Gebruiker:Zomerklokje/Toneel
Portaal
- intro/Adopteer een Vondeling
- Privé/Kinder-Lyk (poëzie; geen drama)
- Politiek/Palamedes-Stokske-Roskam
- Kunst/Seneca-Sofokles
- Religie/Lucifer
- Plaatsen
Vertalingen en onvoltooide stukken
Het Pascha · Hierusalem verwoest · Palamedes · De Amsteldamsche Hecuba · Gijsbrecht van Aemstel · Maeghden · Gebroeders · Jozef in Dothan · Jozef in Egypten · Peter en Pauwels · Maria Stuart · Leeuwendalers · Salomon · Lucifer · Salmoneus · Jeptha · Koning David in ballingschap · Koning David herstelt · Samson · Adonias · Batavische gebroeders · Faëton · Adam in ballingschap · Zungchin · Noah
Portaaltje
Vertalingen en onvoltooide stukken[bewerken | brontekst bewerken]
- Rozemont (onvoltooid)
- Smit, W.A.P., 1956, Rozemont en Messalina, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 220-228
Vertalingen
- Ovidius 13-15
- Hippolytus (1628) Seneca's Phaedra
- Smit, W.A.P., 1956, Hippolytus, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 144-153
- Iosef of Sofompaneas (1635) Hugo de Groot (Sofompaneas)
- Smit, W.A.P., 1956, Sofompaneas, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 154-173
- Elektra van Sophokles (1639)
- Smit, W.A.P., 1956, Elektra, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 229-240
- Koning Edipus Uit Sofokles (1660)
- Smit, W.A.P., 1959, Koning Edipus, in: Van Pascha tot Noah. Deel 2: Salomon - Koning Edipus, p. 380-392
- Ifigenie in Tauren Uit Euripides (1666)
- Smit, W.A.P., 1962, Ifigenie in Tauren, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen tot Noah, p. 432-448
- Feniciaensche (1668) Euripides
- Smit, W.A.P., 1962, Feniciaensche, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen tot Noah, p. 571-579
- Sofokles Herkules in Trachin (1668)
- Smit, W.A.P., 1962, Herkules in Trachin , in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen tot Noah, p. 580-588
Episch gedicht
- Joannes de Boetgezant (1662) vgl. Buchanan: DBNL(KB)
DEEL 1
- Het Pascha [ofte de Verlossinge Israels wt Egypten] (1612)
DEEL 2
- Hierusalem verwoest (1620)
- Palamedes [oft Vermoorde onnooselheijd] (1625)
- De Amsteldamsche Hecuba (1626)
DEEL 3
- Gysbreght van Aemstel (1637)
- Messalina (onvoltooid) [zie https://www.dbnl.org/tekst/smit021vanp01_01/smit021vanp01_01_0010.php]
- Maeghden (1639)
- Rozemont (onvoltooid)
- Gebroeders (1640)
DEEL 4
- Joseph in Dothan (1640)
- Joseph in Egypten (1640)
- Peter en Pauwels (1641)
DEEL 5
- Maria Stuart [of Gemartelde Majesteit] (1646)
- Leeuwendalers (1647)
- Salomon (1648)
- Lucifer (1654)
- Salmoneus (1657) -> DP aanmaken
- Jeptha [of Offerbelofte] (1659)
DEEL 9
- Koning David in Ballingschap (1660)
- Koning David herstelt (1660)
- Samson [of Heilige Wraeck] (1660)
- Adonias [of Rampzalige kroonzucht] (1661)
- Batavische gebroeders [of Onderdruckte vryheit] (1663)
DEEL 10
- Faëton of Reuckeloze stoutheit (1663)
- Adam in Ballingschap [of Aller treurspelen Treurspel] (1664) deel twee van de trilogie over de zondevallen
- Zungchin [of Ondergang der Sineesche heerschappije] (1667)
- Noah [of Ondergang der eerste weerelt] (1667) deel drie van de trilogie over de zondevallen
Het Pascha[bewerken | brontekst bewerken]
-
typologie in Biblia Pauperum
-
Nuremberg chronicles f 29v
-
Speculum Darmstadt 2505 14v
-
Johann Sadeler naar Marten van Cleve, 1585, Antwerpen
-
naar Holbein
Het Pascha | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | ca. 1610 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | "tragi-komedie" | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Het Pascha is het eerste toneelstuk van Joost van den Vondel. Het werd in 1612 gepubliceerd, maar Vondel had het waarschijnlijk enkele jaren eerder, op 23-jarige leeftijd, geschreven. Hij noemde het een tragi-komedie of blij-eyndich spel omdat het een treurspel is met een 'blij einde'.
De stof is ontleend aan het verhaal van uittocht van de Israëlieten uit Egypte, zoals beschreven in het Bijbelboek Exodus.
Invloeden: Horatius (literatuur ter lering en vermaak), de Franse 'tragi-comedie', de lezing van het Oude Testament als voorafschaduwing van het Nieuwe Testament.[1] In Het Pascha bekommert Vondel zich nog niet om de eenheid van plaats.[2]
Het sluit nog aan bij de rederijkerstraditie, maar vertoont ook invloeden van de 16e-eeuwse humanistische ideeën/opvattingen over toneel als sprekende schilderijen.
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
In de oorspronkelijke spelling:
- Godt de Heere.
- Moyses, Aaron, Corach, Iosua en Caleb – d'Outste der Hebreen.
- Pharao – den Koningh.
- Tiphus en Serax – Droom-bedieders ende Toovenaers.
- Albinus – Velt-hooftman met syn Heir-legher.
- Den Reye der Egyptenaren.
- Den Reye der Israeliten.
- Fama, oft t'vlieghende Gherucht.
- Choor – de leerlijcheyt ofte moralisatie van't Spel.
