Resolutie 1859 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1859
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 22 december 2008
Nr. vergadering 6059
Code S/RES/1859
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Sancties tegen Irak
Beslissing Verlengde de regelingen in verband met de Iraakse olie-inkomsten met 1 jaar.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2008
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Burkina Faso Burkina Faso · Vlag van België België · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Kroatië Kroatië · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Libië Libië · Vlag van Panama Panama · Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika · Vlag van Vietnam Vietnam
De Amerikaanse bases in Irak (feb 2007).

Resolutie 1859 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 22 december 2008 unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen. De resolutie verlengde de regelingen waarbij de opbrengsten van Iraakse aardolie en -gas in een ontwikkelingsfonds terechtkwamen tot eind 2009. Het mandaat van de door de VS geleide multinationale macht in Irak zou eind december verlopen, waarna het land zelf akkoorden zou afsluiten over de aanwezigheid van buitenlandse militairen.[1]

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Golfoorlog (1990-1991) en Irakoorlog voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Op 2 augustus 1990 viel Irak zijn zuiderbuur Koeweit binnen en bezette dat land. De Veiligheidsraad veroordeelde de inval nog diezelfde dag middels resolutie 660, en later kregen de lidstaten carte blanche om Koeweit te bevrijden. Eind februari 1991 was die strijd beslecht en legde Irak zich neer bij alle aangenomen VN-resoluties. Het land werd vervolgens verplicht om zich te ontwapenen door onder meer al zijn massavernietigingswapens te vernietigen. Daaraan werkte Irak echter met grote tegenzin mee, tot grote woede van de Verenigde Staten, die het land daarom in 2003 opnieuw binnenvielen.

Een door de VN geleide overgangsregering werd in 2004 opgevolgd door een Iraakse. In 2005 werd een nieuwe grondwet aangenomen en vonden verkiezingen plaats, waarna een coalitie werd gevormd. In de tussentijd werd het land echter geplaagd door sektarisch geweld en bleven vele slachtoffers vallen door de talloze terreuraanslagen.

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Waarnemingen[bewerken | brontekst bewerken]

Er werd vooruitgang gemaakt inzake de veiligheid en stabiliteit van Irak en de versterking van het Iraakse leger. De overheid verwierp het sektarisme en streefde naar dialoog en nationale verzoening. Internationale steun bleef noodzakelijk voor het welzijn van de bevolking. Terreurdaden mochten de politieke en economische overgang van het land niet in de weg staan.

Handelingen[bewerken | brontekst bewerken]

De met resolutie 1483 getroffen regelingen inzake de Iraakse olie-inkomsten werden verlengd tot 31 december 2009.

Annex[bewerken | brontekst bewerken]

In de bijlage zat een "brief van 7 december 2008 van de eerste minister van Irak aan de voorzitter van de Veiligheidsraad". Daarin erkende de premier, Nuri Kamel al-Maliki, dat de regelingen in verband met de olie-inkomsten verzekerden dat deze opbrengst de bevolking ten goede kwam en vroeg hij om deze te verlengen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]