M27-helm
De Gevechtshelm M27 of Helm Nieuw Model is een stalen gevechtshelm die door de Nederlandse krijgsmacht werd gebruikt van 1927 tot en met de capitulatie na de Duitse inval in mei 1940 en de capitulatie na de Japanse inval in Nederlands-Indië maart 1942. De officiële naam voor alle varianten was Helm Nieuw Model of Helm NM.[1] Na-oorlogse historici en verzamelaars duiden de helm aan met M27. Soms worden voor M27-helmen van verschillende fabrikanten en/of verschillende productiejaren andere aanduidingen gehanteerd,[2][3] zoals M23-27,[4] M28,[4] M33,[5] M34,[1][6] M27/34,[1] M38,[7][8] of M40 (C).[9]
De M27-helm verving vanaf 1927 de Helm Oud Model of Helm OM (‘M16’).[noot 1]
De M27 werd tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Nederlandse troepen in Engeland vervangen door de Britse Mk II-helm, die ook na de oorlog in gebruik bleef en op zijn beurt in 1953 werd vervangen door de Gevechtshelm M53, een kopie van de Amerikaanse M1-helm.
De Gevechtshelm M27 werd een icoon van het Nederlandse leger in mei 1940, en van het KNIL tussen 1940 en 1942. In 1945 werden de blauwe overall met koppel en M27-helm het iconische uniform van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS)
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]In 1916 was bij de Nederlandse krijgsmacht de Gevechtshelm M16 ingevoerd. Na 1918 ging de legerleiding op zoek naar een vervanger. Beproefd werden Britse en Zweedse helmen, en er waren ook contacten met Belgische en Franse fabrikanten.[10] In 1922 verscheen een verbeterde versie van de M16, de z.g. "gekraalde Röchling-helm", genoemd naar het staal waarvan deze was vervaardigd, geleverd door de Röchling’sche Eisen- und Stahlwerke GmbH in Völklingen, en de gekraalde rand die hij had gekregen omdat de rand van de M16 vrij scherp was.[noot 2][10]
In 1923 werd een “Helmencommissie” ingesteld om te komen tot een vervanger voor de M16. Een van de commissieleden was eerste luitenant G. P. de Kruyff. Deze commissie kwam in 1924 met het ontwerp de nieuwe M27 helm. Datzelfde jaar werden er proefmodellen gemaakt door de Patroonfabriek van de Artillerie-Inrichtingen (A.I.) te Hembrug.[10] Eind 1926 werd opdracht gegeven voor de productie van de nieuwe helm door Artillerie-Inrichtingen. Eind mei 1927 was de proefserie van 200 helmen gereed. Het duurde echter nog tot eind januari 1928 voordat de binnenwerken werden geplaatst en de helmen gereed waren.[10]
Op 1 juli 1927 werd de helm officieel ingevoerd als Helm Nieuw Model en vanaf dat moment werd de M16 helm als Helm Oud Model aangeduid.[noot 1][10][11]
Ontwerp
[bewerken | brontekst bewerken]De M27 helm heeft in vergelijking met andere helmen uit dezelfde periode een ongebruikelijke vorm, omdat hij, in tegenstelling tot de veel ontwerpen uit die periode niet gebaseerd is op de Britse Brodie-, Franse Adrian- of Duitse Stahlhelm. De helm heeft een terughellende voorzijde, en een gekraalde rand. De M27 helmen werden geleverd in een vrij donkere olijftint, die na enkele jaren bij de troep soms nagenoeg zwart was geworden door het steeds maar opwrijven met wapenolie.[1]
Het staal voor de helm was afkomstig van de Tsjecho-Slowaakse firma Poldi-Hütte in Kladno bij Praag,[10] gespecialiseerd in hooggelegeerd staal.[12] De nikkel-silicium en chroom-silicium-staalplaten in diepstampkwaliteit waar de helmen uit geperst werden hadden een fosfor- en zwavelgehalte lager dan 0,05 %. De diameter van de platen was 420 mm, de dikte gemiddeld 1,1 mm, en het gewicht 1.100 g -1.250 g. De helm die eruit gemaakt werd moest na de warmtebehandeling voldoen aan de een aantal schietproeven.[10]
