Aristonectes

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aristonectes
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Fossiel voorkomen: Laat-Krijt
Aristonectes
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Sauropterygia
Orde:Plesiosauria
Onderorde:Plesiosauroidea
Familie:Aristonectidae
Geslacht
Aristonectes
Cabrera, 1941
Typesoort
Aristonectes parvidens
  • Aristonectes parvidens
Aristonectes
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Aristonectes op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Aristonectes[1][2][3] is een geslacht van uitgestorven reptielen, behorend tot de orde der Plesiosauria, een groep van mariene reptielen. Fossielen van Aristonectes zijn bekend van Zuid-Amerikaanse en Antarctische lagen uit het Laat-Krijt. Er is slechts één soort bekend: Aristonectes parvidens.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Aristonectes is sinds 1941 in verschillende families zoals de familie der Cimoliasauridae geplaatst, maar een recente analyse uit 2003 door Zulma Gasparini et al. laat zien dat Aristonectes zeer nauw verwant was aan de familie der Elasmosauridae en de familie der Polycotylidae. Een nog recentere analyse van O'Keefe en Street uit 2009 laat ook zien dat Aristonectes niet in de familie der Cimoliasauridae geplaatst moet worden, maar een eigen familie hoort te krijgen. Deze familie, die de Aristonectidae wordt genoemd, heeft behalve Aristonectes als typegeslacht en naamgever ook nog andere geslachten als Tatenectes, Kaiwhekea en Kimmerosaurus. Het geslacht Morturneria kan hetzelfde geslacht zijn als Aristonectes.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Aristonectes had een lange nek zoals de meeste leden van de onderorde der Plesiosauroidea. Toch was de nek van Aristonectes niet zo lang als die van de verwante Elasmosaurus. De nek had echter wel 32 wervels of meer. De nekwervels waren wijder dan dat ze lang waren, wat de nek ietwat plat doet ogen. De kop was vrij lang en slank en lijkt in dat opzicht op die van een pliosauriër. De kaken waren vrij sterk maar konden vermoedelijk geen botten kraken. De kaken waren voorzien van kleine, puntige tanden, waarvan er meer dan zeven in de premaxilla en meer dan dertig in de maxilla stonden. De tanden lijken zeer veel op die van de leden van de familie der Plesiosauridae. De voorflippers waren groter dan de achterflippers en de staart was vrij lang voor een langnekkige plesiosauriër. Het kan zijn dat er een kleine vin aan de staart zat, maar dit is niet zeker. De staart boog niet naar beneden als bij de ichthyosauriërs en leden van de familie der Metriorhynchidae, wat laat zien dat als er een vin was deze zeer klein was. Anders dan de meeste langnekkige plesiosauriërs was Aristonectes vrij gestroomlijnd en het was misschien voor hem mogelijk vrij snel te zwemmen. Aristonectes werd ongeveer zes tot zeven meter lang.

Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

Aristonectes was een vrij snelle zwemmer die in bepaalde maanden in de kustwateren leefde en in bepaalde maanden in de diepere wateren omdat Aristonectes waarschijnlijk migreerde met de vis, die hij at. Omdat het voedsel van de vissen (plankton en andere kleine zeewezens) zich in bepaalde maanden van het jaar op verschillende plaatsen bevond migreerden zij met dat voedsel. Omdat Aristonectes anders de hongerdood zou sterven was hij gedwongen met de vissen mee te migreren. De jongen van Aristonectes werden waarschijnlijk in de eerste weken dat de vissen terug waren in de kustwateren geboren, omdat ze in de diepere wateren een gemakkelijke prooi zouden zijn voor verschillende soorten grote roofdieren. In de kustwateren kregen de jongen een paar weken tot maanden de tijd om te groeien en te leren jagen. Daarna trokken ze waarschijnlijk mee met de ouders. Het kan ook zijn dat de kleine Aristonectes in de kustwateren verbleven omdat zij minder voedsel nodig hadden. Het kan zijn dat Aristonectes levendbarend was zoals ichthyosauriërs en mosasauriërs, maar het is ook mogelijk dat Aristonectes aan land ging om daar zijn eieren op het strand te leggen. Een andere mogelijkheid is dat Aristonectes de rivier opzwom om vervolgens op de oever zijn eieren te leggen of in de rivier de jongen te baren en ze laten opgroeien in het zoete water. Dit zou echter ook riskant zijn voor de jongen omdat hier krokodilachtigen en grote vissen leefden.

