Het Formule 1-seizoen 1992 was het 43ste FIA Formula One World Championship seizoen. Het begon op 1 maart en eindigde op 8 november na zestien races.
Nigel Mansell pakte zijn enige wereldtitel ooit in de Formule 1, na het seizoen vertrok hij naar de Verenigde Staten voor de CART-races.
Mansell vestigde het record van 14 polepositions in één seizoen. Dit record werd pas verbroken op 26 november 2011 toen Sebastian Vettel zijn 15de poleposition van het seizoen haalde.
Alain Prost nam een jaar rust.
Michael Schumacher won zijn eerste Grand Prix.
Andrea Moda debuteerde bij de teams.
Jan Lammers keerde na een afwezigheid van 10 jaar terug en reed de laatste 2 races van het seizoen voor March.
In de loop van het seizoen verdwenen Andrea Moda, Brabham en Fondmetal. Na het seizoen stopte March.
Na de Grand Prix van Hongarije verdwijnt de pre-kwalificatie door het gezakte aantal inschrijvingen (30 of minder per race)
Alle teams reden met banden geleverd door Goodyear.
De Grand Prix van de Verenigde Staten zou verreden worden op 15 maart maar in oktober 1991 werd er met wederzijdse toestemming van de FIA en de organistie besloten de Grand Prix af te gelasten.[1]
De Grand Prix van Oostenrijk werd afgelast vanwege financiële problemen.[2] De Grand Prix van Hongarije, oorspronkelijk gepland voor 23 augustus schoof hierdoor een week naar voren op de kalender.
De Grand Prix van Europa die in Spanje verreden zou werden werd om onduidelijke redenen afgelast.[2]
† — Coureur is niet gefinisht in de GP, maar heeft wel 90% van de raceafstand afgelegd, waardoor hij als geklasseerd genoteerd staat.
Opmerkingen: Ferrari ontsloeg Ivan Capelli voor de GP van Japan, Nicola Larini was zijn vervanger. March wisselde voor dezelfde wedstrijd Karl Wendlinger voor Jan Lammers. Wendlingers teamgenoot Paul Belmondo werd na de GP van Hongarije op straat gezet, in zijn plaats reed daarna Emanuele Naspetti. In het midden van het seizoen raakte Christian Fittipaldi (Minardi) geblesseerd, Alessandro Zanardi verving hem drie wedstrijden. Giovanna Amati werd vanwege sponsorproblemen na drie races op straat gezet door Brabham, Damon Hill was haar vervanger. Eric van de Poele vertrok na de GP van Duitsland bij Brabham, het team deed daarna nog 1 race mee met alleen Hill voordat het failliet ging. Van de Poele vertrok naar Fondmetal waar Andrea Chiesa vanwege slechte prestaties moest verdwijnen. Na de GP van Italië hield Fondmetal op te bestaan. Andrea Moda deed de eerste twee wedstrijden niet mee, in Brazilië alleen met Moreno, net als in Canada. In Frankrijk was het team afwezig en na de GP van België werd het team door de FIA uit de Formule 1 gezet vanwege de slechte naam die het team had.