Het kopje boven de lijst met personages luidt in de oorspronkelijke tekst: Beelden van 't blij-eyndich spel. De beelden zijn hier de personen of rollen die de acteurs 'uitbeelden'. Vondel gebruikt twee verschillende soorten koren: de reien van de Egyptenaren en de Israëlieten verwoorden de emoties van de personages, terwijl het choor de daden van de personen beoordeelt en er een moraliserende of zedelijke uitleg aan geeft.[3] Verder is dit het enige toneelstuk waarin Vondel God zelf sprekend ten tonele voert (zoals in middeleeuwse mirakelspelen gebruikelijk was). (WB p. 183, noot 146)
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Eerste bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
a) Mozes en God. GODT verschijnt Moysi inden vlammenden Bosch (Exodus 3:2v)
Mozes op de berg Horeb. God spreekt tot hem. Brandende doornstruik. -> opdracht om het volk van Israël uit Egypte te leiden
b) Korach, Jozua en Caleb.
Korach is vertwijfeld geraakt door de ellende die ze te verduren krijgen, maar Jozua en Caleb spreken hem moed in: We moeten op God blijven vertrouwen.
c) + Mozes en Aäron.
Mozes doet verslag van zijn ontmoeting en Gods belofte dat Hij de Israëlieten naar het beloofde land zal leiden.
- Morele les van het koor: Verkies het hemelse boven het aardse.
Tweede bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Derde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vierde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vijfde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1612, Het Pascha ofte De verlossinge Israels wt Egijpten, Tot Schiedam, By Adriaen Cornelison boeckdrucker
- Moller, H.W.E. (red.), 1927, Het Pascha, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 1. 1605-1620, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1612; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Het Pascha, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 31-60
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Hierusalem verwoest[bewerken | brontekst bewerken]
Hierusalem verwoest | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1620 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Hierusalem verwoest is het tweede toneelstuk van Joost van den Vondel. Hij schreef het in 1620. Na de publicatie van Het Pascha in 1614 had Vondel Latijn geleerd en had hij zo kennisgemaakt met de originele tekst van de tragedies van Seneca, die op dat moment zijn grote voorbeeld was. Hierusalem verwoest is dan ook deels gemodelleerd naar Troades van Seneca.[1]
Voor de inhoud baseerde hij zich op de historische bronnen over Titus' Joodse veldtocht, zoals die destijds bekend waren: Flavius Josephus, Hegesippus, Eusebius, Carion. In zijn voorwoord vermeldt Vondel trots dat hij die in het originele Latijn had gelezen. Verder legt hij er de nadruk op dat het een Bijbels en christelijk toneelstuk is en dat het moreel daarom hoger staat dan de 'verzierde twist' van de Trojaanse fabel van Seneca.[2]
Vondel op zoek naar het perfecte treurspel; voorbeeld van Hooft (eenheid van tijd en plaats); in Het Pascha had Vondel zich nog niet bekommerd om de eenheid van plaats[3]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
De Treurspeelders zijn deze:
- Iosephvs – een dapper Voorvechter der Ioden.
- Titvs – de Keyzer.
- Librarivs – Rothmeester.
- De rey van Roomsche Soldaten.
- De dochter Sion.
- De rey van StaetIonffren.
- De rey van Ioodsche Vrouwen.
- De rey van Iodinnen in 't algemeen.
- Phineas – Priester.
- De rey van Priesteren.
- Terentivs – Hopman.
- Fronto – Drossaert.
- Simeon – Bisschop van Ierusalem.
- De rey van Christenen.
- Gabriel – een Engel.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Eerste bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
a)
b)
c)
Tweede bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Derde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vierde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vijfde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1620, Hiervsalem verwoest. Treurspel, Amsterdam
- Moller, H.W.E. (red.), 1929, Hiervsalem verwoest, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1620; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Hierusalem verwoest, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 61-96
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Palamedes[bewerken | brontekst bewerken]
Palamedes | ||||
---|---|---|---|---|
Roelant Savery, Allegorische titelprent voor Vondels Palamedes, 1625, Rijksmuseum Amsterdam
| ||||
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1625 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | treurspel, hekeldrama | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Palamedes is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1625. Het wordt gerekend tot zijn 'humanistische periode' waarin hij de allegorische, Bijbelse werken, zoals Het Pascha en Hierusalem verwoest, tijdelijk verruilde voor onderwerpen uit de klassieke oudheid.
Palamedes is een satire of hekeldrama op de terechtstelling van Johan van Oldenbarnevelt in 1619. Omdat Vondel het nog "te vroeg" vond voor een openlijke behandeling van de stof, goot hij zijn kritiek in de vorm van een Griekse tragedie.[1] Zoals hij wel verwachtte, hadden de autoriteiten weinig moeite om zijn bedoelingen te doorzien en kreeg hij een boete.
Het commentaar van Daniël Heinsius op de tragedies van Seneca kan Vondel (mogelijk via Meursius) het idee aan de hand hebben gedaan voor het onderwerp van zijn satire: ... Zo kreeg hij de kans om als het ware een vervanger in het leven roepen voor de verloren gegane tragedie Palamedes van Euripides, waarin het lot van Palamedes symbool stond voor de dood van Socrates (volgens Heinsius ?). De vele verwijzingen in het stuk naar Griekse en Latijnse teksten zijn hem waarschijnlijk aangereikt door de classicus Johannes Meursius, die hem mogelijk ook op de passage van Heinsius heeft gewezen [het idee voor het personage Palamedes [onderwerp] aan het hand heeft gedaan] en volgens sommige bronnen zelfs een soort synopsis voor het stuk heeft geschreven. De literaire uitwerking van het materiaal is echter onomstotelijk van Vondel afkomstig.[2]
Onder de titelprent van Roelant Savery staat het vers:
Het ongediert begrimt met open muijl, en pooten
Manhafte onnooselheijd, in't beestenperck verstooten:
Noch swichtse niet, hoe seer de boosheid brult, en tiert:
Maer spreeckt voor 't heijligh recht: Themis haer lauriert
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Palamedes.
