Gebruiker:Ecritures/Salons

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een literaire salon is een bijeenkomst (meestal bij iemand thuis) waar verschillende schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars elkaar regelmatig ontmoeten om literatuur, poëzie, filosofie en soms andere (beeldende) kunsten en politiek te bespreken. De bijeenkomsten - georganiseerd door zogenaamde salonnières - bloeiden vooral in de 17e en 18e eeuw in Frankrijk. Maar ook in latere eeuwen en in andere Europese landen als Duitsland, Italië, Spanje en Engeland vonden vergelijkbare literaire bijeenkomsten plaats. Uitgangspunt van deze literaire salons was veelal om volgens Horatius's regels in Ars Poetica zowel plezier te geven als te onderwijzen (aut delectare aut prodesse). Tijdens Franse de Verlichting speelden salons een grote rol in het ontstaan van de Verlichtingsfilosofieën. Bekende Franse (literaire) salonnières waren onder andere: Madeleine de Scudéry, Julie de Lespinasse, Madame de Staël en Virginie Ancelot.

De Franse literaire salons zijn de bekendste literaire en intellectuele bijeenkomsten die door de salonnières werden georganiseerd. In het achttiende-eeuwse Engeland werden de vrouwelijke deelnemers aan dergelijke bijeenkomsten bluestockings (Nederlands: blauwkousen) genoemd. Deze naam werd in eerste instantie gegeven aan intellectuele vrouwen die de bijeenkomsten bezochten van de Blue Stockings Society, geleid door de criticus Elizabeth Montagu. In latere tijd werd de term bluestocking - net als de term blauwkous in Nederland - een spotnaam.

In de negentiende eeuw werden onder andere in Parijs en Brussel grote jaarlijkse tentoonstellingen van schilderijen georganiseerd; deze tentoonstellingen werden ook salon genoemd, zoals de Salon van Parijs of de Salon des Refusés. Dit waren geen literaire, filosofische of politieke bijeenkomsten, maar tentoonstellingen van schilderijen en andere beeldende kunst.

Algemeen[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks dat het in de zestiende eeuw steeds gewoner werd dat mensen konden lezen - de schatting is dat tegen het einde van de zestiende eeuw ongeveer 50% van de stedelijke bevolking kon lezen - , was het zeker nog niet gewoon dat ook vrouwen konden lezen, laat staan schrijven. Vrouwelijke aristocraten en prinsessen werd het wel aangeraden te leren lezen op voorwaarde dat hun vaders en echtgenoten goed in de gaten hielden wat ze zouden lezen. Het was in de renaissance dan ook zeldzaam een vrouwelijke schrijver of dichter te zien. In het Zuid-Franse Lyon was Louise Labé een uitzondering. Deze dichteres van liefdesgedichten - een genre dat door de eeuwen heen wel geschikt werd geacht voor vrouwen - vormde samen met Maurice Scève het middelpunt van een groep dichters, genaamd de Ecole de Lyon. Waar het werk (en de gesprekken van vrouwen) vaak werden beschouwd als een privézaak, alleen bestemd voor hun familie had Labé een groot - grotendeels vrouwelijk - publiek om haar heen verzameld dat haar gedichten las[1]. Hoewel de Ecole de Lyon in de letterlijke zin van het woord geen salon vormde zoals dat later in de 17e en 18e tot bloei kwam - was deze school de eerste literaire groepering voor de La Pléiade. Deze groep humanistische dichters met o.a. Joachim du Bellay en Pierre de Ronsard kwamen regelmatig samen om over hun humanistische ideeën en werken te spreken.

Wanneer men gewoonlijk aan de salons denkt, denkt men allereerst aan de 17e- en 18e-eeuwse Franse salons waar voornamelijk in Parijs een groot aantal bijeenkomsten werden georganiseerd. In de 17e eeuw hadden de verschillende salons in Frankrijk een belangrijke invloed op het literaire leven. Allereerst werd vrouwen de aangeboren eigenschap toegedicht dat zij perfect in staat waren kritisch artistiek werk te beoordelen. Daarnaast schreven de (vrouwelijke) salonnières zelf ook literair werk en drukten ze ook op die wijze een stempel op de literaire cultuur.[2] Deze duidelijke relatie tussen de wereldse salons en de literaire productie is specifiek voor de 17e eeuwse salons. De belangrijkste literaire productem van de salons, of ruelles, waren brieven, memoires en romans. [3] Waar de salonnières in de 18de eeuw een meer gastvrouw-achtige rol speelden, was de actieve bijdrage van de 17eeuwse salonnières meer participerend. Zo ontving Catherine de Vivonne, de markiezing van Rambouillet in haar chambre bleue in haar huis het Hôtel de Rambouillet de gasten van haar salons. Onder de regelmatige bezoekers bevonden zich Anna Genoveva van Bourbon-Condé, Pierre Corneille, Madame de La Fayette, Madame de Sévigné, Kardinaal de Richelieu en Georges de Scudéry (de broer van Madeleine).

