Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 2013

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Budweiser Gardens, waar de wedstrijden gehouden werden
Het podium bij de mannen

De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 2013 werden gevormd door vier toernooien die door de Internationale Schaatsunie (ISU) werden georganiseerd.

Voor de mannen was het de 103e editie, voor de vrouwen de 93e, voor de paren de 91e en voor de ijsdansers de 61e editie. De kampioenschappen vonden plaats van 13 tot en met 17 maart in London (Ontario), Canada. Het was de eerste keer dat de wereldkampioenschappen kunstschaatsen in London (Ontario) plaatsvonden en de tiende keer in Canada. London was de zevende Canadese gaststad, na Montreal (1932), Vancouver (1960 en 2001), Calgary (1972 en 2006), Ottawa (1978 en 1984), Halifax (1990) en Edmonton (1996), waar het WK kunstschaatsen plaatsvond.

Programma
woensdag
13 maart
donderdag
14 maart
vrijdag
15 maart
zaterdag
16 maart
zondag
17 maart
IJsdansen korte kür vrije kür Gala
Paren korte kür vrije kür
Mannen korte kür vrije kür
Vrouwen korte kür vrije kür

Deelname[bewerken | brontekst bewerken]

Elk bij de ISU aangesloten land kon één schaatser/één paar aanmelden per kampioenschap. Extra startplaatsen (met een maximum van drie per kampioenschap) zijn verdiend op basis van de eindklasseringen op het WK van 2012.

Voor België nam Jorik Hendrickx voor de tweede keer deel bij de mannen en Kaat Van Daele voor de eerste keer bij de vrouwen. Ook de Britse echtgenote van de Belg Kevin Van der Perren, Jenna McCorkell, nam deel aan dit WK.

Deelnemende landen

Er namen deelnemers uit 41 landen deel aan de kampioenschappen. Er werden 117 startplaatsen ingevuld. De Wit-Rus Pavel Ignatenko trok zich voor de wedstrijden in het mannentoernooi terug.

(Tussen haakjes het totaal aantal startplaatsen in de vier toernooien.)
Vlag van Rusland Rusland (10)
Vlag van Canada Canada (9)
Vlag van Italië Italië (9)
Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten (9)
Vlag van Japan Japan (7)
Vlag van China China (6)
Vlag van Frankrijk Frankrijk (6)
Vlag van Duitsland Duitsland (5)
Vlag van Estland Estland (3)
Vlag van Oekraïne Oekraïne (3)
Vlag van Polen Polen (3)
Vlag van Spanje Spanje (3)
Vlag van Tsjechië Tsjechië (3)
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk (3)
Vlag van België België (2)
Vlag van Denemarken Denemarken (2)
Vlag van Finland Finland (2)
Vlag van Israël Israël (2)
Vlag van Kazachstan Kazachstan (2)
Vlag van Litouwen Litouwen (2)
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk (2)
Vlag van Slowakije Slowakije (2)
Vlag van Wit-Rusland Wit-Rusland (2)
Vlag van Zuid-Korea Zuid-Korea (2)
Vlag van Zweden Zweden (2)
Vlag van Australië Australië (1)
Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan (1)
Vlag van Brazilië Brazilië (1)
Vlag van Bulgarije Bulgarije (1)
Vlag van Filipijnen Filipijnen (1)
Vlag van Georgië Georgië (1)
Vlag van Hongarije Hongarije (1)
Vlag van Hongkong Hongkong (1)
Vlag van Letland Letland (1)
Vlag van Monaco Monaco (1)
Vlag van Noorwegen Noorwegen (1)
Vlag van Oezbekistan Oezbekistan (1)
Vlag van Roemenië Roemenië (1)
Vlag van Slovenië Slovenië (1)
Vlag van Turkije Turkije (1)
Vlag van Zwitserland Zwitserland (1)
(Frankrijk en Spanje vulden de extra startplaats bij de mannen niet in, Georgië vulde de extra startplaats bij de vrouwen niet in en Japan stuurde geen (extra) deelnemers bij de paren.)

Medailleverdeling[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de mannen veroverde de Canadees Patrick Chan voor het derde jaar op rij de wereldtitel. Het was tevens zijn vijfde WK-medaille, aangezien hij in 2009 en 2010 al tweede werd. Voor de Kazach Denis Ten en de Spanjaard Javier Fernández, die respectievelijk als tweede en derde eindigden, was dit hun eerste WK-medaille.

