George Stevens (ondernemer)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
George Stevens
Een van de eerste motorfietsen van AJS, het Model D uit 1913.
Persoonlijke informatie
Geboren 24 december 1878
Geboorteplaats 52 New Street Wednesfield (Wolverhampton)
Overleden 11 september 1952
Overlijdensplaats New Cross Hospital, Wolverhampton
Regio West Midlands
Land Verenigd Koninkrijk
Positie Manager
Beroep Ondernemer
Overige bedrijven Stevens Motor Manufacturing Company, Stevens Brothers Ltd.
Portaal  Portaalicoon   Economie

George Stevens (Wednesfield, 24 december 1878 - Wolverhampton, 11 september 1952) was een Brits ondernemer en een van de oprichters van het motorfietsmerk AJS.

Persoonlijk leven[bewerken | brontekst bewerken]

George Stevens was een zoon van Joseph Stevens sr. (1855-1941) en Sarah Ann Preston (1855-1907). Joseph sr. was begonnen als smid in Wednesfield, maar had zich gespecialiseerd in de productie van persen. Joseph en Sarah kregen negen kinderen: Lucy (1875), Harry (1876), George (1878), Joseph jr. (1881), Lily (1884), Albert John ("Jack") (1885), Ethel (1888), Daisy (1890) en William ("Billie") (1893).

Harry en Joseph jr. traden al jong bij hun vader's bedrijf J. Stevens Co. in dienst, maar in 1901 stond ook George ingeschreven als bankwerker in het bedrijf. In 1904 trouwde hij met Florence Sarah Capper. Ze kregen drie kinderen: Florence Esme (1905), Joseph Hanford (1906) en Madeline Millicent (1907). In 1911 woonde het gezin aan Rayleigh Road in Wolverhampton. George stond toen ingeschreven als ingenieur en algemeen manager voor een motorfietsfabrikant. Dat was het familiebedrijf van de familie Stevens, AJS. In 1939 woonden George en Florence aan Richmond Avenue en George stond ingeschreven als manager van vliegtuigingenieurs. George overleed op 11 september 1952 in New Cross Hospital in Wolverhampton. Florence overleed in Ashwood House in Wolverhampton op 23 april 1955.

Stevens Motor Mfg. Co.[bewerken | brontekst bewerken]

Aan het einde van de 19e eeuw werkten Harry en Joseph jr. als bankwerker in het bedrijf van hun vader. Harry was de technische man, die al verschillende machines voor vader's bedrijf had ontwikkeld. Aan het einde van de jaren negentig kocht Joseph sr. een Amerikaanse stationaire motor van het merk Mitchell. Dat trok de aandacht van Harry, vooral toen het motortje nogal onbetrouwbaar bleek te zijn. Harry verbeterde het en monteerde het in 1899 in een BSA-fietsframe. Hij bouwde uiteindelijk samen met broer Joseph jr. een eigen stationaire motor. Ze lieten de gietstukken bij een bedrijf in Derby maken en bouwden de motor in hun vrije tijd. Het werd een succes. Hoewel de carburateur van een oud mosterblikje was gemaakt, was de motor betrouwbaar en sterker dan de Mitchell-motor. Ze leverde 1¾ pk. Joseph besloot de motor te gaan verkopen aan de industrie in Wolverhampton en richtte daarom in 1899 de Stevens Motor Manufacturing Company op. Omdat het bedrijfje nog moest opstarten werd besloten dat George, Joseph jr. en Albert John een baan buitenshuis zouden zoeken, maar al snel werden ze door Harry teruggeroepen omdat Stevens MMC ze nodig had. In 1903 bouwden de gebroeders Stevens hun voorlopig enige motorfiets. Zus Lily, 19 jaar oud, werd de eerste vrouwelijke motorrijder van Wolverhampton toen ze de machine door de straten reed. William Clarke van de firma Wearwell Cycle Works raakte geïnteresseerd. Hij had in Pountney Street zijn eigen bedrijf opgericht. Voor de Wearwell-fietsen werden door J. Stevens Co. al spaken, bouten en moeren geleverd. Clarke sloot een contract met de gebroeders Stevens voor de levering van een vast aantal inbouwmotoren per week. Zo ontstond het merk Wearwell-Stevens, maar ook Clyno en Sunbeam startten hun gemotoriseerde bestaan met inbouwmotoren van Harry Stevens. Hoewel de verkoop van de motoren van Stevens MMC aanvankelijk goed liep, zorgde een daling in de verkopen in 1905 voor financiële zorgen. Om de productie van bouten, moeren, klinknagels, draadeinden en andere producten veilig te stellen, richtte Joseph Stevens sr. in 1906 de Stevens Screw Company Ltd. op. Daarvoor kocht hij een grote fabriek tussen Retreat Street en Penn Road. Joseph sr. werd er directeur en Lily en Daisy werkten er. Schuin tegenover aan Retreat Street lag vanaf 1909 de fabriek van Stevens MMC.

