Net als in 2015 werden de WK afstanden in februari gehouden, zodat het seizoen nu de indeling volgt zoals die ook gebruikelijk is in een olympisch jaar. Er stonden veertien onderdelen op het programma, gelijk verdeeld over de mannen en vrouwen.
Na de WK sprint werd bekend dat tweevoudig goudenmedaillewinnaar Koelizjnikov tijdens dit positief testte op meldonium. Doordat de ISU niet kon bewijzen dat de meldonium genomen was in de periode dat het reeds verboden was, bleef dit zonder gevolgen.
Net als een jaar eerder zorgde het tijdschema[1] opnieuw voor enige discussie bij met name Sven Kramer. Nadat hij in 2015 zich afmeldde voor de 10.000m, heeft Kramer besloten om in 2016 de ploegenachtervolging aan zich voorbij te laten gaan,[2] het onderdeel waarop hij maar liefst 6 keer wereldkampioen werd.
Een totaal van 22 schaatsers hadden zich gekwalificeerd of waren geselecteerd door bondscoach Geert Kuiper voor de WK afstanden. De delegatie bestond uit twaalf mannen en tien vrouwen.[3] De beste Nederlander in het wereldbekerklassement na de wereldbeker van Heerenveen kwalificeerde zich direct voor het WK, behalve voor de 5000 meter bij de vrouwen en de 10.000 meter bij de mannen. Daarnaast kwalificeerden de nummers 1 en 2 van het NK afstanden eind december 2015 zich voor het WK. De ploegen voor de achtervolging en de massastart werden later door de bondscoach aangewezen.
Jan Blokhuijsen werd op het laatste moment toegevoegd aan de ploeg vanwege de afzegging van Sven Kramer.[4] Voor de massastart heeft de bondscoach gekozen voor de bekende namen bij zowel de mannen als de vrouwen.[5]