Naar inhoud springen

Jules Malou

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jules Malou
Jules Malou
Geboren 19 oktober 1810
Ieper
Overleden 11 juli 1886
Sint-Lambrechts-Woluwe
Vlag van België Premier van België Vlag van België
Aangetreden 21 augustus 1874
Einde termijn 19 juni 1878
Voorganger Barthélémy de Theux de Meylandt
Opvolger Walthère Frère-Orban
Vlag van België Premier van België Vlag van België
Aangetreden 16 juni 1884
Einde termijn 26 oktober 1884
Voorganger Walthère Frère-Orban
Opvolger August Beernaert
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Jules Edouard François-Xavier Malou (Ieper, 19 oktober 1810 - Sint-Lambrechts-Woluwe, 11 juli 1886) was een Belgisch politicus. Hij was onder meer leider van de Katholieke Partij, volksvertegenwoordiger, senator en eerste minister.

Jules Malou was een zoon van senator Jean-Baptiste Malou en Marie-Thérèse Vandenpeereboom. Hij was een neef van senator Edouard Malou en een broer van Joannes-Baptista Malou, bisschop van Brugge. Hij trouwde in 1837 in Gent met Mathilde Delebecque (1812-1899). Ze kregen twee zoons en twee dochters. Enkel zijn dochters zorgden voor nageslacht:

  • Mathilde Malou (1843-1912), trouwde in 1863 in Sint-Lambrechts-Woluwe met baron Alfred d'Huart (1839-1927), senator, provincieraadslid van Namen en burgemeester van Sovet. Ze kregen drie zoons en vier dochters, waaronder baron Albert d'Huart, met afstammelingen tot heden.
  • Hélène Malou (1854-1873), trouwde in 1873 in Brussel met graaf Adrien d'Oultremont (1843-1907), militair en volksvertegenwoordiger. Ze kregen vier zoons en vijf dochters, met afstammelingen tot heden.

Twee van zijn kleindochters huwden met graaf Charles de Broqueville en graaf Camille de Briey.

Politieke loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]

Malou volbracht zijn middelbare studies in de jezuïetencolleges van Saint-Acheul in Noord-Frankrijk en Freiburg in Zwitserland. Hij promoveerde tot doctor in de rechten (1833) aan de Universiteit van Luik en begon zijn loopbaan als advocaat aan de balie van Brussel. Zijn stagemeester was advocaat Antoine Ernst en toen deze minister van Justitie werd, moedigde hij Malou aan om kennis te komen opdoen in de administratie van dit departement. Hij werd ambtenaar bij het ministerie van Justitie (bureauchef in 1836, afdelingschef in 1837, directeur van de divisie 'Wetgeving en statistiek' in 1840). Hij was in 1844-1845 gouverneur van Antwerpen.

Ondertussen was hij aan een parlementaire carrière begonnen:

  • volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Ieper (1841-1848),
  • volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Ieper (1850-1859),
  • senator voor het arrondissement Sint-Niklaas (1862-1874),
  • volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Sint-Niklaas (1874-1886),
  • senator voor het arrondissement Sint-Niklaas (maart 1886 tot aan zijn overlijden).

Malou zetelde nog niet zo lang in de Kamer wanneer hij in juli 1845 als minister van Financiën toetrad tot de regering-Van de Weyer. Hij behield dezelfde portefeuille in de unionistisch-katholieke regering-De Theux de Meylandt II (maart 1846 - augustus 1847). Hij had trouwens dermate veel aan invloed gewonnen dat men deze regering meestal als de regering de Theux-Malou vernoemde. Men had het zelfs over de regering van de Zes Malous, zodanig was men overtuigd dat de andere ministers maar slaafse volgelingen van Malou waren. Hij zorgde voor de oprichting van het Rekenhof en bracht de Wet op de comptabiliteit van de Staat tot stand. De regering viel na de liberale overwinning van 1847 en Malou kwam op de oppositiebanken terecht.

In de korte periode van de katholieke regering-De Decker (1855-1857) was Malou geen minister, maar wel in 1870 toen Jules Joseph d'Anethan een katholieke regering vormde (juli 1870-december 1871). Hij trad toe, zonder portefeuille, van 24 juli tot 5 december 1870, als een soort voedstervader die het kabinet op het goede spoor moest brengen. Wat niet belette dat die regering op 1 december 1871 tot aftreden gedwongen werd.

Zoals 25 jaar voordien, kwam opnieuw een regering de Theux-Malou tot stand, die het ditmaal zeven jaar volhield. Malou, die opnieuw de portefeuille van Financiën beheerde, trad op als de werkelijke leider van deze regering. Hij werd het trouwens effectief toen de Theux in 1874 overleed. Hij wees de steun van de Belgische ultramontaanse politici voor de slachtoffers van de Kulturkampf af, en als minister van Financiën hechtte hij meer belang aan een goed economisch beleid, met onder meer de ontwikkeling van de spoorwegen, dan aan een klerikale politiek.

Wanneer de regering in 1878 werd opgevolgd door het liberale kabinet-Frère-Orban II en dit kabinet een schooloorlog ontketende, nam Malou het hoofd van het verzet. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij na de overwinning van de katholieke partij in juni 1884 een homogeen katholieke regering vormde die de antiklerikale onderwijshervormingen van de vorige liberale regering ongedaan maakte. Zijn maatregelen ten voordele van de katholieke scholen gaven echter aanleiding tot rellen in Brussel en koning Leopold II vroeg het ontslag van Charles Woeste en Victor Jacobs, de twee ministers die vooral onder vuur lagen bij de liberale oppositie. Malou nam in oktober met de hele regering ontslag. Zijn tijd was om en voortaan was August Beernaert de leider van de Katholieke Partij.