Er waren ook „groot model" (63 cm) helmen beschikbaar.[10]
- Riemsleuf
De M16-helmen waren voorzien van ventilatiegaatjes en (ransel)riemsleuven, waarmee de helm wanneer hij niet gedragen werd, op de uitrusting bevestigd kon worden. De riemsleuven en ventilatiegaatjes konden bij veel wind een hinderlijk geruis geven.[11] De M27 was daarom ontworpen zonder ventilatiegaten en riemsleuf. Omdat het daardoor lastig om de M27 anders dan op het hoofd mee te voeren, werden nieuwe helmen vanaf september 1927 wel voorzien van een riemsleuf onderaan aan de achterzijde. Later zijn ook oudere helmen alsnog voorzien van een riemsleuf. De M27 werd, wanneer deze niet in gebruik was, met een lederen riempje met gesp (helmriempje) door de riemsleuf aan de koppel of op de rugzak vastgemaakt.[13] Voor bereden officieren was er een lederen helmdrager (eigen aanschaf), waarmee de niet-gedragen helm op de sabel meegevoerd kon worden.[1][13]
Binnenwerk
[bewerken | brontekst bewerken]Het binnenwerk van de M27 was afgeleid van het binnenwerk van de M16 helmen en bestond uit drie lederen flappen geplaatst op een lederen hoofdband. Onder elke lederen flap was een dik driehoekige oranje vilten kussen geplaatst van ca. 1½ mm dik.[14] Binnenin de helm zat aan beide zijden een rechthoekige kinriembeugel. Hieraan was de 2-delige kinriem (‘3e model’) bevestigd: aan de linker kinriembeugel was met 2 holnieten een lederen riem van 18mm breed en ongeveer 58 cm lang bevestigd, aan de aan de rechter kinriembeugel was met 2 holnieten een korte riem met rolgesp bevestigd. Aan de achterzijde was een met een riempje met doorngesp verstelbare lederen nekriem aangebracht. Het geheel werd aan de helm bevestigd met 7 stalen holnieten. De holnieten waarmee de kinriembeugel aan binnenwerk en helm werd bevestigd braken snel af. Vanaf 1931 werd de kinriembeugel daarom bevestigd met een twee koperen klinknagels. Oudere helmen waarvan de holnieten afbraken werden hersteld met koperen klinknagels.
Helmplaat
[bewerken | brontekst bewerken]Aan de voorzijde van de M27 helm is een ovale roodkoperen helmplaat gesoldeerd. Op de plaat is een klimmende Nederlandse leeuw in jugendstil-stijl ‘in reliëf’ weergegeven. De plaat werd ontworpen door Chris van der Hoef.[15] De helmplaat werd dofzwart gespoten, maar door de troepen vaak glimmend gepoetst.[1] In 1940 ging het gerucht dat de helmplaat ervoor zou zorgen dat kogels niet afschampen van de helm, maar deze juist gemakkelijker doorboren. De helmplaat werd daarom vaak verwijderd met de stormdolk, bajonet of een ander scherp voorwerp. In juni 1927 was echter bij op verzoek van de legerleiding uitgevoerde schietproeven bij de Artillerie-Inrichtingen gebleken dat de helmplaat de kans op doorboring van kogels en scherven eerder verlaagde dan verhoogde.[16]
- Marine en Mariniers
Aanvankelijk waren de helmen die door de Koninklijke Marine en het Korps Mariniers gebruikt werden ook voorzien van de helmplaat met klimmende leeuw, maar vanaf 1932 werd deze door de Marinewerf vervangen door een zwart gespoten gekroonde onklaar anker van hetzelfde model dat ook op de pet werd gedragen. Na het vervangen van de helmplaat, werd de helm aan de buitenzijde in een donker-grijsgroene kleur overgeverfd.
Helmband
[bewerken | brontekst bewerken]De glimmende ronde helm viel op in het veld en verraadde de aanwezigheid van de drager. Ook andere landen hadden hiermee te kampen. Vanaf 1937 werden de Nederlandse helmen daarom behandeld met alkydalverf,[noot 3] waardoor ze niet meer glommen.