Ook de wekelijkse bijeenkomsten (les samedis) van Madeleine de Scudéry waren erg bekend indertijd. Deze werden bezocht door onder andere Madame de La Fayette, Madame de Sévigné, Charles de Sainte-Maure, hertog van Montausier, La Rochefoucauld, Valentin Conrart, Jean Chapelain en Simon Arnauld de Pomponne.

In de achttiende eeuw ontstond een kosmopolitisme waarbij de gegoede klassen uit verschillende landen regelmatig via de koffiehuizen van Londen, de salons in Parijs, via briefwisselingen of in de Academies met elkaar discussieerden over de wetenschap, kunsten en politiek. Ook Europese vrouwen - voor wie het veel lastiger was om aan intellectuele bijeenkomsten deel te nemen of opleidingen te volgen - traden regelmatig met elkaar in contact om over literaire, filosofische en soms zelfs politieke zaken te spreken.[4]

Engeland[bewerken | brontekst bewerken]

De criticus en salonnière Elizabeth Montagu startte rond 1750 de Blue Stockings Society, een literair en educatief netwerk. Samen met Elizabeth Vesey organiseerde Montagu de bijeenkomsten in haar eigen huizen. De literaire deelnemers aan deze literaire salons werden bluestockings (Nederlands: blauwkousen) genoemd. Deze naam werd in eerste instantie alleen gegeven aan de intellectuele vrouwen die de bijeenkomsten van het de Blue Stockings Society bezochten. Later werd bluestocking - net als de term blauwkous in Nederland - een spotnaam. De herkomst van de naam is niet volledig duidelijk. waarschijnlijk verwijst de blue stocking (blauwe kous) naar de blauwe kousen die de welgestelde heren midden achttiende eeuw in hun vrije tijd droegen. Op het werk droegen mannen gewoonlijk zwarte kousen. Uitgever Benjamin Stillingfleet had niet genoeg geld om met de gebruikelijke zwarte kousen de bijeenkomst georganiseerd door Montagu te bezoeken. Om de informaliteit van de bijeenkomsten te onderstrepen werd hem toegestaan om in zijn blauwe kousen bij de bijeenkomsten aan te sluiten.

Belangrijke kern van de leden van de Blue Stockings Society werd gevormd door - naast organisatoren Elizabeth Montagu en Elizabeth Vesey - Hester Chapone, Elizabeth Carter, Lynch Piozzi, Hannah More en Frances Burney. De bekendste bezoekers van de bijeenkomsten waren onder andere Edmund Burke, David Garrick (acteur), Samuel Johnson (schrijver), Ada Lovelace, Joshua Reynolds, Mary Wortley Montagu en Horace Walpole.

Oostenrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Frankrijk[bewerken | brontekst bewerken]

Salonnières uit de zestiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Louise Labé

In het midden van de zestiende eeuw ontstond in het Zuid-Franse Lyon - indertijd een cultureel levendige stad - de Ecole de Lyon, een groep dichters rondom Louise Labé en Maurice Scève. Vooral rondom Labé vormde zich een groep andere vrouwelijke dichters zoals Pernette du Guillet

Salonnières uit de zeventiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Salonnières uit de achttiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Salonnières uit de negentiende eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Salonnières uit de XXe eeuw[bewerken | brontekst bewerken]

Catherine de Vivonne, de Markiezin van Rambouillet (1588, Rome - 2 december 1665, Parijs) was een Franse salonnière die in haar huis goedbezochte salons organiseerde.

Hôtel de La Rochefoucauld: Virginie Ancelot (1824 - haar dood) (een van de laatste grote literaire salons in Parijs)

Marie Bruneau des Loges

Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]

Italië[bewerken | brontekst bewerken]

In de achttiende eeuw waren veel vrouwen uit de midden- en hogere klasse in staat om zich in andere talen dan hun moedertaal uit te drukken. Veel Britse en Franse vrouwen maakten - net als hun mannelijke collega's - een Grand Tour naar het huidige Italië. In de achttiende eeuw was wat wij in de 21ste eeuw Italië noemen een grote verzameling onafhankelijke koninkrijken en staten. In de meeste grote steden als Turijn, Milaan, Genua, Bologna, Florence, Venetië , Rome en Napels werden literaire salons georganiseerd. Deze verschilden echter van staat tot staat.

Overig[bewerken | brontekst bewerken]