Naar inhoud springen

Johannes Vermeer

Etalagester
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Darkicebot (overleg | bijdragen) op 30 mrt 2009 om 12:08. (robot Erbij: lad:Johannes Vermeer)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Johannes Vermeer
Persoonsgegevens
Volledige naam Johannes Vermeer
Bijnaam Sfinx van Delft
Geboren ged. 31 oktober 1632
Overleden begr. 15 december 1675
Geboorteland Nederland
Beroep(en) kunstschilder
Oriënterende gegevens
Stijl(en) Hollands classicisme
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Johannes Vermeer (gedoopt Delft, 31 oktober 1632 - begraven aldaar, 15 december 1675) is een van de beroemdste Nederlandse kunstschilders uit de Gouden Eeuw. Hij wordt de Sfinx van Delft genoemd, raadselachtig vanwege de onnavolgbare kleurstelling en het verbijsterende lichtgehalte.[1] Vermeers schilderijen onderscheiden zich door een wonderlijk mooi en subtiel kleurgebruik en een ideale ordening. Het is niet verwonderlijk dat door de ruimtelijke illusie die hierdoor ontstaat Vermeer van oudsher is geprezen als een van de grootste Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw.[2]

Leven

Vermeers geboortedatum is niet bekend, maar hij werd enkele dagen later, op 31 oktober 1632 in de Nieuwe Kerk in Delft gedoopt. Zijn moeder heette Dingenum Baltens, zijn vader, Reynier Jansz, aanvankelijk actief als zijdewever. Vanaf 1631 combineerde hij de beroepen van herbergier en kunsthandelaar en onderhield goede relaties met getalenteerde Delftse schilders als Cornelis Saftleven en Egbert van der Poel. In zijn jeugd woonde Vermeer met zijn ouders in de achterkamers van de herberg Mechelen aan de Markt in Delft. Het is niet uitgesloten dat Vermeer in zijn kinderjaren nog werd omringd door lappen en rollen zijde in allerlei kleuren.

Het meisje met de parel (circa 1665-1667) Olieverf op doek, 46.5 x 40 cm. Mauritshuis

Bij wie Vermeer in de leer ging, is onduidelijk. Hij lijkt te zijn beinvloed door het werk van Utrechtse Caravaggisten, Delftse architectuurschilders zoals Gerard Houckgeest, Nicolaes Maes en Pieter de Hoogh. Omdat zijn vroegste werken groot opgezette historiestukken zijn - een genre dat in die tijd in veel hoger aanzien stond dan portretten en landschappen - lijkt het waarschijnlijk dat hij werd opgeleid door een schilder van dergelijk werk. Onder de mogelijke kandidaten worden ook Carel Fabritius, Leonard Bramer (1596-1674), een goede bekende van zijn vader en Christiaen van Couwenbergh genoemd. Hun stijl is in ieder geval anders, Vermeer lijkt zijn eigen weg te zijn gegaan. Of Vermeer als onderdeel van zijn opleiding ook een reis naar Italië ondernam, wat destijds niet ongebruikelijk was, is onduidelijk.

In april of mei van het jaar 1653 trouwde Vermeer met Catharina Bolnes in Schipluiden. Vermeer was protestants opgevoed, maar ging om Catharina te kunnen trouwen over tot het rooms-katholicisme. Zijn schoonmoeder, Maria Thins, was afkomstig uit een rijke Goudse familie van handelaren in bakstenen. Zij was in 1641 gescheiden van haar man omdat hij haar sloeg. Het is niet duidelijk wanneer het jonge gezin introk bij Maria Thins aan de Oude Langendijk, tegenwoordig een katholieke kerk. Het echtpaar kreeg maar liefst vijftien kinderen, van wie er vier al heel jong stierven. Toen haar verwilderde en gewelddadige broer Willem langs kwam en zijn moeder uitschold en de zwangere Catharina met een stok bedreigde, sprong het dienstmeisje ertussen; Willem werd opgesloten in een tuchthuis.[3] Het is begrijpelijk dat Vermeer zich graag terugtrok in zijn atelier op de eerste verdieping en serene taferelen schilderde.