- Rey van Euboeers.
- Rye van Ithakoisen.
- Megeer.
- Sisyphus.
- Ulysses.
- Ulysses dienaer.
- Diomedes.
- Rey van Peloponnesers en Ithakoisen.
- Eurypilus.
- Schildwacht.
- Agamemnon.
- Agamemnons dienaer.
- Nestor.
- Aiax.
- Oates.
- Thersites.
- Calches.
- Bode.
- Neptuin.
- Priam.
- Hecuba.
- Rey van Trojaensche Maegden.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Eerste bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
a)
b)
c)
Tweede bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Derde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vierde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vijfde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1625, I.V. Vondelens Palamedes oft Vermoorde Onnooselheyd. Treur-spel, Nvnc Cassvm Lvmine Lvgent., Amsterdam, By Jacob Aertsz. Colom
- Moller, H.W.E. (red.), 1929, Palamedes, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1625; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Palamedes, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 99-131
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
De Amsteldamsche Hecuba[bewerken | brontekst bewerken]
De Amsteldamsche Hecuba | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1626 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
De Amsteldamsche Hecuba is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1626. Het is zijn vertaling van Seneca's tragedie Troades (Trojaanse vrouwen). Hij werd hierbij geassisteerd door zijn humanistische vriendenclub onder leiding van P.C. Hooft.
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Hecuba.
- Rey van vrouwen.
- Talthybius.
- Pyrrhus.
- Agamemnon.
- Calchas.
- Andromache.
- Raedsman.
- Ulysses.
- Astyanax.
- Helene.
- Bode.
vgl. Seneca (en:Troades (Seneca))
- Hecuba, queen of Troy, wife of Priam
- Chorus of Trojans
- Talthybius, Greek herald
- Agamemnon, Greek king
- Kalchas, Greek seer
- Helena, "Helen of Troy"
- Pyrrhus, son of Achilles
- Andromache, wife of Hector
- senex (old man)
- Ulysses, Greek Hero
- Astyanax, son of Andromache and Hector
- nuntius (messenger)
- Polyxena, daughter of Hecuba and Priam (silent role)
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1626, De Amsteldamsche Hecuba. Treur-Spel, Amsterdam, By Iacob Aertsz. Calom
- Moller, H.W.E. (red.), 1929, De Amsteldamsche Hecuba. Treurspel, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1626; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, De Amsteldamsche Hecuba, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 132-143
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Gijsbrecht van Aemstel[bewerken | brontekst bewerken]
Vondels christelijke tegenhanger van Vergilius Aeneis.[1]
Maeghden[bewerken | brontekst bewerken]
Maeghden | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1639 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Maeghden is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1639. Het is de Keulse tegenhanger van zijn Gijsbrecht van Aemstel en behandelt de legende van de heilige Ursula en haar elfduizend maagden. Vondel, die geboren was in Keulen, heeft volop zowel legendarische als historische bronnen geraadpleegd, maar – zoals hij zelf in het voorwoord schrijft – bij de uitwerking daarvan tot toneelstuk volgde hij "de wetten, regelen en vrijheid der poëzije".[2]
Behalve echo's van de Gijsbrecht is in het stuk ook invloed van zijn vertaling van Elektra van Sofokles/Sophocles te vinden.
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Aquilin – Aertsbisschop van Keulen.
- Burgemeesters.
- Bode.
- Attila – Koning der Hunnen.
- Juliaen – Veldmaerschalck.
- Ursul – Koningin van Britanje.
- Rey van Agrippiners.
- Beremond – Aertsoffervinder en Legerwichelaer.
- Sinte Ursuls Geest.
- Sint AEthereus Geest.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Eerste bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
a)
b)
c)
Tweede bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Derde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vierde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
XXX
- Rei van de
Vijfde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1639, J. V. Vondels Maeghden. Treurspel, Amsterdam, Voor Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1929, Maeghden, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1639; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Maeghden, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 241-262
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Gebroeders[bewerken | brontekst bewerken]
Gebroeders | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1640 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Gebroeders is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1640. Volgens de literatuurhistorici luidt het stuk een nieuwe fase in, waarin Vondel minder onder invloed staat van Hugo de Groot en de werken van Seneca, en zich onder begeleiding van Vossius meer oriënteert op Sofokles en Euripides. Gebroeders is vooral Vondels poging een christelijke tegenhanger te schrijven van Sofokles' Elektra, de door hem bewonderde tragedie die hij kort ervoor [uit het Grieks] vertaald had.[1]
Het Bijbelse verhaal is ontleend aan 2 Samuël 21: 1-14. Daarnaast heeft Vondel ook Antiquitates Judaicae van Flavius Josephus geraadpleegd. Het centrale thema is, net als in Elektra, dat machthebbers die zich misdragen, gestraft moeten worden. In dit geval is het Saul die een slachtpartij onder de Gibeonieten heeft aangericht, waarna God het land met droogte treft. Intussen is David koning geworden en vraagt hij aan God hoe hij de dreigende hongersnood kan afwenden. -> zoenoffer enz. [2]
Aan het verhaal zoals hij dat in zijn bronnen aantrof, voegde Vondel een eigen element toe: hij laat David twijfelen of hij de eis van de Gibeonieten – wat tevens een bevel van God is – wel moet uitvoeren. Hij gebruikt dit gegeven (in het voorwoord) om een parallel te trekken met Christus in Getsemane [die]. Hij benadrukt op deze manier dat David (in zijn opvatting / in het christendom werd gezien als) de voorafschaduwing is van Christus.[3]
Dichterlijke vrijheid t.a.v. gewijde teksten...[4]
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
Personagien.
- Abjathar – Aertspriester.
- Rey van Priesteren.
- David – de Koning.
- Levyten.
