Kwakkenberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kwakkenberg
Wijk van Vlag Nijmegen Nijmegen
Kerngegevens
Gemeente Vlag Nijmegen Nijmegen
Stadsdeel Nijmegen-Oost
Coördinaten 51°49'44"NB, 5°53'56"OL
Oppervlakte 1,43 km²  
- land 1,43 km²  
- water 0 km²  
Inwoners
(2023)
1.450[1]
(1.014 inw./km²)
Woningvoorraad 734 woningen[1]

Kwakkenberg is een wijk van de stad Nijmegen in de Nederlandse provincie Gelderland. De wijk ligt in het stadsdeel Nijmegen-Oost, aan de oostgrens van de stad. Het grondgebied van deze wijk lag tot 1 januari 1915 in de gemeente Groesbeek. De oppervlakte van de wijk is 160 ha en het aantal inwoners is 1.450 (1 januari 2023). De wijk is genoemd naar het (inmiddels verdwenen) fort Quackenberg, dat gebouwd werd in 1870.

De Kwakkenberg ligt in een bosrijk gebied en grenst aan Heilig Landstichting en Berg en Dal (gemeente Berg en Dal). Het gebied ontwikkelde zich vanaf het begin van de 20e eeuw tot een villawijk; in 1906 gaf de gemeente Nijmegen het deze bestemming. Het gemiddelde aantal woningen per hectare is 4 (1 januari 2006). De panden Villa De Westerhelling en Huize Marie-Louise, beide van de hand van Oscar Leeuw, hebben de status van rijksmonument.

Aan de Bosweg ligt het voormalige Kinderherstellingsoord Villandry, gebouwd tussen 1926 en 1931 naar een ontwerp van E. Verschuyl. Het bakstenen gebouw heeft een markante dakpartij en de architectuur vertoont invloeden van die van Frank Lloyd Wright. Het kinderherstellingsoord werd gebouwd op het terrein van Huize Villandry, een neoclassicistische kapitale villa uit 1902 die vanaf 1909 een herstellingsoord voor spoor- en tramwegpersoneel was.

In de wijk Kwakkenberg bevindt zich in het voormalig klooster Mariënbosch het gelijknamige studentenwooncomplex. Tot 2005 lag op de Kwakkenberg de gelijknamige camping, die vooral bij lopers van de Nijmeegse Vierdaagse bekendheid genoot. Van 1906 tot de jaren 60 van de twintigste eeuw stond er op het hoogste punt van de Kwakkenberg een ijzeren uitzichttoren.

Afbeeldingen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]