Roode Wald

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Roode Wald
Het Roode Wald (hier genoemd: Sellers goet) in 1652.
Locatie Angeren
Gebouwd in 12e/13e eeuw
Gesloopt in 17e eeuw
Herbouwd in 17e eeuw (als boerderij)
Verpondingskaart uit 1811, met weergave van het Roode Wald

Het kasteel Roode Wald stond in het Nederlandse dorp Angeren, provincie Gelderland.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De benaming verwijst waarschijnlijk naar een ‘gerooid woud’.

Er doet echter ook een sage de ronde die verwijst naar de Batavieren. Zij hadden eerst hun vee hier aan land gebracht, waarna ze een versterking bij het Roode Wald bouwden. Onder leiding van Angrinus verdedigden ze zich tegen de Romeinen of de Noormannen.[1] De naamgeving Roode Wald zou verwijzen naar het bloedige gevecht.

De naam Roode Wald dook pas in 1679 voor het eerst op in een archiefstuk. In 1652 werd het Roode Wald op een kaart overigens vermeld als Sellers goet, naar de familie Seller die het destijds bewoonde.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het Roode Wald is waarschijnlijk in de 12e of 13e eeuw gesticht door de familie Van Angeren. In 1313 droegen ridder Stephan van Angeren en zijn echtgenote Aleid van Mytdagen akkerland over aan het klooster Gravendaal bij Goch. De familie liet Angeren achter zich en vestigde zich in Arnhem. In 1468 echter keerde Evert van Angeren toch weer terug naar het stamslot, nadat hij uit Arnhem was gevlucht. Het kasteel werd in de 16de eeuw verbouwd tot een edelmanshuis met trapgevel en boerderij.

In de 17e eeuw was het kasteel in eigendom van de familie Seller. Een kaart uit 1652 vermeldt het kasteel onder de naam ''Sr Sellers goet''. Het kasteel zal in deze eeuw tevens zijn verbouwd: de ruïne van het middeleeuwse kasteel werd omgebouwd tot een herenboerderij met trapgevel. In 1679 werd er door Gerarda van Lijnden beslag gelegd op de goederen van de Sellers en kwam het Roode Wald in bezit van Paull Reinier van Vinceler. Tussen 1712 en 1759 waren huis en boerderij van Peter Palm, kersenteler.

Na diverse wisselingen van eigenaar kwam Roode Wald vanaf 1809 in bezit van de familie Cock. Familie Cock liet het huis in 1863 verbouwen: de trapgevel verdween en het voor- en achterhuis werden onder hetzelfde zadeldak verenigd.

In 1869 kwam het goed terecht bij Anthony de Ruuk, wiens dochters het in 1894 overnamen maar vervolgens verpachtten aan de familie Hermsen. In 1944 werd de boerderij gebombardeerd, aangezien de geallieerden vermoedden dat het complex door Duitse troepen werd gebruikt. Het huis is hierbij overigens niet volledig verwoest.

In 1947 kocht de weduwe Hermsen het huis aan met de bijbehorende gebouwen en gronden. Zes jaar later werd een nieuwe boerderij gebouwd. Tevens werden de grachten gedempt en is de duiventil[2] afgebroken.