Naar inhoud springen

Tweetalig onderwijs: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
IMitchK (overleg | bijdragen)
Door de wol geverfd (overleg | bijdragen)
-overbodige redirect
Regel 1: Regel 1:
'''Tweetalig onderwijs''' is [[onderwijs]] in [[tweetalig onderwijs|twee talen]].
'''Tweetalig onderwijs''' is [[onderwijs]] in twee talen.


== Inleiding ==
== Inleiding ==

Versie van 2 aug 2007 17:34

Tweetalig onderwijs is onderwijs in twee talen.

Inleiding

Doorgaans is één van die twee talen de moedertaal. Het kan gaan om:

  • onderwijs waar de leerlingen het taalregime van de lessen kunnen kiezen. Zo zijn er aan de meeste Vlaamse en Nederlandse universiteiten opleidingen, vooral op Master-niveau, die men òf in het het Engels, òf in het Nederlands kan volgen. Ook nogal wat Brusselse lagere scholen hebben een Franse klas en een Vlaamse klas. Tot aan de tweede wereldoorlog hadden ook heel wat secundaire scholen in Vlaanderen een Franse en een Vlaamse afdeling, vooral in de steden.
  • onderwijs waar een gedeelte van de vakken niet in de moedertaal worden gegeven.

Vlaanderen

In Vlaanderen houdt men de boot af wat betreft tweetalig onderwijs, al wordt het onderwerp weer ter discussie gesteld, bijvoorbeeld door de Brusselse VLD, o.m. aan de hand van het Nederlandse voorbeeld. Zelfs koning Albert lanceerde eind vorige eeuw het idee van vroege (kleuterschool) tweetalige scholen, om de tweetaligheid van zijn onderdanen te verbeteren. Hij werd pijnlijk genoeg teruggefloten, onder meer op wetenschappelijke gronden.

Er zijn meerdere motieven waarom men in Vlaanderen aarzelt met tweetalig onderwijs:

  • Wellicht is er een historische, wat gevoelsmatige, reden: men heeft decennia moeten vechten om het onderwijs echt Nederlandstalig te maken, vrij van het Frans. Als men nu het Engels binnenhaalt, is dat allemaal vergeefse moeite geweest?
  • In het secundair onderwijs, en zeker in het lager onderwijs - a fortiori in het kleuteronderwijs - wordt tweetalig onderwijs tegenhouden door de regeling van de vereiste bekwaamheidstitels. Vlaamse leraars moeten een Nederlandstalig diploma (van een Nederlandstalige instelling voor hoger onderwijs zoals een normaalschool) hebben, ook als zij geschiedenis, wiskunde of zelfs Frans geven. De grote vrees is, dat bijvoorbeeld een leraar aardrijkskunde die zijn vakkennis in het Engels of het Frans moet aanbrengen, die taal niet genoeg beheerst, of althans geen taaldidactiek onder de knie heeft. Men wil de taal liever laten aanleren door specialisten in taalonderwijs dan door vakmensen die een mondje Frans of Engels jargon praten.
  • In Vlaanderen start het tweede-taalonderwijs reeds op 10-jarige leeftijd (soms zelfs vroeger in faciliteiten- of taalgrensgemeenten). Iedereen heeft bij de aanvang van de secundaire school al een mondje Frans geleerd. Het verleden heeft aangetoond dat op die manier heel wat Vlamingen behoorlijk twee- tot meertalig door het leven kunnen gaan.
  • Als een bepaald vak (bijvoorbeeld scheikunde) nog maar uitsluitend in het Engels wordt aangebracht, zullen de leerlingen vooruitgang maken in het Engels, maar kennen daardoor de juiste Nederlandse (vak-)termen niet meer. Het gevaar bestaat dat de betere tweetaligheid een verschraling van de kennis van het Nederlands als prijs heeft. Een evolutie die men nu bijvoorbeeld reeds ziet bij sommige informatici.
  • Tweetalig onderwijs heeft ook iets elitairs. Alleen wie de intellectuele, en soms ook de financiële mogelijkheden heeft, komt daarvoor in aanmerking en verwerft zo een nog grotere voorsprong op de rest van de samenleving. Het Vlaamse onderwijsdepartement maakt daarentegen van het "gelijke (onderwijs-)kansenbeleid" (GOK) een prioriteit.
  • In het hoger onderwijs is het Engels wel in beperkte mate toegelaten, voornamelijk in (aanvullende) Master-opleidingen of in specialismen waar veel buitenlandse studenten voor naar Vlaanderen komen, zoals bijvoorbeeld kerkelijk recht aan de Katholieke Universiteit Leuven, of biogenetica aan de Universiteit Gent. Maar ook daar wil men het Nederlands karakter van de hogeschool of universiteit benadrukken. Zo organiseert de universiteit voor buitenlandse (Erasmus-)studenten bijvoorbeeld intensieve taalcursussen NT2.