In 1937 meldde majoor G.J. Sas, militair attaché in Berlijn, dat de Duitsers een rubberen band om de helm gebruikten, waarin takjes enz. werden gestoken om deze te camoufleren.[10] In 1939 werd ook in Nederland een helmelastiek ingevoerd, die officieel ‘Rubberring tot maskeering van den helm’ heette, maar ‘helmring’, ‘helmband’ of ‘helmelastiek’ werd genoemd. Ze werden gemaakt door rubberfabriek Vredestein. De helmband was gemaakt van een donker-olijfgroen rubberen band van 16 mm breed, 3 mm dik en ongeveer 20 cm in diameter. Aan beide zijden was een grijsgroene lederen lus met een stalen haak bevestigd. De haak werd onder de rand van de helm gehaakt.[14][20]
Gedurende de mobilisatie in 1939/40 werden de olijfgroene helmelastieken met twee haken op vrij grote schaal uitgereikt. Met de elastieken kon camouflagemateriaal, bv. takken of gras op de helm bevestigd worden.[1]
Fabrikanten
[bewerken | brontekst bewerken]De verwachting was dat de Artillerie-Inrichtingen aan de Hembrug in Zaandam in geval van mobilisatie niet voldoende wapens, munitie en uitrustingsstukken zouden kunnen produceren en dat er daarom ook particuliere bedrijven deze producten zouden moeten produceren. Dit had tot gevolg, dat in 1931 de N.V. De Vereenigde Blikfabrieken (Verblifa) bij de helmenproductie werd betrokken. De helm M27 is dus zowel bij de Artillerie-Inrichtingen als bij Verblifa. aangemaakt. Begin 1932 was de hele productie aan de Verblifa uitbesteed. De eindverantwoording bleef bij de Artillerie-Inrichtingen. Toen in januari 1940 de productie op volle toeren draaide, werden aan de Centrale Magazijnen van de krijgsmacht 1500 helmen per dag afgeleverd.[1][10]
Het lederen binnenwerk met de vilten kussens van de helmen werd gemaakt door verschillende fabrikanten, o.a. lederwarenfabrieken J. de Valk jr. in Amsterdam,[1][10][14][noot 4], Wed. D.P. de Booij in Den Bosch,[noot 5] Gebr. Van der Kloot Meijburg & Zoon in Alphen aan de Rijn en Dieren[noot 6] en E. Wessels & Zoon in Utrecht.[noot 7][2][30]
Een klein aantal helmen werd voor het KNIL geproduceerd door Milwaukee Saddlery Company (Milsco) in de Verenigde Staten.
Varianten
[bewerken | brontekst bewerken]Helmen van verschillende fabrikanten en in verschillende productieseries wijken af in details.
Daarnaast zijn er varianten die meer afwijken van de originele helm:
Helm NM (verbeterde versie)
[bewerken | brontekst bewerken]Vanaf 1933 werd een licht gewijzigde versie geproduceerd. Het opvallendste verschil was de bij de oren iets hoger uitgesneden zijkant, waardoor de helm er van opzij gezien een meer geprononceerde kromming heeft. De nieuwe versie is ook wat zwaarder. Het binnenwerk bleef ongewijzigd. De verbeterde helmen werden geleverd in een lichtere olijfgroene kleur dan de originele helmen.[1]
Het verbeterde model werd ‘Helm NM (verbeterde versie)’ genoemd, en werd vanaf 1934 ingevoerd. Na-oorlogse historici en verzamelaars duiden dit model meestal aan als ‘M27/34’. Soms ook als ‘M34’.[1][2][3][6]
KNIL-helm
[bewerken | brontekst bewerken]In 1930 plaatste het Ministerie van Koloniën een proefbestelling voor helmen voor het KNIL. De KNIL-helm was aan de achterkant 3 cm korter dan het oorspronkelijke model, was voorzien van een ranselriemsleuf van 22 mm en een keelriem van 22 mm van soepel chroom gelooid leder met schuifgesp. Aan het binnenwerk was aan de achterzijde een lederen nekflap aangebracht. In 1936 werd een contract voor de levering van 3000 helmen getekend, waarna andere contracten volgden.[10] De helm werd ‘Helm NM KNIL’ genoemd.
- Milsco helm van het KNIL
Nadat Nederland bezet was door de Duitsers, werd een klein aantal helmen voor het KNIL geproduceerd door Milwaukee Saddlery Company (Milsco) in de Verenigde Staten.[31][32] Deze helmen hadden geen helmplaat aan de voorzijde, en hadden een grotere nekflap aan de achterkant en ventilatiegaten in de hoofdband. Verder was hij vrijwel identiek aan de ‘Helm NM KNIL’. De Milsco helmen worden door verzamelaars soms aangeduid als M41 KNIL, Milsco.
