Naar inhoud springen

Slag bij Alphen aan den Rijn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij Alphen (1425)
Onderdeel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten
Jacoba van Beieren aan het hoofd van de Hoekse troepen ± 1425, gravure van Jacobus Buys circa 1787
Jacoba van Beieren aan het hoofd van de Hoekse troepen ± 1425, gravure van Jacobus Buys circa 1787
Datum 1st: 21 oktober 1425
Locatie Alphen a/d Rijn
Resultaat Hoekse overwinning
Strijdende partijen
Hoeken Kabeljauwen
Leiders en commandanten
Jan II van Montfoort
Jacoba van Beieren
Jacob van Gaasbeek
Verliezen
c.100 gevangenen

De Slag bij Alphen aan den Rijn (in de 'Goudse Chronyke' staat het vermeld als Slag bij Alphen of ook wel Slag bij de Gouwsesluis[1]) was een middeleeuwse veldslag bij Alphen aan den Rijn. Hij vormde een onderdeel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Binnen een jaar was er ter plaatse tweemaal strijd en wel op 21 oktober 1425 en vervolgens 6 maanden later op 30 april 1426.

De eerste slag vond op 21 oktober 1425 plaats.[2] Jacoba van Beieren was met haar Hoeksgezinde leger en met hulp van het Sticht Utrecht opgetrokken vanuit Gouda. Ze wist het stadhouderlijk leger, dat de steun had van de Hollandse steden Leiden, Haarlem en Amsterdam, te confronteren te Gouwsluis bij Alphen aan den Rijn. De partij van Van Beieren won de slag en nam in triomf de stedelijke banieren mee[3] . Belangrijke personen die deelnamen in het leger van Jacoba waren Jan II van Montfoort en Dirk van der Merwede.

Jacoba van Beieren was zelf achtergebleven in Gouda, wat zeer gebruikelijk was. Kabeljauwse soldaten hadden een houten fort gebouwd dat de doorvaarroutes over de Gouwe en Rijn overzag. De plaatselijk bevolking had weinig op met deze Kabeljauwse soldaten en poorters uit Leiden en Haarlem en besloot daarom samen te werken met een Hoeks leger uit Gouda. De plaatselijke Gouwse bevolking begon het vee bij het fort op te drijven, waardoor de Kabeljauwse bezetting in actie kwam om de Gouwse burgers tegen te houden. Echter, uit een hinderlaag vanuit de bosjes kwamen de Hoeken uit Gouda tevoorschijn en vond er een veldslag plaats waarbij 100 soldaten van Kabeljauwse zijde werden gevangen genomen[4].

Slag bij Alphen (1426)
Onderdeel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten & Jacoba's veldtocht
Datum 30 april 1426
Locatie Gouwsluis
Strijdende partijen
Hoeken Kabeljauwen
Huis Bourgondië
Leiders en commandanten
Jacoba van Beieren Jan van Uitkerke
Troepensterkte
800-900 krijgsmannen
Verliezen
onbekend 300 tot 600 doden
waaronder 85 Leidse burgers
Oorlog tussen de Hoeken en Kabeljauwen tussen 1350 - 1490

