Gebruiker:Benedict Wydooghe/Evoluties in het welzijns- en veiligheidsdenken deel8a

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een verminkte Fransman na de oorlog. Wanneer eindigt de Eerste Wereldoorlog precies? In de geschiedenisboeken staat een officiële datum: op 11.11.1918, om 11 uur. Toen ondertekenden de Duitsers en de Franse maarschalk Ferdinand Foch in een treinwagon in het bos van Compiègne de wapenstilstand. Op diezelfde plaats sloten de Fransen op 22 juni 1940 een vernederende wapenstilstand met Duitsland. Hitler liet de wagon terugplaatsen en was aanwezig. De plaats staat bekend als de clairière de l'armistice. Voor wie terugkwam, was de vrede echter niets meer dan een schriftelijke afspraak. De slachtoffers kwamen niet terug, verminkte gezichten werden niet hersteld, een afgezet been werd niet vervangen door een nieuw en Louis-Ferdinand Céline zou zich zijn lange leven geconfronteerd zien met de pijn van zijn oorlogswonde. Van het interbellum - en hier spreek ik de student aan - wist jullie overgrootmoeder en jullie overgrootvader niets. Ze leefden er, maar hadden er zelf geen naam voor. Wisten ze veel dat er na de Eerste Wereldoorlog nog een tweede zou volgen. Inter staat voor tussen, bellum verwijst naar oorlog. Te beginnen in 1919 en eindigend in 1939. Een periode van hooguit twintig jaar, maar voldoende om een nieuw demografisch potentieel op te bouwen van jonge soldaten, fysiek sterke mannen van twintig jaar die perfect te brainwashen zijn. Het interbellum is voor Vlaanderen een tijd van herstel, heropbouw. Voor Nieuwpoort, Diksmuide en Ieper duiken er verschillend scenario’s op voor de heropbouw. Pacifistische stemmen willen de verwoeste gewesten laten voor wat het is om de gruwel te tonen zodat dit nooit meer zou gebeuren. Wie dit slagveld heeft gezien, zal doordrongen zijn van de gedachte hoe waardevol de vrede is. Nooit meer oorlog dus. Andere stemmen verkiezen de heropbouw en vermits de tabula rasa zijn nieuwe steden, aangepast aan de toekomst een mogelijkheid: een tweede New York, een rationele stad met groenzones, een scheiding tussen wonen en werken en vol mobiliteit. Uiteindelijk zullen deze ideeën het niet halen. De heropbouw tracht de vooroorlogse stad zo goed mogelijk te imiteren. In Duitsland ervaart men het einde van de oorlog anders. Daar haalt de dolkstoottheorie de overhand. Sommigen zijn overtuigd dat de oorlog niet voorbij is of een nieuwe wending kan nemen. Berlijn beleeft tussen 1924 en 1929 (de beurscrash in New York) hoogdagen. Paul Van Ostayen vertoeft er en hij is er de getuige van. In België beloont de koning tijdens de laatste oorlogsdagen het 'proletariaat' - nu een groep oud strijders - voor hun verbetenheid in de loopgraven. Deze Coup van Loppem geeft alle Belgische mannen vanaf 21 jaar stemrecht. De socialisten komen versterkt uit de wereldbrand: hun loyaliteit diende vier jaar lang het land en niet de eigen klasse. Van de leuze van Marx 'proletariërs aller landen' kwam dus niets in huis. De gedachte van een internationale klassenstrijd, een oorlog van arm tegen rijk, verdween met de Eerste Wereldoorlog als sneeuw voor de zon. Maar nu, na de gewelddadige Russische Revolutie van 1917 en het einde van de Groote Oorlog klinken de socialistische slogans niet alleen aantrekkelijk maar ook aanvaardbaar. De leuze van ‘de drie achten’ (acht uur werken, acht uur ontspannen, acht uur slapen) en 'Rood of geen brood' zijn realpolitiek. Ook de politie lijkt in die dagen democratisch te worden. Officier worden blijft moeilijk. In 1933 grijpt Adolf Hitler in Duitsland de macht en eigent zich een eigen militie toe: de SS. Ironisch genoeg had Aldous Huxley hiervoor in 1935 gewaarschuwd met zijn Brave New World (roman).

HOOFDSTUK 8: DE LAATSTE VOLLE EEUW

1919-2020

.

Dit achtste hoofdstuk bestaat uit vier delen. Klik hier voor deel 2, klik hier voor deel 3, deel 4. Voor het besluit van de cursus: klik hier.

.

DEEL 1_INTERBELLUM (1919-1939)

.

Er is nooit een document van cultuur dat niet tevens een document van de barbaarsheid is.

.

Een uur is niet een uur, het is een vat gevuld met geuren, geluiden, voornemens en klimaten. Wat wij de werkelijkheid noemen is een bepaald verband tussen zulke sensaties en herinneringen die ons gelijktijdig omringen.

Marcel Proust (1871–1922), postuum in À la recherche du temps perdu, 1927.

.


Roaring twenties? 1919-1929[bewerken | brontekst bewerken]

Voorafgaand aan de mars op Rome inspecteert Mussolini (links) zijn troepen in Napels. Na de Eerste Wereldoorlog hangt er in Italië een revolutionair-democratische sfeer, bekend als het 'Biennio Rosso', een doorn in het oog van de oude en nieuwe machtshebbers: de adel en de industriëlen zoals Pirelli en Agnelli, de grootgrondbezitters en de bankiers. Het Biennio Rosso leidde onder meer tot de invoering van de achturendag. De fascistische vrijkorpsen van Benito Mussolini slaan de volksbeweging neer. Na de in scène gezette mars op Rome grijpt Mussolini de macht en draait hij de democratische verworvenheden terug: het algemeen stemrecht verdwijnt, net als de achturendag. De lonen dalen, arbeiders moeten meer discipline tonen en de vakbonden, de socialisten en de communisten zijn kop van jut. Mussolini draait de klok terug naar het Ancien Regime van voor de Italiaanse eenwording en realiseert in Italië dat waar de hele Europese elite in 1914 zat op te hopen en de Eerste Wereldoorlog instapte. Engeland en Duitsland kijken met grote ogen naar deze nieuwe aanpak.
De Black and Tans zijn het Britse antwoord op de guerrillaoorlog met het IRA. De groep bestond vaak uit veteranen van de Eerste Wereldoorlog zonder politietraining. Ze functioneerden als ongecontroleerde bendes en werden goed betaald. In feite waren ze bedoeld als hulp voor de politie_ escortering, schildwacht en crowd control. Tussen 1920-1922 dienden ongeveer 7000 mannen de Black and Tans. De meeste van hun acties liepen uit de hand.
Hitler richt in mei 1923 de Stoßtrupp Adolf Hitler op, de voorloper van de SS die in 1925 ontstaat. De eenheid komt onder leiding van Joseph Berchtold. Toch komen deze privé milities niet uit de lucht gevallen. Toen de Duitse Keizer in november 1918 naar Nederland vlucht, verkeert zijn land in een revolutionaire sfeer, ook onder soldaten is de anarchie voelbaar. Legerleiders krijgen van de regering het bevel om de opstandelingen neer te slaan en ontbinden hiertoe hun (onbetrouwbare) legereenheid om loyale vrijwilligerskorpsen op te richten. Die bestaan uit burgers, studenten en goed geselecteerde veteranen. In januari 1919 breng zo'n korps de twee kopstukken van de revolutie animaal om het leven: Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht.