Motorrijders helm
[bewerken | brontekst bewerken]Het binnenwerk van de helmen voor motorrijders was voorzien van met extra lederen oor- en nekstukken.[33][34][noot 8]
Roemeense helm
[bewerken | brontekst bewerken]Begin januari 1937 verzocht de Roemeense regering Nederland om enkele M27/34 helmen te leveren voor beproevingen. Na uitgebreide beproevingen bestelde Roemenië 628.000 helmen van een iets gewijzigd ontwerp voor ƒ 4,93 pst[35] (ongeveer € 33 in 2015[36]).
De bol[noot 9] van de Roemeense helm was ruimer en de voorzijde van de helm werd verlengd. Bij de oren was de helm iets breder en hoger uitgesneden. Het binnenwerk was onder een lichte hoek geplaatst. Voorop werd een helmplaat met het monogram van Koning Carol II van Roemenië aangebracht. Ondanks de wijzigingen leek de Roemeense helm sprekend op de Nederlandse helm M27/34.
In Roemenië werd de helm ‘Cască de Otel, model Olandez’ (Stalen helm, Nederlands model) of ‘Cască Olandeză’ (Nederlandse helm) genoemd. Na-oorlogse verzamelaars noemen hem wel ‘Cască model 1939’ of ‘Cască model 34/39’ De helmen werden in 1938 in de Verblifa-fabriek in Nederland geproduceerd.
De Roemenen kozen onder andere voor de Nederlandse helm omdat deze er onmiskenbaar anders uitzag dan de helmen die in de buurstaten in gebruik waren, waardoor er minder kans zou zijn op vergissingen. Door hun pofbroek en Cască Olandeză was de Roemeense soldaat uit die periode direct herkenbaar.[37]
Nadat Carol II in september 1940 afstand had gedaan van de troon, moesten de helmplaten worden verwijderd van de helmen die nog niet uitgeleverd waren en werden nieuwe helmen zonder helmplaat geproduceerd. Van de inmiddels in Roemenië in gebruik zijnde helmen werden de helmplaten niet altijd verwijderd.
Na mei 1940 gingen de Duitsers door met het leveren van de Roemeense helmen. Ook werden gebruikte Nederlandse M27 helmen waarvan de Nederlandse helmplaten waren verwijderd aan de Roemenen geleverd. Na 1942 kregen de helmen voor Roemenië het Duitse M31 binnenwerk dat ook in de Duitse Stahlhelmen gebruikt werd. Helmen met dat binnenwerk worden door verzamelaars ‘Cască model M1939/1942’ genoemd.[38] Uiteindelijk zijn er tussen 1938 en 1943 ongeveer 800.000 helmen geleverd aan de Roemeense strijdkrachten.
- Cască M73
Na de Tweede Wereldoorlog gebruikte het Roemeense leger de Sovjet-Russische Ssh40-helmen, maar toen Roemenië begin jaren 70 meer afstand namen van de Sovjet-Unie werd de eigen M73-helm geïntroduceerd, waarvan vorm en binnenwerk waren geïnspireerd op de Nederlandse ‘Cască Olandeză’ helm. Later werd de helm verbeterd tot M73/80, die in gebruik bleef tot hij halverwege de jaren 90 werd vervangen door de OR-201 helm.[39] De Roemeense M73/80 werd ook geëxporteerd naar Afghanistan, waar hij nog steeds gebruikt wordt door het Afghan National Army (ANA).
