Naar inhoud springen

Slag bij Westbroek

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij Westbroek
Onderdeel van de Stichtse Oorlog
In de Kerk van Westbroek stond jarenlang het voorval met witte kalk beschreven.
In de Kerk van Westbroek stond jarenlang het voorval met witte kalk beschreven.
Datum 26 december 1481
Locatie Westbroek
Resultaat overwinning Holland-Bourgondisch leger
Strijdende partijen
Kabeljauwen
Bourgondië
+ Hollands huurleger
Hoeken
Utrechtse burgers
Leiders en commandanten
* David van Bourgondië
* Joost van Lalaing
* Jean de Salazar
* Vincentius van Zwanenburg
* Arnt Ruysch
* Berent van Everdingen †
* Steven van Zuylen van Nyevelt †
* Jacob Sloeijer †[1]
Troepensterkte
4000-5000 krijgsvolk ca. 1500-2000
Verliezen
onbekend ca.500 doden
Oorlog tussen de Hoeken en Kabeljauwen tussen 1350 - 1490

Eerste stroming
Slag bij Naarden · Kabeljauwse verbondsakte (1350) · Hoekse verbondsakte · Slag bij Veere (1351) · Slag bij Zwartewaal (1351) · Kastelen Veroveringstocht (1351-53) · Beleg van Medemblik (1351) · Beleg van Geertruidenberg (1351-1352) · Slag bij Soest (1356) · Beleg van Heusden (1358) · Beleg van Heemskerk (1358) · Beleg van Delft (1359) · Beleg van Kasteel Altena (1393) · Arkelse Oorlogen (1401-1412)
Tweede stroming
Beleg van IJsselstein (1416-17) · Beleg van Gorinchem (1417) · Beleg van Dordrecht (1418) · Inname van Rotterdam (1418) · Zoen van Woudrichem (1419) · Beleg van Leiden (1420) · Beleg van Geertruidenberg (1420) · Inname van Henegouwen (1424) · Beleg van Schoonhoven (1425) · Slag bij Alphen aan den Rijn (1425) · Slag bij Brouwershaven (1426) · Kennemer opstand (1426) · Beleg van Haarlem (1426) · Slag bij Hoorn (1426) · Beleg van Amersfoort (1427) · Slag bij Wieringen (1427) · Beleg van Zevenbergen (1427) · Beleg van Gouda (1428) · Zoen van Delft (1428)
Derde stroming
Utrechts Schisma (1423-1449) · Utrechtse Burgeroorlog (1456-1458)· Beleg van Deventer (1456) · Plundering van IJsselstein (1466) · Inname van Den Haag (1479) · Stichtse Oorlog (1481-1483) · Beleg van Leiden (1481) · Slag bij Scherpenzeel (1481) · Inname van Dordrecht (1481) · Slag bij Vreeswijk (1481) · Plundering van Naarden (1481) · Inname van Eemnes (1481) · Slag bij Westbroek (1481) · Inname van Vianen (1482) · Inname van Hoorn (1482) · Beleg van IJsselstein (1482) · 2e Slag bij Vreeswijk · Beleg van Rhenen (1483) · Beleg van Montfoort (1483) · Beleg van Utrecht (1483)
Vierde stroming (Jonker Fransenoorlog)
Inname van Rotterdam (1488) · Mislukte invallen van Schiedam (1488-90) · Bestorming van Schoonhoven (1488) · Inname van Woerden (1488) · inname van Geertruidenberg (1489) · Aanslag op Delft (1489) · Slag op de Lek (1489) · Aanslag op Gouda (1489) · Slag bij Overschie (1489) · Beleg van Rotterdam (1489) · Slag bij Moordrecht (1490) · Beleg van Montfoort (1490) · Slag bij Brouwershaven (1490)

De Slag bij Westbroek vond plaats op 26 december 1481[2] tussen de legers van het prinsbisdom Utrecht en de Staten van Holland enerzijds en de Utrechtse burgers en opstandelingen anderzijds. Het was een van de "bloedigste" veldslagen die plaatsvond tijdens de Stichtse Oorlog, een fase van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.