Malou was een erkende specialist in overheidsfinanciën en schreef diverse werken die richtinggevend waren. In 1870 werd hij benoemd tot minister van Staat.

Hij woonde vanaf 1852 in het kasteel dat sindsdien als Château Malou bekendstaat, in Sint-Lambrechts-Woluwe.

Andere activiteiten

[bewerken | brontekst bewerken]

Vooral in de perioden waarin hij zich in de luwte van de politiek bevond werd op Malou beroep gedaan door het bedrijfsleven. Dit maakte dat hij in de raden van bestuur van heel wat ondernemingen werd opgenomen. Vooral werd hij directeur en vicegouverneur van de Société générale de Belgique en dit bracht mee dat hij kortere of langere tijd zetelde in het bestuur van heel wat ondernemingen die tot die groep behoorden. Zo was hij onder meer:

  • bestuurder van Chemin de fer de Morialmé à Chatelineau,
  • beheerder van Charbonnage de Crachet Pickery,
  • beheerder van Assurances nationale belge,
  • bestuurder van Chemins de fer du Nord,
  • bestuurder van Mines et usines Lavoir,
  • bestuurder van Compagnie immobiliaire de Belgique,
  • bestuurder van Charbonnages de Bray etMaurage,
  • bestuurder van Chemins de fer de Charleroi à Louvain,
  • bestuurder van Chemin de fer de Dendre-et-Waes,
  • bestuurder van Chemin de fer de Mons à Hautmont,
  • bestuurder van Charbonnages d'Hornu et Wasmes,
  • bestuurder van Charbonnages de Belle-Vue,
  • bestuurder van Charbonnage de Monceau Fontaine,
  • bestuurder van Hauts-Fournaux de Marcinelle et Couillet,
  • bestuurder van Mines et fonderies de plomb de Membach,
  • bestuurder van Chemoins de fer de l'Est,
  • bestuurder van Charbonnages du Nord de Charleroi,
  • bestuurder van Charbonnage du Val-Benoît,
  • bestuurder van Chemin de fer de Turnhout,
  • bestuurder van Hauts-Fourneaux, Usines et Charbonnages de Sclessin,
  • voorzitter van Compagnie belge des rentiers réunis,
  • bestuurder van Assurances générales,
  • bestuurder van Compagnie continentale d'horticulture.
  • Notice statistique sur les journaux belges (1830-1842), Brussel, 1843.
  • La question monétaire, Brussel, 1859.
  • Etude sur les chemins de fer belges, Brussel, 1860.
  • La question monétaire (1859). De l'adoption légale de l'or français (1860). Extrait des mémoires inédits d'une vieille pièce de vingt francs (1860), Brussel, 1873.
  • Documents relatifs à la question monétaire recueillis et publiés en fascicules par M. J. Malou, ministre des Finances, Parijs, 1874.
  • Discours prononcé par M. Malou au meeting catholique de Saint-Nicolas, le 10 mars 1879.
  • Discours 1847-1878, (verzamelband), z.d.
  • Le Budget des voies et moyens de la Belgique, de 1831 à 1880, Brussel, 1881.
  • Henry DE TRANNOY, Jules Malou, 1810 à 1870, Brussel, Dewit, 1905.
  • Henry DE TRANNOY, Léopold II et Jules Malou. La crise financière de 1870, Brussel, Goemaere, 1921.
  • Henry DE TRANNOY, 'Léopold II et Jules Malou. La révocation du cabinet d'Anethan', in Revue générale, 1926.
  • Henry DE TRANNOY, 'Léopold II et Malou. La défense nationale de 1871 à 1878', in Revue générale, 1928.
  • Auguste ROEYKENS, Jules Malou et l'oeuvre congolaise de Léopold II (1876-1886), Brussel, Académie royale des sciences d'outre-mer, 1962.
  • Theo LUYKX, Politieke geschiedenis van België van 1789 tot heden, Brussel, Elsevier, 1964.
  • Solange VERVAECK, Inventaris van het archief Jules Malou, 1810-1886, Brussel, Rijksarchief, 1971.
  • Juliette LAUREYSSENS, Industriële naamloze vennootschappen in België, 1819-1857, Leuven, Nauwelaerts, 1975.
  • Jean-Luc DE PAEPE en Christiane RAINDORF-GERARD, Le Parlement belge, 1831-1894. Données biographiques, Brussel, Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, 1996.
  • Aloïs VANDEVOORDE, De penningmeesters van de Wetstraat. Het ministerie van Financiën en al zijn ministers tussen 1831 en 2005. Met biografieën van Jules Malou, Walthère Frère-Orban, Auguste Beernaert, Camille Gutt en Gaston Eyskens, Tielt, 2005.
Voorganger:
Jules Joseph d'Anethan
Walthère Frère-Orban
Belgische premier
Regering-De Theux de Meylandt-Malou 1871-1878
Regering-Malou-Jacobs-Woeste 1884-1884
Opvolger:
Walthère Frère-Orban
August Beernaert
Voorganger:
Henri de Brouckère
Provinciegouverneur van Antwerpen
1844 - 1845
Opvolger:
Louis de Vinck
Voorganger:
Edouard Mercier
Minister van Financiën
1845 - 1847
Opvolger:
Laurent Veydt
Voorganger:
Victor Jacobs
Minister van Financiën
1871 - 1878
Opvolger:
Charles Graux
Voorganger:
Charles Graux
Minister van Financiën
1884
Opvolger:
Auguste Beernaert