De Zuid-Koreaanse Kim Yu-na, de winnares bij de vrouwen, won bij haar zesde deelname ook haar zesde WK-medaille. De wereldkampioene van 2012, de Italiaanse Carolina Kostner, werd dit jaar tweede. Mao Asada, in 2008 en 2010 won de Japanse nog de wereldtitel, eindigde nu op de derde plaats.

Bij het paarrijden was het stuivertje wisselen ten opzichte van 2011 en 2012. De nummer twee van de vorige twee WK's, het Russische duo Tatjana Volosozjar / Maksim Trankov, veroverde dit jaar de wereldtitel. Het was hun derde WK-medaille. Het Duitse paar Aliona Savchenko / Robin Szolkowy, voor wie het de zevende medaille op de WK was, eindigde dit jaar op de tweede plaats. De bronzen medaille was voor het Canadese paar Meagan Duhamel / Eric Radford, die daarmee de eerste WK-medaille won.

Ook bij het ijsdansen was de uitslag precies het omgekeerde van de WK 2012. De wereldkampioenen van 2011 en in 2012 nog tweede, het Amerikaanse paar Meryl Davis / Charlie White, behaalden dit jaar weer de wereldtitel. Het was hun vierde WK-medaille, ook in 2010 werden ze tweede. Daarentegen behaalde het Canadese paar Tessa Virtue / Scott Moir nu de tweede plaats. In 2010 en 2012 wonnen ze nog de wereldtitel. Het was hun zesde WK medaille die ze opeenvolgend behaalden; tweede in 2008 en 2011, derde in 2009. Het Russische paar Jekaterina Bobrova / Dmitri Solovjov, op plaats drie, veroverde de eerste WK-medaille.

Discipline Goud Zilver Brons
Mannen Vlag van Canada Patrick Chan Vlag van Kazachstan Denis Ten Vlag van Spanje Javier Fernández
Vrouwen Vlag van Zuid-Korea Kim Yu-na Vlag van Italië Carolina Kostner Vlag van Japan Mao Asada
Paren Vlag van Rusland Tatjana Volosozjar / Maksim Trankov Vlag van Duitsland Aliona Savchenko / Robin Szolkowy Vlag van Canada Meagan Duhamel / Eric Radford
IJsdansen Vlag van Verenigde Staten Meryl Davis / Charlie White Vlag van Canada Tessa Virtue / Scott Moir Vlag van Rusland Jekaterina Bobrova / Dmitri Solovjov

Uitslagen[bewerken | brontekst bewerken]

Mannen[bewerken | brontekst bewerken]

