Gebruiker:Wickey/Israëlische apartheidsanalogie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een werkpagina van gebruiker Wickey en maakt geen deel uit van de officiële pagina's van Wikipedia



De zogenaamde "Apartheidsmuur" op de Westoever

Israëlische apartheidsanalogie, ook wel aangeduid met de termen Israëlische apartheid of apartheidsstaat Israël, verwijst naar de vergelijking van de staat Israël met het regime van Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid. Critici vergelijken met deze termen de behandeling van niet-Joden door Israël met de behandeling van de niet-blanke bevolking door de Zuid-Afrikaanse blanke regering vanaf 1948. Die vergelijking is voor een deel gebaseerd op de Israëlische wetgeving, die als een onderdeel van de systematische discriminatie van de niet-Joodse bevolking wordt gezien.[1][2]

De BDS-beweging beschuldigt in haar campagnes tegen de bezetting van Palestijns gebied en voor gelijke behandeling van Palestijnen en Joden de staat Israël van apartheidspolitiek.[3] Ook Israëlische politici hebben gewaarschuwd voor bestaande of dreigende apartheid. Een rapport uit 2017, geschreven in opdracht van de VN-commissie "Economic and Social Commission for Western Asia" (ESCWA) concludeert op basis van internationaal recht dat Israël een apartheidsregime heeft gevestigd en het Palestijnse volk onderdrukt.[4]

Historie[bewerken | brontekst bewerken]

Geïnspireerd door het zionisme en op grond van de Balfourverklaring met als belofte een 'Joods tehuis' emigreerden Joden na de Eerste Wereldoorlog massaal naar Palestina, onder bescherming van het Britse Rijk. In 1947-1949 werd het grootste deel van de Palestijnse bevolking verdreven naar de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en naar de omringende landen, zoals Jordanië, Syrië en Libanon. Na de stichting van de staat Israël werd door de militaire machthebbers en door wetgeving de terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen verhinderd, terwijl de massale toestroom van Joden bleef doorgaan. In 1967 werden ook de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogten en de Sinaï door Israël veroverd en militair bezet en werden ook daar Joodse immigranten ondergebracht in Israëlische nederzettingen.

Om het Joodse karakter van de staat te verzekeren, wordt in Israël sinds haar oprichting in 1948 de Joodse dominantie bevorderd met behulp van Joodse immigratie en door maatregelen en wetgeving. In de door Israël bezette gebieden wordt sinds 1967 de plaatselijke bevolking gedomineerd door Israëlische militaire aanwezigheid en militair bestuur, door de bouw en uitbreiding van Joods-Israëlische nederzettingen en door onderdrukking van de Palestijnse bevolking.

Discussie over de apartheid-vergelijking[bewerken | brontekst bewerken]

In Israël is het gebruik van het woord apartheid volgens Jewish Voice for Peace geaccepteerd, maar in de VS is het omstreden. In 2014 protesteerde JVP tegen een "mccarthyistische" lastercampagne, gericht tegen de Minister van Defensie, die had gewaarschuwd voor het gevaar, dat Israël een apartheidsstaat dreigde te worden.[5] Ondanks dat het in de VS niet populair is, om zich hier over uit te spreken, veroordeelde presidents-kandidaat Bernie Sanders – die joods is en tegenstander van de BDS-beweging – de apartheid-achtige omstandigheden in Palestina.[6]

Een van de opvattingen is, dat er door de bezetting van de Palestijnse gebieden in 1967 een apartheid-achtige situatie is ontstaan. Journalist Hirsh Goodman, parachutist in de Zesdaagse Oorlog, schreef dat David Ben-Gurion onmiddellijk na die oorlog zei, dat 'Israël de bezette gebieden en hun Arabische inwoners zo snel mogelijk kwijt zou moeten raken, om te voorkomen dat het binnen afzienbare tijd een apartheidsstaat zou worden'.[7] Ben Gurion zei, dat er een Palestijnse meerderheid in de joodse staat zou zijn en dat Israël, als het een joodse staat zou willen blijven, het ofwel ongelijke rechten voor delen van de bevolking zou moeten hebben, ofwel zou moeten omgaan met de Palestijnen op een manier die niet consistent is met de joodse democratische staat. [8]