.

De Roaring twenties, ook de Yellow twenties genoemd duren in werkelijkheid geen decennium. De wereld herstelde langzaam van het trauma van de Eerste Wereldoorlog en voor men het wist was de extase uit, met de beurskrach in New York.

.

Kijken

♠ IN EUROPA, 1918-1938

.

♠ IN EUROPA, 1922-1939

.

♠ GEERT MAK OVER BERLIJN IN 1922

.

♠ GEERT MAK OVER ITALIE IN 1925

.

♠ GEERT MAK OVER BERLIJN IN 1929

.

1919[bewerken | brontekst bewerken]

Na de revolutie van Loppem in november 1918 ontstaat een nieuwe de Belgische regering. De gesprekken tussen Albert I en de katholieke, socialistische en liberale politici die tijdens de oorlog in België verbleven, leiden tot het algemeen enkelvoudig stemrecht, de syndicale vrijheid, de gelijkheid van het Frans en het Nederlands en de oprichting van de Gentse universiteit. De regering in ballingschap wordt nauwelijks betrokken, (zogezegd) omdat zij de voeling met de bevolking verloor. Samen met de conservatieven vindt men dit zo revolutionair dat men spreekt over de ‘coup van Loppem’. De revolutie van november 1918 vormt zo een mijlpaal in het rijtje 1688, 1776, 1789, 1848 en 1891: het is de overwinning op de restauratie, vol van feodale standenstaat, absolutistische en aristocratische trekjes die haar neus ophaalt voor het seculiere recht, het streven naar persoonlijke vrijheid, politieke gelijkheid, de democratische klassenstaat en de volkssoevereiniteit.

.

Op 19 januari stabiliseert de Duitse Nationale Vergadering in Weimar – een dorp zo’n driehonderd kilometer ten zuidwesten van Berlijn - het land met een republikeinse grondwet. Vrouwen mogen stemmen, mannen boven de twintig ook. Het bestuur is in handen van een president en een door hem benoemde rijkskanselier. Het keizerrijk houdt op te bestaan en een zwart-rood-gouden vlag vervangt de zwart-wit-rode. Adelijke titels verdwijnen en de keizer is verbannen naar Nederland. Op 28 juni komt het na het Verdrag van Versailles (dat de Eerste Wereldoorlog beëindigt) in Berlijn, Hamburg en Frankfurt tot straatgevechten tussen extreemrechtse veteranen en communisten, de inspanningen van politici om de orde te handhaven ten spijt. De Duitse economie ligt aan duigen en de politiek is instabiel. München roept een Russisch gemodelleerde radenrepubliek uit tot paramilitairen en de rechtse woede er korte metten mee maken. Die noemen het verdrag pijnlijk, verraderlijk en vernederend. Er is de afstand van grondgebieden, het leger mag maximum 100.000 man tellen, de herstelbetalingen zijn torenhoog en de schatkist leeg.

.

.

  • De Wet Vandervelde regelt het alcoholgebruik. Het verbod op sterke drank in herbergen en kroegen doet brouwers zoeken naar bieren met een hoger alcoholpercentage, een typisch Belgisch fenomeen. De sociaal progressieve, socialistische minister van justitie Emile Vandervelde ziet in dat justitie en sociaal werk hand in hand gaan, erkend de nood aan geschoolde beroepskrachten in de (preventieve) hulpverlening én de nood aan sociale scholen. Vandervelde bindt de strijdt aan tegen alcoholisme en de criminaliteit. De oprichting van Kind en Gezin moet de jeugdverwaarlozing aanpakken en een wet regelt de onvrijwillige werkloosheid. Kortrijk hoort het in Keulen donderen. Van dit soort sociaal onderwijs of maatregelen is geen sprake. Een vlasstaking duurt er acht weken, 2.500 vlaswerkers eisen hogere lonen, de achturendag en het recht op staking.[1]

.

.

  • Oprichting van de New York School of Social Work. Sinds 1904 heeft de stad aandacht voor opleidingen tot sociaal werker.

.

1920[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • Drooglegging in de Verenigde Staten en oprichting van de Chicago School of Civics and Philantropy.

.

  • De pas opgerichte gerechtelijke politie rolt de Bende Van Hoe-Verstuyft op na 36 overvallen en 14 moorden. Het is een eerste streepje op hun borst.

.

  • In het centrum van Berlijn marcheert op 12 maart een legerkorps door de straten op weg naar een staatsgreep die zal mislukken. Wolfgang Kapp is hun aanvoerder. De gebeurtenis gaat de geschiedenis in als de Kapp-Putsch.

.

  • Een internationale conferentie in Parijs legt de basis voor een 'veilige' grensbewaking door middel van uniforme paspoortstandaard met 'pas'-foto's en douaneformaliteiten zoals we dit vandaag kennen. Het systeem zorgt voor een wereld-regime met grenzen, grensbewaking en grote, geïsoleerde bevolkingsgroepen. Nadav Eyal schrijft daarover dat het systeem vandaag vanzelfsprekend is. Toen was het revolutionair. Het veranderde de emigratiestromen van de afgelopen millennia op een ongeziene wijze. Doorgaans 'gold dat dat mensen, die niet onmiskenbaar ziek waren, die konden bewijzen dat ze geld hadden dan wel familie die hen kon onderhouden, die konden lopen zonder duidelijk te hinken en die niet zwakbegaafd waren' zonder veel hinder konden migreren. Natuurlijk bestonden er al eerder paspoorten, was een landverhuizing nooit een lachertje en genoten nieuwkomers geen rechtsgarantie noch werden ze met open armen ontvangen. 'Soms werden ze gedood als ze een rivier overstaken, of uitgehongerd als hun de toegang tot een ommuurde stad werd ontzegd. Maar als een gemeenschap zich geconfronteerd zag met een calamiteit en vluchtte, stuitte zij niet op de effectieve technologische barrières en de de beperkingen van het paspoort zoals bij de asielzoekers vandaag.[2]

.

