Naar inhoud springen

Erich Raeder

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Maddriver371 (overleg | bijdragen) op 5 sep 2019 om 20:20. (Diversen aanpassingen.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Erich Raeder
Erich Raeder als Oberbefehlshaber der Kriegsmarine
Geboren 24 april 1876
Wandsbek, Hamburg, Duitse Keizerrijk
Overleden 6 november 1960
Kiel, Sleeswijk-Holstein, West-Duitsland
Rustplaats Nordfriedhof, Kiel, Sleeswijk-Holstein, Duitsland[1]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Flensburgregering
Vlag van Duitsland tijdens de geallieerde bezetting Duitsland
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland
Onderdeel  Kaiserliche Marine
 Reichsmarine
 Kriegsmarine
Dienstjaren 18941943
Rang Großadmiral
Eenheid SMS Stosch
SMS Gneisenau (1879)
SMS Yorck
SMY Hohenzollern (1892)
SMS Cöln (1916)
Bevel Opperbevelhebber der Reichsmarine
(31 januari 1928 -
30 juni 1935)
Opperbevelhebber der Kriegsmarine
(30 juni 1935 -
31 januari 1943)
"Admiralinspekteurs"
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie decoraties

Erich Johann Albert Raeder (Wandsbek, 24 april 1876Kiel, 6 november 1960) was een Duits admiraal en opperbevelhebber van de oorlogsvloot (Kriegsmarine). Hij diende Hitlers oorlogspolitiek tot hij in 1943 werd vervangen. Tijdens het proces van Neurenberg werd Raeder veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf; in 1955 werd hij op vrije voeten gesteld.

Militaire loopbaan tot 1933

Raeder diende in de Eerste Wereldoorlog onder admiraal Franz von Hipper. In 1920, na de Eerste Wereldoorlog, was hij indirect betrokken bij de rechtse Kapp-putsch van Wolfgang Kapp. Daarna werd hij op non-actief gesteld. In deze tijd valt ook zijn arbeid als maritiem historicus. In 1928 werd hij opperbevelhebber van de Duitse oorlogsvloot met de rang van admiraal.

Admiraal onder Hitler

Hitler had al voor de machtsovername in 1933 in zijn boek Mein Kampf en bij andere gelegenheden gepleit tegen een sterke marine, omdat hij dacht dat de Britse-Duitse rivaliteit ter zee de Britse vijandschap tijdens de Eerste Wereldoorlog tegen Duitsland veroorzaakt had, terwijl hij de Britten als potentiële bondgenoten zag. Raeder wist hem echter om te praten en zijn rol werd dus steeds uitgebreider. Hij werd door Hitler op de hoogte gesteld van de oorlogsplannen en werd door hem vertrouwd, hoewel Raeder pas in 1937 lid werd van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. In 1939 werd hij grootadmiraal, de hoogste rang binnen de Duitse Kriegsmarine.

Raeders marine speelde een belangrijke rol bij de verovering van Denemarken en Noorwegen in 1940. Daarna kreeg hij de taak om de Duitse wateren te beschermen tegen de geallieerden en trans-Atlantische konvooien naar Engeland en, vanaf juni 1941, de Moermansk-konvooien naar de Sovjet-Unie aan te vallen. Dit leverde wel enkele successen op, maar te weinig om de verliezen van de Admiral Graf Spee (1939), de Blücher (1940) en de Bismarck (1941) goed te maken. Door voortdurende Britse bombardementen op Duitse schepen in de Atlantische havens hadden die het te druk met hun eigen veiligheid en met het repareren van de schade. De U-boten van admiraal Karl Dönitz deden het beter. Hitler en ook zijn plaatsvervanger Hermann Göring van de Luftwaffe waren steeds minder te spreken over Raeder. Hij diende januari 1943 na de Zeeslag in de Barentszzee en het einde van zijn Z-Plan zijn ontslag in. Hij werd opgevolgd door Dönitz, die toen de kans kreeg alle middelen op het U-bootwapen te zetten. Raeder kreeg de rang van 'Admiraal-Inspecteur', die voordien nog niet bestond in de Kriegsmarine en ook niet veel inhield; het was duidelijk bedoeld om zijn gezicht te redden.

Proces, gevangenschap en laatste levensjaren

In 1946 werd Raeder tijdens de Processen van Neurenberg tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. In dit vonnis speelden de door het Verdrag van Versailles verboden uitbouw van de oorlogsvloot, het kennis dragen van de plannen van Hitler tot het voeren van aanvalsoorlogen, het aanstichten tot een oorlog met Noorwegen en het laten torpederen van handelsschepen (de onbeperkte duikbootoorlog) een doorslaggevende rol. Raeder zat zijn straf uit in de Berlijnse Spandaugevangenis. Vanwege zijn slechte gezondheid kwam hij, reeds hoogbejaard, op 26 september 1955 op vrije voeten. In de vijf jaren die hem nog bleven schreef hij zijn memoires. Erich Raeder overleed in 1960 op 84-jarige leeftijd. De grafrede werd gehouden door gewezen nazi-admiraal Dönitz.

Militaire loopbaan

Decoraties

Zie de categorie Erich Raeder van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

Sjabloon:Wikiquote-en