-
Roemeense soldaat met Cască Olandeză. De helmplaat is goed te zien. (1942)
-
Roemeense militairen met Cască Olandeză (1942)
-
Na-oorlogse Roemeense M73 helm
-
Afghaanse militairen, de linker en middelste dragen M73/80 helmen (2010)
Gebruik
[bewerken | brontekst bewerken]Bij de Nederlandse krijgsmacht werd de helm door alle krijgsmachtdelen gedragen. Het personeel van het Koninklijke Marechaussee droeg zwart gespoten helmen.[1]
In de tweede helft van 1940 werden militairen die naar het Verenigd Koninkrijk waren uitgeweken georganiseerd in het Detachement Koninklijk Nederlandse Troepen gevormd. Later werd dit het Nederlandsch Legioen, en ten slotte vanaf 11 januari 1941 de Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene' (PIB).[40] In de loop van 1940 ontvingen het personeel Enfield P14 geweren en Britse uniformen. In het begin werden hierbij nog veel Nederlandse helmen gedragen.[41] Vanaf maart 1941, werd de Britse Mark II helm de standaard helm ingevoerd voor de Nederlandse eenheden en verving hierdoor de voor-oorlogse Nederlandse modellen die tot dan nog in gebruik waren.[40][42]
Tijdens de bezettingsjaren droeg personeel van politie, brandweer en Luchtbeschermingsdienst (LBD) gebruikte vooroorlogse Nederlandse helmen in het zwart.
Vanaf het najaar van 1944, aan het begin van de bevrijding begonnen de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) in de bevrijde delen van Nederland met de geallieerden samen te werken. Als uniform droegen leden van de BS een blauwe overall, oranje armband en als hoofddeksel gebruikte vooroorlogse helmen M27 met of zonder de helmplaat. Soms nog legergroen, andere zwart gemaakt. Later ontvingen veel BS’ers Britse uniformen en Mark II- en III-helmen.[43]
Trivia
[bewerken | brontekst bewerken]- Op het in 1948 ingestelde Mobilisatie-Oorlogskruis 1939-1945 staat een M27 helm afgebeeld. De onderscheiding werd door Frans Smits ontworpen.
- Toen het Duitse Ministerie van bewapening in 1942 een opvolger zocht voor de Stahlhelm M35/42 was een van de prototypes (C) bijna identiek aan de Nederlandse “Helm NM”. De Duitsers kozen echter voor prototype B/II, dat tijdens de oorlog niet meer ingevoerd werd, maar wel de helm werd die van 1956 tot 1989 door de Nationale Volksarmee (NVA) van de Duitse Democratische Republiek (DDR) gedragen werd als M56.[15]
- Tijdens de mobilisatie in 1939 werd door H.W. Blomjous, militair coupeur te Den Haag, een helm aangepast met een speciaal binnenwerk met zwart bont, zodat koningin Wilhelmina deze op het kapsel zou kunnen dragen. De helm had de standaard olijfgroene kleur en dofzwarte voorplaat. Toen Wilhelmina in Harwich aan wal stapte, had zij de helm bij zich.[44][45] Na de oorlog werd hij bewaard in het Koninklijk Huisarchief te Den Haag.[44] Inmiddels maakt hij deel uit van de collectie van het Nationaal Militair Museum (NMM).[46]
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]-
Oefening van Nederlandse soldaten met M27 helmen (1939-1940)
-
Nederlandse 81mm mortier met bemanning met M27 helmen (1939-1940)
-
Kapitein JD Backer, 14 mei 1940
-
Militairen met M27 helmen bij een M36 pantserwagen
-
Koningin Wilhelmina bij haar aankomst in Londen op 22 mei 1940, vergezeld door (toen) Radm RN GLC Dickens, Brits militair attaché in Den Haag. Ze heeft haar M27/34 helm bij zich.
-
Twee militairen van het Korps Politietroepen[47] met M27 helm (1939)
-
Militaire ‘Motormitraillisten’[48] met M27 helmen op Eysink motorfietsen met Schwarzlose M.08 mitrailleurs (ca. 1935)
-
Leden van de BS met M27 helmen (1945)
-
Luchtbeschermingsdienst met M27 helmen aan het werk na het bombardement op Nijmegen (22 feb. 1944)
-
Erewacht in blauwe overall met helm M27 bij het Verzetsmonument op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam (1956)
Bronnen, referenties en voetnoten
[bewerken | brontekst bewerken]- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Netherlands M34 op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- Schulten, dr. C.M. (1984). De Nederlandse helm nieuw model (1927). Gearchiveerd op 13 april 2022. Militaire Spectator (14)[2][3]
- Smits, F.J.H.Th. (1975). Nederlandse legerhelmen - Inleiding vervolg. Gearchiveerd op 26 maart 2023. Armamentaria (10): p33-39. DOI:juni 2021 22 juni 2021.