  • De NSDAP hijst de swastikavlag. Hitlers kompanen zijn enthousiast over het "Germaanse" motief met een "uitwerking van een brand." Hitler ontwerpt halfweg de jaren '20 de 'definitieve' vlag met de kleuren van het Duitse Keizerrijk: een zwart rechtswijzend hakenkruis in een witte cirkel en een rode achtergrond.

.

  • De paramilitaire Black and Tans komt tot een trieste hoogtepunten. Op Bloody Sunday 21 november schieten ze in het wilde weg op een menigte die de finale van het Keltische voetbal bekeken in Dublin en doden veertien mensen. In de nacht van 11 december steken ze meer dan 300 gebouwen in brand en executeren ze vijf burgers en twee IRA-verdachten.

.

Kijken

1921[bewerken | brontekst bewerken]

.

.

  • De gerechtelijke politie krijgt een opleiding in de School voor Criminologie en Criminalistiek: inspecteurs, officieren en magistraten krijgen er wetenschappen, theorie en praktijk.

.

.

1922[bewerken | brontekst bewerken]

Mary Richmond (1861-1928) een invloedrijke figuur uit de Charity beweging in de V.S. publiceert in 1922 haar legendarische boek What is social casework? Eerder publiceerde ze Social Diagnosis met medische en pedagogische inzichten. Als pionier van het social casework brengt ze nu een rationele insteek in het bonte allegaartje van liefdadigheidswerken door aandacht te geven aan de context en de omgeving waarin sociaal onwelzijn tot stand komt. Materiële hulp en praktische behoeften krijgen eveneens aandacht. In deze periode, tussen 1920 en 1922 worden in België de eerste acht sociale scholen opgericht.

.

.

.

.

.

  • Marcel Proust overlijdt. FILM

.

"Save a Little Dram for Me". Lied uit de tijd van de drooglegging opgenomen door de Thomas Edison-studio. Deze opname dateert uit 1922.

.

1923[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • De Duitse betaalachterstand loopt zo hoog op dat Belgen en Fransen het Ruhrgebied bezetten om er kolen en staal op te eisen.

.

.

  • In Munchen, een bolwerk van rechts-nationalisme en conservatisme pleegt Hitler zijn Bierkellerputsch. De politie kan zijn knokploeg uiteen drijven en Hitler verdwijnt voor een tijdje in de gevangenis waar hij zijn Mein kampf schrijft.

.

  • Tegen het jaareinde komt Amerika Duitsland ter hulp met leningen en nieuwe afspraken inzake de herstelbetalingen. Het invoeren van de Rentenmark zorgt ervoor dat de Duitsers op boodschap kunnen met hun portefeuille in plaats van een kar vol geld.

.

  • ♣ De Franse kunstenaar Jean Cocteau (1889 -1963) schrijft de roman Le Grand Écart met daarin een gedicht dat Pieter Nicolaas van Eyck (1887-1954) enkele jaren later zal vertalen en plagiëren tot De tuinman en de dood. Op het einde maait een machtige hovenier de tuinman, ook al vlucht hij naar het Perzische Isfahan, daar waar de paridaisa hun oorsprong kennen. Of hij nu wil of niet, hij zal het aardse paradijs moeten inruilen voor de hemelse lusthof.[3]
'Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,

Mijn woning in: 'Heer, Heer, één ogenblik!


Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,

Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.


Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,

Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.


Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,

Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!' -


Van middag - lang reeds was hij heengespoed -

Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.


'Waarom,' zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,

'Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?'


Glimlachend antwoordt hij: 'Geen dreiging was 't,

Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,


Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,

Die 'k 's avonds halen moest in Ispahaan.'[4]

.

1924[bewerken | brontekst bewerken]

.

.

  • De (later) omstreden J. Edgar Hoover wordt benoemd tot directeur van het Bureau of Investigation als voorloper van de FBI. Hij zal 37 jaar lang directeur zijn tot aan zijn dood in 1972. Onder zijn leiding ondergaat het onderzoeksbureau enkele naamsveranderingen.

.

♠ DOCUMENTAIRE: WIE WAS J. EDGAR HOOVER

.

1925[bewerken | brontekst bewerken]

Berlijn neemt de status van Parijs over. Sinds 1919 doorbreekt Anita Berber de grenzen van het betamelijke. Ze danst naakt op de Berlijnse podia, leeft biseksueel en laaft zich aan opium, morfine en cocaïne. Een verhaal doet de ronde dat als iemand in haar publiek de aandacht er niet bij hield, ze aan de tafel ging staan, een glas champagne dronk terwijl ze op de onoplettende urineerde. In 1928 is haar kaars opgebrand en overlijdt ze op 29 jarige leeftijd.[5]

.

.

.

  • ♣ Alberic Joseph Florizoone, een vierde generatie bijenkwekers, richt Meli op als familiebedrijf dat zich richt op de productie van honing en andere bijenproducten. Hij oogst honing in de achtertuin van het ouderlijke huis, verkoopt die aan buren, vrienden en familie. In 1935 opent hij het revolutionaire, kubistische Bijenpaleis in Adinkerke, ontworpen door architect Jozef Denorme. Florizoone houdt er wandelvoordrachten. Begin jaren vijftig doopt hij het Bijenpaleis om tot het Meli Park, het eerste themapark in Europa.

.

.


  • Léopold Roger vliegt een luchtverbinding tussen België en Congo. Een aandenken staat in Mariembourg op de Boulevard de la Gare. Een bronzen plakkaat toont een naakte luchtgodin.

.

.

1926[bewerken | brontekst bewerken]

.

.

.

  • De Italiaanse premier Mussolini ontsnapt aan een aanslag.

.

  • Tijdens het Koloniaal Congres omschrijft pater Le Grand de recrutatie van het werkvolk in Congo: 'groepen zwarten, met touwen rond de nek aaneengebonden, trekken naar de werven... Binnenkort zullen ze proberen om te vluchten of om zelfs nog liever als mannen te sterven dan de indruk te krijgen als slaven te leven.' De Belgische elite onthaalde de kritische noot niet op gejuich.

.

  • Churchill verliest zijn zelfbeheersing bij een nationale staking en stelt voor om de werkonwillige mijnwerkers te beschieten met mitrailleurs. In de ogen van Churchill is de dictator Mussolini een 'Romeins genie' die de wereld toonde 'hoe men subversieve krachten moet bestrijden.'

.

