Naar inhoud springen

Olympische Zomerspelen

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Spelen van de Olympiade
Olympische Zomerspelen
Olympische Zomerspelen
Sport 34 sporten (2020)
Organisator Internationaal Olympisch Comité
Eerste editie 1896 in Athene
Officiële website
Navigatie
Parijs 2024     Los Angeles 2028
Portaal  Portaalicoon   Sport
Het Nationale Stadion van Peking, het olympisch stadion tijdens de Olympische Zomerspelen 2008
Het onderdeel zwemmen van de moderne vijfkamp
Het onderdeel wegwielrennen tijdens de Olympische Spelen van 2008
Steden en landen die de Olympische Zomerspelen organiseerden. Groen: één keer"

De Olympische Zomerspelen of de Spelen van de Olympiade zijn een internationaal multisportevenement dat elke vier jaar wordt georganiseerd door het Internationaal Olympisch Comité. Een olympische overwinning wordt wereldwijd gezien als de meest prestigieuze overwinning in een sport. Medailles worden uitgereikt in elk onderdeel, met een gouden medaille voor de eerste plaats, zilver voor de tweede en brons voor de derde, een traditie die gestart werd in 1904.

De Spelen zijn gegroeid van 43 onderdelen met minder dan 250 mannen uit veertien landen in 1896 tot meer dan 300 onderdelen voor zo'n 11.000 sporters van beide geslachten uit meer dan 200 landen in 2012.

Deelnemers worden aangemeld door het Nationaal Olympisch Comité (NOC) van hun land. Nationale volksliederen en vlaggen begeleiden de medailleceremonies. Tabellen die het aantal gewonnen medailles per land aangeven, worden veel gebruikt. In het algemeen worden alleen erkende landen gerepresenteerd, maar enkele niet erkende landen is het toegestaan deel te nemen. Taiwan heeft van het Internationaal Olympisch Comité toestemming gekregen deel te nemen onder de naam "Chinees Taipei", om de Volksrepubliek China niet te provoceren.

Kwalificatie Zomerspelen

[bewerken | brontekst bewerken]

Kwalificatieregels voor elke olympische sport worden opgesteld door de betreffende internationale federatie die deze internationale competitie regelt.

Voor individuele sporten kwalificeren deelnemers zich door een bepaalde plaats te behalen bij een grote internationale wedstrijd of op de ranglijst van de federatie. Nationale Olympische Comités mogen een gelimiteerd aantal gekwalificeerde deelnemers aanmelden bij elk onderdeel (3 is een veelvoorkomend aantal) en de NOC bepaalt welke gekwalificeerde atleten mogen deelnemen als meer atleten de kwalificatie-eis hebben gehaald. Veel onderdelen voorzien in een bepaald aantal wildcards, deze worden veelal gegeven aan atleten uit ontwikkelingslanden.

Landen kwalificeren teams voor teamsporten door het spelen van continentale kwalificatietoernooien. Elk continent krijgt een bepaald aantal plaatsen in het olympisch toernooi. Het gastland krijgt een automatische plaatsing voor het toernooi.

Lijst van olympische sporten

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie olympische sport voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

42 sporten, bestaande uit in totaal 56 verschillende disciplines, maken of hebben deel uitgemaakt van de Olympische Spelen. Op de Spelen van 2000, 2004 en 2008 stonden 28 sporten op het programma. Op de Spelen van 2012 waren het er twee minder vanwege het verdwijnen van het honkbal en het softbal.[1] In 2016 werden deze sporten vervangen door golf en rugby. Ook binnen sporten zijn disciplines verdwenen. Zo waren bijvoorbeeld de volgende atletiekonderdelen ooit olympische sporten: het in de Griekse stijl discuswerpen, het tweehandig discuswerpen, het tweehandig kogelstoten en het tweehandig speerwerpen, het uit stand speerwerpen, het uit stand verspringen, het uit stand hoogspringen en het uit stand hink-stap-springen.

De verschillende Olympische sportfederaties zijn verenigd onder een gemeenschappelijke koepelorganisatie: de Association of Summer Olympic International Federations (ASOIF).

