Bondslanden van het Duitse Keizerrijk

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het Duitse Keizerrijk van 1871 tot 1918

Het Duitse Keizerrijk (1871-1918) bestond uit 25 bondslanden, waarvan vier koninkrijken, zes groothertogdommen, vijf hertogdommen, zeven vorstendommen en drie vrije en hanzesteden. Daarnaast was er het rijksland Elzas-Lotharingen. Aan het hoofd stond de koning van Pruisen als Duits keizer.

Deze staten lieten Buitenlandse Zaken en defensie over aan het Rijk, maar konden hierop middels hun stem in de Bondsraad invloed uitoefenen. Omdat Pruisen anders te veel zou domineren, hadden de kleine staten verhoudingsgewijs een grote invloed.

Zie ook: Lijst van vorsten in het Duitse Rijk.

Bondsland Hoofdstad Oppervlakte in km² Inwoners in 1871 Inwoners in 1905 Stemmen Opmerkingen
Koninkrijken
Beieren München 75.870 5 022 390 (1875) 6 500 000 6  
Pruisen Berlijn 348.702 24 691 085 37 278 820 17  
Saksen Dresden 14.992 2 556 244 4 582 000 (1907) 4  
Württemberg Stuttgart 19.511 1 881 505 (1875) 2 300 000 4  
Groothertogdommen
Baden Karlsruhe 15.067 1 507 179 (1875) 2 208 503 (1919) 3  
Hessen(-Darmstadt) Darmstadt 7688 852 894 1 210 000 3 De groothertog voerde de titel groothertog van Hessen en aan de Rijn
Mecklenburg-Schwerin Schwerin 13.126 557 897 625 000 2 De groothertog voerde de titel groothertog van Mecklenburg
Mecklenburg-Strelitz Neustrelitz 2929 96 982 103 451 1 De groothertog voerde de titel groothertog van Mecklenburg
Oldenburg Oldenburg 6428 316 640 438 195 1  
Saksen-Weimar-Eisenach Weimar 3611 286 183 387 892 1 Vanaf 1903 officieel Groothertogdom Saksen
Hertogdommen
Anhalt Dessau 2299     1  
Brunswijk Brunswijk 3672     2  
Saksen-Altenburg Altenburg 1323 142 122 206 508 1  
Saksen-Coburg en Gotha Coburg en Gotha 1977 174. 339 242 292 1 In feite twee staten: Saksen-Coburg en Saksen-Gotha
Saksen-Meiningen Meiningen 2468 187 957 268 859 1  
Vorstendommen
Lippe(-Detmold) Detmold 1215 213 565 (1875) 328 007 1  
Reuss jongere linie Gera 826     1  
Reuss oudere linie Greiz 316     1 Vanaf 1902 door de vorst van de jongere linie als regent geregeerd
Schaumburg-Lippe Bückeburg 340 33 133 (1881) 44 992 1  
Schwarzburg-Rudolstadt Rudolstadt 940 75 523 96 830 1 Vanaf 1909 in personele unie met Sondershausen
Schwarzburg-Sondershausen Sondershausen 862 67 191 85 177 1 Vanaf 1909 in personele unie geregeerd door de vorst van Rudolstadt
Waldeck(-Pyrmont) Arolsen 1121 54 743 (1875) 59 135 1 Vanaf 1868 bestuurd door Pruisen, formeel echter zelfstandig
Rijksland
Elzas-Lotharingen Straatsburg 14.517 1 549 738 1 815 000 3 Kreeg pas in 1911 stemmen in de Bondsraad
Vrije en Hanzesteden
Bremen Bremen 256 142 553 263 426 1  
Hamburg Hamburg 413 388 618 (1881) 875 090 1  
Lübeck Lübeck 297 56 912 (1881) 105 857 1