- Gabaonners.
- Benajas – Overste der hofbenden.
- Rispe – Sauls en Abners weduwe.
- Michol – de Koningin.
- De Gebroeders.
- Mephiboseth – Ionathans zoon.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1640, J. V. Vondels Gebroeders. Treurspel, Amsterdam, Voor Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1929, Gebroeders, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1640; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Gebroeders, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 265-302
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Jozef in Dothan[bewerken | brontekst bewerken]
Jozef in Dothan | ||||
---|---|---|---|---|
Jan Pynas, Jakob ontvangt de bebloede mantel van Jozef (Genesis 37:33-34), 1618, Hermitage, Sint-Petersburg
| ||||
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1640 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Jozef in Dothan is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1640.
Inspiratie: eerste vonk < Pynas; uitwerking/exra motieven < Sophompaneas van Hugo de Groot & Jan Tonnis; oude bronnen: Genesis 37, Antiquitates Judaicae van Flavius Josephus[1]
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Spreeckende Personagien.
- Rey van Engelen.
- Joseph.
- Simeon.
- Levi.
- Iudas.
- Ruben.
- Vrachtmeester.
- Zwygende.
- d' Andere zes Broeders.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1640, J. V. Vondels Joseph In Dothan. Treurspel, Amsterdam, Voor Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1930, Joseph In Dothan, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1640; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Joseph in Dothan, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 303-354
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Jozef in Egypten[bewerken | brontekst bewerken]
Jozef in Egypten | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1640 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Jozef in Egypten is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1640.
Verhaal: Jozef en de vrouw van Potifar ()
Bronnen: Genesis 39; Flavius Josephus
Een 'christelijke Hippolytus' (imitatio van Seneca's Phaedra)[1]
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Rey van Engelen.
- Joseph.
- Voester.
- Staetjoffers.
- Jempsar.
- Potiphar.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1640, J. V. Vondels Joseph In Egypten.. Treurspel, Amsterdam, Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1930, Joseph In Egypten., in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1640; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Joseph in Egypten , in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 355-385
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Peter en Pauwels[bewerken | brontekst bewerken]
Peter en Pauwels | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1641 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Peter en Pauwels is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1641.
Verhaal: martelaarschap van Petrus en Paulus in Rome onder keizer Nero. Een van de toneelstukken waarin hij duidelijk maakt dat hij voor de rooms-katholieke kerk heeft gekozen, zonder het conflict rooms-protestants op de spits te drijven. De gebeurtenissen spelen zich tenslotte tijdens het begin van de christelijke kerk af, lang voor de recente godsdiensttwisten (in tegenstelling tot Maria Stuart). Het is vooral een viering van zijn "coming-out".[1]
Bronnen:[2]
- de Bijbel: Handelingen
- Baronius, Annales Ecclesiastici (1642)
- Tacitus, Annales
- Suetonius, Vitae Caesarum
Rolverdeling (Personagien)[bewerken | brontekst bewerken]
- Simon Toveraer – Geesten.
- Elymas – Geesten.
- Petronel – Leerlingen der Apostelen.
- Plautil – Leerlingen der Apostelen.
- Peter – Apostels.
- Pauwels – Apostels.
- Rey. van gekerstende Soldaten.
- Cornelia – Moeder der Nonnen van Vesta.
- Aertsofferwichelaer.
- Domitius Nero – de Keizer.
- Agrippa – zijn Opperste.
- Linus – Sint Peters nazaet.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1641, J. V. Vondels Peter en Pauwels. Treurspel, Amsterdam, Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1930, Peter en Pauwels., in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1641; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Peter en Pauwels, in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 386-411
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Maria Stuart[bewerken | brontekst bewerken]
Maria Stuart | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 1646 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Maria Stuart is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1646. Uit angst voor repercussies verscheen de eerste uitgave anoniem en de uitgever gaf zichzelf een pseudoniem: In d'oude druckerye te Keulen. Vondel werd echter al snel ontmaskerd, omdat de uitgever zo onverstandig was geweest om twee gedichten aan het toneelstuk toe te voegen, waarvan iedereen wist dat Vondel ze had geschreven.[1]
Verhaal: de onthoofding van de rooms-katholieke Maria I van Schotland (ook bekend als Mary, Queen of Scots) in 1587. De aanleiding om het toneelstuk te schrijven was waarschijnlijk de burgeroorlog die op dat moment in Engeland woedde en die de positie van Mary's kleinzoon, Karel I, aan het wankelen bracht. Drie jaar later, in 1649, zou ook hij op het schavot belanden.[2]
Bronnen:[3]
- William Camden, Elogium in: Annales rerum Anglicarum et Hibernicarum, regnante Elizabeth
- Nicolas Causin, Le combat de toutes les passions, représenté au vif en l'histoire de la Reine Marie Stuart, in: La Cour sainte (Parijs 1627)
- voor diverse details, zie: WB V pag. 940-943
Rolverdeling (Personaedjen)[bewerken | brontekst bewerken]
- Biechtvader.
- Melvin – Hofmeester.
- Burgon – Lijfarts.
- Rey van Staetjofferen.
- Maria Stuart – Monarche van Groot Britanje.
- Kenede' – Kamenier.
- De Graven – Halsrechters.
- Paulet – Slotvooght.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1646, Maria Stuart of Gemartelde Majesteit, Te Kevlen In d'oude druckerye. MDCXLVI.
- Moller, H.W.E. (red.), 1931, Maria Stuart, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1646; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, Maria Stuart , in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 412-445
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Leeuwendalers[bewerken | brontekst bewerken]
Leeuwendalers | ||||
---|---|---|---|---|
C.J. Visscher, Leo Belgicus, 1609
| ||||
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 7 mei 1648 | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Landspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Leeuwendalers is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1647-1648. Het is Vondels enige lantspel oftewel een naar het Nederlandse boerenland verplaatst herdersspel in de traditie van Vergilius' Bucolica. Vondel schreef het in het kader van de viering van de Vrede van Münster. De première vond plaats op 7 mei 1648.[1]
Rolverdeling (Personaedjen)[bewerken | brontekst bewerken]
- Kommeryn – Vredegunts minnemoeder.