Met apartheid geassocieerde basiswetgeving[bewerken | brontekst bewerken]

Israël en voormalig Zuid-Afrika (ZA) worden volgens de apartheids-analogie beide gekenmerkt door een ideologie gebaseerd op rassenscheiding[9] en dominantie, vastgelegd in wetgeving (in ZA scheiding tussen blanken en zwarten, met de blanken als dominerende groep; in Israël scheiding tussen joden en niet-joden, met de joden als dominerende groep). In beide landen is er sprake van systematische discriminatie van de oorspronkelijke bevolking.

Van oudher is het doel van zionistische joden geweest, om in historisch Palestina een staat met een joods karakter te stichten en te handhaven, ten koste van het oorspronkelijke Arabische karakter. Binnen Israël is de beoogde dominantie gevestigd door het creëren van een grote joodse meerderheid en een daar uit volgende dominante positie in parlement en regering. Het land heeft een gegarandeerde joodse meerderheid van de bevolking. In de bezette gebieden is de dominantie gebaseerd op militaire overheersing en onderdrukking.

Verankering van discriminatie in wetgeving is een kenmerk van apartheid. Binnen Israël is volgens mensenrechtengroepen systematische discriminatie gebaseerd op een breed web van algemene wetgeving. Er zijn daarvan een aantal voorbeelden te geven.[1][3][2] In de bezette Palestijnse gebieden geldt voor Israëli's en Palestijnen een geheel gescheiden wetgeving.[10]

Israel Law Resource Center heeft in 2007 een kritische studie gedaan naar de Israëlische wetgeving die volgens haar is ontworpen om een joodse dominantie te verzekeren, overeenkomend met apartheid. De praktijk wordt daarin getoetst aan de internationale definitie van apartheid.[11] Mensenrechtengroep Adalah publiceerde in 2011 een rapport over de ongelijke behandeling van de Palestijnen in Israël.[12]

Natiestaat-wet van 2018[bewerken | brontekst bewerken]

In juli 2018 werd in het Israëlische parlement de basiswet "Israël - de natiestaat van het Joodse volk" aangenomen, die het Land van Israël, dat geheel historisch Palestina omvat, het historische thuisland van het Joodse volk noemt en Israël definieert als louter de staat van het Joodse volk, bestemd voor zelfbeschikking van alle joden in de wereld. De zelfbeschikking voor de Palestijnse/Arabische bevolking, die in het land zijn oorsprong heeft en 20% van de Israëlische bevolking uitmaakt, wordt niet in de wet genoemd. Ook werd de Arabische taal, de oorspronkelijke voertaal van het land, afgewaardeerd van officiële staatstaal tot taal met een "speciale status".[13] Zowel mensenrechten-groepen als Palestijnen vergeleken de wet met de apartheid-wetgeving in ZA.[14] Zelfs President Rivlin had gewaarschuwd voor het discriminerende karakter van de wet.[15]

Na het aannemen van de natiestaat-wet verklaarde de Palestijnse Autoriteit, dat Israël "zichzelf officieel tot apartheidsstaat had verklaard". PLO secretaris-generaal Saeb Erekat verklaarde dat de nieuwe wet Israël verandert in een "de facto apartheid-regime".[16] Adalah schreef, dat de wet duidelijke kenmerken heeft van apartheid en aanzet tot racistische handelingen als grondwettelijke waarden.[17]

Vanwege het in de wet verankerde recht op alleen-voor-joden gemeenschappen, vergeleek een oppositie-lid in de Knesset het wetsontwerp eerder met Zuid-Afrika's Groepsgebiedenwet van 1950, dat ZA opdeelde in gebieden voor verschillende rassen.[18] De natiestaat-wet noemt de ontwikkeling van joodse nederzettingen een "nationale waarde" en moedigt het bouwen en handhaven ervan (binnen Israël) aan. De wet maakt geen onderscheid tussen de bezette gebieden en Israël, maar volgens Adalah is zij in beiden van toepassing.[17]

Vergelijkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Graffiti in Johannesburg, Zuid-Afrika

Kenmerken van apartheid[bewerken | brontekst bewerken]

Onder een apartheidsstaat wordt verstaan een land dat wordt bestuurd door een etnische groep, waarbij de andere etnische groep of groepen van het land bewust en duurzaam worden gedomineerd en gediscrimineerd, door hen gelijke rechten te onthouden. Een typisch kenmerk van apartheid is, dat de discriminatie is verankerd in wetgeving.[19][20][21] De basiswet "Israël - de natiestaat van het Joodse volk", die in juli 2018 in het Israëlische parlement werd aangenomen, is een voorbeeld van wettelijke verankering van etnische ongelijkheid.

Parallellen met Zuid-Afrika[bewerken | brontekst bewerken]

Alleen toegang voor Joden. Bezette Westoever, Beitar Illit
Alleen toegang voor blanken. Zuid-Afrika, vóór 1994

Beide staten zijn ontstaan door kolonialisme: Zuid-Afrika ontstond in 1910 uit een vereniging van Britse koloniën en voormalige Boerenrepublieken; Israël door de massale immigratie van zionistische kolonisten, voornamelijk Asjkenazische Joden uit Oost-Europa.

In de Israëlische apartheidsanalogie zijn de door Israël bezette gebieden te vergelijken met Namibië, dat destijds door Zuid-Afrika werd gekoloniseerd en waar het apartheidsregime de oorspronkelijke bevolking onderdrukte en deporteerde naar kleine Bantoestans binnen Namibië.

Het grootste deel van de door Israël bezette Westoever is gereserveerd voor de Joodse minderheid; het grootste deel van het door Zuid-Afrika bezette Namibië was gereserveerd voor de blanke minderheid.

Apartheid in de Bezette Palestijnse gebieden[bewerken | brontekst bewerken]

Toegangsbord voor Palestijns Area A-gebied; verboden voor Israëli's
Palestijnse gebieden op de Westoever: gebieden gereserveerd voor niet-joden
Toegangsbord voor Palestijns Area A-gebied; verboden voor Israëli's

Scheiding van Palestijnen en Israëli's[bewerken | brontekst bewerken]

  • De A- en B-gebieden in de bezette Westelijke Jordaanoever, die zijn voortgekomen uit de Oslo-akkoorden, worden vaak vergeleken met de Bantoestans (thuislanden), die destijds in Zuid-Afrika door het apartheidsregime waren gecreëerd. Bovendien is er de scheidingsmuur in de Westelijke Jordaanoever, die joodse nederzettingen en Jeruzalem scheidt van de Palestijnse gebieden en bekend staat onder de naam "Apartheidsmuur" (Engels: Apartheid wall).[22][23] Een alternatieve benaming is "Scheidingsmuur" (Engels: Separation wall).
  • De terugtrekking van Israël uit Gaza, maar de gelijktijdige bezetting van het gebied vanaf de buitengrenzen, wordt door critici beschouwd als slechts een onderdeel van de apartheid: de Gazastrook niet meer dan een thuisland.[24][25]
  • De nederzettingen in de bezette gebieden zijn woongebieden speciaal voor joden, gescheiden van de Palestijnse bevolking. In 2017 waarschuwde Israël's president Reuven Rivlin, dat het legaliseren van nederzettingen op Palestijnse privégrond (volgens hem ten onrechte) Israël het aanzien van een apartheidsstaat zou geven.[26] In werkelijkheid bestaan er volgens internationaal recht helemaal geen legale nederzettingen.
  • In de Westelijke Jordaanoever heeft Israël wegen aangelegd die joodse nederzettingen rechtstreeks met Israël verbinden en vaak alleen maar door Israëli's mogen worden gebruikt, terwijl Palestijnen worden omgeleid via speciaal voor hen bestemde wegen. Zulke wegen worden "apartheidswegen" genoemd.[27] Deze wegen scheiden de Israëlische nederzettingen van de Palestijnse woongebieden.