  • Kees Vreeken, een zadenveredelaar richt zijn zaak op in Dordrecht. De zaak bestaat nog altijd. Zijn zoon Wim en zijn kleinzoon Ton volgende hem op en baten de zaak uit in de Voorstraat 448 in Dordracht (www.vreeken.nl). Zie ook Oranjelaan 7 of op www.villa-augustus.nl.

.

1927[bewerken | brontekst bewerken]

.

Kijken

♠ BERLIJN IN 1927

.

  • Uitvinding van de televisie.[6]

.

  • Al Capone is op het hoogtepunt van zijn macht

.

  • In de Berlijnse Filmstudio Babelsberg, de oudste studio ter wereld, verschijnt de film die Fritz Lang groot maakt: Metropolis. De film speelt zich af in het jaar 2026. Het verhaal hoe de regisseur tot de film kwam is fijn gedocumenteerd.[7]

.

  • Anton Philips bouwt in Eindhoven, op Strijp-S een eerste van drie indrukwekkende industriegebouwen, op de zogenaamde Hoge Rug. Lange tijd stond dit gebied bekend als de verboden stad, omringd door de Eindhovense bebouwing en ontoegankelijk voor wie geen pas had. Op de site (uit 1916) verrijst een natuurkundig labo (1923), een klokgebouw (1928), kleinere gebouwen, een ketelhuis en een machinekamer (1929), het Veemmagazijn (1942) en het Glasgebouw (1948). Strijp-S is de geboortelocatie van veel Philips-producten. Van zand tot klant is het motto; van research tot opslag, van glasblazen tot kartonfabriek: alles op één terrein. Strijp-S is tijdens de Tweede Wereldoorlog tweemaal gebombardeerd (op 6 december 1942 door de Royal Air Force, het zogenaamde sinterklaasbombardement, omwille van de productie van radio- en radaronderdelen en op 19 september 1944 waren eer Duitse bombardementen na de bevrijding van Eindhoven). De bombardementen vegen Eindhoven van de kaart, de enige buurt die gespaard bleef zijn De Bergen, een wirwar van steegjes en straatjes.

.

.

1928[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • Oud-strijder Karel Dubois sticht de Katholieke Studenten Actie (KSA).

.

.

.

  • De Driestuiversopera of de Dreigroschenoper maakt Bertolt Brecht en de componist Kurt Weill bekend. Hun theaterstuk is gebaseerd op een Engelse opera uit 1728, de Beggar's Opera van John Gay. In het pre-hitleriaanse Duitsland bereikt Brecht het tegenovergestelde van waarvoor hij de opera bedoelde. Het stuk voert keurige zakenlui als gangsters ten tonele en gangsters als keurige zakenmensen. Het gepeupel, de bourgeoisie en de elite applaudisseren. Ze interpreteren de boodschap als een schouderklopje van Brecht. Het gepeupel kan de macht nemen, de bourgeoisie hoeft niet langer verlegen te zijn voor haar hypocrisie en de elite ziet haar superioriteit bevestigd. Een decennium later lokt Célines Bagatelles pour un Massacre een gelijkaardige reactie uit.[8]

.

1929[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • De gevolgen van de Beurskrach in New York zijn internationaal. Op de New York Stock Exchange dalen de koersen op 24 oktober met elf procent. Vier dagen later met dertien procent. De dag erop idem. Jarenlang speculeren is de oorzaak. De crash is een catastrofe voor de Duitse economie omdat de Amerikaanse banken die de Weimarrepubliek geld leenden of er in investeerden, hun centen terugvragen. De Duitse internationale handel en de graanprijzen halveren en de werkloosheid slaat toe. In Duitsland zijn er binnenkort 3,2 miljoen werklozen.

.

  • ♣ De Berlijnse Karl Blossfeldt (1865-1932), een plantenfotograaf en een docent met een roeping, fotografeert al drie decennia planten als beeldmateriaal voor zijn studenten. Na de Eerste Wereldoorlog komt hij als amateur met een (mogelijk) zelfgebouwde houten camera in de belangstelling. In 1928 maakt zijn publicatie Urformen der Kunst hem beroemd. In 1929 verschijnt een tweede druk in Londen, Parijs en New York. Zijn oeuvre bestaat uit zesduizend zwart-witfoto's van bladeren, stengels, bloemen, knoppen, takjes en vruchten. Blossfeldt ziet in zijn opgeblazen foto's een model voor de kunst en de architectuur. Zijn monumentale (oer)vormentaal doet denken aan de Art deco en de art-nouveau, de jugendstil en de nieuwe zakelijkheid. Met zijn cursus 'Modelleren naar levende planten' aan de Berlijnse Kunsthochschule scherpt hij het 'ornamentiekgevoel' aan. Pronkzieke bloemen zoals orchideeën vermijdt hij, wegberm-onkruid geniet zijn voorkeur. In 1932 publiceert hij foto's in Wundergarten der Natur en in 1942 volgt er werk in Wunder der Natur. In 2018 zocht Cees Nooteboom de originelen op in München, in de Pinakothek der Moderne met de vraag waar eindigt natuurbeschouwing en waar begint de esthetica.
Galerij

.

.

Kijken

.

.

De dertigerjaren: 1930-1939[bewerken | brontekst bewerken]

In de V.S. is er een wolkenkrabbersrace. In 1913 is de Woolworth Building (241 meter) de recordhouder. De opvolger is the Bank of Manhattan Trust Building (283 meter) en op 27 mei 1930 bereikt de Chrysler Building zijn hoogste punt (319 meter), elf maanden later overtroffen door de Empire State Building met 381 meter, tot in 1972 de hoogste wolkenkrabber ter wereld.
Eind januari 1932 spreekt Hitler in Düsseldorf een groep industriëlen toe. Hij ontkent dat de NSDAP voorstander is van arbeidsrechten of er socialistische ideeën op na houdt. Na een uitzetting over zijn geloof in de onaantastbaarheid van privaat bezit volgt het favoriete Hitlerthema: het Führerprincip, de autoritaire onderwerping aan de leider, iets wat Hitler toepast op zijn partij toepast. De toehoorders herkennen de boodschap in hun eigen bedrijf, ook daar hanteren zij het Führerprincip. Hitlers plant om hetzelfde toe te passen op de staat. Net zoals bedrijfsbeheer niet toe te vertrouwen is aan arbeiders, mag staatmanschap niet in handen liggen bij de democratische volksmassa. Dit is dit spek voor de bek van de toehoorders. Democratie in de politiek leek op de gemeenschappelijke eigendom van ondernemingen, democratie was niets meer dan een verdoken communisme. Privé-eigendom en kapitalisme vragen autoritaire politiek. Hitler concludeert dat een dictatuur de Weimarrepubliek moet vervangen. Dan alleen kan een leidersfiguur doen wat nodig is voor de industrie. En natuurlijk is de enige sterke, betrouwbare man Hitler zelf. Hij zal het communisme verdelgen, de Sovjet-Unie van Stalin vernietigen, zijn eigen arbeiders een staalharde discipline opleggen en een beleid voeren met een nooit geziene rentabiliteit. De speech was een succes en werd gevolgd door een sponsoringsgolf door de industriëlen.[9]

.

