij onafhankelijke waarnemers steekproefsgewijs de telling op stembureaus parallel registreren.[9] De Georgische NGO International Society for Fair Elections and Democracy (ISFED) verzorgde deze paralleltelling voor de eerste keer in Georgië met 3000 burgerwaarnemers, die 2500 van de bijna 3000 stemlokalen bedienden.[10] Dit alles leidde initieel tot de hoop op een ordentelijke stembusgang. Kort voor de stembusgang ontstond er echter een chaotische situatie rond de samenstelling van kiezerslijsten voor de stembureaus, een kritiek onderdeel in een ordentelijke en eerlijke stembusgang.[1]

Verkiezingswaarneming[bewerken | brontekst bewerken]

De verkiezingen werden door ongeveer 3000 binnenlandse en 600 buitenlandse waarnemers geobserveerd.[1] De OVSE nam het gros van de internationale waarneming op zich, met ongeveer 450 afgevaardigden.[11] De missie bestond uit 389 korte-termijn waarnemers uit 43 lidstaten voor de verkiezingsdag, en enkele tientallen zogeheten lange-termijn waarnemers die zowel de periode voorafgaand als na de stembusgang rapporteerden.[12] Op de verkiezingsdag werd de waarnemingsmissie aangevuld met afgevaardigden namens de Parlementaire Vergadering van de OVSE, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en het Europees Parlement die bij elkaar 1.557 van de 2.893 stembureaus bezochten.[13] Het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) stuurde 60 verkiezingswaarnemers.[14]

Een dag na de verkiezingen veroordeelde de OVSE in expliciete bewoordingen de "massale onregelmatigheden en chaos" van de stembusgang. De OVSE stelde bij de presentatie van de voorlopige rapportage dat deze verkiezingen "helaas onvoldoende zijn geweest om de geloofwaardigheid van het electorale of het democratische proces te vergroten". De OVSE stelde ook dat "de onregelmatigheden en vertragingen in het stemproces op de verkiezingsdag een gebrek aan collectieve politieke wil en bestuurlijke capaciteit weerspiegelen voor het houden van de verkiezingen".[15] Ook de chaos met de kiezerslijsten werd bekritiseerd en het stelde dat het publieke vertrouwen in het staatsbestuur is ondermijnd.[17] De organisatie constateerde dat de grootste onregelmatigheden zich voordeden in de steden Koetaisi en Roestavi en in de Autonome Republiek Adzjarië en de zuidelijke regio Kvemo Kartli waar onverklaarbare opkomstcijfers en oneigenlijke stembusvulling werden gerapporteerd.

De directeur van het Amerikaanse International Republican Institute dat ook een waarnemingsmissie stuurde, concludeerde dat "de Georgische regering en de centrale verkiezingscommissie er helaas niet in zijn geslaagd eerlijke verkiezingen in het land veilig te stellen en ook niet om de toezeggingen aan de internationale organisaties na te komen".[15] De waarnemers van het GOS stelden in een eerste reactie dat ze enkele "basale schendingen" hadden waargenomen, maar dat de verkiezingen derhalve "democratisch en eerlijk" waren verlopen.[14]

Resultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Demonstranten bespotten president Edoeard Sjevardnadze en eisten zijn vertrek

Bij de eerste voorlopige resultaten in de ochtend van 3 november ging volgens de autoriteiten het blok Voor een Nieuw Georgië van de regerende Burgerunie van president Edoeard Sjevardnadze aan de leiding (27,6%), met de oppositiepartij Verenigde Nationale Beweging van voormalig justitieminister Micheil Saakasjvili als tweede grote partij (23%) gevolgd door de Georgische Arbeiderspartij (16,1%) en de Boerdzjanadze-Democraten (9,6%).[18] De parallelle stemmentelling liet echter een andere realiteit zien. De Verenigde Nationale Beweging zou aan de leiding gaan met 26,2% terwijl het blok van de Burgerunie op 19% zou blijven steken.[19] De officiële tellingen kwamen langzaam binnen wat speculaties voedde over fraude. Na 24 uur was nog niet de helft van het aantal stemmen geteld,[20] terwijl er nog helemaal geen uitslagen binnen waren uit de belangrijke autonome regio Adzjarië, de basis van de Unie voor Democratisch Herstel van de Adzjaarse leider Aslan Abasjidze.

