Fez (stad): verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 39: Regel 39:
Waar de naam Fez van komt is onbekend. Een populaire verklaring is dat het komt van het Arabische woord voor ''zaag''. Tegenwoordig gaan veel historici ervan uit dat het komt van het woord Fazzaz, de oude Berberse benaming voor de Midden-Atlasgebergtes. Tegenwoordig is het de naam van een stadje nabij Meknes, Ait Fazzaz.
Waar de naam Fez van komt is onbekend. Een populaire verklaring is dat het komt van het Arabische woord voor ''zaag''. Tegenwoordig gaan veel historici ervan uit dat het komt van het woord Fazzaz, de oude Berberse benaming voor de Midden-Atlasgebergtes. Tegenwoordig is het de naam van een stadje nabij Meknes, Ait Fazzaz.


===Stichting en de Idrisiden===
===Stichting en de Idrisiden===Clarance
In 789 stichtte Idris I, de stamvader van de [[Idrisiden]], een vestiging op de rechteroever van de Jawhar rivier. Zijn zoon, Idris II, bouwde in 808 een nieuwe vestiging op de linkeroever van de bak, tegenover de bestaande plaats. Deze vestigingen zouden snel ontwikkelen tot twee afzonderlijke, ommuurde en autonome steden: Madinat Fez al-Bali en Adwat al Andalus. In 808 werd [[Volubilis|Walili]] door Fez te vervangen als hoofdstad van de Idrisiden.
In 789 stichtte Idris I, de stamvader van de [[Idrisiden]], een vestiging op de rechteroever van de Jawhar rivier. Zijn zoon, Idris II, bouwde in 808 een nieuwe vestiging op de linkeroever van de bak, tegenover de bestaande plaats. Deze vestigingen zouden snel ontwikkelen tot twee afzonderlijke, ommuurde en autonome steden: Madinat Fez al-Bali en Adwat al Andalus. In 808 werd [[Volubilis|Walili]] door Fez te vervangen als hoofdstad van de Idrisiden.



Versie van 27 mei 2014 09:39

Fez
فاس
Plaats in Marokko Vlag van Marokko
Fez (Marokko)
Fez
Situering
Regio Fez-Boulmane
Provincie Fez
Coördinaten 34° 3′ NB, 5° 0′ WL
Algemeen
Inwoners
(2004[1])
946.815
Hoogte 217 m (stadsdeel Nouvelle Ville), 579 m (vliegveld)[2] m
Portaal  Portaalicoon   Afrika
Medina van Fez
Werelderfgoed cultuur
Fez
Land Vlag van Marokko Marokko
UNESCO-regio Arabische Staten
Criteria ii, v
Inschrijvingsverloop
UNESCO-volgnr. 170
Inschrijving 1981 (5e sessie)
UNESCO-werelderfgoedlijst

Fez of Fès (فاس) is de op twee na grootste stad van Marokko, na Casablanca en Marrakech, met een bevolking van 946.815 personen (2004[1]). De stad ligt in de gelijknamige prefectuur Fez, in de regio Fez-Boulmane.

Het is een van de "vier koningssteden", samen met Marrakesh, Meknes en Rabat.

Geschiedenis

Fez

Naam

Tot de komst van de Almoraviden in 1070 bestond Fez uit twee medina's (of steden): Fez Adwat al Andalus en Fez al bali. Die eerste werd gesticht door de stamvader van de Idrisidendynastie, Idris I, de laatste door zijn zoon, Idris II. Nadat de Idrisiden hun hoofdstad Walili hadden ingeruild voor Fez, stond de hoofdstad bekend als Fez al-bali: er zijn geen Idrisiden munten gevonden met de naam Fez, alleen al-'Aliya. Het is niet bekend of de naam gebruikt werd om te verwijzen naar beide medina's. Pas vanaf 1070 werden de twee medina's samengevoegd, en kwam het geheel bekend te staan als Fez.[3]

Waar de naam Fez van komt is onbekend. Een populaire verklaring is dat het komt van het Arabische woord voor zaag. Tegenwoordig gaan veel historici ervan uit dat het komt van het woord Fazzaz, de oude Berberse benaming voor de Midden-Atlasgebergtes. Tegenwoordig is het de naam van een stadje nabij Meknes, Ait Fazzaz.

