Naar inhoud springen

Stormvloed van 1825

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Lotje (overleg | bijdragen) op 14 feb 2020 om 17:23. ({{commonscat|February flood of 1825}})
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Stormvloed van 1825
De overstroming van 1825 in Lemmer, met op de achtergrond het logement Wildeman
Jaar 1825
Datum 3 tot 5 februari
Regio Noord Nederland en Vlaanderen (4 februari)
Doden 379

De Stormvloed van 1825 was een stormvloed die plaatsvond tussen 3 en 5 februari 1825 en leidde tot grote schade in Nederland, Duitsland, Denemarken en in mindere mate in Vlaanderen. De provincies Groningen, Friesland, Overijssel, Utrecht en Holland werden getroffen door ernstige dijkdoorbraken en overstromingen waardoor 379 mensen in Nederland het leven verloren. Hiervan vielen er 305 in de provincie Overijssel, 25 in de provincie Holland en 17 in de provincie Friesland. In alle landen samen vielen ongeveer 800 slachtoffers te betreuren.

Doorbraken en overstromingen

Bijna heel Noordwest Overijssel overstroomde. In deze streek vielen veel slachtoffers. In Groningen liep het Oldambt, Delfzijl en (door het doorbreken van de Reitdiepdijken) ook Paddepoel onder en kwam het water tot aan Appingedam en Siddeburen. Ook werden huizen op de punt van Reide weggespoeld.

In Vlaanderen waren er zes dijkbreuken ter hoogte van Dendermonde, de ergste schade was voor Grembergen. Op een gravure van 1825 van een Brusselse tekenaar T. Hubert is te zien dat het gebied dat nu opnieuw aangeduid staat als gecontroleerd overstromingsgebied op het Sigmaplan volledig onder liep. (Vlassenbroek - Grote en Kleine Wal, Zwijn, maar ook het Nieuwbroek en Blankaart).

Nasleep

Op 17 februari 1825 werd een Commissie tot besteding van 's rijksonderstand voor den watersnood ingesteld door de regering. Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken van deze commissie worden in het Nationaal Archief in Den Haag bewaard.

Ter nagedachtenis van de ramp werd in 1826 het Gedenkboek van Neerlands Watersnood in Februarij 1825 uitgegeven.

In Sint-Petersburg werden gelden ingezameld om de Nederlandse slachtoffers van de Stormvloed te helpen. In november 1824 waren er in Sint-Petersburg namelijk ook hevige overstromingen geweest en grootvorstin Anna Paulowna was hiervan getuige. Toen een paar maanden later in februari het noodlot in Nederland toesloeg, waren er veel mensen in Sint-Petersburg bereid geld in te zamelen voor de Nederlanders. Op 14 februari 1825 bezocht Willem, de prins van Oranje de slachtoffers van de stormvloed in Amsterdam.

Zie de categorie February flood of 1825 van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.