Pas na vier dagen werd de eerste voorlopige telling uit Adzjarië bekendgemaakt, waarbij de Unie voor Democratisch Herstel 95% van de 284.000 stemmen behaald zou hebben en daarmee aan de leiding ging in de landelijke telling.[21] Dit leidde meteen tot nieuwe protesten.[22] Lokale en internationale waarnemers hadden eerder al laten weten fraude geconstateerd te hebben.[15] De verkiezingscommissie maakte pas op 20 november 2003 de definitieve uitslag bekend, 18 dagen na de stembusgang en tevens de wettelijke limiet.[23] In Adzjarië kreeg de Unie voor Democratisch Herstel volgens de definitieve resultaten 96,7% van de stemmen bij een opkomst van 97%.[24] Op 4 januari 2004 werd er in elf enkelvoudige districten een tweede ronde gehouden en in vier districten werd de verkiezing helemaal overgedaan.[24][25] De districtszetels werden, met uitzondering van Tsjiatoera, zonder nieuwe verkiezing overgenomen in het nieuwe parlement dat in 2004 werd verkozen.[26]

Partij Partijlijsten District
zetels
Totaal
zetels
Exit
poll %
PVT
%
Opmerking
Stemmen % Zetels
#1 Voor een Nieuw Georgië - Burgerunie 407.045 22,10 38 19 57 17,79 18,91
#2 Unie voor Democratisch Herstel 359.769 19,54 33 6 39 8,55 8,13
#5 Verenigde Nationale Beweging 345.197 18,74 32 10 42 28,69 26,26
#4 Georgische Arbeiderspartij 229.900 12,48 20 3 23 17,66 17,36
#7 Boerdzjanadze-Democraten 167.908 9,12 15 4 19 10,48 10,15
#12 Nieuwe Rechtsen 140.259 7,62 12 4 16 8,28 7,99
#3 Industrie Zal Georgië Redden 117.785 6,40 0 4 4 5,20
#13 Dzjoember Patiasjvili - Eenheid 34.584 1,88 0 0 0
#15 Nationale toestemming - Iberisch Glansblok 15.772 0,86 0 0 0
#6 Verenigde Communistische Partij van Georgië 8.031 0,44 0 0 0
#9 Verenigd Georgië 2.958 0,16 0 0 0
#16 Partij van Industrialisten 2.659 0,14 0 0 0
#18 Vreedzaam Kaukasus Blok 2.403 0,13 0 0 0
#8 Georgisch Politieke Unie "Mtsveli" 1.627 0,09 0 0 0
#22 Georgische Juristen 1.479 0,08 0 0 0
#14 Moederland 1.247 0,07 0 0 0
#21 Unie voor Vrouwenbescherming 902 0,05 0 0 0
#20 Georgische Volksalliantie 680 0,04 0 0 0
#11 Niet-gouvernementeel Bloc Thuisland 582 0,03 0 0 0
#19 Partij van het Volkskapitalisme 506 0,03 0 0 0
#16 Partij voor Grondwettelijke Rechten 342 0,02 0 0 0
Nationale Beweging Democraten 1 1
Onafhankelijken 21 21
Afgevaardigden Abchazische regering in ballingschap 10 10 Automatisch verlengd mandaat
Vacant 3 3 Resultaten drie districten geannuleerd.
Totaal 1.841.635 100 150 85 235
Subtotaal stemmen 1.841.635 96,46
Missende stemmen 67.580 3,54
Totaal uitgebrachte stemmen 1.909.215 100,00
Geregistreerde kiezers en opkomst 3.178.593 60,06
Bronnen: CESKO,[27] IFES,[28] Publika;[29] PVT en exitpolls: Tarkhan-Mouravi,[30] OVSE.[24]
Noot: in deze lijst is het percentage van de officiële resultaten o.b.v het totaal getelde stemmen 1.841.635.