Kijken

.

♠ CRISIS IN DE JAREN DERTIG

.

♠ HOE WORDT EEN LOSER POPULAIR?

.

♠ BEELDFRAGMENT HEIL HITLER

.

♠ BEELDFRAGMENT DUITSLAND ONDER HITLER

.

1930[bewerken | brontekst bewerken]

♣ Op de voorpagina van Der Stürmer (nr. 8, februari) toont een nationaalsocialistische tekening met als titel Die Ausgesaugten (uitgezogen) een Joodse spin die het Duitse volk leegzuigt. Hitler is niet origineel met zijn antisemitisme. Aan beide zijden van de Atlantische Oceaan zijn de theorieën over de Joodse inferioriteit gangbaar en in Europa gaan ze terug op de veertiende eeuw. De nazi's nemen het spinnenbeeld over van Amerikaanse populisten aan het eind van de negentiende eeuw. In 1933 spelen de Joden al een eeuw een vooraanstaande economische rol in de Duitse economie, de bankwereld, warenhuizen, elektriciteit... Zie: https://www.wikiislam.net/index.php?title=File:Israel_as_spider_on_Kafieh.jpg&filetimestamp=20110302124914& [10]

.

  • ♣ Virginia Woolf schrijft: 'Boeren zijn de redding van de gezondheid... als zij verdwijnen, is de mensheid reddeloos verloren.' Hoeveel boeren zijn er tegenwoordig?

.

  • Gemiddeld 1,3 miljoen pendelaars gebruiken dagelijks de Belgische spoorweg. In de laatste twintig jaar is de treintraffic met 73 procent gestegen.

.

  • Het land telt 77.000 radiotoestellen. Een nieuwe wet ontneemt de amateurs het zendrecht en geeft de staat het monopolie op radio-uitzendingen, vooral socialisten en katholieken zijn voor. Het NIR zal op 1 februari 1931 starten met de eerste uitzendingen.

.

  • ♣ De Torhoutse drukkerij-uitgeverij Firma Becelaere publiceert het tijdschrift De Volkstuin. met als ondertitel Door den tuin & het Neerhof naar de Haard. Maandelijks orgaan van het verbond der volkstuinders. Het tijdschrift voor de volkstuinder geeft raad over groenten, siergewassen en kleinvee.

.

  • Start graafwerken Albertkanaal. Die komen tegemoet aan de werkloosheid en moeten economie en de defensie van België stimuleren. Het kanaal is een obstakel voor aanvallen uit het Oosten met bunkers en weerstandsnesten, waaronder het fort Eben-Emael.

.

  • De wet tot veralgemening van de kinderbijslag of gezinsvergoedingen verplicht alle werkgevers zich aan te sluiten bij een kinderbijslagfonds.

.

  • Wet op de verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood.

.

.

1931[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • Eric Hobsbawm (1917-2012) verlaat met zijn kleine zus Nancy Wenen. De beide wezen komen bij een welgestelde familie in Berlijn terecht. Hij rapporteert over de ineenstortende wereldeconomie.[11]

.

.

  • In Antwerpen starten de graafwerken ter voorbereiding van de Sint-Annatunnel en is de boerentoren - de eerste wolkenkrabber in Europa - klaar. De bouwwerken startten in 1928. Het gebouw in Art-Deco stijl telt 25 bouwlagen en is 87 meter hoog (de kathedraal is nog 25 meter hoger: 123,123 meter) en werd later verhoogd tot 97 meter.

.

  • De pessimistische literator Paul Valéry is vernietigend voor het politieke gebruik en misbruik van de geschiedenis. In zijn Regards sur le monde actuel heeft hij het over de prostitutie van de historicus. Hoe bruikbaar is de geschiedenis? Vraag Valéry zich samen met Albert Camus af? 'Valéry's kritiek is grotendeels een gevolg van het falen dan het 19de-eeuws positivisme' schrijft Marc Boone (°1955) in zijn boek Historici en hun metier. Dat negentiende eeuwse positivisme wou het menselijke gedrag in wetten samenballen: de Eerste Wereldoorlog maakte duidelijk dat het menselijk gedrag niet voorspelbaar is.

.

  • De conferentie van de International Industrial Relations Institute staat in het teken van de planeconomie. Hendrik de Man is aanwezig. In 1933 en 34 verwerkt hij zijn in het Belgische Plan van de Arbeid, dat het "Plan De Man" wordt.

.

1932[bewerken | brontekst bewerken]

Lego, wonderspeelgoed.
In Brave New World schetst Aldous Huxley de dystopi van een technologische toekomst. Zijn jaartelling baseert hij op het geboortejaar van Henry Ford (1863) die de mensheid zou vernieuwen, niet met godsdienst of liefde, maar met automobielen. Het verhaal speelt in 632 na Ford. Dat komt overeen met het jaar 2495, een imaginaire tijd. Huxley's gedachte-experiment dropt de lezer in een imaginaire wereld waar mensen niet geboren worden, maar gekweekt in broedcentrales. Het moederschap - de band met de natuur - is er misprezen als een primitieve, infantiele, ongeciviliseerde, dierlijke wijze van mens-zijn. Alle risico's op misgeboortes zijn uitgeschakeld; men komt ter wereld uit een reageerbuis met die eigenschappen, dat karakter, die intelligentie, die lichaamstrekken die passen bij het leven dat men wil leiden. Na de geboorte komt de opgevoed, lees: conditionering om hun rol in de samenleving te vervullen, niet door te kunnen maar door die rol te willen. De ypsilonsteelt is half debiel en grof, met een veel lichaamskracht. Ze zijn opgevoed om bevelen uit te voeren en sjouwenwerk. Ypsilons zijn tevreden. Dat geldt eveneens voor alpha's. De 'alpha' teelt is intelligent, fijn besnaard en leidinggevend. Ze willen niets anders. De alpha's zijn tevreden met hun lot. In Brave New World is iedereen tevreden, niet alleen met zichzelf, ook met zijn situatie en de sociale kring. En mocht het zo zijn dat iemand iets overkomt of dat iemand verwikkelt raakt in een pijnlijke situatie, dan is daar een technische remedie voor. Niemand hoeft er bang te zijn voor een onverwachte onheilstijding. Voor iedere ziekte of lichamelijke pijn is een geneesmiddel, voor ieder psychisch ongemak is therapie, voor wie zich verveelt staan geaccepteerde drugs en ervaringsmachines ter beschikking. De roman dwingt tot reflectie: willen wij leven in een wereld zonder risico? Willen wij leven in een wereld beheerst door technologie?[12]

.