- Blinde Wouter – roeper en bode.
- Adelaert – Lantskroons voesterkint.
- Hageroos – Groote Vrericks voesterkint.
- Rey van Leeuwendalers
- Heereman – Heemraet van de Zuidtzijde. (lid van de dorpsraad)
- Volckaert – Heemraet van de Noortzijde.
- Lantskroon – Heerschappen.
- Vrerick – Heerschappen.
- Warner – Huismans. (boer)
- Govaert – Huismans.
- Velleede – Priesterin en Waerzeggerin van Pan.
- De Wildeman.
- Pan – Vee-en-jaghtgodt.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Vondel bezingt dichterlijk de verzoening tussen Noord en Zuid in Leeuwendal. Onder een heidens mythologisch mom stelt hij het voor, alsof op een feest ter ere van de god Pan een vete is ontstaan tussen Noord en Zuid, waardoor jaarlijks een jongeling van Noord of Zuid, door het lot aangewezen, moet worden geofferd als zoen voor de beledigde godheid. Naar de spreuk van een orakel zal deze plaag pas dan ophouden als de Wildeman, die uit naam van Pan steeds het offer komt opeisen, zijn boog zal richten op zijn eigen hart. Dit geschiedt, als Adelaert, door het lot aangewezen, zich op het moment dat de Wildeman komt om hem te treffen, zich plotseling gedekt ziet door Hageroos, een vondelinge, wier afkomst nu door de voedster, Kommerijn, wordt geopenbaard. Zij is uit het geslacht van Pan en nu is de orakelspreuk in vervulling gegaan; de vrede tussen Noord en Zuid wordt een feit, en Adelaert en Hageroos, die elkaar al lange tijd liefhadden, worden in het huwelijk verenigd...
Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]
Interpretatie/Analyse[bewerken | brontekst bewerken]
Opvoeringsgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Hoorspel[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1647, I.V. Vondels Leeuwendalers. Lantspel., Amsterdam, Voor Abraham de Wees, Boeckverkooper op den Middeldam
- Moller, H.W.E. (red.), 1931, "Leeuwendalers. Lantspel.", in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1647; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1956, "Leeuwendalers (intermezzo)", in: Van Pascha tot Noah. Deel 1: Het Pascha - Leeuwendalers, p. 446-470
- Porteman, K., 2000, "Vondels vermakelijke Leeuwendalers (1648-1998)", Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, Jaargang 2000, p. 95-105; te lezen op DBNL(KB)
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Salomon[bewerken | brontekst bewerken]
-
Solomon en de koningin van Sheba, Speculum Humanae Salvationis, ca. 1430
-
LvL
-
LvL, ca. 1514
-
LvL, ca. 1517
-
Albrecht Altdorfer
-
Georg Pencz (ca. 1500-1550)
-
Frans Francken the Younger, 1622, J. Paul Getty Museum
-
Willem de Poorter De afgoderij van koning Salomo, ca. 1630-1648, Rijksmuseum, SK-A-757
-
Salomon Koninck, De afgoderij van koning Salomo, 1644, 155 x 171,5 cm, Rijksmuseum, SK-A-2220
-
tekening van Rembrandt, Louvre
-
Jan Erasmus Quellinus (Christie's 2011)
-
Nicolas Vleughels
-
Frans Francken de Jonge (Christie's)
Salomon | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Salomon is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1648. Het is het eerste stuk waarin Vondel zijn nieuwe inzichten met betrekking tot de eisen die aan een klassieke tragedie worden gesteld, in praktijk probeerde te brengen. [...][1]
Bron: 1 Koningen 11 : 1-13. Deze episode in het leven van Salomo, waarin hij heidense vrouwen verkoos boven God, staat bekend als de afgoderij van Salomo. Ze is in de 16e eeuw in prenten uitgebeeld door onder anderen Lucas van Leyden. Dat Salomo een tempel liet bouwen voor de afgoden, is niet door Vondel bedacht, maar dit motief kwam al in eerdere bronnen voor en werd in de 17e eeuw geschilderd door schilders uit de omgeving van Rembrandt, zoals Willem de Poorter en Salomon Koninck.[2]
Rolverdeling (Personaedjen)[bewerken | brontekst bewerken]
- Wetgeleerde.
- Ithobal – Een Sidonisch Hofpriester.
- Rey Van Jerusalemmers.
- Sidonische Hofjoffers.
- Sidonia – De Koningin.
- Salomon – De Koning.
- Benajas – Veltheer, en hooft der lijfwacht.
- Sanhedrin – De breede Raet.
- Sabud – 's Konings Vertrouweling.
- Sadock – d'Aertspriester.
- Nathan – De Profeet.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1648, J. V. Vondels Salomon. Treurspel, Amsterdam, Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1931, Salomon, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1648; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1959, Salomon, in: Van Pascha tot Noah. Deel 2: Salomon - Koning Edipus, p. 11-53
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Lucifer[bewerken | brontekst bewerken]
Salmoneus[bewerken | brontekst bewerken]
Salmoneus | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Salmoneus is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1657. Vondel beschouwde het als een heidense, satirische tegenhanger van zijn Lucifer, in zekere zin een tussendoortje. Het toneelstuk werd namelijk uit nood geboren. De Lucifer was na enkele opvoeringen verboden, terwijl er juist veel kosten waren gemaakt voor het dure decor dat de hemel uitbeeldde. Om de kosten te dekken kreeg Vondel het verzoek een nieuw toneelstuk te schrijven waarin het decor alsnog gebruikt kon worden.