Eerste stroming
Slag bij Naarden · Kabeljauwse verbondsakte (1350) · Hoekse verbondsakte · Slag bij Veere (1351) · Slag bij Zwartewaal (1351) · Kastelen Veroveringstocht (1351-53) · Beleg van Medemblik (1351) · Beleg van Geertruidenberg (1351-1352) · Slag bij Soest (1356) · Beleg van Heusden (1358) · Beleg van Heemskerk (1358) · Beleg van Delft (1359) · Beleg van Kasteel Altena (1393) · Arkelse Oorlogen (1401-1412)
Tweede stroming
Beleg van IJsselstein (1416-17) · Beleg van Gorinchem (1417) · Beleg van Dordrecht (1418) · Inname van Rotterdam (1418) · Zoen van Woudrichem (1419) · Beleg van Leiden (1420) · Beleg van Geertruidenberg (1420) · Inname van Henegouwen (1424) · Beleg van Schoonhoven (1425) · Slag bij Alphen aan den Rijn (1425) · Slag bij Brouwershaven (1426) · Kennemer opstand (1426) · Beleg van Haarlem (1426) · Slag bij Hoorn (1426) · Beleg van Amersfoort (1427) · Slag bij Wieringen (1427) · Beleg van Zevenbergen (1427) · Beleg van Gouda (1428) · Zoen van Delft (1428)
Derde stroming
Utrechts Schisma (1423-1449) · Utrechtse Burgeroorlog (1456-1458)· Beleg van Deventer (1456) · Plundering van IJsselstein (1466) · Inname van Den Haag (1479) · Stichtse Oorlog (1481-1483) · Beleg van Leiden (1481) · Slag bij Scherpenzeel (1481) · Inname van Dordrecht (1481) · Slag bij Vreeswijk (1481) · Plundering van Naarden (1481) · Inname van Eemnes (1481) · Slag bij Westbroek (1481) · Inname van Vianen (1482) · Inname van Hoorn (1482) · Beleg van IJsselstein (1482) · 2e Slag bij Vreeswijk · Beleg van Rhenen (1483) · Beleg van Montfoort (1483) · Beleg van Utrecht (1483)
Vierde stroming (Jonker Fransenoorlog)
Inname van Rotterdam (1488) · Mislukte invallen van Schiedam (1488-90) · Bestorming van Schoonhoven (1488) · Inname van Woerden (1488) · inname van Geertruidenberg (1489) · Aanslag op Delft (1489) · Slag op de Lek (1489) · Aanslag op Gouda (1489) · Slag bij Overschie (1489) · Beleg van Rotterdam (1489) · Slag bij Moordrecht (1490) · Beleg van Montfoort (1490) · Slag bij Brouwershaven (1490)

Op 30 april 1426 kwam het tot een tweede treffen.[5][6] Jacoba van Beieren brak het beleg van Haarlem af nadat ze vernam dat er een vijandelijk leger haar kant op kwam. Deze strijdmacht, aangevoerd door Jan van Uitkerke, de zoon van Roeland van Uitkerke die Haarlem verdedigde, bestond uit 800 Vlamingen. Ze bestond verder uit poorters van Hollandse steden en naderde Alphen aan den Rijn. De gravin zou een belangrijk strategisch punt verliezen als die plaats in handen van de tegenstander viel. Ze wist opnieuw te winnen terwijl het Vlaamse huurleger naar Leiden vluchtte. Alleen al uit die stad zouden 85 burgers die aan de strijd deelnamen gedood zijn. In totaal zou het aantal gesneuvelden zo'n 300 hebben bedragen.[7] De overwinning van Jacoba was mede te danken aan de inzet van lokale boogschutters, uit dankbaarheid schonk de gravin hen daarom een miskelk.[8]

Deze slag vond grotendeels op de rivier de Gouwe plaats. In de ochtend van de aanval was het mistig toen de boten (vendels) van de legers van Jan van Uitkerke aankwamen bij Gouwsluis. Het leger van Jacoba van Beieren had zich achter de "Rhijndijk" verschanst en begon de aanval onder leiding van Filips van Wassenaar[9]. Volgens kroniekschrijver Wouter van Goudhoeve was Jacoba van Beieren aanwezig bij het Beleg van Haarlem als ook de Slag bij Alphen, wat zeer ongewoon was voor adellijke vrouwen voor die tijd[10]

Na deze tweede slag werden zeven heren en edelen van de Hoeken verheven tot 'ridder'. Dit waren Jan van Wassenaar, heer van Voorburg, Hendrik van Kronenburg, Jan van Langerak, Dirk van der Merwede, Gerrit II van Poelgeest, Everhard of Ewout, bastaard van Holland en Arnoud van Ghent[11]. Zij hadden zich dapper onderscheiden tijdens de slag voor hun gravin Jacoba van Beieren en kwamen daarom in aanmerking voor de titel van ridder.