Lijst van leden van de Rijksdag (1803)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Dit is een lijst van de leden van de Rijksdag in 1803. Voor de vroegere samenstelling, zie de lijst van leden van de Rijksdag (1792).

De structuur van het Heilige Roomse Rijk werd totaal anders door de vrede van Lunéville in 1801, waar de linker Rijnoever aan Frankrijk werd afgestaan en de daaropvolgende opheffing van vrijwel alle geestelijke vorstendommen en rijkssteden in de Reichsdeputationshauptschluss van 25 februari 1803. Al deze vorstendommen en steden werden gebruikt om de vorsten te compenseren voor het verlies van hun bezittingen op de linker Rijnoever.

In de Reichsdeputationshauptschluss werd ook de nieuwe samenstelling van de Rijksdag geregeld: in paragraaf 31 de nieuwe keurvorstendommen, in paragraaf 32 de samenstelling van de Rijksvorstenraad en in paragraaf 27 de Raad van Rijkssteden. De aanpassing van de vier zetels voor de rijksgraven heeft niet meer plaats gehad. In 1806 kwam er een eind aan het Rijk.

De Raad van Keurvorsten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. De koning van Bohemen (ook aartshertog van Oostenrijk en koning van Hongarije)
  2. De keurvorst-aartskanselier
  3. De hertog van Beieren
  4. De hertog van Saksen
  5. De markgraaf van Brandenburg (ook koning van Pruisen)
  6. De hertog van Brunswijk-Lüneburg (keurvorst van Hannover, ook koning van Groot-Brittannië)
  7. De aartshertog-groothertog (Salzburg)
  8. De markgraaf van Baden
  9. De hertog van Württemberg
  10. De landgraaf van Hessen-Kassel