.

.

  • De Franse geheime diensten ontdekken dat Hitler en zijn partij nagenoeg onbeperkt gefinancierd worden door 'des grands industriels' zoals Fritz Thyssen, de Duitse industrieel Hugo Stinnes (1897-1982), Emil Kirdorf en Emil Gansser, bankiers, grootgrondbezitters en Alfred Hugenberg die Hitler een goede pers geeft. Hugenberg bezig de helft van de Duitse pers en controleert het filmbedrijf UFA dat het wekelijks bioscoopnieuws verzorgt. Vanuit de V.S. ontvangt Hitler steun van de persmagnaat William Randolph Hearst, Henry Ford, Walter C. Teagle van Standard Oil en Irénée du Pont. 'Het was niet Hitler die zijn wil oplegde aan de grote bedrijven en banken, het waren de grote bedrijven en banken die van het naziregime verkregen wat ze wensten.'[13]

.

  • De Deen Kirk Christiansen begint in 1916 in Billund een houtbewerkingsbedrijf. Nu legt hij zich toe op speelgoed met de naam LEGO, afgeleid van "LEg GOdt", Deens voor 'speel goed' en in het Latijn "ik verzamel" of "ik kies" of "ik lees").

.

Hitler doopte zijn partij de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP), een misleidende naam. Het Nationaal Socialisme heeft niets van doen met het Socialisme zoals Karl Marx het formuleerde. 1. Hitler noch zijn vroege partijgenoten waren arbeiders. Hitler walgde bovendien van alles wat naar socialisme rook. 2. Waar Marx van meet af aan (1848) het internationale karakter van dat Socialisme beklemtoonde (omdat proletariërs aller landen zich nu eenmaal dienden te verenigen) beklemtonen de Nazi’s het nationalistische karakter van hun ideologie. 3. Waar Marx het heeft over gelijkheid onder de mensen en de klassenloze maatschappij heeft Hitler het over een ubermensch en een untermensch, gelijkheid is geen optie. Dat maakt Nietzsche aldus geen nazi avant la lettre. Zijn denken is slechts een koevoet die de ‘nieuwe mens’ openbreekt omdat onze culturele erfenis de zelfontplooiing remt. Zarathustra zegt dat mensen zich moeten bevrijden van hun veiligheid, geborgenheid en tevredenheid om zich onder te dompelen in de Prometeïsche warmte en het Dionysische genot, het avontuur van een heldhaftig mensdom. Daar is Europa volgens Nietzsche dringend aan toe. Waarom dat toch de NSDAP? Hitler besefte dat de tijdsgeest revolutionair was en dat 'een socialistisch etiket, een vereenzelviging met arbeiders en revolutionaire praat, nuttig waren om bij het gewone volk goe over te komen, steun te krijgen en stemmen te ronselen. Hitler was geen democraat, geen verdediger van de zaak van het gewone volk, maar een demagoog en volksmenner die het volk manipuleerde.'[14]

.

1933[bewerken | brontekst bewerken]

.

Kijken

.

♠ GEERT MAK OVER RUSLAND IN 1933

.

  • In de eerste weken van 1933 poogt Hindenburg een regering zonder Hitler te formeren. Op 27 februari verandert de brand in de Reichstag zijn scenario. De politie treft er de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe ( 1909-1934) die zijn pyromanie twijfelachtig bekent. Hitler dringt bij Hindenburg aan de burgerrechten in te trekken ter beschermen tegen het communisme. Berlijn veroordeelt Van der Lubbe die dag ter dood. In januari 1934 volgt zijn onthoofding in Leipzig. Hij is het eerste Nederlandse nazislachtoffer. Op 28 februari tekent Hindenburg het Rijksdagbranddecreet dat de persvrijheid, het briefgeheim, het recht op vereniging en de habeas corpus opheft. De Habeas corpus garandeert de verdachte van een misdrijf de kennisneming van de aanklacht, leidt die levend voor aan de rechter en enkel een gerechtelijk bevel leidt tot gevangenschap. De nazi's viseren vierduizend Duitse communisten die ze uitroeien of opsluiten. Zo reduceren ze hun tegenstemmen bij de komende verkiezingen. Intimidatie bij de stemlokalen verhoogt hun stempercentage tot 44% waarmee ze een week later de verkiezingen winnen. Duitsland is nu een dictatuur waartegen Albert Einstein stelling inneemt. Tot op heden spanden veel joden zich 'tot het uiterste' in om Duits te zijn. Dat verandert nu. 'Tot dit volk wil ik niet behoren' schrijft Elsie Alexander in haar dagboek. 'Nee, ik ben er trots op dat ik joods ben, ik schaam me ervoor Duits te zijn.'[15]

.

  • 21 maart: de Dag van Potsdam opent de nieuwe Rijksdag in Potsdam en demonstreert de eenheid van het oude Keizerrijk en het nieuwe nationaalsocialisme.

.

  • 1 april: Joseph Goebbels roept in Berlijn op tot het boycot van joodse ondernemingen. Op duizenden winkels en bedrijfjes staan leuzen en opschriften, davidsterren en roddels. Na een bewogen dag vol adrenaline beschrijft Jozef Goebbels in de avond zijn opwinding en hoe de pers eensgezind reageerde, samen met de man in de straat.

.

  • 7 april: De erg ingrijpende wet op de hervorming van het ambtenarenapparaat bant de joden uit de overheid. Kantoorklerken, leraren, rechters en professoren zijn in schok. Eerste Wereldoorlogsveteranen genieten voorlopig een uitzondering. De joden doen hun opperste best om als Duitser bekeken te worden. Fritz Haber is er het ultieme voorbeeld van. Het baat niet.


.

  • 25 april: De Duitse regering begrenst het aantal joden op de scholen om een eind te maken aan de overbevolkte hogescholen en universtieten.

.