===Stichting en de Idrisiden===Clarance In 789 stichtte Idris I, de stamvader van de Idrisiden, een vestiging op de rechteroever van de Jawhar rivier. Zijn zoon, Idris II, bouwde in 808 een nieuwe vestiging op de linkeroever van de bak, tegenover de bestaande plaats. Deze vestigingen zouden snel ontwikkelen tot twee afzonderlijke, ommuurde en autonome steden: Madinat Fez al-Bali en Adwat al Andalus. In 808 werd Walili door Fez te vervangen als hoofdstad van de Idrisiden.

Om de macht van de Awraba-stamhoofden te breken, begon Idris II met het stimuleren van Arabische immigratie, vooral naar al-'Baliya en Madinat Fez. In 817 vestigden 800 Berbers-Andalusische[4] families zich in Madinat Fas, nadat zij door de emir van Córdoba waren verbannen. In 824 kwamen 2000 Arabische families uit Kairouan, die hadden moeten vertrekken na een mislukte rebellie tegen de Aghlabiden. De twee migrantengroepen gaven hun naam aan de twee oevers waar hun nieuwe thuis gelegen was: 'Adwat Al-Andalus (Madinat Fez) en 'Adwat al-Qarawiyyin (al-'Aliya).[5] Deze twee migratiegolven zouden Fez vanaf die vroege jaren een meer Arabische tint geven dan andere steden in dit gebied. Een belangrijk deel van de bevolking bestond ook uit Berbers, met een constante instroom van Berbers uit het omliggende platteland naar de stad toe. In de vroege jaren vooral naar Madinat Fez, later vooral naar Fes Jdid.[6]

Na de dood van Idris II werden de gebieden verdeeld onder zijn zonen, met al-'Bali zelf dat naar zijn oudste zoon ging, Mohammed. Hierna zouden de gebieden van de Idrisiden nooit meer herenigd worden, want de prins van Fes had weinig te zeggen over de Idrisidenprinsen in de rest van Marokko. De zoon van Mohammed, Yahya ibn Mohammed, bouwde de Kairouyine moskee en de bijbehorende madrassa werd ook door hem gesticht (859).[7]

Betrekkelijk weinig is bekend van al-'Bali en Fez, wat komt door de weinige historische bronnen die we hebben uit die periode en het feit dat weinig is overgebleven van de architectuur en infrastructuur van de Idrisiden daar. De bronnen die al-'Bali aandoen, beschrijven een wat rurale stad, zonder de culturele verfijning van de belangrijke steden van Al-Andalus en Ifriqiya.

In de 10e eeuw stortte de macht van Idrisiden in elkaar. In Fes werd de macht betwist door de groeiende machtsblokken van het Kalifaat van Córdoba en de Fatimiden. De Fatimiden namen veroverden de stad in 927 en verdreven de Idrisiden, waarna hun Miknasa bondgenoten daar werden geïnstalleerd. De Miknasa werden op hun beurt in 1001 verdreven door de Maghrawaden, bondgenoten van het Kalifaat van Cordoba. Volgens het 14e eeuwse historische boek Rawd al-Qirtas en andere bronnen uit het Meriniden tijdperk, was het de Maghrawaden prins Dunas Al-Maghrawi die de open ruimtes tussen de twee medina's en de oevers van de rivier opvulde met nieuwe constructies. Hierdoor groeiden de twee medina's, al-'Baliya en Fez, naar elkaar toe, en werden sindsdien enkel gescheiden door hun stadswallen en de Jawhar rivier. Het lijkt erop dat de Maghrawaden Madinat Fez kozen als centrum van hun bewind, want door hun worden er voor het eerst munten geslagen met de naam Fez. De zonen van Dunas Al-Maghrawi versterkten de stad, maar dat kon niet voorkomen dat de Almoraviden deze kon innemen in 1070. In Fez vond in 1033 een pogrom plaats tegen de Joodse bevolking van de stad met duizend doden als gevolg.