Vijfendertig mannen uit zesentwintig landen namen aan dit kampioenschap deel, waaronder de Belg Jorik Hendrickx die voor de tweede keer deelnam. Er deed geen Nederlandse man aan dit kampioenschap mee.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
Goud Patrick Chan (6) Vlag van Canada 267.78 98.37 (1) 169.41 (2)
Zilver Denis Ten (5) Vlag van Kazachstan 266.48 91.56 (2) 174.92 (1)
Brons Javier Fernández (7) Vlag van Spanje 249.06 80.76 (7) 168.30 (4)
4 Yuzuru Hanyu (2) Vlag van Japan 244.99 75.94 (9) 169.05 (3)
5 Kevin Reynolds (4) Vlag van Canada 239.98 85.16 (3) 154.82 (7)
6 Daisuke Takahashi (8) Vlag van Japan 239.03 84.67 (4) 154.36 (8)
7 Max Aaron Vlag van Verenigde Staten 238.36 78.20 (8) 160.16 (6)
8 Takahito Mura (2) Vlag van Japan 234.18 73.46 (11) 160.72 (5)
9 Brian Joubert (12) Vlag van Frankrijk 232.26 84.17 (5) 148.09 (10)
10 Michal Březina (4) Vlag van Tsjechië 229.00 83.09 (6) 145.91 (11)
11 Peter Liebers (6) Vlag van Duitsland 216.84 71.20 (13) 145.64 (12)
12 Florent Amodio (4) Vlag van Frankrijk 216.83 75.73 (10) 141.10 (15)
13 Andrei Rogozine Vlag van Canada 216.60 67.35 (18) 149.25 (9)
14 Ross Miner (2) Vlag van Verenigde Staten 211.90 70.24 (14) 141.66 (13)
15 Song Nan (3) Vlag van China 207.68 73.03 (12) 134.65 (18)
16 Misha Ge (3) Vlag van Oezbekistan 207.50 68.45 (15) 139.05 (16)
17 Maksim Kovtoen Vlag van Rusland 207.40 65.85 (19) 141.55 (14)
18 Alexander Majorov (3) Vlag van Zweden 204.29 68.32 (16) 135.97 (17)
19 Jorik Hendrickx (2) Vlag van België 192.19 62.04 (23) 130.15 (19)
20 Viktor Pfeifer (7) Vlag van Oostenrijk 189.44 64.10 (21) 125.34 (20)
21 Tomáš Verner (11) Vlag van Tsjechië 180.50 68.05 (17) 112.45 (22)
22 Viktor Romanenkov (2) Vlag van Estland 177.09 65.33 (20) 111.76 (23)
23 Yakov Godorozha Vlag van Oekraïne 174.98 61.88 (24) 113.10 (21)
24 Justus Strid (3) Vlag van Denemarken 165.23 63.25 (22) 101.98 (24)
Finale niet bereikt
25 Maciej Cieplucha (3) Vlag van Polen 60.96 (25)
26 Kim Jin-seo Vlag van Zuid-Korea 60.75 (26)
27 Paolo Bacchini (2) Vlag van Italië 60.31 (27)
28 Abzal Rakimgaliev (3) Vlag van Kazachstan 59.14 (28)
29 Zoltán Kelemen (6) Vlag van Roemenië 58.24 (29)
30 Ronald Lam Vlag van Hongkong 57.94 (30)
31 Oleksij Bytsjenko (2) Vlag van Israël 57.53 (31)
32 Kim Lucine (3) Vlag van Monaco 57.35 (32)
33 Paul Bonifacio Parkinson Vlag van Italië 51.54 (33)
34 Christopher Caluza (2) Vlag van Filipijnen 49.15 (34)
- Pavel Ignatenko Vlag van Wit-Rusland t.z.t.
t.z.t. = trok zich voor de wedstrijd terug

Vrouwen[bewerken | brontekst bewerken]

Vijfendertig vrouwen uit zevenentwintig landen namen aan dit kampioenschap deel, waaronder de Belgische debutante Kaat Van Daele. Er deed geen Nederlandse vrouw aan dit kampioenschap mee.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
Goud Kim Yu-na (6) Vlag van Zuid-Korea 218.31 69.97 (1) 148.34 (1)
Zilver Carolina Kostner (11) Vlag van Italië 197.89 66.86 (2) 131.03 (3)
Brons Mao Asada (7) Vlag van Japan 196.47 62.10 (6) 134.37 (2)
4 Kanako Murakami (3) Vlag van Japan 189.73 66.64 (3) 123.09 (7)
5 Ashley Wagner (3) Vlag van Verenigde Staten 187.34 63.98 (5) 123.36 (6)
6 Gracie Gold Vlag van Verenigde Staten 184.25 58.85 (9) 125.40 (5)
7 Li Zijun Vlag van China 183.85 56.31 (12) 127.54 (4)
8 Kaetlyn Osmond Vlag van Canada 176.82 64.73 (4) 112.09 (10)
9 Adelina Sotnikova Vlag van Rusland 175.98 59.62 (8) 116.36 (9)
10 Jelizaveta Toektamysjeva Vlag van Rusland 174.24 54.72 (14) 119.52 (8)
11 Maé-Bérénice Méité (2) Vlag van Frankrijk 165.03 56.90 (11) 108.13 (11)
12 Akiko Suzuki (3) Vlag van Japan 164.59 61.17 (7) 103.42 (13)
13 Alena Leonova (5) Vlag van Rusland 159.06 56.30 (13) 102.76 (14)
14 Viktoria Helgesson (6) Vlag van Zweden 158.80 58.36 (10) 100.44 (15)
15 Natalia Popova (2) Vlag van Oekraïne 155.52 51.67 (17) 103.85 (12)
16 Elena Glebova (8) Vlag van Estland 152.49 54.59 (15) 97.90 (16)
17 Monika Simančíková Vlag van Slowakije 149.02 51.18 (19) 97.84 (17)
18 Valentina Marchei (6) Vlag van Italië 147.23 50.41 (21) 96.82 (18)
19 Nathalie Weinzierl Vlag van Duitsland 142.48 48.14 (24) 94.34 (19)
20 Jenna McCorkell (9) Vlag van Verenigd Koninkrijk 142.27 51.23 (18) 91.04 (21)
21 Brooklee Han Vlag van Australië 141.88 50.62 (20) 91.26 (20)
22 Sonia Lafuente (6) Vlag van Spanje 139.66 52.44 (16) 87.22 (23)
23 Zhang Kexin (2) Vlag van China 137.41 48.80 (23) 88.61 (22)
24 Kerstin Frank (4) Vlag van Oostenrijk 127.98 49.66 (22) 78.32 (24)
Finale niet bereikt
25 Isadora Williams Vlag van Brazilië 46.63 (25)
26 Anita Madsen Vlag van Denemarken 46.16 (26)
27 Carol Bressanutti Vlag van Italië 44.51 (27)
28 Kaat Van Daele Vlag van België 42.51 (28)
29 Elene Gedevanisjvili (8) Vlag van Georgië 42.40 (29)
30 Tina Stürzinger Vlag van Zwitserland 42.36 (30)
31 Juulia Turkkila (3) Vlag van Finland 40.70 (31)
32 Anne Line Gjersem Vlag van Noorwegen 38.53 (32)
33 Inga Janulevičiūtė (2) Vlag van Litouwen 36.79 (33)
34 Patricia Gleščič Vlag van Slovenië 36.66 (34)
35 Alina Fjodorova (2) Vlag van Letland 36.44 (35)