In 1653 werd Vermeer lid van het Sint Lucasgilde. Tussen 1662 en 1670 was hij vier maal hoofdman van het gilde. Net als zijn vader handelde Vermeer in schilderijen, maar hij beschouwde zichzelf vooral als schilder. Toen de kunstliefhebber Balthasar de Monconys hem in 1663 opzocht in de hoop iets van zijn werk te zien, werd hij naar de bakker op de hoek gestuurd aan wie de kunstenaar drie werken in bewaring had gegeven in ruil voor brood. Vermeer ploeterde om zijn jaarlijkse quotum van twee schilderijen te halen en zich alle schuldeisers van het lijf te houden.

In 1671 kwam Gerrit Uylenburgh in opspraak toen hij dertien schilderijen aan Frederik Willem, de keurvorst van Brandenburg-Pruisen, wilde verkopen. De collectie werd afgekeurd als vervalsingen en teruggestuurd. Van Uylenburg organiseerde daarop een contra-expertise. In totaal vroeg hij 35 schilders om uitspraak te doen over de echtheid van de schilderijen, waaronder Jan Lievens, Melchior de Hondecoeter, Gerbrand van den Eeckhout en Johannes Vermeer. In 1673 stierf zijn weldoener Pieter van Ruijven; Vermeer was tamelijk aangedaan, toen deze bron van inkomsten opdroogde. In 1675 werd hij door zijn schoonmoeder naar Amsterdam gestuurd om voor haar een transactie te regelen. Hij kreeg de kous op zijn kop omdat hij een lening op haar naam had afgesloten.

Toen Vermeer in december 1675 plotseling overleed, liet hij elf kinderen na, van wie er nog tien minderjarig waren. De lijst van bezittingen die bij zijn dood werd opgesteld maakt melding van schilderijen, stoelen, wiegen en bedden verspreid over het hele huis.[4] Zijn gezin bleef arm achter, niet in de laatste plaats als gevolg van de economische malaise na 1672. In het Rampjaar stortte niet alleen de kunstmarkt in; zijn schoonmoeder, die huizen en landerijen bezat bij Schoonhoven, had eveneens minder inkomsten, omdat het gebied onder water was gezet. Veel van bovenstaande informatie is te danken aan het jarenlange archiefonderzoek van de Amerikaanse econoom John Michael Montias die deze gegevens noteerde uit justitieboeken of notariële akten.[5]

Overzicht werk

De Schilderkunst (1666-1668) Kunsthistorisches Museum

Vermoedelijk maakte Vermeer in totaal zo'n vijfenveertig schilderijen, waarvan er vierendertig bewaard zijn gebleven. Dit betekent dat hij twee à drie doeken per jaar schilderde, wat uitzonderlijk weinig is. Men denkt dat hij voornamelijk in opdracht werkte, mogelijk voor de Delftse verzamelaar Pieter Claesz van Ruijven, wiens schoonzoon Jacob Dissius bij zijn dood in 1695 maar liefst 21 Vermeers naliet.

De Delftse Vermeer mag niet verward worden met de veel minder bekende Haarlemse landschapsschilder Jan Vermeer (1628-1691), ook al worden beiden wel eens aangeduid als Jan.

Na Vermeers dood bleef zijn werk lang ondergewaardeerd. Dit veranderde in 1866, toen de Franse criticus W. Bürger (pseudoniem van Étienne-Joseph Théophile Thoré, (1807-1869) een monografie aan hem wijdde. Bürger, tevens journalist, was een radicale republikein en had felle kritiek op de Franse schilderkunst van zijn tijd. Hij vond dat men vaker contemporaine onderwerpen moest afbeelden, niet uitsluitend mythologische en religieuze, die hij associeerde met onderdrukking door Kerk en monarchie. In dat verband stelde hij bijvoorbeeld het werk van Millet en Courbet op prijs, maar ook dat van Vermeer, die veel "burgerlijke", intieme taferelen afbeeldde. Ook waardeerde hij de relatief losse stijl van Vermeer.

Bürger presenteerde Vermeer als een onbekend en miskend genie en doopte hem "De Sfinx van Delft" ("sfinx" omdat er over Vermeers leven zo weinig bekend is). Onder zijn invloed ontstond er in de 19e eeuw een ware jacht op het werk van Vermeer, dat zich tot die tijd vrijwel geheel in Nederland had bevonden. Vooral buitenlandse politici en ondernemers wisten veel van de schaarse schilderijen te bemachtigen, reden waarom Victor de Stuers in 1873 zijn beroemde aanklacht Holland op zijn Smalst publiceerde. De aankoop van Het Melkmeisje werd zelfs in de Tweede Kamer besproken.