Gouden tijdperk en de Meriniden

Al-'Baliya en Fez werden in 1070 door de Almoraviden verenigd: de stadswallen die hun scheidden werden gesloopt, ze legden verschillende bruggen aan die de twee medina's met elkaar verbonden en nieuwe stadswallen werden aangelegd die de medina's verenigden. Onder de de nieuwe heersers vond de grootste uitbreiding en renovatie van de Kairouyine moskee plaats (tussen 1134 en 1143). Hoewel de hoofdstad onder de Almoraviden werd verplaatst naar Marakesh en Tlemcen, verwierf Fez in deze periode een reputatie voor Maliki rechtsleer en werd het een belangrijke centrum van handel. De Almoraviden kwamen over een groot rijk te heersen, dat uitstrekte van de Senegal in het zuiden en midden-Spanje in het noorden. Fez kreeg in dit nieuwe rijk een cruciale rol als een belangrijke station in de trans-Saharaanse goudhandel; in Fez kwamen handelsroutes uit zwart-Afrika, Ifriqiya en Al-Andalus samen.

Zoals veel Marokkaanse steden, werd Fez sterk uitgebreid door de Almohaden en werd het rurale aspect verminderd. Dit werd deels gedaan door het vestigen daar van Andalusische immigranten en het verbeteren van de infrastructuur. In het begin van de 13e eeuw braken zij de bestaande muren af en legden ze nieuwe aan, die een veel groter gebied omhelsden. Deze muren staan nog steeds als de muren van Fez el-Bali. Onder de Almohaden groeide de stad zo snel, dat het tussen 1170 en 1180 zelfs de grootste stad ter wereld was.[8]

In 1250 herwon Fes haar status van hoofdstad onder de Meriniden. In 1276 stichtten zij Fez Jdid (Nieuw Fez), wat hun adminstratieve en militaire centrum werd. Fez bereikte haar hoogtepunt onder de Meriniden.[9] Het is in deze periode dat Fez bekend kwam te staan als belangrijke intellectuele centrum.[10] De Meriniden bouwden de eerste onafhankelijke madrassa's in de stad.[11] De meeste belangrijke monumenten in de medina, de residenties en publieke gebouwen stammen uit deze periode.[12] De madrassa's zijn een hoogtepunt van de Meriniden bouwkunst, met een typische mengsel van Andalusische en Almohaden tradities. Tussen 1271 en 1357 werden er zeven madrassa's neergezet in de stad, wiens stijl typisch is gaan worden voor Fassi architectuur. De Joodse wijk van Fez, de Mellah, werd gebouwd in 1438, vlakbij het koninklijke paleis in Fez Jdid. Eerst woonden daar vooral Joden uit Fes el-Bali (oud Fez, oftewel het oude al'Aliya en Madinat Fez), maar al snel kwamen Berberse Joden uit de Atlas keten en Andalusische immigranten. In 1465 werd de Joodse gemeenschap vrijwel volledig uitgeroeid tijdens een grote progrom.[13][14]

Onder de Meriniden werd Fez een centrum van de Shurafa (afstammelingen van de profeet Mohammed). De Meriniden verspreidden de cultus van Idris I en moedigden het sharifisme aan, door het financieren van Shurafa families. Zij deden dit legitimiteit te krijgen voor hun in essentie seculiere bewind; vanaf de 14e eeuw begonnen honderden families te beweren afstammelingen te zijn van de Profeet, vooral in Fez en het Rifgebergte. De Meriniden werden in een opstand in 1465 ten val gebracht, waarna een leider van de Shurafa aan de macht kwam in Fez. In 1474 lukte het de Wattasiden, een aan de Meriniden verwante clan, om Fes en het grootste deel van noord-Marokko in handen te krijgen. Zij wisten de macht te behouden tot 1559.