Wettelijke en juridische ongelijkheid[bewerken | brontekst bewerken]

  • Mensenrechten-organisatie The Rights Forum noemt de "Absentee Property Law" uit 1950, die het Palestijnen onmogelijk maakt hun verloren eigendommen in het door Israël veroverde gebied te claimen, tezamen met de "Legal and Administrative Matters Law" uit 1970, die het daarentegen uitsluitend Joden mogelijk maakt hun verloren eigendommen in Oost-Jeruzalem te claimen,[28] een kenmerkend voorbeeld van apartheidswetgeving.[29] De prominente Haaretz-journalist Gideon Levy noemde dezelfde wetgeving, en de goedkeuring ervan door het Israëlische Hooggerechtshof, met "twee rechtssystemen op een etnische basis", apartheid.[30]
  • In de bezette Palestijnse gebieden geldt voor Israëli's en Palestijnen een geheel gescheiden wetgeving. Israëli's vallen daar onder de Israëlische wetgeving; Palestijnen vallen onder het bestuur van de "Civil Administration" en het militaire recht, met sterk ingeperkte rechten en bewegingsvrijheid.[10]
  • Israël verbiedt buitenlanders zich te vestigen in de Bezette gebieden, om daar een gezin met een Palestijn te vormen. Zo kreeg een Duitse vrouw in 2019 geen toestemming van het Hooggerechtshof voor gezins-hereniging met een Palestijn in de Westelijke Jordaanoever, omdat dit een politiek issue zou zijn. Volgens haar advocaat is de reden een Israëlische racistische politiek, om een bevolkings-toename door huwelijk en familie-uitbreiding te voorkomen en het vertrek uit de Westelijke Jordaanoever aan te moedigen.[31]

Apartheid in Israël[bewerken | brontekst bewerken]

De vergelijking blijft niet beperkt tot de bezette gebieden, maar heeft ook betrekking op Israël binnen de "Groene Lijn":