Zoals hij in het voorwoord schrijft, ontleende Vondel het basisgegeven van de koning die Jupiter uitdaagde, aan de Aeneis van Vergilius,[1] maar hij werkte dat naar eigen inzichten uit, en wel zo dat hij optimaal het bestaande decor kon benutten.
Vergilius schrijft slechts ...:
oock zag ick'er Salmoneus wreedelijck pijnigen, vermits hy Jupijns blixem en donder nabootste. Dees liet zich, door Griecken en midden door de stat Elis, van vier paerden omvoeren, en zwaeiende een barnende fackel, braveerde de Goden, en stack hun naer de kroon: die zinnelooze durf, over zijn kopere brugh met paerden heen rennende, donder en blixem, dat niemant vermagh, nakuischen: maer d'almaghtige Vader, nochte om fackel nochte roockerigh tortslicht verlegen, schoot uit de dicke wolcken, en dreef hem met eenen vreesselijcken dwarrelwint, dat hy tuimelde ... (Vondels prozavertaling uit 1646)
Vondel voegde hieraan toe:
De verwaende [verwaten] Koning, hier mede niet genoeght, laet het mercktvelt, hof, en tempel, en de hofstraet, tot de brugge toe, van buiten, als een lucht en hemel, met wolcken en starren bekleeden, en toestellen.[2]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
Spreeckende personaedjen.
- Pizaners – Nagebuuren van Elis.
- Diodoor – Kerckwachter.
- Rey van Priesteren.
- Theofrastus – Aertspriester van Jupijn in Elis.
- Bazilides – Veltheer en hooft der hofbenden.
- Hierofant – 's Konings Hofpriester.
- Salmoneus – Koning van Elis.
- Filotimie – Koningin van Elis.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1657, J. V. Vondels Salmoneus. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1931, Salmoneus, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1657; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1959, Salmoneus (intermezzo), in: Van Pascha tot Noah. Deel 2: Salomon - Koning Edipus, p. 181-239
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Jeptha[bewerken | brontekst bewerken]
-
De twaalf Rechters van Israel (serietitel): Ibsan en Jefta , RP-P-1964-650
-
Jacob Savery, Landschap met de geschiedenis van de dochter van Jefta, ca. 1580-1590, SK-A-2117
-
Naar Pieter de Jode, Geschiedenis van Jefta (serietitel): Jefta geeft zijn dochter toestemming om de bergen in te gaan, 1643, RP-P-OB-73.927
Jeptha | ||||
---|---|---|---|---|
onderschrift
| ||||
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Jeptha is een treurspel van Joost van den Vondel uit 1659. Hij zocht revanche voor de kritiek op Lucifer en wilde de perfecte model-tragedie afleveren.[1]
Voorbeeld: Jephthes sive votum (1554) van George Buchanan; Bijbelse bron: Richteren 10-12. Vondel wilde het toneelstuk van Buchanan navolgen zonder van het Bijbelverhaal af te wijken. Buchanan had namelijk – om de eenheid van tijd te bewaren – de periode van twee maanden die verstreek tussen de fatale ontmoeting van Jefta met zijn dochter en het offer, weggemoffeld en de hele geschiedenis op een dag laten afspelen. Deze moeilijkheid had Vondel veel hoofdbrekens bezorgd en hij kon pas beginnen met schrijven nadat hij dit probleem – waaraan eerder al Daniël Heinsius en [in navolging van hem] Vossius zich hadden gestoord (p. 244, noot 1) – had opgelost.[2]
Bronnen voor interpretatie van het verhaal:[3]
- Nicolaus Serarius S.J., Iudices et Ruth explanati (Mainz 1609)
- Jacobus Salianus S.J:, Annales Ecclesiastici Veteris Testamenti etc. Tomus secundus (Parijs 1620)
Rolverdeling (Personagiën)[bewerken | brontekst bewerken]
Spreeckende Personaedjen.
- Hofmeester – eerste raet.
- Filopaie – Jepthaes gemaelin.
- Slotvooght.
- Rey van Maeghden.
- Ifis – Jeptha's dochter.
- Jeptha – De Lantvooght, rechter, en veltheer.
- Hofpriester.
- Wetgeleerde.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]
Interpretatie/Analyse[bewerken | brontekst bewerken]
Opvoeringsgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1659, J. V. Vondels Jeptha Of Offerbelofte. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1935, Jeptha Of Offerbelofte, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1659; te lezen op DBNL(KB)
- Konst, J.W.H. (red.), 2004, Jeptha, of offerbelofte. Koning David hersteld. Faëton, of roekeloze stoutheid, Amsterdam, Bert Bakker (spelling gemoderniseerd); te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1959, Jeptha, in: Van Pascha tot Noah. Deel 2: Salomon - Koning Edipus, p. 240-379
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Koning David in ballingschap[bewerken | brontekst bewerken]
Koning David in ballingschap | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Koning David in ballingschap is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1660. Het is grotendeels gemodelleerd naar Koning Oedipus van Sofokles.
Het stuk begint na de geschiedenissen van Batseba en Uria, Amnon en Tamar en de wraak van Absalom, op een moment dat de rust lijkt weergekeerd en David en zijn zoon Absalom zich hebben verzoend; maar de afgelopen jaren heeft Absalom in het geheim een staatsgreep voorbereid (en Vondel trekt hier een parallel met Lucifer) en jaagt David op de vlucht. David ziet het als een straf van God voor de fouten die hij in het verleden heeft gemaakt ... Bron: vooral 2 Samuel 15-17:14 (en enkele details uit Antiquitates Judaicae van Flavius Josephus)[1]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
De Treurspeelers.
- Absolon. De Prins.
- Thamar. De Princes.
- David. De koning.
- Rey van Levyten.
- Urias Geest.
- Davids bedgenooten.
- Joab – De Veltheer.
- Bode.
- Tweede Bode.
- Aertspriesters.
- Bersabe – De koningin.