Andere tijden

In 1549 wordt de stad veroverd door de Saadi maar ze konden de stad niet langer in handen houden. Een van de sterke rijken van de vroegmoderne tijd, het Ottomaanse Rijk, kwam na de verovering van Oran steeds dichterbij. In 1554 namen de Wattasiden met Ottomaanse ondersteuning Fez over. Hierna volgde de uitroeping van Marrakesh als nieuwe hoofdstad en residentie van de Saadidynastie. In 1579 kregen de Turken onder sultan Murat III de stad niet in handen.[15][16] De Ottomanen zagen de bewoners van Marokko meer als buren dan als vijanden en concentreerden zich op de Portugezen en de Spanjaarden die een grotere bedreiging vormden. Fez en andere Noord-Afrikaanse steden genoten relatief grote onafhankelijkheid. Begin 17e eeuw probeerde Ahmad al-Mansur in Marokko een stabiel rijk op te bouwen.[17]

Franse tijd

Nadat Moulay Hafiz in 1912 de controle over Marokko aan de Fransen had overgedragen begonnen deze, buiten de stadsmuren, vanaf 1916 het moderne Fez op te bouwen. Na het Franse protectoraat, in 1956, kende de stad een sterke uitstroom van inwoners van de omvangrijke Joodse wijk. Veel Joodse inwoners verkozen een nieuw bestaan in de nog jonge staat Israël boven een mogelijk onzekere toekomst in een onafhankelijk Marokko.[18]

Huidige tijd

Als een van de vier koningssteden is het een onderdeel in de meeste rondreizen door Marokko. Het goed bewaarde oude centrum dat nu als UNESCO Werelderfgoed nog meer aandacht aan behoud en restauratie zal krijgen trekt bezoekers, maar ook de aantrekkingskracht van diverse oude ambachten zoals de tapijtindustrie (berbertapijten), aardewerk (van tajines tot de mozaïeken) en de oude leerindustrie en het grote aantal moskeeën trekt bezoekers.

Verkeer en vervoer

Station van Fez
Beeld van een straat in Fez door de ingangspoort tot de madrassa.

Hoewel het oude centrum geheel autovrij is (door de vele zeer smalle straatjes is het niet eens mogelijk om per auto door dit deel van de stad te rijden) is Fez goed te bereiken. Vanaf de Atlantische kust (Rabat) en Meknes is er de Rabat Fez Expressway of A2, die vervolgens via Rabat ook Casablanca verbindt. Naar het westen is er de N6 naar Oujda of noordwest naar Ajdir en Nador via de N2. Naar het zuiden lopen twee nationale routes (N-wegen) naar Beni Mellal en verder of Rachida en Marrakesh. Voor een aantal van deze routes wordt gewerkt aan een (tol)-snelweg of zijn hier plannen voor, zoals de A6: Fes-Oujda snelweg.
Fez ligt vrij centraal in het spoornet van Marokko en vanaf het hoofd-station rechtstreekse verbindingen (al dan niet met één overstap) met Marrakesh en Casablanca via Meknes en Rabat en met Oujda in het oosten via Taourirt. Per dag zijn er verder 4 verbindingen met Nador (waarvan 2 zonder overstap). Ook Tanger is rechtstreeks per spoor te bereiken.[19] Het Noord-Zuid spoornetwerk is ge-electificeerd terwijl naar het Oosten dieseltreinen rijden.
Bij de stad ligt ook het vliegveld Fes-Saiss Airport met nationale vluchten en internationale lijn- en vooral charterdiensten.[20] Fes-Sais Airport is een lokale hub voor Ryanair die vluchten aanbiedt naar Alicante, Barcelona, Bologna, Brussel-Charleroi, Düsseldorf (Weeze), Frankfurt-Hahn, Londen-Stansted en Eindhoven.[21]

Er zijn ook plannen om op navolging van Rabat en Casablanca een lightrailsysteem aan te leggen voor beter openbaar vervoer in de stad.

Economie

Fez trekt, als een van de vier zogenaamde Koningsteden, veel toeristen. Vooral de oude medina uit 1200 is een toeristische trekpleister die aan veel mensen werk biedt. Daarnaast is Fez bekend door zijn ambachtelijke leer- en tapijt-industrie. Ook andere ambachten worden al eeuwenlang uitgevoerd in de stad, zoals het maken van mozaieken en keramiek-industrie. Ook is er een levendige koper-, goud- en zilverhandel. De omgeving van Fez is vruchtbaar en boeren uit de regio verkopen dan ook hun groente en fruit in de stad.

Panoramafoto van Fez

Stedenbanden

Geboren

Zie de categorie Fes van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.