  • Bijna al het land is eigendom van de Israëlische staat, die de handhaving van het joodse karakter als eerste prioriteit heeft. In ZA was al het land gekoloniseerd door blanke kolonisten. Zij wilden in het grootste deel ervan een christelijk-blanke cultuur handhaven. Het ESCWA-rapport uit 2017 concludeert, dat op basis van wetgeving 93% van al het land in Israël niet beschikbaar is voor niet-joden.[32]
  • Vrijwel alle woongebieden in Israël zijn ingedeeld in ofwel joods, ofwel Arabisch. Er zijn slechts vijf gemengde steden en twee dorpen,[33] die in principe weer verdeeld zijn in joodse en niet-joodse wijken.[34] Deze gemengde steden zijn een gevolg van de verdrijving van Arabische inwoners in 1947-1949 en de vervanging door een joodse meerderheid.[34] In 2016 woonde 90% van de Arabische Israëli's in exclusief Arabische gemeenschappen[35] De scheiding wordt in stand gehouden, door het weren van niet-joodse burgers van de woningmarkt in joodse woongebieden. In 2011 werd bijvoorbeeld een "Admissions Committees Law" aangenomen, die het mogelijk maakt om niet-joden te weren uit joodse woongemeenschappen.[36] In Haaretz werd het "een apartheidswet" genoemd. Volgens hetzelfde artikel is de segregatie tussen joden en Arabieren in Israël bijna absoluut, niet alleen op het gebied van huisvesting.[37]
In ZA was er een soortgelijke scheiding van woongebieden tussen de etnische groepen, die de "Grote Apartheid" werd genoemd, ter onderscheiding van de "Kleine Apartheid", die betrekking had op discriminatie ten aanzien van zaken als algemene voorzieningen, beroepen en de behandeling van minderheidsgroepen.
  • Net als destijds in ZA, is er in Israël op het gebied van huwelijk en nationaliteit een strikte scheiding tussen etniciteiten. ZA had de Wet op verbod van gemengde huwelijken die huwelijken tussen blanken en zwarten verbood, terwijl in Israël het sluiten van huwelijken tussen joden en niet-joden verboden is.[38] Binnen Israël kunnen orthodoxe joden onderling alleen officieel trouwen via het rabbinaat, maar huwelijken met niet-orthodoxe joden zijn verboden.[39] Op grond van internationale verdragen, worden in het buitenland gesloten gemengd-joodse huwelijken wel erkend.[38] Er zijn in Israël slechts enkele honderden van zulke gemengde huwelijken, die in de joodse gemeenschap wel worden afgekeurd, omdat zij de joodse staat zouden ondermijnen.[40]
Eind 2015 werd door de overheid verspreiding op scholen van een boek over een gemengde relatie verboden, omdat gemengde relaties "een bedreiging zijn voor een gescheiden identiteit."[41]
  • De "tijdelijke" Citizenship and Entry into Israel Law van 2003 ontneemt familieleden en huwelijkspartners van Israëlische Palestijnen, die zich vanuit onder andere de bezette gebieden willen vestigen in Israël, het recht op immigratie en burgerschap, maar de wet geldt niet voor inwoners uit de joodse nederzettingen.[42] De verordening was aanleiding om in een Haaretz-artikel Israël te bestempelen als een apartheidsstaat.[43]
  • Israël heeft twee gescheiden schoolsystemen, een Hebreeuws en een Arabisch. Op de Arabische scholen is het leren van Hebreeuws verplicht; op de Hebreeuwse is het leren van Arabisch niet verplicht, zodat slechts 10% van de joden vloeiend Arabisch spreekt. De weinige tweetalige basisscholen krijgen geen overheids-financiering voor de hoge extra kosten.[35] Hoewel er formeel vrijheid van onderwijs is, is het Arabische onderwijs achtergesteld, onder andere doordat het structureel minder overheidsgeld krijgt dan het joodse.[44]
Volgens de Jewish Agency, is er door het gescheiden schoolsysteem weinig contact tussen de verschillende segmenten van de samenleving.[45]
  • Joden en niet-joden hebben een gelijk stemrecht en kunnen beiden in het Parlement (Knesset) worden verkozen. Toch is de Arabische invloed in het bestuur vrijwel nihil, doordat zij altijd een kleine minderheid vormen en er slechts incidenteel een (bescheiden) regeringsfunctie aan een niet-jood wordt toegewezen.

Internationale beoordeling[bewerken | brontekst bewerken]

  • Parallel aan de Wereldconferentie tegen Racisme in Durban, 2001, hielden zo'n 3000 NGO's hun eigen conferentie. In de slotverklaring van 3 september sprak de conferentie zich naast het verschijnsel van racisme, slavernij en kolonisatie wereldwijd, ook uit over de positie van de Palestijnen.
Israël wordt in de verklaring een racistische apartheidsstaat genoemd, met voorbeelden van praktijken die deze apartheid zouden karakteriseren (par. 162-163). De verklaring roept op tot "het afschaffen van alle discriminerende wetten binnen de staat Israël, inclusief die over terugkeer en burgerschap, die deel uitmaken van het geïnstitutionaliseerde racisme en het apartheidsregime" (par. 419). Er wordt ook opgeroepen tot de oprichting van een internationale anti-apartheidsbeweging, naar het voorbeeld van die tegen het voormalige Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. Dit zou gepaard moeten gaan met isolatie, boycot en sancties (par. 424-425).[46] Dezelfde verklaring veroordeelt ook anti-semitisme als een verderfelijke vorm van racisme en roept op tot maatregelen hiertegen (par. 77-78; 248-249).
  • De Israëlische apartheidsanalogie is een van de pijlers van de BDS-beweging (Boycot, Desinvesteringen en Sancties), die zich inzet voor de beëindiging van de bezetting van de Palestijnse gebieden. BDS promoot een wereldwijde boycot van Israël, vergelijkbaar met de boycot die destijds een einde maakte aan het apartheidsregime van Zuid-Afrika.[47]
BDS houdt jaarlijks wereldwijd de "Israëlische Apartheid Week" (IAW), die volgens de Beweging tot doel heeft "het bewustzijn van Israël's apartheid-regime over de Palestijnen te bevorderen" en de groeiende BDS-beweging te steunen.[48]
  • In zijn rapport van maart 2012 toonde het VN Committee ter Bestrijding van Rassendiscriminatie zich zeer bezorgd over de segregatie binnen Israël en discriminatie van niet-joodse minderheden. Ook het gescheiden rechtssysteem in de bezette gebieden werd gehekeld. Er was ook kritiek op bestaande discriminerende wetten en het ontbreken in de basiswetgeving van een verbod op rassendiscriminatie en het principe van gelijkheid.[49]

