Resolutie 1802 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1802
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 25 februari 2008
Nr. vergadering 5844
Code S/RES/1802
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Onafhankelijkheid van Oost-Timor
Beslissing Verlengde de UNMIT-vredesmacht met 1 jaar.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2008
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Burkina Faso Burkina Faso · Vlag van België België · Vlag van Costa Rica Costa Rica · Vlag van Kroatië Kroatië · Vlag van Indonesië Indonesië · Vlag van Italië Italië · Vlag van Libië Libië · Vlag van Panama Panama · Vlag van Zuid-Afrika Zuid-Afrika · Vlag van Vietnam Vietnam
UNMIT's bases in mei 2009.

Resolutie 1802 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen op 25 februari 2008, en verlengde de VN-vredesmacht in Oost-Timor met een jaar.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Geschiedenis van Oost-Timor voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Nadat Portugal zijn kolonies losgelaten had, werd Oost-Timor eind 1975 na een korte burgeroorlog onafhankelijk. Korte tijd later viel Indonesië het land binnen en brak een oorlog uit, waarna Oost-Timor werd ingelijfd. Een deel van de bevolking van Oost-Timor bleef tussen 1975 en 1999 echter strijden voor onafhankelijkheid. Op 12 november 1991 vielen Indonesische militairen demonstranten in Dili aan, waarbij meer dan 250 doden vielen. In 1999 stemde Indonesië in met een volksraadpleging over meer autonomie of onafhankelijkheid, waarop het merendeel van de bevolking voor onafhankelijkheid koos.

Op 11 februari 2008 vielen rebellerende soldaten, die in 2006 waren ontslagen uit het leger, de woning van president José Ramos-Horta en de auto van premier Xanana Gusmao in de hoofdstad Dili aan. De president werd daarbij zwaargewond door verschillende kogels en werd naar Australië overgebracht. De rebellenleider Alfredo Reinado werd doodgeschoten. De premier bleef ongedeerd en kondigde de noodtoestand af, maar de aanslagen leidden niet tot nieuw geweld in het land.[1]

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

In 2007 waren met succes presidents- en parlementsverkiezingen gehouden in Oost-Timor en was een regering samengesteld. Volgend op de zware crisis in 2006 moest nu de orde in het land hersteld worden.

Het mandaat van de UNMIT-vredesmacht in het land werd verlengd tot 26 februari 2009.

De Veiligheidsraad veroordeelde de aanslagen op de president en de eerste minister op 11 februari 2008 en alle pogingen om het land te destabiliseren. De overheid werd opgeroepen de verantwoordelijken hiervoor voor de rechter te brengen.

Verwante resoluties[bewerken | brontekst bewerken]

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1802 op de Engelstalige Wikisource.