Paren[bewerken | brontekst bewerken]

Achttien paren uit tien landen namen aan dit kampioenschap deel. Van de vier debuterende paren nam Zhang Hao van 2002-2010 deel met Zhang Dan. Er deed geen Belgisch of Nederlands paar aan dit kampioenschap mee.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
Goud Tatjana Volosozjar (10)
Maksim Trankov (8)
Vlag van Rusland 225.71 75.84 (1) 149.87 (1)
Zilver Aliona Savchenko (10)
Robin Szolkowy (9)
Vlag van Duitsland 205.56 73.47 (3) 132.09 (2)
Brons Meagan Duhamel (5)
Eric Radford (3)
Vlag van Canada 204.56 73.61 (2) 130.95 (3)
4 Kirsten Moore-Towers (2)
Dylan Moscovitch (2)
Vlag van Canada 199.50 69.25 (5) 130.25 (5)
5 Pang Qing (15)
Tong Jian (15)
Vlag van China 194.64 63.95 (6) 130.69 (4)
6 Yuko Kawaguchi (10)
Alexander Smirnov (7)
Vlag van Rusland 191.59 69.98 (4) 121.61 (7)
7 Vera Bazarova (4)
Joeri Larionov (4)
Vlag van Rusland 184.72 61.91 (7) 122.81 (6)
8 Vanessa James (4)
Morgan Ciprès (2)
Vlag van Frankrijk 180.17 60.98 (8) 119.19 (8)
9 Alexa Scimeca
Chris Knierim
Vlag van Verenigde Staten 173.51 55.73 (12) 117.78 (9)
10 Stefania Berton (4)
Ondřej Hotárek (6)
Vlag van Italië 171.77 59.07 (9) 112.70 (10)
11 Peng Cheng
Zhang Hao (10)
Vlag van China 167.18 58.52 (10) 108.66 (11)
12 Sui Wenjing (2)
Han Cong (2)
Vlag van China 165.89 57.65 (11) 108.24 (13)
13 Marissa Castelli
Simon Shnapir
Vlag van Verenigde Staten 164.00 55.68 (13) 108.32 (12)
14 Nicole Della Monica (3)
Matteo Guarise (2)
Vlag van Italië 136.03 47.82 (15) 88.21 (14)
15 Stacey Kemp (8)
David King (8)
Vlag van Verenigd Koninkrijk 133.56 48.60 (14) 84.96 (16)
16 Mari Vartmann (4)
Aaron Van Cleave (2)
Vlag van Duitsland 133.12 47.36 (16) 85.76 (15)
Finale niet bereikt
17 Elizaveta Makarova (2)
Leri Kenchadze (3)
Vlag van Bulgarije 36.48 (17)
18 Magdalena Klatka
Radosław Chruściński
Vlag van Polen 35.44 (18)

IJsdansen[bewerken | brontekst bewerken]

Negenentwintig paren uit eenentwintig landen namen aan dit kampioenschap deel. Van de zeven debuterende paren nam Madison Chock in 2011 deel met Greg Zuerlein, Evan Bates in 2009 en 2010 met Emily Samuelson, Paul Poirier van 2009-2011 met Vanessa Crone, Lucie Myslivečková van 2009-2011 met Matěj Novák en Allison Reed in 2010 en 2011 met Otar Japaridze. Er deed geen Belgisch of Nederlands paar aan dit kampioenschap mee.