Handtekening van Vermeer

Niet alle aan Vermeer toegeschreven werken zijn gesigneerd en slechts drie zijn gedateerd (zie onder), waardoor er ook nu nog wel enige controverse is over de echtheid van bepaalde werken.[6] Ook liet dit ruimte voor vervalsers, die de enorme populariteit van Vermeers werk probeerden uit te buiten. De beroemdste is Han van Meegeren, wiens vervalsing Christus en de Overspelige Vrouw, een tot dan toe nergens vermeld doek, in 1943 gekocht werd door Hermann Göring, die jaloers was op Hitlers Vermeer, De Schilderkunst. Theo van Wijngaarden, een vriend van Van Meegeren, produceerde de vervalsing Lachend Meisje.

Onderwerpen en schildertechnische aspecten

Het Straatje in Delft (circa 1657-1658) Olieverf op doek, 54.3 x 44 cm Rijksmuseum

Vermeers vroegste werk omvat een paar schilderijen met religieuze en mythologische onderwerpen, waaronder Christus in het Huis van Martha en Maria en Diana en haar Nimfen, maar de meeste van zijn beroemdste schilderijen beelden intieme, serene en "burgerlijke" taferelen af, waarop de afgebeelde personen met dagelijkse activiteiten bezig zijn en min of meer door de schilder "betrapt" lijken. Opvallend is het aantal doeken waarop het licht via een links afgebeeld venster binnenvalt, zoals in bijvoorbeeld Het Melkmeisje en De Liefdesbrief. Ook markant is dat Vermeer relatief weinig mannen, en zelden bloemen of planten afbeeldde. Slechts twee belangrijke Vermeers zijn geen interieurs, te weten Gezicht op Delft en Het Straatje, maar dit zijn zeker niet zijn minste schilderijen.

De Astronoom en de De Geograaf nemen een enigszins aparte plaats binnen Vermeers oeuvre in, in die zin dat er geen huishoudelijke, maar beroepsmatige activiteiten worden afgebeeld. Op beide doeken staat dezelfde persoon, van wie sommigen menen dat het Vermeers tijdgenoot Antoni van Leeuwenhoek is, die vier dagen na Vermeer in dezelfde kerk werd gedoopt en later hielp de nalatenschap van de kunstenaar te ordenen. Op grond van andere afbeeldingen van Van Leeuwenhoek en informatie over diens karakter en werkwijze vinden anderen deze theorie echter niet aannemelijk.

In 1696 werd melding gemaakt van een zelfportret van Vermeer, maar dat is verloren gegaan. Tekening of etsen van zijn hand zijn niet bekend. Vermeers werk wordt algemeen als zeer goed beschouwd, maar niet als vernieuwend.

Diverse wetenschappers verdedigen de opvatting dat Vermeer bij het maken van zijn schilderijen gebruik heeft gemaakt van een camera obscura. Als argumenten voeren zij aan: een feilloos ruimtelijk perspectief in Vermeers schilderijen; onscherpe, soft-focusachtige elementen die slechts door het gebruik van een lens kunnen zijn ontstaan en het ontbreken van hulplijnen onder de verflaag.

Schilderstijl

Vermeer zou beïnvloed zijn door het werk van de Rembrandt-leerling Carel Fabritius, die ook in Delft woonde. Men vermoedt dat Vermeers kleurenpalet invloed ondergaan heeft van Hendrick ter Brugghen. Vermeer maakte vrijwel geen tekeningen of ontwerpen, had een snelle penseelvoering, werkte met effen kleuren in grote, dik opgebrachte vlakken. Hij was zorgvuldig bij het aanbrengen van lagen pigment en vernis, die zijn schilderijen de kenmerkende glans en frisheid geven. Hij kan niet tot de fijnschilders worden gerekend, sinds de beschrijving van de restauratie van twee schilderijen in het Mauritshuis in 1996.

Literatuur

Gezicht op Delft (1661) Mauritshuis

In Marcel Prousts befaamde romancyclus À la Recherche du temps perdu speelt Vermeers werk een belangrijke rol. Proust, die Vermeer de grootste schilder aller tijden vond, bezocht in 1921 de Vermeertentoonstelling in Musée Jeu de Paume (thans de Galerie nationale du Jeu de Paume). Dit bezoek werd de toen ernstige zieke Proust bijna fataal.

