Grand Prix Formule 1 van de Verenigde Staten 1991

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Phoenix Circuit, lengte 3,721 km
Start van de GP van de Verenigde Staten 1991, met links op kop Ayrton Senna.

De Grand Prix Formule 1 van de Verenigde Staten 1991 werd gehouden op 10 maart 1991 in Phoenix, Arizona.

Verslag[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de eerste Grand Prix van het seizoen had Ayrton Senna nog niet getest met de nieuwe McLaren-Honda. Niemand kon hem echter volgen, nadat hij zich eenmaal op de piste had begeven en ook de nieuwe Honda V12 bleek nog succesvoller dan de V10 van een jaar eerder. Hij zette zijn rivaal Alain Prost op meer dan een seconde in de kwalificatie en Senna leidde de race van start tot finish. De verwachtingen van Ferrari werden opnieuw niet ingelost. De V12's en de semiautomatische versnellingsbakken van Alain Prost en Jean Alesi waren niet geschikt voor de smalle bochten en korte rechte stukken van het stratencircuit.

Op zondag begon Alain Prost in zijn tweede seizoen bij Ferrari opnieuw op de eerste rij naast Ayrton Senna. Hij bleef na de start achter de Braziliaan, terwijl Nigel Mansell Riccardo Patrese voorbij ging. Jean Alesi en Gerhard Berger volgden, met daarachter Nelson Piquet, Roberto Moreno, Stefano Modena en Emanuele Pirro. In de tweede ronde ging Alesi voorbij Patrese, maar toen was Senna al aan het uitlopen op de rest van het veld.

Achter Senna was in de eerste ronden Patrese de meest actieve rijder. In ronde 16 ging hij opnieuw voorbij Alesi en kwam dichter bij zijn teamgenoot Mansell. In ronde 22 viel hij Mansell aan, maar ging van de baan. Hij kon echter nog verder en ging Berger voorbij. In ronde 35 vielen twee top-zes rijders uit: Gerhard Berger en Nigel Mansell. Nadat Patrese opnieuw voorbij was gegaan aan Alesi, ging de Fransman de pits in en kwam uit op de zevende plaats. Drie ronden later werd Prost opgejaagd door Patrese en ging ook de pits in, waardoor de Williams-rijder kon opschuiven naar een tweede plaats. Prost viel terug naar een zevende plaats achter Modena's Tyrrell-Honda.

In de 50ste ronde moest Patrese echter opgeven met een kapotte versnellingsbak, maar doordat de wagen op het circuit bleef staan, raakte Roberto Moreno de wagen, waardoor de neus van Williams en het rechter voorwiel van de Benetton afbraken. De wagens bleven echter waar ze waren, net buiten de racelijn. Bertrand Gachot kon ze na een spin net vermijden.

Na het uitvallen van Patrese reed Piquet op de tweede plaats, die Alesi moest afhouden. Alesi stak hem echter in de 53ste ronde voorbij. Vier ronden later passeerde Prost Modena. In de 70ste ronde ging Prost met een briljante manoeuvre in Turn Five van de vierde naar de tweede plaats. Piquet, derde, probeerde Alesi, tweede, voorbij te gaan in Turn Four, maar zijn poging mislukte. Aan het eind van het rechte stuk slaagde hij er echter wel in om de Fransman te passeren. Prost ging op links ook voorbij en kwam naar rechts, waardoor hij Nelson Piquet in Turn Five voorbij kon gaan en de tweede plaats kon pakken. Senna leidde op dit moment al met veertig seconden.

Door versnellingsbakproblemen viel Alesi terug naar de vijfde plaats, voordat hij 10 ronden voor het einde moest opgeven, waardoor Piquet derde werd, met de twee Tyrrells achter hem die geen pitstop hadden gemaakt. Pierluigi Martini ging Satoru Nakajima nog voorbij, maar zijn motor liet het in de 75ste ronde afweten. Hetzelfde probleem zorgde ervoor, dat Bertrand Gachot moest opgeven, waardoor Aguri Suzuki zesde werd. De race werd een ronde voor het einde stopgezet, omdat de maximale raceduur van twee uur bereikt was.

Uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

Positie Nr Rijder Team Ronden Tijd/Opgave Startplaats Punten
1 1 Vlag van Brazilië Ayrton Senna McLaren-Honda 81 2:00.47.828 1 10
2 27 Vlag van Frankrijk Alain Prost Ferrari 81 + 16.322 2 6
3 20 Vlag van Brazilië Nelson Piquet Benetton-Ford 81 + 1:17.376 5 4
4 4 Vlag van Italië Stefano Modena Tyrrell-Honda 81 + 1:25.409 11 3
5 3 Vlag van Japan Satoru Nakajima Tyrrell-Honda 80 + 1 Lap 16 2
6 30 Vlag van Japan Aguri Suzuki Larrousse-Ford 79 + 2 Laps 21 1
7 34 Vlag van Italië Nicola Larini Modena Lamborgini-Lamborghini 78 + 3 Laps 17  
8 17 Vlag van Italië Gabriele Tarquini AGS-Ford 77 + 4 Laps 22  
9 23 Vlag van Italië Pierluigi Martini Minardi-Ferrari 75 Motor 15  
10 32 Vlag van België Bertrand Gachot Jordan-Ford 75 Motor 14  
11 7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Martin Brundle Brabham-Yamaha 73 + 8 Laps 12  
12 28 Vlag van Frankrijk Jean Alesi Ferrari 72 Versnellingsbak 6  
13 11 Vlag van Finland Mika Häkkinen Lotus-Judd 59 Motor 13  
NF 6 Vlag van Italië Riccardo Patrese Williams-Renault 49 Versnellingsbak 3  
NF 19 Vlag van Brazilië Roberto Moreno Benetton-Ford 49 Botsing 8  
NF 9 Vlag van Italië Michele Alboreto Arrows-Porsche 41 Motor 25  
NF 16 Vlag van Italië Ivan Capelli Leyton House-Ilmor 40 Versnellingsbak 18  
NF 25 Vlag van België Thierry Boutsen Ligier-Lamborghini 40 Motor 20  
NF 2 Vlag van Oostenrijk Gerhard Berger McLaren-Honda 36 Brandstofpomp 7  
NF 5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Nigel Mansell Williams-Renault 35 Versnellingsbak 4  
NF 15 Vlag van Brazilië Mauricio Gugelmin Leyton House-Ilmor 34 Versnellingsbak 23  
NF 8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mark Blundell Brabham-Yamaha 32 Spin 24  
NF 21 Vlag van Italië Emanuele Pirro Dallara-Judd 16 Versnellingsbak 9  
NF 24 Vlag van Italië Gianni Morbidelli Minardi-Ferrari 15 Versnellingsbak 26  
NF 22 Vlag van Finland Jyrki Järvilehto Dallara-Judd 12 Versnellingsbak 10  
NF 29 Vlag van Frankrijk Éric Bernard Larrousse-Ford 4 Motor 19  
NQ 10 Vlag van Italië Alex Caffi Arrows-Porsche    
NQ 18 Vlag van Zweden Stefan Johansson AGS-Ford    
NQ 26 Vlag van Frankrijk Érik Comas Ligier-Lamborghini    
NQ 12 Vlag van Verenigd Koninkrijk Julian Bailey Lotus-Judd    
PQ 33 Vlag van Italië Andrea de Cesaris Jordan-Ford    
PQ 31 Vlag van Portugal Pedro Chaves Coloni-Ford    
PQ 14 Vlag van Frankrijk Olivier Grouillard Fondmetal-Ford    
PQ 35 Vlag van België Eric van de Poele Modena Lamborgini-Lamborghini    

Wetenswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Ayrton Senna was de eerste rijder die tien punten pakte voor een overwinning, nadat het puntensysteem aangepast was. Het was zijn 27ste overwinning, waardoor hij op de lijst met het hoogste aantal overwinningen ooit in de Formule 1 achter Alain Prost opklom naar de tweede plaats, op gelijke hoogte met Jackie Stewart.
  • Het was de laatste Grand Prix van de Verenigde Staten, voordat de Formule 1 terugkeerde in 2000.
  • Zowel Jordan als Modena Lamborgini maakten hun debuut.
  • Mika Häkkinen en Érik Comas maakten hun Formule 1-debuut.

Statistieken[bewerken | brontekst bewerken]

Pole-position Ayrton Senna McLaren-Honda 1:21.434
Snelste ronde Jean Alesi Ferrari 1:26.758


Vorige race:
Grand Prix van Australië 1990
FIA Formule 1 Wereldkampioenschap
42e seizoen (1991)
Volgende race:
Grand Prix van Brazilië 1991

Vorige race:
Grand Prix van de Verenigde Staten 1990
Grand Prix van de Verenigde Staten Volgende race:
Grand Prix van de Verenigde Staten 2000