Zeekanaal Brussel-Schelde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zeekanaal Brussel-Schelde
Zeekanaal Brussel-Schelde
Lengte 28 km
Scheepsklasse VI
Jaar ingebruikname 1561
Van Brussel
Naar Schelde
Loopt door Brussel, Vlaanderen
Sluis bij Wintam
Containerterminal Cargovil bij het insteekdok op het Zeekanaal Brussel-Schelde
Hefbrug te Humbeek
Vredesbrug te Willebroek
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

Het Zeekanaal Brussel-Schelde, ook wel Kanaal van Willebroek of Willebroekse Vaart is een kanaal in België dat Brussel verbindt met de Schelde. Het is de nieuwe naam voor het zeekanaal Brussel-Rupel, die sinds 1997 met de aanleg van een directe verbinding met de Schelde de oude verbinding vervangt.

Het Kanaal van Willebroek is (net als de Lieve) een van de oudste bevaarbare kanalen van België en zelfs van Europa. Het oorspronkelijke kanaal gaat terug tot de 16e eeuw en was 20 km lang, maximaal 30 m breed en 2 m diep. Het verbond Brussel met Willebroek, waar het bij het gehucht Klein-Willebroek uitmondde in de Rupel. Het hoogteverschil van 14 m tussen Brussel en de Rupel werd overwonnen door 4 sluizen. Door de ingebruikname konden schepen voortaan de wispelturige Zenne en de tol voor de doorvaart langs Mechelen (bij Heffen) op weg naar de Rupel vermijden.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Reeds in de eerste helft van de vijftiende eeuw had Filips de Goede plannen ontwikkeld voor kanalisering van de Zenne, dit was echter geen succes. In 1477 verleende Maria van Bourgondië echter toelating aan de stad Brussel voor het graven van een volledig nieuw kanaal van Brussel, via Vilvoorde naar de Dijle in Mechelen. Mechelen wou niets weten van dat nieuwe kanaal op hun grondgebied, maar het was al gegraven tot in Vilvoorde.[bron?] Men bedacht een gewijzigd tracé voor het kanaal, van Vilvoorde tot aan de Rupel ter hoogte van het gehucht Klein-Willebroek. Keizer Karel V keurde deze plannen in 1531 goed. De plannen van de stad Brussel werden lang door Mechelen aangevochten, dat door het nieuwe kanaal haar tolrechten op de Zenne dreigde te mislopen, en Vilvoorde, dat vreesde dat het nieuwe kanaal de Zenne zou droogleggen.

Pas op 16 juni 1550, nadat het protest van Mechelen en Vilvoorde was weerlegd en ook de nieuwe landvoogdes Maria van Hongarije haar fiat had gegeven, kon Jan van Locquenghien, burgemeester van Brussel, eindelijk de eerste spadesteek geven. Op 20 januari 1553 werd de dijk tussen het nieuwe kanaal en de Rupel doorgestoken, dit zorgde echter voor een onvoorziene zondvloed die voor schade zorgde tot in Tisselt. Er waren dus dringend aanpassingswerken noodzakelijk. Op 11 oktober 1561 waren de werken afgerond, ze zouden 800 000 florijnen gekost hebben.[1] Het kanaal stond toen bekend als Bruesselsche Schipvaert of als Willebroekse Vaart. Het was toen 28,2 km lang, 30 m breed en 2 m diep. Vier dubbele sluizen (Ransbeek, Humbeek, Tisselt en Willebroek) overwonnen een hoogteverschil van 18 m en maakten het kanaal tot een van de modernste waterwegen in Europa.

Vanwege zijn strategische ligging en rol als verbinding tussen Brussel en Antwerpen werd het kanaal meermaals een strijdtoneel. De oude monding aan de Rupel in Klein-Willebroek werd zo in 1576 voorzien van een versterkte omwalling, de zogenaamde Rupelschans. In 1579 speelde deze een rol tijdens de periode van de Spaanse Furie; in Klein-Willebroek en omgeving kwam het tot een veldslag tussen Staatse en Spaanse troepen. Twee jaar eerder, in 1577 werd de Verbrande Brug (ten noorden van Vilvoorde) in brand gestoken door de Spaanse troepen.