# naam (deelname) land punten korte
kür
vrije
kür
Goud Meryl Davis (7)
Charlie White (7)
Vlag van Verenigde Staten 189.56 77.12 (1) 112.44 (1)
Zilver Tessa Virtue (7)
Scott Moir (7)
Vlag van Canada 185.04 73.87 (2) 111.17 (2)
Brons Jekaterina Bobrova (5)
Dmitri Solovjov (5)
Vlag van Rusland 169.19 70.05 (3) 99.14 (4)
4 Anna Cappellini (7)
Luca Lanotte (7)
Vlag van Italië 168.04 67.93 (5) 100.11 (3)
5 Kaitlyn Weaver (5)
Andrew Poje (5)
Vlag van Canada 166.20 67.54 (6) 98.66 (5)
6 Nathalie Péchalat (10)
Fabian Bourzat (10)
Vlag van Frankrijk 165.60 69.65 (4) 95.95 (7)
7 Madison Chock (2)
Evan Bates (3)
Vlag van Verenigde Staten 163.93 66.74 (7) 97.19 (6)
8 Maia Shibutani (3)
Alex Shibutani (3)
Vlag van Verenigde Staten 157.71 66.14 (8) 91.57 (9)
9 Jelena Ilinych (3)
Nikita Katsalapov (3)
Vlag van Rusland 157.52 66.07 (9) 91.45 (10)
10 Nelli Zhiganshina (5)
Alexander Gazsi (5)
Vlag van Duitsland 154.27 60.59 (11) 93.68 (8)
11 Jekaterina Riazanova (2)
Ilia Tkasjenko (2)
Vlag van Rusland 149.78 59.52 (13) 90.26 (11)
12 Pernelle Carron (5)
Lloyd Jones (3)
Vlag van Frankrijk 145.98 60.58 (12) 85.40 (12)
13 Penny Coomes (3)
Nicholas Buckland (3)
Vlag van Verenigd Koninkrijk 145.71 63.66 (10) 82.05 (17)
14 Siobhan Heekin-Canedy (3)
Dmitri Dun (2)
Vlag van Oekraïne 141.88 59.20 (14) 82.68 (16)
15 Isabella Tobias (3)
Deividas Stagniūnas (6)
Vlag van Litouwen 141.64 57.39 (18) 84.25 (13)
16 Julia Zlobina (2)
Alexei Sitnikov (2)
Vlag van Azerbeidzjan 141.44 57.80 (17) 83.64 (14)
17 Charlène Guignard (2)
Marco Fabbri (2)
Vlag van Italië 140.95 57.89 (16) 83.06 (15)
18 Piper Gilles
Paul Poirier (4)
Vlag van Canada 140.02 58.61 (15) 81.41 (18)
19 Sara Hurtado (3)
Adrià Díaz (3)
Vlag van Spanje 131.28 53.12 (20) 78.16 (19)
20 Cathy Reed (6)
Chris Reed (6)
Vlag van Japan 129.94 53.95 (19) 75.99 (20)
Finale niet bereikt
21 Lucie Myslivečková (4)
Neil Brown
Vlag van Tsjechië 51.82 (21)
22 Olesia Karmi
Max Lindholm
Vlag van Finland 48.06 (22)
23 Allison Reed (3)
Vasili Rogov (2)
Vlag van Israël 46.63 (23)
24 Zsuzsanna Nagy (4)
Máté Fejes (4)
Vlag van Hongarije 45.60 (24)
25 Irina Shtork (2)
Taavi Rand (2)
Vlag van Estland 45.29 (25)
26 Federica Testa (2)
Lukáš Csölley (2)
Vlag van Slowakije 44.73 (26)
27 Justyna Plutowska
Peter Gerber
Vlag van Polen 44.00 (27)
28 Alisa Agafonova (2)
Alper Uçar (7)
Vlag van Turkije 43.98 (28)
29 Viktoria Kavaliova
Yurii Bieliaiev
Vlag van Wit-Rusland 32.50 (29)
Zie de categorie 2013 World Figure Skating Championships van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.