Conradus Ruprecht II

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het enige nog in werking zijnde Ruprecht-orgel in de Tuindorpkerk te Utrecht. Latere uitbreidingen zijn verwijderd en het is grotendeels terug in de oorspronkelijke staat.
Hetzelfde orgel zoals het van 1891 tot 1983 stond in de voormalige Oosterkerk, Maliebaan 53 te Utrecht.

Conradus Ruprecht II (Anholt, Westfalen, ± 1672 - ? ), was een uit Duitsland afkomstige orgelbouwer, die in de late 17e en vroege 18e eeuw in Nederland werkte.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste orgel dat door Conrad Ruprecht werd gebouwd, werd waarschijnlijk geleverd op 30 juni 1697, toen hij 25 jaar oud was.

In 1704 verkreeg Ruprecht het burgerrecht van Roermond en bouwde daar onder andere een pijporgel voor het garnizoen. Tussen 1704 en 1715 bouwde hij ook een kerkorgel voor het Minderbroedersklooster in Roermond. Dit orgel werd in 1822 overgebracht naar de Munsterkerk in dezelfde stad en stond vanaf 1891 in de Oosterkerk aan de Maliebaan in Utrecht. Bij de sloop van die kerk werd het instrument in 1985 overgebracht naar de Tuindorpkerk in Utrecht, gelegen aan de Professor Suringarlaan 1.[1] Ernst Leeflang paste de ombouw aan vanwege de beperkte ruimte in deze kerk. Hierdoor werd het orgel teruggebracht naar zijn oorspronkelijke omvang zoals het in 1822 in de Munsterkerk in Roermond was. Dit orgel, het enige overgebleven en nog werkende orgel dat door Ruprecht is gebouwd, is een rijksmonument. Het instrument heeft 28 registers verdeeld over het hoofdwerk (14), borstwerk (10) en vrij pedaal (4). In 2000 werd bij een algehele restauratie door de orgelfirma Verschueren het vrij pedaal toegevoegd.

Naast het bouwen van nieuwe orgels was Ruprecht ook actief in restauratiewerkzaamheden, zoals bij de orgels van de Sint-Petrusbasiliek in Boxmeer en de Nederlands Hervormde kerk in Zevenaar.[2][3]

Zie de categorie Conradus Ruprecht II van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.