- Smits, F.J.H.Th. (1979). Nederlandse legerhelmen. Armamentaria (14): p54-64
- Smits, F.J.H.Th. (1997). De helm met de cent. Gearchiveerd op 29 juni 2021. Armamentaria (32): p105-112. DOI:juni 2021 22 juni 2021.
- Joode, Kevin de (red.), Braak, H. te, Fenn, M., Scheepers, F., Schepper, I., Strijbosch, H. (2019). De Nederlandse stalen helm 1916 - 1992, pp. 348. ISBN 978-90-90-31777-9.
- Joode, Kevin de (2007). De Nederlandse stalen helm 1916 - 1946. Uitgeverij de Bataafsche Leeuw B.V., pp. 160. ISBN 978-90-67-07613-5.
- Helden, Ben van, De Nederlandse legerhelmen 1915-1945. Gearchiveerd op 29 juni 2021. Geraadpleegd op 22 juni 2021.
- (en) Brayley, Martin J. (2008). Tin Hats to Composite Helmets: A Collector's Guide. Crowood Press, Marlborough, Wiltshire, Verenigd Koninkrijk. ISBN 978-1-84797-024-4.
- NMM, Helm model 1927
- Dutch Helmets, M27
- (en) Steel Helmets Worlds, Netherlands
- (en) Steel Helmets Worlds, Romenia
- Westervoort 1940, helm
- Leger 1939-1940.nl, [www.leger1939-1940.nl]
- (ro) Asociația Traditia Militară, Arhivă Foto (nl: fotoarchief)
Referenties
- ↑ a b c d e f g h i j k l m Van Helden
- ↑ a b c De Joode, 2007
- ↑ a b De Joode, 2019
- ↑ a b (en) Ellis, Brendon, Netherlands M23-27. brendonshelmets.weebly.com/. Geraadpleegd op 23 juni 2020.
- ↑ Dutchhelmets, Model 1933 (m33) helmen
- ↑ a b (en) Ellis, Brendon, Netherlands M34. brendonshelmets.weebly.com/. Geraadpleegd op 23 juni 2020.
- ↑ Dutchhelmets, Model 1938 (m38) helmen
- ↑ Nederlandse legerhelmen 1915-1945 Helm M38. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
- ↑ Nederlandse legerhelmen 1915-1945 Helm M40-C. Gearchiveerd op 10 juni 2023.
- ↑ a b c d e f g h i j k l Schulten, 1984
- ↑ a b c Dutch Helmets, M16
- ↑ Zie Poldi (Unternehmen) op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ a b Dutchhelmets, Helmdrager
- ↑ a b c Westervoort 1940, Helm
- ↑ a b Smits, 1997
- ↑ Nederlandse legerhelmen 1915-1945 De Helmplaat. Gearchiveerd op 26 maart 2023.
- ↑ a b Zie Alkydharze op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ (de) Brandslex, Markenlexicon Bayer
- ↑ Zie Viverso op de Duitstalige Wikipedia
- ↑ Dutchhelmets, Helmband
- ↑ Bajonet.be, Polizei koppelschoen J. de Valk Jr Amsterdam
- ↑ KVBK.nl, Advertentie J. de Valk (1945). Gearchiveerd op 13 april 2022.
- ↑ a b Bruggeman, Henk, De goeder cnapen der gulden ende ambachte vande louweren ende schoenmakeren deser stadt ’s-Hartogenbosch Sinte Crispinus ende Sinte Crispinianus, p9-10,20-21,23. Gearchiveerd op 13 april 2022.
- ↑ Bossche Encyclopedie, Gremaux, René, “Daniël Nederveen, Vergeten Bossche meester van landelijke statuur”, pp 135,136,211,. Gearchiveerd op 29 juni 2021.
- ↑ Bossche Encyclopedie, Van Tuldenstraat 25-41. Gearchiveerd op 19 juni 2022.
- ↑ a b 113.2.07 Archief van de familie Kloot/Van der Kloot Meijburg, 1806-1969
- ↑ 113.2.07 Archief van de familie Kloot/Van der Kloot Meijburg, 1806-1969. Gearchiveerd op 6 september 2023.
- ↑ Rijksbureau voor huiden en leder, Lijst van namen en adressen van ingeschreven handelaren, agenten en fabrikanten. Gearchiveerd op 6 september 2023.