De Raad van Rijksvorsten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Oostenrijk (de koning van Bohemen)
  2. Opperbeieren (de keurvorst van Beieren)
  3. Stiermarken (de koning van Bohemen)
  4. Maagdenburg (de koning van Pruisen)
  5. Salzburg (de keurvorst van Salzburg)
  6. Nederbeieren (de keurvorst van Beieren)
  7. Regensburg (de keurvorst-aartskanselier)
  8. Sulzbach (de keurvorst van Beieren)
  9. de Duitse Orde
  10. Neuburg (de keurvorst van Beieren)
  11. Bamberg (de keurvorst van Beieren)
  12. Bremen (de keurvorst van Hannover)
  13. Markgraaf van Meissen (de keurvorst van Saksen)
  14. Berg (de keurvorst van Beieren)
  15. Würzburg (de keurvorst van Beieren)
  16. Karinthië (de koning van Bohemen)
  17. Eichstätt (de keurvorst van Salzburg)
  18. Saksen-Coburg-Saalfeld
  19. Bruchsal (de keurvorst van Baden)
  20. Saksen-Gotha (deel van Saksen-Gotha-Altenburg)
  21. Ettenheim (de keurvorst van Baden)
  22. Saksen-Altenburg (deel van Saksen-Gotha-Altenburg)
  23. Konstanz (de keurvorst van Baden)
  24. Saksen-Weimar
  25. Augsburg (de keurvorst van Beieren)
  26. Saksen-Eisenach
  27. Hildesheim (de koning van Pruisen)
  28. Brandenburg-Ansbach (de koning van Pruisen)
  29. Paderborn (de koning van Pruisen)
  30. Brandenburg-Bayreuth (de koning van Pruisen)
  31. Freising (de keurvorst van Beieren)
  32. Brunswijk-Wolfenbüttel
  33. Thüringen (afwisselend keurvorst van Saksen, Saksen-Weimar en Saksen-Gotha)
  34. Brunswijk-Celle (de keurvorst van Hannover)
  35. Passau (de keurvorst van Salzburg)
  36. Brunswijk-Calenberg (de keurvorst van Hannover)
  37. Trient (de koning van Bohemen)
  38. Brunswijk-Grubenhagen (de keurvorst van Hannover)
  39. Brixen (de koning van Bohemen)
  40. Halberstad (de koning van Pruisen)
  41. Krain (de koning van Bohemen)
  42. Baden-Baden (de keurvorst van Baden)
  43. Württemberg-Teck (de keurvorst van Württemberg)
  44. Baden-Durlach (de keurvorst van Baden)
  45. Osnabrück (de keurvorst van Hannover)
  46. Verden (de keurvorst van Hannover)
  47. Münster (de koning van Pruisen)
  48. Baden-Hachberg (de keurvorst van Baden)
  49. Lübeck (de hertog van Oldenburg)
  50. Württemberg (de keurvorst van Württemberg)
  51. Hanau (de keurvorst van Hessen-Kassel)
  52. Holstein-Glückstadt (de koning van Denemarken)
  53. Fulda (de vorst van Nassau-Dillenburg = de prins van Oranje)
  54. Holstein-Oldenburg
  55. Kempten (de keurvorst van Beieren)
  56. Mecklenburg-Schwerin
  57. Ellwangen (de keurvorst van Württemberg)
  58. Mecklenburg-Güstrow (de hertog van Mecklenburg-Schwerin)
  59. de Maltezer Orde
  60. Hessen-Darmstadt
  61. Berchtolsgaden (de keurvorst van Salzburg)
  62. Hessen-Kassel
  63. Westphalen (de landgraaf van Hessen-Darmstadt)
  64. Voor-Pommeren (de koning van Zweden)
  65. Holstein-Plön (de koning van Denemarken)
  66. Achter-Pommeren (de koning van Pruisen)
  67. Breisgau (de voormalige hertog van Modena)
  68. Saksen-Lauenburg (de keurvorst van Hannover)
  69. Corvey (de vorst van Nassau-Dillenburg = de prins van Oranje)
  70. Minden (de koning van Pruisen)
  71. Burggraaf van Meissen (de keurvorst van Saksen)
  72. Leuchtenberg (de keurvorst van Beieren)
  73. Anhalt
  74. Henneberg (gemeenschappelijk)
  75. Schwerin (de hertog van Mecklenburg-Schwerin)
  76. Cammin (de koning van Pruisen)
  77. Ratzeburg (de hertog van Mecklenburg-Strelitz)
  78. Hersfeld (de keurvorst van Hessen-Kassel)
  79. Tirol (de koning van Bohemen)
  80. Tübingen (de keurvorst van Württemberg)
  81. Querfurt (de keurvorst van Saksen)
  82. Arenberg
  83. Hohenzollern-Hechingen
  84. Fritzlar (de keurvorst van Hessen-Kassel)
  85. Lobkowitz
  86. Salm-Salm
  87. Dietrichstein
  88. Nassau-Hadamar (de vorst van Nassaau-Dillenburg = de prins van Oranje)
  89. Zwiefalten (de keurvorst van Württemberg)
  90. Nassau-Dillenburg (de prins van Oranje)
  91. Auersperg
  92. Starkenburg (de landgraaf van Hessen-Darmstadt)
  93. Oost-Friesland (de koning van Pruisen)
  94. vorstendom Fürstenberg
  95. Schwarzenberg
  96. Göttingen (de keurvorst van Hannover)
  97. Mindelheim (de keurvorst van Beieren)
  98. Liechtenstein
  99. Thurn und Taxis
  100. Schwarzburg
  101. Ortenau (de voormalige hertog van Modena)
  102. Aschaffenburg (de keurvorst-aartskanselier)
  103. Eichsfeld (de koning van Pruisen)
  104. Brunswijk-Blankenburg (de hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel)
  105. Stargard (de hertog van Mecklenburg-Schwerin)
  106. Erfurt (de koning van Pruisen)
  107. Nassau-Usingen
  108. Nassau-Weilburg
  109. Hohenzollern-Sigmaringen
  110. Salm-Kyrburg
  111. Fürstenberg-Baar (de vorst van Fürstenberg)
  112. Schwarzenberg-Klettgau (de vorst van Schwarzenberg)
  113. Taxis-Buchau (de vorst van Thurn und Taxis)
  114. Waldeck
  115. Löwenstein-Wertheim
  116. Oettingen-Spielberg
  117. Oettingen-Wallerstein
  118. Solms-Braunfels
  119. Hohenlohe-Neuenstein
  120. Hohenlohe-Waldenburg-Schillingsfürst
  121. Hohenlohe-Waldenburg-Bartenstein
  122. Isenburg-Birstein
  123. Kaunitz-Rietberg
  124. Reuss-Plauen-Greiz
  125. Leiningen
  126. Ligne
  127. Looz
  128. de graven van Zwaben
  129. de graven van de Wetterau
  130. de graven van Franken
  131. de graven van Westfalen

De Raad van Rijkssteden[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Augsburg
  2. Lübeck
  3. Neurenberg
  4. Frankfort
  5. Bremen
  6. Hamburg