Economische rol[bewerken | brontekst bewerken]

In het hart van Brussel werden al snel na de opening van het kanaal verschillende dokken aangelegd (o.a. Sint-Katelijnedok). Deze werden eind 19e eeuw gedempt maar kunnen vandaag nog herkend worden aan een aantal straatnamen (bijvoorbeeld Arduinkaai). De loop van het kanaal in Brussel werd verlegd om aansluiting te geven op het Kanaal Charleroi-Brussel dat in 1832 werd geopend. Hierdoor ontstond een directe verbinding tussen de haven van Antwerpen en het industriebekken rond Charleroi, en werd het ABC-Kanaal gevormd.

Eerste modernisering tot zeekanaal[bewerken | brontekst bewerken]

In 1896 werd de beheersmaatschappij Société du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles opgericht, in de volksmond gekend als de Maritime. Later kreeg deze de Nederlandstalige naam NV Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel. De maatschappij ging het kanaal vanaf 1900 in verregaande mate moderniseren. In 1922 werd het gemoderniseerde kanaal in gebruik genomen, waarbij de monding in de Rupel bij Klein-Willebroek verlegd werd naar de nieuwe sluis van Wintam. De sluizen van Drie Fonteinen en Humbeek werden vervangen door de sluis van Kapelle-op-den-Bos.

Deze modernisering speelde een cruciale rol in de industrialisering van de kanaalzone. Vooral rond Vilvoorde vestigde zich een hele resem bedrijven, actief in de zware industrie:

Tweede modernisering[bewerken | brontekst bewerken]

In 1965 werd een nieuwe modernisering opgestart waarbij het kanaal uitgediept en verbreed werd tot 55 m (25 m voor de sluizen). In Tisselt en Kapelle-op-den-Bos moest daarvoor een gedeelte van de dorpskom verdwijnen. Door de grote nieuwe sluizen (205 m x 25 m) op grondgebied Zemst (geopend in 1975) en bij Wintam (geopend in 1997) werd het aantal sluizen teruggebracht tot twee, en ontstond een rechtstreekse verbinding met de Schelde. De haven van Brussel is nu bereikbaar voor zeeschepen tot 4500 ton en binnenschepen (duwvaartkonvooien) tot 9000 Ton. In Willebroek, bij het insteekdok van Vilvoorde en in de haven van Brussel werden in het recente verleden containerterminals gebouwd om het gecombineerd weg-water transport te bevorderen.

Het kanaal is van kapitaal belang voor de bevoorrading van Brussel in aardolie, die zowat 30% van alle verkeer uitmaakt. In 1974 kende het transport voorlopig een hoogtepunt met 14,4 miljoen ton. Na een terugval is er nu opnieuw een toename merkbaar. Met 7,7 miljoen ton via het kanaal verscheepte goederen is de haven van Brussel de tweede binnenhaven van het land.

Door de regionalisering is het beheer van het kanaal ondertussen niet langer in handen van de NV Zeekanaal maar voor het Brusselse gedeelte overgegaan naar de Haven van Brussel en voor het Vlaamse gedeelte naar het agentschap Waterwegen en Zeekanaal.

Waterhuishouding[bewerken | brontekst bewerken]

Het Zeekanaal Brussel-Schelde vervult niet alleen een economische rol. Het is door overstorten van de Zenne naar het kanaal stroomopwaarts van Brussel en omgekeerd door overstorten van het kanaal naar de Zenne in Vilvoorde (stroomafwaarts van Brussel) ook van groot belang voor de waterhuishouding in de Zennevallei. Het kanaal heeft een soort bufferfunctie zodat de vallei van de Zenne, en de stad Brussel in het bijzonder, gespaard blijft van overstromingen.

Wetenswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Brussels-Scheldt Maritime Canal van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.