In augustus 1481 vond er opstand plaats in de stad Utrecht, Jan van Montfoort greep de macht en jaagde zijn "Kabeljauwse" tegenstanders de stad uit. De Utrechtse bisschop David van Bourgondië werd de toegang tot Utrecht en haar Dom ontzegd, waarna de Stichtse oorlog los barste.

In Oktober 1481 wonnen de Utrechtse Hoeken onverwachts de "Slag bij Vreeswijk" en maakte plannen om de stad Naarden te veroveren. De Plundering van Naarden vond plaats op 9 december, maar de Hoeken konden deze niet behouden. De Bourgondiërs onder Joost van Lalaing kwamen in grote aantallen naar Naarden, waarna van Lalaing een strafexpeditie opzette in Eemland. Eemnes werd geplunderd op 21 december, in de dagen erna werden Soest, Zeist, Baarn en andere gehuchten gebrandschat tot en met kerstdag

Op 26 december 1481 arriveerde het leger onder Joost van Lalaing van zo'n 4.000 tot 5.000 man richting Utrecht. Onderweg werd Westbroek aangevallen, platgebrand en geplunderd (de kerk van Westbroek bleef wel gespaard). Alle inwoners werden vermoord met uitzondering van de kraamvrouwen.

Op de dag van deze aanslag had het gevroren, grasvelden en sloten waren licht dichtgevroren. De Utrechtse burgers zagen in de verte Westbroek platgebrand worden en gingen massaal de indringers tegemoet. Bij het naderen leek het erop dat het legertje indringers klein was en de Utrechters kozen gelijk de aanval, maar Lalaing had zijn leger in drie divisies opgesplitst die achter elkaar stonden opgesteld, sommige waren nog in het Gooibos of lagen bij Maartensdijk in het gras. Toen de Utrechters dichtbij genoeg waren werden ze van drie kanten ingesloten. Door de paniek bij de Utrechters bliezen ze de aftocht. Volgens een getuige: "Toen de Hollanders dat zagen zetten ze de achtervolging in. Tot aan Schulpwijk (Zuilen) werden er Utrechters doodgeslagen, burgers, kinderen, huursoldaten en plattelanders." Zelfs voor die tijd was dit een uiterst gewelddadige strijd geweest, waarbij onder de Utrechters ongeveer 1500 slachtoffers te betreuren waren. Schout Arnt Ruysch verscheurde uit frustratie zijn banier, maar moest dit met circa 500 anderen, waaronder burgemeester Beernt v Everdingen met de dood bekopen.[3]

De Gelderse ritmeester Vincentius van Zwanenburg, die de slag wel overleefde, liet later optekenen dat hij ervan overtuigd was dat hij en de Utrechters stand hadden kunnen houden als niemand in paniek was geraakt en bij elkaar was gebleven.[4]

Op diezelfde dag, kerstavond 26 december werd Engelbrecht van Kleef met circa 2000 Kleefse soldaten onder luid gejuich binnen de stad Utrecht gehaald en al snel benoemd tot ruwaard. Engelbrecht van kleef had tijdens zijn aankomst in het Sticht het geluid van kerkklokken en brandhaarden gezien en wist al snel wat er gaande was. Het was de bedoeling om Van Kleef op de bisschopszetel te krijgen door Hoekse bannelingen. David van Bourgondië had echter nog recht op deze zetel maar hem werd de toegang tot de stad ontzegd. Op een balk in de kerk van Westbroek stond nog jarenlang het voorval beschreven in witte kalk. De vrouwen van binnen de stad Utrecht gingen na de slag de lijken van hun mannen zoeken. De lijken werden verzameld op de Neude, dat toen een plek was waar toernooien werden gehouden. Enkele vrouwen zochten soms twee dagen lang naar hun mannen en vonden ze bijvoorbeeld vastgevroren in sloten en beken terug.[5] In zowel Amsterdam en Naarden werd in een van de torens in de stadsmuur het woord "Swych Utrecht" (Zwijg Utrecht) gekerfd als aandenken aan de gewonnen slag van de Hollanders.[6]