Huis te Spijk (Spijk)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Huis te Spijk
Kasteel en kerk, door Roelant Roghman (1646-1647)
Locatie Spijk
Gebouwd in begin 15e eeuw
Gesloopt in 1814
Het kasteel en de kerk, door Jan de Beijer (1750)

Het Huis te Spijk of Huis Spijk was een kasteel in het Nederlandse dorp Spijk, provincie Gelderland. Naar de omliggende gronden aan de Linge werd het ook wel als De Cloot aangeduid.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Over het Huis te Spijk is weinig bekend. Het zou door Jan II van Arkel in de 11e eeuw zijn gesticht. Het kasteel verschijnt echter pas na 1408 in de bronnen. De daadwerkelijke stichter is waarschijnlijk de familie Van Asperen van Vuren, die het kasteel begin 15e eeuw buitendijks bouwde en zo de scheepvaart op de Linge kon beheersen.

Het slot stond in de heerlijkheid Spijk, bestaande uit het Overeinde (onderdeel van het graafschap Leerdam) en het Nedereinde (onderdeel van de Tielerwaard). In het Nedereinde stond het kasteel, met de heren van Arkel als leenheren. In de 15e eeuw werden onder andere Jan van Vuren en Otto van Vuren Walravensz ermee beleend. Cornelis van Aerssen kocht in 1611 het Nedereinde over van Gerard van Rhenoy en kreeg twee jaar later het Overeinde als geschenk van Filips Willem van Oranje. Het zal Van Aerssen zijn geweest die het middeleeuwse kasteel liet verbouwen in renaissancestijl.

De heerlijkheid Spijk kwam uiteindelijk in handen van de familie Sweerts de Landas en zij lieten in 1814 het kasteel ter afbraak veilen. In mei van dat jaar werd het verkocht, waarbij het sloopmateriaal voor kerstmis afgevoerd moest zijn.[1] Het terrein is griendland geworden buiten de Zuiderlingedijk, ten noorden van de hervormde kerk die figureert op afbeeldingen van het kasteel.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Zicht van de overkant van de Linge, door Roelant Roghman (1646-1747)
Olieverf op canvas, 1653; maker onbekend
Geromantiseerde weergave in olieverf op canvas, 1653; maker onbekend

Het kasteel is in de 17e en 18e getekend door kunstenaars als Jan de Beijer, Roelant Roghman en Cornelis Pronk.[2] Deze tekeningen laten een kasteel in renaissancestijl zien, bestaande uit een voorburcht en een hoofdburcht. Het waterpeil in de slotgracht werd geregeld met een spuisluisje naar de Linge. De hoofdburcht had een U-vormige plattegrond met twee evenwijdige woonvleugels onder zadeldaken, die door een tussenvleugel met elkaar verbonden waren. Op de binnenplaats stond een hoge, vierkante toren zonder spits tegen de tussenvleugel aan. Op de zuidwesthoek van het kasteel bevond zich een ronde toren.

Schip[bewerken | brontekst bewerken]

In 1674 financierde de familie Van Aerssen de bouw van een vrachtschip voor de VOC. Dit schip kreeg de naam ‘Huis te Spijk’.