Naast sporten, werden er tussen 1912 en 1948 ook kunstwedstrijden georganiseerd. Hiermee werd gestopt, omdat de sporters amateurs waren en de kunstenaars als professionals werden gezien.

Sport Jaren
Atletiek Alle
Badminton Sinds 1992
Basketbal Sinds 1936
Boksen 1904, 1908, sinds 1920
Boogschieten 1900–1908, 1920, sinds 1972
Breakdance 2024
Cricket 1900
Croquet 1900
Gewichtheffen 1896, 1904, sinds 1920
Golf 1900, 1904, sinds 2016
Gymnastiek Alle
* Ritmische gymnastiek Sinds 1984
* Trampolinespringen Sinds 2000
* Turnen Alle
Handbal 1936, sinds 1972
Hockey 1908, 1920, sinds 1928
Honkbal 1992–2008, 2020
Jeu de paume 1908
Judo 1964, sinds 1972
Kanovaren Sinds 1936
Karate 2020
Klimsport Sinds 2020
Lacrosse 1904, 1908
Moderne vijfkamp Sinds 1912
Motorbootracen 1908
Paardensport 1900, sinds 1912
Polo 1900, 1908, 1920, 1924, 1936
Rackets 1908
Roque 1904
Sport Jaren
Roeien Sinds 1900
Rugby 1900, 1908, 1920, 1924
* Rugby Sevens Sinds 2016
Pelota 1900
Schermen Alle
Schietsport 1896, 1900, 1908–1924, sinds 1932
Schoonspringen Sinds 1904
Skateboarden Sinds 2020
Softbal 1996–2008, 2020
Surfen Sinds 2020
Synchroonzwemmen Sinds 1984
Taekwondo Sinds 2000
Tafeltennis Sinds 1988
Tennis 1896–1924, sinds 1988
Triatlon Sinds 2000
Touwtrekken 1900–1920
Voetbal 1900–1928, sinds 1936
Volleybal Sinds 1964
* Beachvolleybal Sinds 1996
* Zaalvolleybal Sinds 1964
Waterpolo Sinds 1900
Wielersport Alle
* Baanwielrennen Behalve 1912
* BMX Sinds 2008
* Mountainbiken Sinds 1996
* Wegwielrennen 1896, sinds 1912
Worstelen 1896, sinds 1904
Zeilen 1900, sinds 1908
Zwemmen Alle