Eetpatroon[bewerken | brontekst bewerken]

Aristonectes was een gespecialiseerde viseter, wat men kan zien aan de puntige en spijkerachtige tanden. De vissen waarop Aristonectes joeg waren klein tot middelgroot. De sterke kop kon echter ook gebruikt worden om ammonieten, belemnieten of andere zeereptielen als kleine of jonge plesiosauriërs, primitieve mosasauriërs, kleine krokodilachtigen en/of zeeschildpadden of een overvliegende pterosauriër te vangen. Het kan ook zijn dat Aristonectes weleens aas at dat in de zee dreef als het karkas van een dinosauriër. Het kan zelfs zijn dat Aristonectes op het strand kroop om van aangespoeld aas of van eieren van schildpadden te eten.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Met de dieren op het land had Aristonectes waarschijnlijk weinig te maken. De enige dinosauriër uit dat gebied die zich weleens aan de kust vertoonde was de visetende spinosauriër Irritator. Aan de kust leefden ook vele pterosauriërs als Thalassodromeus, Tapejara, Tupuxuara, Anhanguera, Ornithocheirus, Tropeognathus en Cearadactylus. In zee leefden pachycormiformen als Cladocyclus, ammonieten als Diplomoceras (Zie afbeelding) en ostracoden als Harbinia. Er zijn ook andere zeereptielen in de buurt van Aristonectes gevonden waaronder de verwante polycotylide Sulcusuchus in Zuid-Amerika, en de mosasauriër Taniwhasaurus.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

Aristonectes werd vroeger in de Cimoliasauridae geplaatst, maar nu blijk hij een eigen familie te moeten krijgen, de Aristonectidae. Deze bevatte niet alleen Aristonectes, maar ook Tatenectes, Kaiwhekea, Morturneria en Kimmerosaurus. Aristonectes is eigenlijk het enige zekere lid en nog steeds worden sommige van de andere soorten tot de Cimoliasauridae gerekend. Het is ook mogelijk dat de Aristonectidae uit de Cryptoclididae of Cimoliasauridae geëvolueerd zijn. De Aristonectidae delen een gemeenschappelijke voorouder met de Elasmosauridae en het zou zelfs mogelijk kunnen zijn dat Tatenectes en Kimmerosaurus zeer primitieve elasmosauriërs zijn. Als het dan zou blijken dat Kaiwhekea een cimoliasauriër is en dat Morturneria een synoniem is van Aristonectes blijft Aristonectes als enige geslacht van de familie over. Als er verder geen fossiel materiaal gevonden wordt is het mogelijk dat Aristonectes dan net als Kaiwhekea terug zou gaan naar de Cimoliasauridae of naar de Polycotylidae. Zolang de Aristonectidae nog bijeen blijft is hun plaats in de Plesiosauria vrij zeker. Verschillende skeletkenmerken zoals de structuur van de ruggenwervels laat zien dat de Aristonectidae de zustergroep van de Elasmosauridae was. De Aristonectidae en Aristonectes in het bijzonder stonden ook aan de basis van een nieuwe tak van plesiosauriërs, de polycotyliden. Deze leken zeer veel op pliosauriërs door kenmerken als een korte nek en een lange slanke kop, maar hadden langere voorflippers dan achterflippers, een kenmerk dat ze met Aristonectes en verwanten deelden. De meeste van deze kenmerken, zoals de lange kop en de korte nek, hadden ze van Aristonectes geërfd, alleen waren ze bij de polycotyliden extremer geworden. Net als Aristonectes waren deze polycotyliden viseters. Aristonectes was van alle polycotyliden het nauwst verwant aan primitieve vormen als Thililua. Edgarosaurus was een vroege polycotylide die in lagen uit het einde van het Vroeg-Krijt en het begin van het Laat-Krijt gevonden is. Deze soort lijkt echter meer op de latere polycotyliden en zorgt voor verwarring. Dit zou dus betekenen dat de Polycotylidae uit een aristonectide uit het Vroeg-Krijt ontstaan is. Hoe het ook zit, de twee groepen waren waarschijnlijk nauw verwant.