- Achitofel – Hofraet.
- Chusai – Hofraet.
- Simei – Sauls bloetvrient.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1660, J. V. Vondels Koning David In ballingschap. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1936, Koning David In ballingschap, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1660; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Koning David in ballingschap, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 9-58
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Koning David herstelt[bewerken | brontekst bewerken]
Koning David herstelt | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Koning David herstelt is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1660. Het is het vervolg op Koning David in ballingschap. Vondel voelde zich genoodzaakt dit vervolg te schrijven, omdatKoning David in ballingschap niet de perfecte, afgeronde tragedie was geworden die gepland had. In Koning David herstelt moest hij de losse eindjes afhechten.[1]
Het stuk speelt zich af op de beslissende veldslag tussen David en zijn Absalom; bron: 2 Samuel 17-20
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
Treurspeelders.
- Joab – Koning Davids veltheer.
- Sobi – De prins der Ammoniten.
- Rey van hovelingen.
- De veerwacht aen de Jordaen.
- David – De koning van Israël.
- Abisaï – Joabs broeder.
- Amasa – Absolons Veltoverste.
- Berseba – De Koningin.
- Jonathan – Abjathars zoon.
- Achimaäs – Sadox zoon.
- Chusi – De leste bode.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1660, J. V. Vondels Koning David Herstelt. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1936, Koning David Herstelt, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1660; te lezen op DBNL(KB)
- Konst, J.W.H. (red.), 2004, Jeptha, of offerbelofte. Koning David hersteld. Faëton, of roekeloze stoutheid, Amsterdam, Bert Bakker (spelling gemoderniseerd); te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Koning David herstelt , in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 59-111
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Samson[bewerken | brontekst bewerken]
Samson | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Samson is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1660.
Bronnen: handeling: Richteren 16 : 4-31 (voorgeschiedenis Richteren 13:2 - 16:3); Flavius Josephus, Antiquitates Judaicae, Lib. V, cap. X.; Jacobus Salianus S.J., Annales Ecclesiastici Veteris Testamenti etc. Tomus secundus (Parijs 1620); Nicolaus Serarius S.J., Iudices et Ruth explanati (Mainz 1609) [?]; stuk als echo van de David-spelen[1]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
De treurspeelders.
- Dagon – De vorst des afgronts, en allergrootste afgodt der Filistijnen.
- De Tuchtknaep van Samson.
- Samson – De lantvooght, en rechter van Israël.
- De Rey van Iodinnen.
- De Vorst van Gaze.
- De Vorstin van Gaze.
- De Aertspriester der Filistijnen.
- De Waerzeggerin van Akkaron.
- De Kooraelen.
- De Bode.
- Samsons bloetvrienden.
- Fadaël – Samsons geboortengel.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1660, J. V. Vondels Samson of Heilige Wraeck. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1936, Samson. Treurspel, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1660; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Samson, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 112-168
Referenties
|
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Adonias[bewerken | brontekst bewerken]
Adonias | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Adonias is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1661.
"tweede Absalom"
Bronnen: 1 Koningen 2:13-38 ; commentaar van Jacobus Salianus S.J., Annales Ecclesiastici Veteris Testamenti etc., Tomus tertius (Parijs 1621).
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
Treurspeelers.
- Adonias – Davids outste zoon.
- Abizag – Davids weduwe.
- Bersaba – Salomons moeder.
- Rey van hofjofferen.
- Abjathar – aertspriester.
- Joab – out veltheer.
- Salomon – koning over Israël.
- Banajas – overste der hofbenden.
- Sadock – aertspriester.
- Natan – de profeet.
- Chusai – hofraet.
- Achimaas – Sadocks zoon.
- Semei – de koningslasteraer.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1661, J. V. Vondels Adonias of Rampzalige Kroonzucht. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1936, Adonias, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1661; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Adonias, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 169-232
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Batavische gebroeders[bewerken | brontekst bewerken]
Batavische gebroeders | ||||
---|---|---|---|---|
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Batavische gebroeders is een toneelstuk van Joost van den Vondel uit 1663. De aanleiding was waarschijnlijk de inwijding van het Stadhuis op de Dam en de schilderijen over de Bataafse opstand die ervoor waren gemaakt. [1]
Enige toneelstuk dat over een episode uit de vaderlandse geschiedenis gaat: de terechtstelling van Julius Paulus en de gevankelijke wegvoering van Claudius Civillis (door Vondel vernederlandst als "Nikolaes Burgerhart") naar Rome (voorspel van de Bataafse opstand). Keuze voor deze episode zie [2]
Bronnen: Tacitus[3]; Hugo de Groot, De antiquitate reipublicae Batavicae (1610), eigen vertaling: Tractaet vande oudheyt vande Batavische nu Hollandsche Republique (1610) en (waarschijnlijk) andere 17e-eeuwse geschiedschrijvers; prenten van Antonio Tempesta naar Otto Vaenius in Batavorum cum Romanis bellum (1612), die ook het voorbeeld waren voor de schilderijen in het Stadhuis op de Dam (Vondel zag de prenten mogelijk in het huis van burgemeester Cornelis de Graeff) [4]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
Personaedjen.
- Julius Paulus – vorsten der Batavieren.
- Nikolaes Burgerhart – vorsten der Batavieren.
- Heldewyn – zuster van Julius en Burgerhart.
- Rey van Batavische vrouwen.
- Fronto – Presheer der Romainen.
- Kryghsraet.
- Fonteius Kapito – Neroos stadthouder in Nederduitschlant.