- ↑ Keessen, Ilse, Het Minstroomgebied, p12
- ↑ Nederlandse Militaria, Binnenwerk leveranciers M27 stalen helm. Gearchiveerd op 29 juni 2021.
- ↑ Dutch Helmets, KNIL/TRIS
- ↑ (en) Ellis, Brendon, Netherlands M38 KNIL. brendonshelmets.weebly.com/. Geraadpleegd op 23 juni 2020.
- ↑ Dutchhelmets, Motorrijdershelmen
- ↑ (en) Ellis, Brendon, Netherlands M34 Motor cyclist. brendonshelmets.weebly.com/. Geraadpleegd op 23 juni 2020.
- ↑ (ro) Asociația Traditia Militară, Cască Olandeză
- ↑ Historical Statistics, Currency Converter, “4,93 Dutch guilder in 1937 ~ 33,65 Euro in 2015
- ↑ (ro) Historia.ro, Horia Şerbănescu, “Ofiţerii români, ţinta lunetiştilor inamici din cauza unifomei”. Gearchiveerd op 29 juni 2021.
- ↑ Marzetti, Paolo (1996). Combat Helmets of the World. Ermatto Albertini Editore, pp. 228. ISBN 88-85909-64-7.
- ↑ Zie OR-201#Europe op de Engelstalige Wikipedia
- ↑ a b [1]
- ↑ Ellis, Brendon, Rare picture of dutch soldiers training in the United Kingdom in 1940 wearing british uniforms with Dutch helmets. brendonshelmets.weebly.com/. Gearchiveerd op 25 juni 2021. Geraadpleegd op 23 juni 2020.
- ↑ Dutch Helmets, Mk 1
- ↑ Binnenlandse Strijdkrachten, Bewapening en uitrusting. Gearchiveerd op 6 juli 2022.
- ↑ a b Smits, 1975
- ↑ Afbeelding van Koningin Wilhelmina met haar helm (Harwich, 1940). Gearchiveerd op 29 juni 2021.
- ↑ NMM, collectie, Olijfkleurige gevechtshelm Model 1934 met bontvoering van H.M. Koningin Wilhelmina. Gearchiveerd op 25 juni 2022.
- ↑ Marechausseesporen, Korps Politietroepen
- ↑ NMM, Afbeelding huzaren motorrijder en motormitraillisten regiment wielrijders. Gearchiveerd op 29 juni 2021.
Voetnoten
- ↑ a b De officiële naam voor de Gevechtshelm M16 was eenvoudigweg “Helm”.[11] Toen in 1927 de Helm Nieuw Model of Helm NM (later M27 genoemd) werd ingevoerd, werd de naam van de in 1916 ingevoerde helm Helm Oud Model of Helm OM.[1] Na-oorlogse historici en verzamelaars duiden de helm aan als Gevechtshelm M16. Voor de varianten worden verschillende namen gehanteerd.
- ↑ De Röchlinghelm, een variant van de Gevechtshelm M16, wordt door naoorlogse historici en verzamelaars ook wel aangeduid als M22.
- ↑ Alkydal is een merknaam voor een synthetische alkydhars van Bayer. Alkydharsen behoren tot de polyesters en zijn verwant aan de polyesterharsen.[17] Bayer Alkydal was in 1929 de eerste synthetische polyesterhars.[18] Het wordt tegenwoordig geproduceerd door Viverso, een bedrijf dat uit Bayer voortgekomen is.[19] Alkydharsen worden voornamelijk gebruikt in: alkydverf en vulmiddel zoals plamuur.[17]
- ↑ Lederwarenfabiek J. de Valk jr. produceerde vóór de Tweede Wereldoorlog lederwaren voor het Nederlandse leger. Tijdens de Duitse bezetting produceerden ze verder voor de Duitsers. Zo maakten ze voor de Wehrmacht ook koppelschoenen (lederen hanger waarmee bajonetschede aan het koppel bevestigd wordt) en patroontasjes voor de Mauser Karabiner 98k.[21][22]