  • De boekenverbranding op 10 mei in Berlijn (op het voorplein van de universiteit en op de Opernplatz voor de Staatsoper) en 21 andere Duitse steden. Het ging om boeken van onder andere Thomas Mann, Erich Maria Remarque, Franz Kafka, Karl Marx, H.G. Wells. Bertolt Brecht was furieus omdat hij niet op het lijstje stond, dat een bibliothecaris vooraf zorgvuldig samenstelde. De Amerikaanse auteur Philip Metcalfe schrijft 'De studenten die de boeken vanuit vrachtwagens en bestelauto's aanbrachten, transpireerden en gelden uit over de stapels boeken die ze met armenvol tegelijk naar het vuur droegen of van hand tot hand doorgaven' en Goebbels prijst de gebeurtenis die de on-Duitse gedachten vernietigt. Het is de illustratie van de vrees van de nazi's voor het zelfstandige en onafhankelijke denken van intellectuelen en wetenschappers, schrijvers en kunstenaars.[16]

.

  • In Nederland is de afsluitdijk klaar voor verkeer en in Antwerpen opent de Sint-Annatunnel de vaste route voor voetgangers en fietsers onder de Schelde tussen Linkeroever en de stad op een diepte van 32 meter en een lengte van 572 meter. Voordien steekt een veerboot hen over. De houten roltrappen leveren tot op heden dienst. Er is een lift voor 80 personen of 3.000 kilo. Door de buitenmatige proportie kan de lift politiewagens en ambulances de tunnel in brengen om bij een incident in de Waaslandtunnel te raken. De Waaslandtunnel, in de volksmond de 'konijnenpijp' is er voor auto's. Beide tunnels zijn op het zelfde moment gegraven. De Kennedytunnel bestaat nog niet. Tip: neem de Sint-Annatunnel naar linkeroever en je ziet de mooiste skyline van Antwerpen.

.

.

1934[bewerken | brontekst bewerken]

.

.

  • De hoogbejaarde Paul von Hindenburg (1847–1934) -de enige die Hitler in toom lijkt te houden- overlijdt. Hitler is nu rijkskanselier én (ongrondwettelijke) rijkspresident .

.

  • Nadat de bank van de Boerenbond op de fles gaat, volgt de socialistische bank van de arbeid. Consumenten sparen, leningen zijn moeilijk. In Antwerpen gaat het nationale symbool van de moderniteit failliet: de autoconstructeur Minerva.
Koning Albert valt bij een klimpartij en overlijdt. Na de dood van zijn vader regeert Leopold III tot 1951, als hij na de koningskwestie troonsafstand doet ten gunste van zijn oudste zoon Boudewijn.

.

1935[bewerken | brontekst bewerken]

.

  • De Gentse gerechtelijke politie richt een museum op om agenten op te leiden.

.

  • In Küssnacht verliest Leopold III de controle over het stuur en slingert koningin Astrid uit de wagen tegen een perenboom, waarbij ze overlijdt. Hun kinderen Josephine Charlotte, Boudewijn en Albert zijn halve wezen.

.

.

  • Het aantal werklozen stijgt van 12.500 in het jaar van de beurscrash 1929 tot bijna 400.000.

.

1936[bewerken | brontekst bewerken]

Ter voorbereiding van de Duitse Olympische Spelen bouwen gevangenen uit Esterwegen het kamp Sachsenhausen op 35 kilometer van Berlijn. Gehandicapten, Roma, Joden, homoseksuelen, communisten komen er terecht.

.

.

  • Ter voorbereiding van de Duitse Olympische Spelen die Adolf Hitler zal openen, neemt het ministerie van Buitenlandse zaken initiatieven die de verhalen over de handhandige aanpak van de joden ontkracht. Journalisten uit de hele wereld bezoeken Berlijn en omstreken. Het regime draait er de harde anti-joodse maatregelen terug, anti-Joodse borden verdwijnen bij de dorpsingangen, men haalt ze van de lantaarnpalen en uit de winkels. Duitse kranten schrijven gematigd over de Joden. Ook bij het Wannsee strandbad zijn ze weer even toegelaten. Om het straatbeeld op te schonen en om de dissidente stemmen te weren, bouwen gevangenen uit Esterwegen een SS-opleidingscentrum met annex het kamp Sachsenhausen op 35 kilometer van Berlijn. Gehandicapten, Roma, Joden, homoseksuelen, communisten komen er terecht. In het delta-vormig kamp lopen alle zichtlijnen naar de centrale ingang waarboven de spreuk 'Arbeit macht frei' te lezen is. Het machinegeweer op de poort kan alle kamphoeken onder vuur nemen. Om uit het zicht van pottenkijkers te blijven en het ontsnappen van de gevangenen te bemoeilijken, komt en een woonwijk voor het personeel rond het kamp, het tegenwoordige Oranienburg. In 1942 demonstreert een mensenvernietigingsinstallatie haar efficiëntie. Begin 1945 verhuizen vele gevangenen naar Auschwitz en Majdanek en eind april start een dodenmars van 36.000 gevangenen naar Denemarken. Het Rode Leger bevrijdt Sachsenhausen op 22 april met drieduizend achtergeblevenen.

.

.

  • België: Na de staking in juni komt een wet die werknemers die één jaar in dienst zijn het recht geeft op zes dagen betaalde vakantie.

.

.

1937[bewerken | brontekst bewerken]

.

Kijken

♠ GEERT MAK OVER MUNCHEN IN 1937

.

  • Naar het voorbeeld van Ebenezer Howard's tuinsteden in Engeland bouwt de federale regering van de V.S. een experimentele stad in Greenbelt. Met de New Deal-politiek wil president Franklin Delano Roosevelt de Verenigde Staten uit de Grote Depressie trekken door met overheidsinterventie de economie te rationaliseren en te stabiliseren. Andere steden volgen: Greenhills in Ohio en Greendale in Wisconsin.

.

.

  • War of the worlds brengt New York en heel Amerika in paniek. Hitler zal er later ferm om lachen.

.

.

  • Actualisering van de wet op de ouderdomspensioenen, uitbreiding van de wet op de gezinsvergoedingen.

.


.

1938[bewerken | brontekst bewerken]

In ons huidig tijdperk - het tijdperk van de anonieme financieheerschappij, de reclame, de rotatiepers, de radio, de kinema, de op de spits gedreven belangenorganistie van alles, de massalegers, de nationale oorlogspsychoses, de gerationaliseerde massaproductie, het leven, werken en ontspanning nemen in kudden - is de mens meer dan ooit te voren een massamens.

Hendrik De Man aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog


Bioscoopjournaal uit 1938. Lerares geeft schoolkinderen verkeersles met een maquette.

.