Internationaal recht[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Apartheid (internationaal recht) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In het internationaal recht wordt voor het begrip apartheid een ruimere uitleg gehanteerd, dan bij het specifieke model dat destijds in ZA werd toegepast. In ZA regeerde een blanke minderheid over een niet-blanke meerderheid. In de moderne definitie is er ook sprake van apartheid, indien een etnische meerderheid systematisch domineert over een of meer etnische minderheden, met de intentie om die dominantie in stand te houden. Daarmee kan de vergelijking toegepast worden op Israël, waar een joodse meerderheid regeert over een arabische minderheid.

Het "Internationaal Verdrag inzake het verbod op, en bestraffing van de misdaad apartheid" (ICSPCA, 1973) definieert in Art. 2 apartheid – zijnde een misdaad tegen de menselijkheid – als: "soortgelijke politiek en praktijken van rassenscheiding en discriminatie, als toegepast in Zuid-Afrika, toegepast met het doel om overheersing door een raciale groep over enige andere raciale groep te vestigen en handhaven en hen systematisch te onderdrukken".[19][20] In die tijd was het apartheid-regime daar nog aan de macht.

Bij de totstandkoming van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC) werd in 1998 een soortgelijke definitie van apartheid toegevoegd voor misdrijf tegen de menselijkheid. Het Statuut verschuift daarbij de nadruk meer van rassen in engere zin naar groepen die op andere gronden te identificeren zijn. Een raciale groep wordt bij apartheid gelijkgesteld met andere groepen die identificeerbaar zijn op grond van etniciteit, religie, enzovoort.

Het begrip ras wordt in het Statuut van Rome, net als in de ICERD-definitie, gehanteerd in de context van het onderscheid op grond van ras, religie, etniciteit en dergelijke.[50] In het eerste lid van artikel 7 wordt bij misdrijven tegen de menselijkheid een raciale groep (een groep van een bepaald "ras") als identificeerbare groep gelijkgesteld met andere groepen die identificeerbaar zijn op grond van etniciteit, cultuur, religie, net zoals bij het artikel over genocide.[21] Daarom is de term apartheid ook van toepassing ten aanzien van de Palestijnen, zowel in Israël als in de bezette gebieden.[51]

In 2009 schreef de Human Sciences Research Council of South Africa (HSRC) een rapport, waarin zij concludeerde dat Israël zowel kolonialisme als apartheid praktiseert. De studie was uitgevoerd door academici en deskundigen op het gebied van Internationaal Recht, uit Zuid-Afrika, Verenigd Koninkrijk, Israël en de Westelijke Jordaanoever. Het rapport is gepubliceerd onder de titel Occupation, Colonialism, Apartheid? — A re-assessment of Israel's practices in the occupied Palestinian territories under international law.[52]

De VN-commissie ESCWA, bestaande uit 18 Arabische landen,[53] publiceerde in 2017 een rapport, waarin op basis van de moderne definitie werd geconcludeerd dat Israël een apartheidsregime heeft gevestigd en het Palestijnse volk domineert. Het rapport stelt onder andere, dat Israël een demografisch beleid voert ("Demographic engineering") om een overweldigende joodse meerderheid te vestigen en te handhaven en merkt op dat dit, zoals in elke raciale democratie, het mogelijk maakt om een democratie op te tuigen met democratische verkiezingen en een sterke wetgevende macht, zonder de hegemonie van de dominante raciale groep te bedreigen.[54]