Tracy Chevalier schreef in 1998 de roman Girl with a Pearl Earring over het ontstaan van het gelijknamige schilderij. Hoewel het verhaal fictief is, baseert ze het boek op bekende feiten rond Vermeer en zijn tijd. Het verhaal is in 2003 verfilmd (Girl with a Pearl Earring).

Susan Vreeland voerde Vermeer ook op in haar Meisje in hyacintblauw (1999). In acht verhalen volgt ze de weg van een fictief schilderij van Vermeer doorheen de tijd, een procedé dat voorheen door Annie E. Proulx in haar Accordeonmisdaden (1996) werd ontwikkeld en waarop de film The Red Violin(1998) is gebaseerd. Een belangrijk verschil is echter dat in de roman de schrijfster in omgekeerde chronologische richting gaat: ze start in de twintigste eeuw bij de zoon van een nazi die het schilderij van zijn vader geërfd heeft om uit te komen in de zeventiende eeuw bij de zogenaamde conceptie van het werk.

Werken

Alle werken zijn vervaardigd in olieverf op doek, met uitzondering van het Meisje met de rode hoed, dat op hout is geschilderd. Sinds de 20e eeuw worden er in het algemeen ongeveer 34 werken aan Vermeer toegeschreven. Hiervan zijn er 21 gesigneerd, maar mogelijk zijn niet alle handtekeningen authentiek. Van de vier dateringen is waarschijnlijk alleen die op De koppelaarster van zijn eigen hand. Ook hedendaagse deskundigen zoals A.K. Wheelock en A. Blankert hanteren uiteenlopende chronologieën. Het Meisje met de fluit werd vermoedelijk voltooid of gerestaureerd door een latere schilder. Sint Praxedis is een omstreden kopie van een schilderij van Felice Ficherelli.[7]

Het werk van Vermeer is verspreid over zeven landen, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Ierland en de Verenigde Staten. Opvallend genoeg is er niet een Vermeer meer in Delft.[8] In de nacht van 18 maart 1990 werd Het concert uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston gestolen; het schilderij is nog steeds spoorloos. Het schilderij Zittende vrouw aan het virginaal, aangekocht door beginnend miljonair Steve Wynn op 7 juli 2004, is niet altijd te bezichtigen.

Datering Titel Eigendom, tentoonstelling Formaat (cm)
gesigneerd, ± 1653-1656   Diana en haar Nimfen Mauritshuis, Den Haag 98,5 × 105
gesigneerd, ± 1654-1656   Christus in het huis van Martha en Maria National Gallery of Scotland, Edinburgh 160 × 142
gesigneerd en gedateerd 1655   Sint Praxedis Musée de la Chapelle de la Visitation in Monaco 101,6 × 82,6
gesigneerd en gedateerd 1656   De koppelaarster Staatliche Gemäldegalerie, Dresden 143 × 130
± 1656-1657   Slapend meisje Metropolitan Museum of Art, New York 87,6 × 76,5
± 1657-1659   Brieflezend meisje bij het venster Staatliche Gemäldegalerie, Dresden 83 × 64,5
gesigneerd, ± 1657-1661   Het straatje Rijksmuseum, Amsterdam 53,5 × 43,5
± 1655-1660   De soldaat en het lachende meisje Frick Collection, New York 50,5 × 46
± 1658-1661   Het melkmeisje Rijksmuseum, Amsterdam 45,5 × 40,6
± 1658-1661   Het glas wijn Gemäldegalerie, Berlijn 65 × 77
gesigneerd, ± 1659-1660   Dame en twee heren Herzog Anton Ulrich-Museum, Braunsweig 78 × 67
± 1658-1661   Onderbreking van de muziek Frick Collection, New York 73,3 × 44,4
gesigneerd, ± 1660-1661   Gezicht op Delft Mauritshuis, Den Haag 98,5 × 117,5
± 1662-1664   De muziekles Royal Collection, Buckingham Palace, Londen 73,3 × 64,5
± 1662-1665   Brieflezende vrouw in het blauw Rijksmuseum, Amsterdam 46,5 × 38
± 1662-1665   Vrouw met weegschaal National Gallery of Art, Washington 42,5 × 38
± 1662-1665   Vrouw met waterkan Metropolitan Museum of Art, New York 45,7 × 40,6
± 1662-1664   De luitspeelster Metropolitan Museum of Art, New York 51,4 × 45,7
± 1662-1665   Vrouw met parelsnoer Gemäldegalerie, Berlijn 55 × 45
gesigneerd, ± 1665-1666   Schrijvende vrouw in het geel National Gallery, Washington 45 × 39,9
gesigneerd, ± 1665-1666   Meisje met de rode hoed National Gallery, Washington 23,2 × 18,1
± 1665-1670   Meisje met de fluit National Gallery, Washington 20 × 17,8
gesigneerd, ± 1665-1667   Het meisje met de parel Mauritshuis, Den Haag 46,5 × 40
gesigneerd, ± 1664-1667   Het concert Isabella Stewart Gardner Museum, Boston, gestolen 72,5 × 64,7
gesigneerd, ± 1662-1668   Allegorie op de schilderkunst Kunsthistorisches Museum, Wenen 120 × 100
gesigneerd, ± 1665-1674   Meisjeskopje Metropolitan Museum of Art, New York 44,5 × 40
± 1666-1667   Dame en dienstbode Frick Collection, New York, twee maal gestolen 90,2 × 78,7
gesigneerd en gedateerd 1668   De astronoom Louvre, Parijs 50 × 45
gesigneerd en gedateerd 1669   De geograaf Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt 53 × 46,6
gesigneerd, ± 1669-1671   De kantwerkster Louvre, Parijs 24,5 × 21
gesigneerd, ± 1667-1670   De liefdesbrief Rijksmuseum, Amsterdam 44 × 38,5
gesigneerd, ± 1669-1672   De gitaarspeelster English Heritage, Kenwood House, Londen 53 × 46,3
gesigneerd, ± 1670-1671   Schrijvende vrouw met dienstbode National Gallery of Ireland, Dublin 71,1 × 58,4
± 1671-1674   Allegorie op het geloof Metropolitan Museum of Art, New York 114,3 × 88,9
gesigneerd, ± 1670-1673   Staande virginaalspeelster National Gallery, Londen 51,7 × 45,2
gesigneerd, ± 1670-1675   Zittende virginaalspeelster National Gallery, Londen 51,5 × 45,5
± 1670   Zittende vrouw aan het virginaal Wynn Gallery, Las Vegas 25,2 × 20

