Hypokaliëmie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Hypokaliëmie
Het ECG-patroon bij hypokaliëmie
Coderingen
ICD-11 5C77
ICD-10 E87.6
MedlinePlus 000479
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Hypokaliëmie is een te lage concentratie kalium in het bloed. Het is een elektrolytstoornis. Een te laag kaliumgehalte kan verschillende symptomen hebben, waarvan de belangrijkste zijn spierverval (rhabdomyolyse), verlamming (paralyse) en hartritmestoornissen; deze zijn zichtbaar op een ECG.

Afhankelijk van de kaliumconcentratie in het bloed wordt gesproken over hypokaliëmie (te lage concentratie), van een normale concentratie, of van hyperkaliëmie (te hoge concentratie). Zie de tabel:

Kaliumconcentratie Classificatie
< 2,5 mmol/L ernstige hypokaliëmie
2,5-3,5 mmol/L milde hypokaliëmie
3,5-5,0 mmol/L normale kaliumconcentratie
> 5 mmol/L hyperkaliëmie

Fysiologie[bewerken | brontekst bewerken]

Kalium is in het lichaam een van de elektrolyten (naast natriumionen, chlorideionen en bicarbonaationen). Het speelt een belangrijke rol in het lichaam zoals bij signaaloverdracht in zenuwen, aanmaak van eiwitten en aanmaak van glycogeen. Anders dan bij natrium bevindt maar 2% van het totale lichaamskalium zich buiten de cellen en de kaliumconcentratie in het bloed is dan ook relatief laag (3,5-5,0mmol/L). Binnen de cellen is de concentratie vele malen hoger (140 mmol/L). Deze verhouding moet door de natrium-kaliumpomp in stand gehouden worden. Deze pompen kunnen beïnvloed worden door onder andere insuline, waardoor het kalium in de cel gaat. Opname van kalium verloopt via het maag-darmstelsel en uitscheiding via de nieren. De balans tussen opname en uitscheiding wordt in de nieren en de darm gereguleerd door het hormoon aldosteron.

Oorzaken[bewerken | brontekst bewerken]

De oorzaken van hypokaliëmie kunnen worden onderverdeeld in verminderde kalium-inname, kaliumverlies en veranderde verdeling.

Oorzaken
Verminderde inname anorexie, kaliumarm dieet.
Verlies Verlies via de nieren (renaal verlies): Hyperaldosteronisme, te veel aan mineralocorticoïden, glycyrrizinezuur (in drop, zoethout en zoethoutthee, kauwgom enz.), genetische nierafwijkingen, congenitale bijnierhyperplasie, toegenomen natriumuitscheiding door het gebruik van diuretica of het gebruik van andere medicamenten zoals protonpompremmers.
Verlies via het maag-darmstelsel (gastro-intestinaal verlies): braken, neus-maagsonde, diarree (infectieus, tumor), verminderde opname (malabsorptie), ileostoma, laxeermiddelen, klei-eters.
Verlies via de huid: Erg veel zweten en brandwonden.
Veranderde verdeling Stijging van de pH buiten de cel (extracellulaire pH), teveel aan insuline, toegenomen bèta-adrenerge activiteit, hypokaliëmische periodieke paralyse (soms bij thyreotoxicose), Behandeling van bloedarmoede met vitamine B12, foliumzuur, een lage lichaamstemperatuur, chloroquine-intoxicatie, dialyse.

Symptomen[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn veel verschillende klachten (symptomen) die kunnen voorkomen bij een hypokaliëmie, maar vaak bestaat een hypokaliëmie zonder symptomen. Symptomen die voor kunnen komen zijn:

Neurologische en spierklachten[bewerken | brontekst bewerken]

Maag-darmstelsel[bewerken | brontekst bewerken]

Hormoonstelsel (endocrien systeem)[bewerken | brontekst bewerken]

Hart (cardiaal)[bewerken | brontekst bewerken]

  • ECG-afwijkingen (QT-verlenging met risico op Torsade de Pointes, een prominente U-golf, eventueel T-topvervlakking en -inversie, ST-depressie)
  • Afbraak van spieren (rabdomyolyse)

Nierfunctie[bewerken | brontekst bewerken]

Diagnostiek[bewerken | brontekst bewerken]

Om de oorzaak van de hypokaliëmie te bepalen wordt er eerst een anamnese afgenomen. Naar aanleiding van de anamnese kunnen er verschillende onderzoeken worden gedaan. Een urine onderzoek kan vaak aantonen of er sprake is van kalium verlies via de nieren. Een bloedgas kan een verstoring van het zuur-base-evenwicht in het bloed aantonen. Samen met onderzoeken in de urine (chloor), bloed (aldosteron, insuline, magnesium) en berekenen van het anion-gap kan vaak de oorzaak van de hypokaliëmie worden vastgesteld.

Behandeling[bewerken | brontekst bewerken]

De behandeling is afhankelijk van de ernst van de hypokaliëmie en de oorzaak van de hypokaliëmie. Wanneer de oorzaak bekend is, is het van belang om deze oorzaak indien mogelijk weg te nemen. Om het tekort aan kalium aan te vullen, wordt er berekend hoeveel kalium er gegeven moet worden, wat kan dat via een infuus of oraal. Het kalium moet geleidelijk worden aangevuld en er moet regelmatig een controle plaatsvinden om een hyperkaliëmie te voorkomen.[1]