Resolutie 1353 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1353
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 13 juni 2001
Nr. vergadering 4326
Code S/RES/1353
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp VN-vredesoperaties
Beslissing Maatregelen om VN-vredesmissies te versterken.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2001
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Bangladesh Bangladesh · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Ierland Ierland · Vlag van Jamaica Jamaica · Vlag van Mali Mali · Vlag van Mauritius Mauritius · Vlag van Noorwegen Noorwegen · Vlag van Singapore Singapore · Vlag van Tunesië Tunesië · Vlag van Oekraïne Oekraïne

Resolutie 1353 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 13 juni 2001.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Op 16 januari was er een debat geweest over het versterken van de samenwerking met landen die troepen bijdroegen (aan vredesmissies). De VN-Veiligheidsraad is verantwoordelijk voor de internationale vrede en -veiligheid en wilde de capaciteit van de VN op dat gebied versterken. Daarbij moest de veiligheid van de vredeshandhavers en ander VN-personeel verzekerd worden.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Daarom werden de beslissingen en aanbevelingen in annex aangenomen. De werkgroep over vredesoperaties werd gevraagd verder te werken om de capaciteit nog te vergroten en ook binnen de 6 maanden de nu aangenomen maatregelen te beoordelen.

Annex I[bewerken | brontekst bewerken]

A – Principes van samenwerking met landen die troepen bijdragen[bewerken | brontekst bewerken]

Het partnerschap met landen die troepen bijdragen kon worden versterkt door gedeelde verantwoordelijkheid om personeel, steun en voorzieningen te leveren voor de vredeshandhaving. Landen moesten ook zorgen dat hun troepen in staat waren de mandaten uit te voeren. Daarvoor was internationale samenwerking voor opleidingen, logistiek en materiaal nodig. Het Secretariaat van de Verenigde Naties moest de troepen de nodige ondersteuning geven.

B – Operationele kwesties[bewerken | brontekst bewerken]

De secretaris-generaal regelmatig samen te zitten met de landen tijdens missie om deze te beoordelen en hier lessen uit te trekken voor toekomstige missies. Het was ook nuttig dat landen voor de missie op verkenning kwamen in het betrokken gebied. De capaciteit van het Secretariaat om informatie te vergaren en analyseren moest worden versterkt zodat ze beter advies kon geven aan de Veiligheidsraad en de landen. Ook moest er een informatieprogramma komen om publieke steun te krijgen voor missies.

C – Andere mechanismen[bewerken | brontekst bewerken]

Een mogelijkheid om de operaties te versterken was gebruikmaken van het Generale Staf-Comité.

D – Opvolging[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen de 6 maanden zou de Veiligheidsraad de vergaderingen met de landen beoordelen om te zien of die het huidige systeem konden verbeteren.

Annex II[bewerken | brontekst bewerken]

Er gingen consultaties komen met de troepenbijdragende landen in de volgende formaten:

A. Publieke of gesloten vergaderingen van de Veiligheidsraad met deelname van deze landen,
B. Consultatievergaderingen met deze landen,
C. Vergaderingen van het Secretariaat met deze landen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1353 op de Engelstalige Wikisource.