Vervalsingen

In de loop der eeuwen zijn er veel vervalsingen naar Vermeer gemaakt. Ook zijn er schilderijen van andere oude meesters van een valse signatuur van Vermeer voorzien. Dit laatste gebeurde zelfs met schilderijen van vooraanstaande meesters, zoals die van Pieter de Hooch. De meest opzienbare vervalsingen waren echter van Han van Meegeren, een Nederlandse schilder die in de trant van de Hollandse meesters schilderde. Zijn grootste succes behaalde hij met het schilderij De Emmaüsgangers dat in 1937 als het mooiste werk van Johannes Vermeer werd binnengehaald en in 1938 een ereplaats in museum Boymans in Rotterdam kreeg.

Van Meegerens bekentenis in 1945 schokte de kunstwereld. Een golf van zelfkritiek trok door de kunstmusea waar menige ‘oude meester’ door de mand viel. In de Van Meegeren-biografieën worden hiervan voorbeelden gegeven [9].

De geograaf. 1669. Olieverf op doek. Frankfurt, Städelsches Kunstinstitut.

Bron

Externe links

  1. * Wadum, J. et al. (1994) Vermeer in het licht. Conservering, restauratie, onderzoek. Mauritshuis, Den Haag, p. ?
  2. Wadum, J. (1996) Vermeer en de ruimtelijke illusie, p. 48. ISBN 90-400-9824-7
  3. De vader van Vermeer werd in 1625 gearresteerd toen hij een soldaat neerstak tijdens een ruzie. Haar grootmoeder organiseerde een loterij, waarvoor ze geen toestemming had gekregen; haar grootvader was een muntvervalser en werd opgesloten in het tuchthuis.
  4. Schama, S. (1997) Kunstzaken. Over Rembrandt, Rubens, Vermeer en vele andere schilders, p. 37-8.
  5. Montias, J.M. (1989) Vermeer and his milieu.
  6. Van Maarseveen, M. van (2005) Vermeer in Delft, p. 10.
  7. Essentialvermeercom: Sint Praxedis
  8. Raad.delft.nl: Bedrijfsplan Stichting Vermeer in Delft (29 juli 2004)
  9. Fredrik H. Kreuger (2007), A New Vermeer * www.quantes.nl
Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Johannes Vermeer op Wikimedia Commons.


Etalagester
Dit artikel is in Johannes deze versie opgenomen in de etalage.