- Walburgh – moeder van Julius en Burgerhart.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1663, J. V. Vondels Batavische Gebroeders Of Onderdruckte Vryheit. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1936, Batavische Gebroeders, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1663; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Batavische gebroeders, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 233-281
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:Werk van Vondel
Faëton[bewerken | brontekst bewerken]
Apollo in zijnen tempel (1795)[1]
-
Paulus van Liender, 't Paleis van Febus blinkt voor 't oog met nieuwen glans, ca. 1772
-
Paulus van Liender, 't Paleis van Febus blinkt voor 't oog met nieuwen glans, ca. 1772
-
Cornelis Bogerts, Het toneel verbeeldende Apollo in het Zonnehof, eind 18e eeuw [ca.1750?]
Adam in ballingschap[bewerken | brontekst bewerken]
Zungchin[bewerken | brontekst bewerken]
-
Martini, De bello tartarico
Zungchin | ||||
---|---|---|---|---|
Martinius, De bello tartarico
| ||||
Schrijver | Joost van den Vondel | |||
Taal | Nederlands | |||
Eerste opvoeringsdatum | 16.. | |||
Locatie eerste opvoering | Amsterdam | |||
Soort | Treurspel | |||
Aantal akten | 5 | |||
|
Zungchin of Ondergang der Sineesche heerschappije is een treurspel van Joost van den Vondel uit 1667. [een 'missie-tooneelspel' -> Smit p. 452, noot 1]
onderwerp: de omverwerping van de Chinese Ming-dynastie in 1644 en de dood van de laatste keizer
De staetveranderinge betreft evenals in Noah niet alleen een persoon, maar een hele wereld / een heel rijk.
Bronnen:[2] Jezuïetenmissie; Franciscus Xaverius
- Nicolaas Trigault
- Martinus Martinius S.J., De bello Tartarico Historica, 1654, Antwerpen
- Martinius, Atlas Sinensis, Amsterdam
- Blaeu, Grooten atlas, oft werelt-beschryving (incl. Historie van den Tartarischen oorlog), 1664
- enz.
VOC
- Joan Nieuhof, Het Gezandtschap der Neêrlandische Oost-Indische Compagnie, aen den Grooten Tartarischen Cham, den tegenwoordigen Keizer van China, 1665, Amsterdam
Rolverdeling (Personagiën)[bewerken | brontekst bewerken]
De tooneelisten van dit treurspel.
- Adam Schal – Agripyner, overste der priesteren van de Societeit.
- Rey van Priesteren.
- Us – Aertskantzelier.
- Kolausv – Stedehouder.
- Zungchin – De keizer.
- Jasmyn – De keizerin.
- Pao – De erfprinces.
- Fungiang – De erfprins.
- Xaianga – Vorstin en staetjoffer.
- Lykungzus – De tyran.
- De Geest van Franciscus Xaverius.
Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]
Ontstaan[bewerken | brontekst bewerken]
Interpretatie/Analyse[bewerken | brontekst bewerken]
Opvoeringsgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]
Edities[bewerken | brontekst bewerken]
- Vondel, J. v., 1667, J. v. Vondels Zungchin of Ondergang der Sineesche heerschappije. Treurspel, Amsterdam, Voor de Weduwe van Abraham de Wees
- Moller, H.W.E. (red.), 1937, Zungchin, in: Sterck, J.M.F. e.a. (red.), De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674, Amsterdam, De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur (Wereldbibliotheek), naar de uitgave van 1663; te lezen op DBNL(KB)
Secundaire literatuur[bewerken | brontekst bewerken]
- Smit, W.A.P., 1962, Zungchin, in: Van Pascha tot Noah. Deel 3: Koning David-spelen - Noah, p. 449-506
Referenties |
Categorie:Nederlands toneelstuk Categorie:17e-eeuwse literatuur Categorie:Werk van Vondel
Noah[bewerken | brontekst bewerken]
Rolverdeling[bewerken | brontekst bewerken]
De tooneelisten.*
- Apollion – de koning des afgronts.
- Noe – de boetgezant, en bouheer der arke.
- Rey van Engelewacht.
- De boumeester der arke.
- Achiman – de grootvorst van het oosten.
- Hofmeester – Amptenaers van Achiman.
- Aertsherder – Amptenaers van Achiman.
- Urania – de grootvorstin van het oosten.
- Joffers.
- Cham – Noahs dry zoonen.
- Sem – Noahs dry zoonen.
- Jafed – Noahs dry zoonen.
- Uriel – gerechtsengel.
De Leeuwendalers - plaatjes[bewerken | brontekst bewerken]
-
Simon Fokke, Vondels "Leeuwendaal hersteld door den vrede", (Amsterdams Archief)
-
Willem Writs, Het nieuwe zonnehof,
-
Hendrick Goltzius (naar), Pan achtervolgt Syrinx die in een rietstengel verandert, ca. 1590
-
C.J. Visscher, Leo Belgicus, 1609
-
C.J. Visscher, Leo Belgicus, 1650
-
Gillis van Coninxloo, Berglandschap, Boijmans ["Warande")
-
Gillis van Coninxloo, Liechtenstein
-
Gillis van Coninxloo, Boslandschap met Céphale en Procris, Pau
-
Gillis van Coninxloo, Hermitage
-
Gillis van Coninxloo, België
-
Peter Paul Rubens, Hermitage (als slot van het stuk?)
-
Peter Paul Rubens, Boijmans
-
Peter Paul Rubens, National Gallery
-
Peter Paul Rubens, Gemäldegalerie
-
Peter Paul Rubens, Alte Pinakothek
-
Aelbert Cuyp, De melkmeid, ca. 1655
-
Aelbert Cuyp, Zonsondergang bij Dordrecht, 1640-50, Boijmans
-
Aelbert Cuyp, ca. 1645-55
-
Aelbert Cuyp, ca. 1658-60
-
Moyses van Wttenbroeck
-
Moyses van Wttenbroeck, Stockholm
-
Moyses van Wttenbroeck, privécollectie
-
Moyses van Wttenbroeck, Herders, Mauritshuis
-
Moyses van Wttenbroeck, Rijksmuseum
-
Dirck Dalens, Rijksmuseum