Edities van de Olympische Zomerspelen

[bewerken | brontekst bewerken]
Spelen Jaar Gaststad Gastland Datum Landen Sporters Sporten Onderdelen
Totaal Mannen Vrouwen
I 1896 Athene Vlag van Griekenland (1822-1970 en 1975-1978) Griekenland 6–15 april 14 241 241 0 9 43
II 1900 Parijs Vlag van Frankrijk Frankrijk 14 mei – 28 oktober 24 997 975 22 18 95
III 1904 Saint Louis Vlag van Verenigde Staten (1896-1908) Verenigde Staten 1 juli – 23 november 12 651 645 6 17 91
IV 1908 Londen Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 27 april – 31 oktober 22 2.008 1.971 37 22 110
V 1912 Stockholm Vlag van Zweden Zweden 12 mei – 27 juli 28 2.407 2.359 48 14 102
VI Toegekend aan Berlijn, maar afgelast vanwege Eerste Wereldoorlog
VII 1920 Antwerpen Vlag van België België 20 april – 12 september 29 2.626 2.561 65 22 154
VIII 1924 Parijs Vlag van Frankrijk Frankrijk 4 mei – 27 juli 44 3.089 2.954 135 17 126
IX 1928 Amsterdam Vlag van Nederland Nederland 17 mei – 12 augustus 46 2.883 2.606 277 14 109
X 1932 Los Angeles Vlag van Verenigde Staten (1912-1959) Verenigde Staten 30 juli – 14 augustus 37 1.332 1.206 126 14 117
XI 1936 Berlijn Vlag van nazi-Duitsland Duitsland 1–16 augustus 49 3.963 3.632 331 19 129
XII Eerst toegekend aan Tokio, later aan Helsinki, maar afgelast vanwege Tweede Wereldoorlog
XIII Toegekend aan Londen, maar afgelast vanwege Tweede Wereldoorlog
XIV 1948 Londen Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 29 juli – 14 augustus 59 4.104 3.714 390 17 136
XV 1952 Helsinki Vlag van Finland Finland 19 juli – 3 augustus 69 4.955 4.436 519 17 149
XVI 1956 Melbourne Vlag van Australië Australië 22 november – 9 december 72 3.314 2.938 376 17 145
XVII 1960 Rome Vlag van Italië Italië 25 augustus – 11 september 83 5.338 4.727 611 17 150
XVIII 1964 Tokio Vlag van Japan Japan 10–24 oktober 93 5.151 4.473 678 19 163
XIX 1968 Mexico-Stad Vlag van Mexico Mexico 12–27 oktober 112 5.516 4.735 781 18 172
XX 1972 München Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland 26 augustus – 11 september 121 7.134 6.075 1.059 21 195
XXI 1976 Montreal Vlag van Canada Canada 17 juli – 1 augustus 92 6.084 4.824 1.260 21 198
XXII 1980 Moskou Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie 19 juli – 3 augustus 80 5.179 4.064 1.115 21 203
XXIII 1984 Los Angeles Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten 28 juli – 12 augustus 140 6.829 5.263 1.566 21 221
XXIV 1988 Seoel Vlag van Zuid-Korea Zuid-Korea 17 september – 2 oktober 160 8.391 6.197 2.194 23 237
XXV 1992 Barcelona Vlag van Spanje Spanje 25 juli – 9 augustus 169 9.356 6.652 2.704 25 257
XXVI 1996 Atlanta Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten 19 juli – 4 augustus 197 10.318 6.806 3.512 26 271
XXVII 2000 Sydney Vlag van Australië Australië 15 september – 1 oktober 199 10.651 6.582 4.069 28 300
XXVIII 2004 Athene Vlag van Griekenland Griekenland 13–29 augustus 201 10.625 6.296 4.329 28 301
XXIX 2008 Peking Vlag van China China 8–24 augustus 204 10.942 6.305 4.637 28 302
XXX 2012 Londen Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk 27 juli – 12 augustus 204 10.820 5.992 4.776 26 302
XXXI 2016 Rio de Janeiro Vlag van Brazilië Brazilië 5–21 augustus 207 11.551 6.179 5.059 28 306
XXXII 2021 Tokio Vlag van Japan Japan 23 juli – 8 augustus 206 11.319 5.910 5.409 33 339
XXXIII 2024 Parijs Vlag van Frankrijk Frankrijk 26 juli – 11 augustus 206 11.186 5.702 5.484 32 329
XXXIV 2028 Los Angeles Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten 21 juli – 6 augustus
XXXV 2032 Brisbane Vlag van Australië Australië 23 juli – 8 augustus
Spelen Jaar Gaststad Gastland Datum Landen Totaal Mannen Vrouwen Sporten Onderdelen
Sporters

Bekende atleten

[bewerken | brontekst bewerken]

De Olympische Spelen gelden als het grootste sportevenement op aarde en vele sporters zijn dan ook mede of vooral door hun prestaties op de Olympische Spelen beroemd geworden. Enkele namen:

  • Nikolaj Andrianov, 15 medailles waaronder 7 goud bij het turnen, 1972-1980
  • Bob Beamon, vertesprong van 8,90 in 1968, 55 centimeter verder dan het vorige wereldrecord, nog steeds het olympisch record
  • Abebe Bikila, won in 1960 de marathon in recordtijd – op blote voeten
  • Matt Biondi, 7 medailles waarvan vijfmaal goud in het zwemmen in 1988
  • Fanny Blankers-Koen, viermaal goud op de sprintnummers in 1948
  • Usain Bolt, in 2008, 2012 en 2016 winnaar van zowel de 100 als de 200 meter sprint en van de 4 × 100 meter estafette, de triple triple. De gouden medaille voor de 4 × 100 meter estafette in 2008 werd begin 2017 ingetrokken wegens dopinggebruik van een van Bolts teamgenoten.
  • Sebastian Coe en Steve Ovett, Britse middenafstandslopers die elkaar bestreden in Moskou 1980
  • Nadia Comăneci, 9 medailles waaronder 5 goud in het turnen 1976-1980, behaalde een perfecte score van 10 punten
  • Aleksandr Ditjatin, won op alle 8 turnonderdelen een medaille in 1980
  • Edward Eagan, goudenmedaillewinnaar bij het boksen (1920) en bobsleeën (1932), enige atleet die zowel bij de Zomer- als de Winterspelen goud won
  • Ray Ewry, achtvoudig gouden-medaillewinnaar in het springen uit stand (plus tweemaal in 1906)
  • Mo Farah, in 2012 en in 2016 winnaar van zowel de 5000 als de 10000 meter hardlopen, de double double
  • Dick Fosbury, introductie van de fosburyflop in het hoogspringen
  • Anton Geesink, winnaar van het judo in de Open Categorie in Tokio 1964
  • Aladár Gerevich, won goud op zes verschillende Zomerspelen (1932, 1936, 1948, 1952, 1956 en 1960)
  • Anky van Grunsven, driemaal goud, vijfmaal zilver, eenmaal brons op het paardensportonderdeel dressuur
  • Larissa Latynina, 18 medailles waaronder 9 goud in het turnen, 1956-1964
  • Carl Lewis, negenmaal goud op sprintnummers en verspringen 1984-1996
  • Spiridon Louis, winnaar van de eerste marathon
  • Paavo Nurmi, negenmaal goud, driemaal zilver bij de lange-afstandsloopnummers 1920-1928
  • Kristin Otto, zesmaal goud in het zwemmen in 1988
  • Jesse Owens, viermaal goud op de sprintnummers in 1936
  • Michael Phelps, acht keer goud bij het zwemmen in 2008; een absoluut record. In 2004 won hij zes keer goud en twee keer brons. In 2012 won Phelps vier gouden en twee zilveren medailles. In 2016 won hij vijf gouden en een zilveren medaille. Zijn totaal van 28 medailles (waarvan 23 goud) is eveneens een record. Hiermee is Phelps de meest succesvolle Olympiër aller tijden.
  • Dorando Pietri, moest bij de marathon van 1908 over de finishlijn geholpen worden en werd gediskwalificeerd
  • Steve Redgrave, vijfmaal achter elkaar winnaar van een gouden medaille in het roeien (1984-2000)
  • Jacques Rogge, gewezen voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, nam deel aan de Olympische Spelen van 1968, 1972 en 1976, aan het zeilen in de Finnklasse.
  • Mark Spitz, zevenmaal zwemgoud in 1972
  • Jim Thorpe, winnaar vijfkamp en tienkamp in 1912
  • Lasse Virén, in 1972 en 1976 winnaar van zowel de 5000 als de 10000 meter hardlopen
  • Johnny Weissmuller, vijfmaal goud in het zwemmen in 1924-1928, later bekend als filmster (Tarzan)
  • Maarten van der Weijden, in 2008 winnaar van de 10 kilometer open water zwemmen nadat bij hem in 2001 acute lymfatische leukemie was vastgesteld.
  • Emil Zátopek, goud op 5000 meter, 10.000 meter en marathon in 1952

Het IOC heeft in 2014 tijdens de 127ste IOC-sessie in Monaco besloten dat er vanaf dat moment een limiet wordt gezet op het maximaal aantal deelnemers per Olympische Zomerspelen van 10.500. Tevens is besloten om de limiet voor het aantal onderdelen op 310 te zetten. De limiet op het aantal sporten is komen te vervallen. Het IOC stapte daarmee af van het principe dat het olympische programma uit 28 sporten bestaat. Verder is besloten om de wachttijd voor het toevoegen van een nieuwe sport aan het programma te verkorten, van 7 naar 3 jaar en kunnen organiserende steden zelf voorstellen indienen, welke onderdelen ze aan het olympische programma willen toevoegen.[2][3][3][4][5]

Commons heeft media­bestanden in de categorie Summer Olympics.