Referendum[bewerken | brontekst bewerken]

Tegelijkertijd met de parlementsverkiezing werd een raadgevend referendum gehouden over het verlagen van het aantal parlementszetels van 235 naar 150 met ingang van de (reguliere) parlementsverkiezingen voor 2007. President Edoeard Sjevardnadze tekende daartoe op 3 september 2003 een decreet.[31] Het referendum moest een aanzet geven tot de benodigde grondwetswijziging, en had de vraagstelling "Gaat u ermee akkoord het aantal parlementsleden te verlagen en het aantal op niet meer dan 150 vast te leggen?". Criticasters vonden de vraag een opmaat naar een politieke crisis, omdat deze niet duidelijk maakte wanneer het afschalen van het parlement in zou moeten gaan.[32] Het referendum werd voor 83,5% positief beantwoord en werd verder niet betwist.[33]

De oppositiepartij Traditionalisten, onderdeel van het verkiezingsblok Boerdzjanadze-Democraten, stelde voor een referendum te houden over de invoering van een kabinet met ministers, waarbij de minister-president geen president geweest mag zijn. Deze vraagstelling werd door de centrale verkiezingscommissie in strijd met mensenrechtelijke grondbeginselen bevonden, en het weigerde het voorstel.[34] De partij stelde dat het wilde voorkomen dat Sjevardnadze na het einde van zijn termijn in 2005 terug kon keren als premier. De rechtbank stelde de verkiezingscommissie in het gelijk.[35]

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

Adzjaarse demonstranten voor het parlement in een steunbetuiging aan president Sjevardnadze
Anti-oproerpolitie bleef terughoudend

De regeringsgezinde partijen hielden onder leiding van de Adzjaarse 'Unie voor Democratisch Herstel' dagenlange manifestaties voor het parlement in een steunbetuiging aan de president, terwijl de oppositie na de bekendmaking van de officiële resultaten een lange mars naar Tbilisi aflegde voor een tegendemonstratie. Tijdens de inzegening van het nieuw verkozen parlement op 22 november 2003, dat door een deel van de oppositie werd geboycot, protesteerden duizenden buiten voor een "bloedeloze revolutie" en eisten het vertrek van Sjevardnadze. Demonstranten onder leiding van Micheil Saakasjvili, die een rode roos droeg, drongen het parlement binnen en onderbraken de openingsspeech van Sjevardnadze. De president werd in de chaos door zijn beveiliging weggevoerd uit het parlement.[36] Sjevardnadze riep twee uur later de noodtoestand uit, en zei dat er sprake was van een couppoging. In de avond van 23 november 2003 nam president Edoeard Sjevardnadze ontslag na een gesprek met oppositieleiders Micheil Saakasjvili en Zoerab Zjvania.[37] Parlementsvoorzitter Nino Boerdzjanadze werd waarnemend president, naar grondwettelijke bepalingen.[38]

Aslan Abasjidze, de leider van de autonome republiek Adzjarië en bondgenoot van Sjevardnadze, verklaarde de noodtoestand in de regio, sneed de banden door met de centrale autoriteiten in Tbilisi, legde het spoorwegverkeer naar en van Batoemi stil en zijn partij Unie voor Democratisch Herstel boycotte het parlement. Op 25 november werd de landelijke noodtoestand opgeheven en verklaarde het hooggerechtshof van Georgië het definitieve protocol van de verkiezingsresultaten ongeldig. De Georgische NGO International Society for Fair Elections and Democracy (ISFED) die de paralleltelling (PVT) verzorgde had hiertoe een rechtszaak aangespannen en werd in het gelijk gesteld.

Diezelfde dag kwam het parlement samen in de samenstelling zoals in 1999 verkozen, en had als eerste taak het bepalen van een datum voor presidentsverkiezingen, die volgens de grondwet binnen 45 dagen gehouden moeten worden. Deze werd op 4 januari gezet. Het uitschrijven van parlementsverkiezingen valt grondwettelijk toe aan de (waarnemend-)president waarvoor eenzelfde termijn gold.[39] Door onenigheid, onzekerheden zoals het lot van de districtszetels die niet geannuleerd waren,[40] en de benodigde organisatietijd werden de nieuwe parlementsverkiezingen voor de 150 proportionele zetels uiteindelijk pas op 28 maart 2004 gehouden.[41] Deze aankondiging kwam nadat tegelijkertijd met de presidentsverkiezing op 4 januari 2004 tweede rondes gehouden waren voor elf enkelvoudige districten en in vier districten de verkiezingen waren overgedaan.[24] De OVSE adviseerde de nieuwe verkiezingen later te houden.[42]

Het parlement wijzigde de grondwet en introduceerde een uitvoerend kabinet van ministers onder leiding van een premier, en het breidde de macht van de president uit. De inhoud van de wijzigingen en de haast waarmee ze werden doorgevoerd werden als "problematisch" gezien door de Commissie van Venetië,[44] het adviesorgaan van de Raad van Europa ten aanzien van grondwettelijke zaken. Nadat oppositieleider Micheil Saakasjvili op 4 januari tot president gekozen was, benoemde hij Zoerab Zjvania tot premier.