A.J. Stevens & Co (AJS)[bewerken | brontekst bewerken]

Zie AJS voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1909 bouwden Harry, Joseph jr., George en Albert John het bedrijf Stevens Motor Mfg. Co. om tot A.J. Stevens & Co. (AJS). De grootste investering kwam van Harry, van het geld dat hij had ontvangen voor het ontwerp van de eerste Sunbeam-motorfiets. De naam van het merk kwam van de enige broer met twee voornamen: Albert John Stevens. Na jarenlang alleen inbouwmotoren te hebben geleverd wilden ze nu onder eigen naam gaan deelnemen aan de TT van Man. Ze betrokken aanvankelijk een fabriek aan Retreat Street tegenover de Stevens Screw Company, maar verhuisden in 1917 naar het landgoed Graiseley Hill. In de jaren tien begonnen ze met de productie van lichte motorfietsen, de AJS Modellen A en B, maar ook met de zware AJS V-twins die vooral als zijspantrekker dienst deden. Omdat het voor het voortbestaan van het bedrijf nodig was om de productie te verhogen werd in 1914 A.J. Stevens & Company (1914) Limited opgericht, met een bedrijfskapitaal van 50.000 pond en met als directeuren George Stevens, Harry Stevens, Albert John Stevens, Joe Stevens jr., E. E. Lamb (beurshandelaar), en E. L. Morcom (ingenieur). In de praktijk bleef Harry de technische man die de motorfietsen ontwikkelde, terwijl Joseph jr. als bedrijfsleider functioneerde. George hield zich als verkoopdirecteur bezig met de commerciële activiteiten, met name de export. Een levering van 1100 motorfietsen aan het Russische leger en de productie van munitie zorgde ervoor dat hun bedrijf de Eerste Wereldoorlog overleefde. In de jaren twintig werd de lijn uitgebreid met 250-, 350- en 500cc-eencilinders, maar na de Beurskrach van 1929 ging het slecht, hoewel de export dankzij de inspanningen van George nog goed liep. In 1930 besloten de aandeelhouders om het faillissement aan te vragen. Het merk AJS werd verkocht aan Matchless in Woolwich. De motorfietsproductie werd onmiddellijk overgebracht naar Londen. AJS maakte inmiddels ook auto's, waarvan de productie werd overgenomen door Crossley Motors, en radio's, die werden overgenomen door Symphony Gramophone and Radio Company Limited. AJS motorfietsen bestond onder de paraplu van Matchless nog tot de jaren zestig, maar zonder inmenging van de familie Stevens.

Stevens Brothers Ltd.[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Stevens (motorfiets) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De familie Stevens bezat een flink aantal fabrieken in Wolverhampton, maar na het faillissement van AJS was daar alleen nog de fabriek van de Stevens Screw Company aan Retreat Street van over. In mei 1932 begonnen ze daar Stevens Brothers (Wolverhampton) Limited. Samen met een aantal vrijwilligers ontwikkelden ze het "Stevens Light Commercial Vehicle", een driewielig bestelautootje met een watergekoelde 588cc-eencilinderzijklepmotor en een motorfiets-voorvork. De bestelwagentjes verkochten goed en al snel werd een fabrieksgebouw aan de overkant van de straat gehuurd om de productie op te voeren. Ze werden in series van zes gebouwd: steeds als er een serie was verkocht begon de productie van de volgende serie. In 1935 werd het voertuig verbeterd. De vraag begon te dalen omdat klanten kozen voor meer comfortabele vierwielige bestelvoertuigen. Stevens Brothers Ltd. kon geen vijf directeuren onderhouden. Daarom verlieten Joseph jr. en Albert John het bedrijf in 1934 om Wolverhampton Auto-Machinists Limited te starten. Dit bedrijf maakte precisie-boormachines (Jig-borers) en jigs, mallen om te bewerken onderdelen op een exacte plaats te zetten en bankschroeven. In 1936 werd de productie beëindigd. Waarschijnlijk zijn er ca. 500 exemplaren van het Stevens Light Commercial Vehicle gebouwd. In maart 1934 verschenen de eerste Stevens-motorfietsen, 250cc-modellen die in 1935 gevolgd werden door twee 350cc-modellen en een 500cc-model. Toen de dreiging van de Tweede Wereldoorlog begon realiseerden de broers zich dat een klein merk als Stevens Brothers geen motorfiets-opdrachten van het War Department zou krijgen en ze beëindigden de productie. De laatste twee machines werden speciaal gebouwd voor Alec, een zoon van Joseph jr., en Jim, een zoon van William. In November 1938 adverteerde Stevens Brothers met licht engineering werk, machineonderdelen, montage, draad en buisproductie, laswerk en licht perswerk. William (little Billie) nam de leiding van de Stevens Screw Company over van zijn vader, terwijl zijn zoon Jim na zijn schooltijd bij Stevens Brothers ging werken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte Stevens Brothers onderdelen voor vliegtuigfabrikanten als Bristol, AVRO en Handley Page. Ze waren de enige producent van de diepte-afstelling van de torpedo's van de Fairey Swordfish-torpedobommenwerpers.

Ajax-inbouwmotoren[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Ajax (Wolverhampton) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Vanaf 1934 leverden de gebroeders Stevens ook 250-, 350- en 500cc-kopklepmotoren als inbouwmotor voor merken als AJW en OK Supreme. Dat deden ze onder de merknaam "Ajax".

Einde bedrijf[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren vijftig (waarschijnlijk 1956) besloot Jim Stevens het bedrijf te verkopen. Zijn vader en ooms waren inmiddels overleden en hij wilde het geld gebruiken om te inversteren in de Stevens Screw Company. Stevens Brothers en Wolverhampton Auto-Machinists werden overgenomen door Leo Davenport. Diens vader Tom had al voor AJS in de Graiseley Hill-fabriek gewerkt, maar Leo zelf was ook geen onbekende. Als motorcoureur voor AJS was hij in 1929 Europees kampioen in de 350cc-klasse geworden. Davenport zette Stephens Brothers met succes voort, onder meer door opdrachten van de Stevens Screw Company. In 1992 sloten Stevens Brothers en Wolverhampton Auto-Machinists definitief de poorten.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]