- ↑ Schoen- en Lederwarenfabriek Wed. D.P. de Booij werd in 1833 opgericht als J.A. de Booij en Zn. opgericht aan de Orthenstraat in Den Bosch. Het bedrijf produceerde onder andere sjako’s voor het Nederlandse leger.[23] Rond 1887 verhuisde Daniel Petrus de Booij (1842-1889) de fabriek van o.a. ‘militaire equipamentstukken’ naar een nieuw pand op de voormalige Esplanade aan de Zuid-Willemsvaart (Van Tuldenstraat, eerste steen gelegd op 18 maart 1886 door Johannes Mathilde Daniel Maria de Booij (1869-1935) ).[23] In het nieuwe pand ging hij ook schoenen vervaardigen. In 1889, overleed Daniel Petrus en nam diens weduwe Cornelia Theodora de Booij-Schiedges (1845-1928[24]) de zaak over. Zij liet enkele jaren later een stoommachine in het bedrijf plaatsen, breidde de fabriek en richtte deze modern in 'om op grote schaal te werken'. De naam werd ‘De Booij’s Stoomschoenenfabriek’. De firma voerde een groot aantal activiteiten uit: leerlooierij, leertouwerij (=het afwerken van gelooid leder), het vervaardigen van schoeisel, tassen, petten, militaire equipementstukken; militaire kleding en militaire leeruitrustingen.De schoenenindustrie kende aan het eind van de 19e eeuw een grote bloeiperiode, maar zakte in de loop van de 20e eeuw in. Het bedrijf, dat vanaf 1943 ‘N.V. Schoen- en Lederwarenfabr. v/h Wed. D.P. de Booy’ heette, werd eind jaren 50 opgeheven.[25]
- ↑ Leerlooierij H. van der Kloot & Zoon werd rond 1875 begonnen door Hermanus Kloot (1804-1889). In samenwerking met andere zoons begon hij verschillende anders firma's: de pannenbakkerij "van Rijn en Kloot", pannen- en tegelfabriek "H. Kloot & Co.". Zodra het bedrijf goed draaide, trok Hermanus zich terug uit het bedrijf en droeg het over aan de zoon. De leerlooierij kwam onder zijn zoon Leonardus Johannes Hermanus (1854-1936) in financiële problemen zodat vader Hermanus het bedrijf weer overnam. Na het overlijden van Hermanus in 1889, werden de bedrijven voortgezet door zijn zoons Matthijs (1852-1908), Hermanus Hendrikus (1855-1942) en Hendrikus Johannes (1869-1911) (de Gebroeders Van der Kloot). Na het kinderloos overlijden van Matthijs en Hendrikus Johannes, kwamen de leerlooierij en pannenbakkerijen in handen van Hermanus Hendrikus. De pannenbakkerijen werden samengevoegd. Zijn dochter Hendrika Johanna van der Kloot Meijburg (1884-1967) was als laatste lid van de familie bij de bedrijven betrokken als eigenaresse. De pannenbakkerij werd in de loop van de jaren 60 van de 20e eeuw overgenomen door de firma Van Oordt & Co. De opstallen werden in de jaren daarna afgebroken. De leerlooierij werd enkele jaren later beëindigd.[26] In 1901 dienden de kinderen van Hermanus Kloot en Hendrica Johanna Meijburg en een, inmiddels meerderjarige kleinzoon, een verzoek in tot wijziging van de geslachtsnaam ‘Van der Kloot’ in ‘Van der Kloot Meijburg’. Bij Koninklijk Besluit van 18 maart 1902 werd dit verzoek toegestaan voor de aanvragers en, voor zover het de mannelijke aanvragers betrof, hun wettige nakomelingen. De naam van het bedrijf werd toen Gebr. Van der Kloot Meijburg & Zoon.[26] Het bedrijf produceerde na de Tweede Wereldoorlog o.a. dekzijlen voor vrachtwagens en NBC-pakken voor de Koninklijke Landmacht. In 1954 wijzigde de bedrijfsvorm van VOF in NV[27]
- ↑ N.V. Leder- en Lederwarenfabriek. E. Wessels & Zoon, was gevestigd in Utrecht aan de Tolsteegsingel[28] naast de Minstroom. De huiden van de fabriek werden gedroogd aan de Minstroom. Het bedrijf heeft bestaan tot het begin van de jaren 70.[29]
- ↑ De speciale motorrijdershelmen werden gedragen door motorordonnansen. Voor zover bekend droeg personeel van de “Regimenten Huzaren Motorrijders” de standaard helm.
- ↑ De bol of kroon van een hoed is het deel van de hoed dat de kruin van het hoofd bedekt