Reacties[bewerken | brontekst bewerken]

Donald Rumsfeld op bezoek in Tbilisi: de Verenigde Staten boden na de revolutie de interim-regering onder leiding van waarnemend president Nino Boerdzjanadze, Micheil Saakasjvili en Zoerab Zjvania hulp aan bij het organiseren van nieuwe verkiezingen.
  • Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten - De Verenigde Staten uitten op 20 november hun "teleurstelling" over het verloop van de verkiezingen en veroordeelden de definitieve telling als "fraudulent". De woordvoerder van het Department of State stelde dat "de resultaten de wil van het Georgische volk niet accuraat weerspiegelen, maar in plaats daarvan massale fraude in de autonome republiek Adzjarië en andere Georgische regio's weerspiegelen".[45] Het verklaarde na het aftreden van Sjevardnadze een team te willen sturen om de waarnemende regering te assisteren in de voorbereidingen voor de nieuwe verkiezingen.[46]
  • Vlag van Europa Europese Unie - De Europese Unie onderschreef op 14 november 2003 de voorlopige conclusies van de OVSE waarnemersmissie en "betreurde dat het verkiezingsproces niet heeft voldaan aan een aantal OVSE-toezeggingen en andere internationale normen". Het riep "alle partijen in Georgië op om in de huidige situatie terughoudendheid aan de dag te leggen, af te zien van geweld en het zoeken naar een democratische oplossing te intensiveren".[47] De Speciale Vertegenwoordiger van de EU voor de Zuidelijke Kaukasus bezocht het land in het kader van de ontstane situatie. De EU bood hulp aan voor de bevordering van vrije en eerlijke verkiezingen in het land.[48]
  • Vlag van Rusland Rusland - De Russische president Vladimir Poetin bood "alle mogelijke" steun aan president Sjevardnadze, en zei dat hij "zoals altijd een oplossing zal vinden".[49]
  • - Buurlanden Armenië en Azerbeidzjan lieten in telefoongesprekken met president Sjevardnadze weten hem te steunen.[50] De Adzjaarse leider Aslan Abasjidze maakte tegelijkertijd bliksembezoeken aan Jerevan, Bakoe en Moskou.[51]
  • Raad van Europa - De Raad van Europa uitte op 14 november hun bezorgdheid over de aanhoudende controverse. Het riep "alle politieke krachten op om af te zien van geweld en te zoeken naar een democratische oplossing binnen het constitutionele kader van het land" en het stelde dat het "duidelijk is dat zodra de huidige crisis voorbij is, er tijd zal komen voor een grondige herziening van de verkiezingswetgeving en -praktijken". De RvE gaf aan dat het bereid is te bemiddelen in de politieke crisis en te assisteren bij de hervormingen die nodig zijn om vrije en eerlijke verkiezingen te garanderen.[52]
  • OVSE - De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer riep als roterend voorzitter van de OVSE op tot een vreedzame oplossing van de verkiezingscrisis. Hij gaf daarbij aan dat als er nieuwe verkiezingen nodig zijn hij bereid is de assistentie van de OVSE en de Raad van Europa in te schakelen.[53] Een dag later sprak hij zijn complimenten uit voor de vreedzaam verlopen machtsoverdracht en de terughoudendheid van de veiligheidsdiensten. Hij voegde daaraan toe "diep respect te hebben voor het moedige besluit van president Sjevardnadze om af te treden om een verdere escalatie van de spanning te voorkomen".[54]
  • Vlag van Verenigde Naties Verenigde Naties - De Secretaris-generaal van de VN Kofi Annan liet weten "de ontwikkelingen in Georgië met belangstelling en bezorgdheid te volgen" en "hoopt dat demonstraties vreedzaam zullen verlopen en dat alle betrokkenen maximale terughoudendheid betrachten". Hij drong er bij de politieke leiders van het land op aan "alles in het werk te stellen om een vreedzame oplossing voor deze situatie te vinden".[55]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Georgische parlementsverkiezingen 2003 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.