Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Madyno(overleg | bijdragen) op 22 okt 2019 om 23:42.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Tangens en cotangens zijn goniometrische functies. De naam tangens komt van 'raaklijn' in het Latijn (tangens betekent rakend). Het argument van de tangens en de cotangens wordt vaak gezien als een hoek en dat heeft te maken met de oorspronkelijke definitie van deze functies. De tangens was gedefinieerd als de verhouding van de overstaande en de aanliggende rechthoekszijde in een rechthoekige driehoek. Deze oorspronkelijke definitie beperkte echter het domein van het argument van 0° tot 90° (behalve 90° zelf, waar de tangens niet gedefinieerd is). De inverse functie van de tangens is de arctangens of boogtangens, die voor een gegeven waarde van de tangens als functiewaarde de oorspronkelijke hoek (tussen −90°en +90°) geeft.
Goniometrische cirkel
De functiewaarde van de tangens loopt van 0 tot ∞, voor een argument lopend van 0° tot 90°, en van −∞ terug naar 0 voor een argument lopend van 90° tot 180°; daarbuiten wordt de functie periodiek voortgezet. Daarnaast geldt dat .
Beide functies kunnen uitgedrukt worden in de sinus en de cosinus:
De cotangens van een hoek is dus de omgekeerde van de tangens van die hoek (als en ):
De tangens wordt meestal aangeduid met 'tan', en de cotangens met 'cot'. Vroeger werden de afkortingen 'tg' en 'cotg' gebruikt.