  • Vijf jaar na de machtsovername door Hitler zijn van de honderdduizend Joodse bedrijven meer dan twee derde overgedragen aan niet-joden. De vermogensoverdracht beperkt zich niet tot bedrijven. Ook bankrekeningen, intellectuele eigendom, grondbezit en gebouwen staan op het lijstje van de te ariseren goederen. De avond van 9 november gaat de geschiedenis in als de Kristallnacht. Meer dan tweehonderdvijftig synagogen, zevenduizend winkels en bedrijven ondergaan de destructieve volkswoede. In de ochtend die erop volgt stappen tweeduizend joodse mannen naar het concentratiekamp Sachsenhausen ten noorden van de stad. Tienduizenden joden die kunnen vluchten, wagen hun kans.

.

  • Anschluss of annexatie van Oostenrijk bij nazi-Duitsland. Franz Böhm schrijft zijn Anti-Cartesinanismus, verlichte filosofen doen het niet goed bij nazi's en fascisten. Sigmund Freud evenmin. Die emigreert naar Londen waar hij in september 1939 overlijdt. De oorlog jaagt ook Freuds leerlingen op de vlucht. Zij zijn vooral in de Verenigde Staten actief: in een liberale, ondernemingsgezind klimaat gedijen Freuds ideeën en theorieën beter dan in Europa. In het sociaal werk ontstaat de 'diagnostische school' met als boegbeelden Helen Perlman en Florence Hollis die de psycho-analyse met het sociaal werk verbindt. De dieptepsychologie gaat in concurrentie met de moralistische benadering en het kerkelijke. Ziekte vervangt zonde, de gelovige wordt patiënt, de biechtstoel transformeert tot de therapeutische zetel. De 'vertherapeutisering' van het sociaal werk vindt hier zijn oorsprong.[17]

.

.

1939[bewerken | brontekst bewerken]

.

.

.

.

Kijken

.

.

♣ De surrealistische tuin[bewerken | brontekst bewerken]

Polygoonjournaal over tentoonstelling van Delvaux in het Museum Boijmans Van Beuningen, 1973

.

♣ De tuin van het interbellum (beginnend na de Eerste Wereldoorlog) kenmerkt zich door zijn 'sur-realité', een droomwerkelijkheid, een geestestoestand van iemand die bekomt van een trauma. De surrealistische tuin toont een samenleving die teleurgesteld is in de ratio en het optimisme en laat zich inspireren door introspectie, middelengebruik en de psycho-analyse van Sigmund Freud. Surrealisten zoals , René Magritte, Salvador Dalí, Frida Kahlo, Joan Miro, Pablo Picasso stellen de droom centraal. Paul Delvaux' Garden (uit 1971) toont een hyperrealistische stijl, vrije associaties en slaperige dames die zich naakt bewegen in een tuin waar de avond valt. Het leidt tot onverwachte, verrassende of schokkende effecten. Was de oorlog een droom? Heeft zijn gruwelijke werkelijkheid alle fantasie overtroffen? De hoogdagen van het anti-burgerlijke, anti-elitaire en anti-conformistische surrealisme komen er na de publicatie Manifeste du surréalisme in 1924 van André Breton en beheersen het interbellum (1919-1939): twee decennia vol radicale politieke instabiliteit (de opkomst van het communisme en het fascisme), het cultuurpessimisme van denkers zoals Oswald Spengler, Ortega y Gasset en Johan Huizinga en de economische neergang en de politieke draaikolk die zich na de beurskrach in New York in 1929 inzet.

.

Kijken

.

.

.

.

.

.

  1. MAMPUYS JOZEF (Ea.). Een eeuw Christelijk syndicalisme in het arrondissement Kortrijk. ACV & KADOC, Leuven, 1992, p. 33.
  2. NADAV EYAL, Vertaald door AUKE LEISTRA & ATTY MENSINGA. Revolte. De wereldwijde opstand tegen globalisering, Arbeiderspers, Antwerpen, 2012, p. 283-285. Eyal citeert hierbij het boek van JOHN C. TORPEY The Invention of the Passport: Surveillance, Citizenship and the State, University Press, Cambridge, 2018.
  3. CLAUDIA THUNNISSEN. De tuin van je leven. Een metafoor. In: GARY SCHWARTZ. Flora in Leiden. De verborgen tuinen van de stad, SDU Maarssen, ’s-Gravenhage, 1990, p. 88.
  4. Uit: Verzameld Werk van P.N. van Eyck (1887-1954).
  5. LEO BLOKHUIS. Berlijn. Muzikale revolutie, Bezige Bij, Amsterdam, 2020, p. 22.
  6. Over dit jaar zie: BILL BRYSON. De zomer van 1927. Contact, Antwerpen, 2014.
  7. BEN WILSON, vertaald door George Pape. Metropolis. De grootste uitvinding van de mens, Spectrum, Amsterdam, 2020, p. 340 ev.
  8. HANNAH ARENDT, vertaald door Remi Peeters & Dirk De Schutter. Totalitarisme. Boom, Amsterdam, 2022, p. 107.
  9. JACQUES R. PAUWELS. De grote mythen van de moderne geschiedenis. Epo, Berchem, 2019, p. 129-130.
  10. NIALL FERGUSON, vertaald door André Haacke & Ruud van der Helm. Het plein en de toren. Verborgen netwerken uit de geschiedenis, Hollands Diep, Amsterdam, 2017, p.272-274.
  11. Verder lezen: SINCLAIR MCKAY vertaald door Wybrand Scheffer. Berlijn. Leven en dood in de stad die de geschiedenis van de 20ste eeuw bepaalde, Contact, Antwerpen, 2022, p. 95.
  12. Zie RENE MUNNIK (Ea.). Geweldig! Over de vanzelfsprekendheid van geweld. Valkhof Pers, Nijmegen, 2005, p. 21-23.
  13. JACQUES R. PAUWELS. De grote mythen van de moderne geschiedenis. Epo, Berchem, 2019, p. 125-136.
  14. JACQUES R. PAUWELS. De grote mythen van de moderne geschiedenis. Epo, Berchem, 2019, p. 125.
  15. THOMAS HARDING. Het huis aan het meer. Eén huis. Vijf families. Honderd jaar Duitse geschiedenis, Arbeiderspers, Antwerpen, 2015, p. 101.
  16. DIRK VERHOFSTAD. Dagboek 1933. Het gevaar van extreemrechts, Houtekiet, Antwerpen, 2022, p. 129-139. In dit boek trekt de auteur parallellen tussen 1933 en de actualiteit.
  17. STEFAAN HERMAN. De paradigmata van het social casework: een kritische terugblik op de ontwikkeling van een basismethodiek. Gent, K.V.M.W, Sociale Hogeschool Sint Anna, 1995, p. 5-6.