Een samenvatting van het rapport werd op de website gepubliceerd, maar het rapport zelf onmiddellijk op last van VN secretaris-generaal Antonio Gutteres gecensureerd. Op de pagina werd een fake-link geplaatst naar het betreffende rapport.[4] Secretaris van de ESCWA, Rima Khalaf, nam haar ontslag naar aanleiding van de censurering van het rapport. Co-auteur van het rapport Richard Falk verklaarde, dat het rapport duidelijk is gepresenteerd als het werk van onafhankelijke wetenschappers en niet noodzakelijk de mening van de VN weergeeft. Het is noch een VN-rapport, noch is het door de VN onderschreven.[55]

Israëlische politici over apartheid[bewerken | brontekst bewerken]

  • In 1967 zei David Ben Gurion, de eerste premier van Israël, via de radio dat 'Israël de bezette gebieden en hun Arabische inwoners zo snel mogelijk kwijt zou moeten raken, om te voorkomen dat het binnen afzienbare tijd een apartheidsstaat zou worden'.[7]
  • In 1976 zei premier Yizhak Rabin dat Israël 'het risico loopt een apartheidsstaat te worden indien het de Westelijke Jordaanoever annexeert en de Arabische inwoners assimileert'.[56]
  • In 2007 zei premier Ehud Olmert, dat zonder een twee-staten-oplossing Israël zou worden beschouwd als een apartheidsstaat Zuid-Afrikaanse stijl.[57]
  • In 2010 zei minister van Defensie Ehud Barak, dat Israël recht heeft op al het land ten Westen van de Jordaan, maar moest kiezen tussen vrede en apartheid.[58]
  • In 2013 zei voormalig topbestuurder van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Alon Liel, dat Israël een de facto apartheid staat is, zolang er geen Palestijnse staat is en het over de Westelijke Jordaanoever heerst. Hij suggereerde, dat president Barack Obama bij zijn bezoek moest waarschuwen voor de gevaren van de "apartheid-klif" en stelde dat, totdat een Palestijnse staat is gecreëerd, "we feitelijk één staat zijn. Deze gezamelijke – hopelijk tijdelijke – staat is een apartheidsstaat." De ex-ambassadeur voor Israël in Zuid-Afrika zei, dat de overeenkomsten tussen de originele apartheid en de situatie in Israël en de Westelijke Jordaanoever "ten hemel schreiend" zijn.[59]
  • In 2017 zei president Reuven Rivlin dat een nieuwe wet die nederzettingen op Palestijnse privégrond met terugwerkende kracht legaliseert 'ervoor zorgt dat Israël op een apartheidsstaat gaat lijken'.[60]
  • In 2019 zei premier Benjamin Netanyahu dat Israël 'niet een staat voor al zijn inwoners is, maar alleen voor het Joodse volk'.[61]

In de kunst[bewerken | brontekst bewerken]

In 2012 maakten Ana Nogueira (een blanke Zuid-Afrikaan) en Eron Davidson (een Joodse Israëliër) de documentaire 'Roadmap to Apartheid' over de parallellen tussen de Zuid-Afrikaanse en Israëlische vormen van apartheid. Ze onderzochten en verkenden nagenoeg elk gebied ervan: de zucht naar kolonialisme, gedwongen migratie, controleposten, pasjes, de in het buitenland geborenen, de nog heden afwezigen, regelingen betreffende scheiding en verwantschap, bombardementen en boycots, bulldozers en Bantustans. De kwesties met betrekking tot de Palestijnse vluchtelingen zijn volgens journalist Allister Sparks "significantly worse than apartheid" in Zuid-Afrika[62]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Weblinks[bewerken | brontekst bewerken]