proeftuin: Voor het schooljaar 2007-2008 voorziet het departement onderwijs een pilootproject in een negental secundaire scholen (meestal ASO-scholen, maar ook enkele hotelscholen) waar 10 à 15% van de lestijden in het Frans en/of het Engels worden gegeven. De leerlingen behouden alleszins de keuze om het betreffende vak (bijvoorbeeld economie) in het Nederlands of in de vreemde taal te volgen.

Franstalig onderwijs in België

In het Franstalig onderwijs in België zijn er wel enkele experimenten gestart waar sommige lessen in het Nederlands of het Engels gegeven worden.

Nederland

Tweetalig onderwijs kan in alle onderwijsvormen en alle leeftijden voorkomen, dus zowel op de basisschool, het VMBO, het voortgezet onderwijs, het MBO HBO of de universiteit. Meestal gaat het echter om het HAVO, VWO of gymnasium. De twee talen worden in gelijke mate gebruikt, ook bijvoorbeeld in vakken die weinig met talen te maken hebben zoals economie, wiskunde, natuurkunde, statistiek enz. Als er alleen maar extra uren in de vreemde taal gegeven worden, kan er sprake zijn van Versterkt Engels, Versterkt Duits, OET (onderwijs in eigen taal), enz. Op universiteiten zijn er wel richtingen die in naam Engelstalig zijn, maar waar in de praktijk in het Nederlands wordt gecommuniceerd. Dit wordt niet tweetalig genoemd. Eén van de doelstellingen is natuurlijk dat de kennis van de tweede taal bij de leerlingen toeneemt. De leerlingen kunnen een International Baccalaureate taalcertificaat behalen.

Alternatieven

Naast het tweetalig onderwijs bestaat er ook het Versterkt Engels, wat minder Engels aanbiedt dan het tweetalig onderwijs. Ook is er het Internationaal onderwijs, met internationale scholen die volledig Engelstalig zijn.

Sterke groei

In Nederland is het tweetalig onderwijs, ook wel tto genoemd, al enkele jaren sterk in opkomst. Van 2002 tot 2006 groeide het aantal scholen dat tweetalig onderwijs in het Engels aanbiedt, van 32 (2002) via 45 (2003), 54 (2004) en 70 (2005) tot 95 scholen in (2006). Aannemelijk is dat deze jaarlijkse groei van 20 tot 40 % zich zal voortzetten. Scholen met tweetalig onderwijs hebben over het algemeen toelatingsprocedures en wachtlijsten. Het ontwikkelt zich als een moderne concurrent voor het traditionele Gymnasium.

Toelating

Niet iedereen wordt tot deze opleiding toegelaten. Uiteraard verschilt dit per school. Omdat het vaak om VWO-scholen gaat, moet er in ieder geval een Citotoets zijn die voldoende is plus een schooladvies, toelatingsgesprek, met een motivatie. Vaak zijn er ook extra kosten aan verbonden die via een ouderbijdrage moeten worden betaald. Op sommige scholen is er ook de mogelijkheid om op HAVO-niveau tweetalig onderwijs te volgen.

Combinaties

Meest voorkomend is de combinatie Nederlands-Engels, maar theoretisch en praktisch zijn ook andere vormen mogelijk. Dan kan het Nederlands met Fries, Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Chinees, Arabisch of Turks worden gecombineerd. In Venlo is er een school die tweetalig onderwijs Nederlands-Duits aanbiedt.

Nederlandse tweetalige scholen

  A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z  

A

De volgende scholen, in alfabetische volgorde van vestigingsplaats, hebben bijvoorbeeld deze specialisatie:

B

C

D

E

G

H

L

M

N

O

P

R

S

T

U

V

W

Z

Zie ook