Wikipedia:Etalage/Nieuwe artikelen: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k ...
Regel 50: Regel 50:
'''Genetica''' of '''erfelijkheidsleer''' is de [[biologie|biologische]] [[wetenschap]] die [[erfelijkheid]] beschrijft en verklaart. Het inzicht dat levende wezens eigenschappen van hun ouders erven, wordt al duizenden jaren gebruikt bij het [[Plantenveredeling|kweken]] van [[gewas]]sen en [[fokken]] van [[Dierenrijk|dieren]]. De basisregels van de genetica – hoe organismen eigenschappen aan hun nakomelingen doorgeven – werden in de 19e eeuw ontdekt door [[Gregor Mendel]], wiens werk rond 1900 bekend werd.
'''Genetica''' of '''erfelijkheidsleer''' is de [[biologie|biologische]] [[wetenschap]] die [[erfelijkheid]] beschrijft en verklaart. Het inzicht dat levende wezens eigenschappen van hun ouders erven, wordt al duizenden jaren gebruikt bij het [[Plantenveredeling|kweken]] van [[gewas]]sen en [[fokken]] van [[Dierenrijk|dieren]]. De basisregels van de genetica – hoe organismen eigenschappen aan hun nakomelingen doorgeven – werden in de 19e eeuw ontdekt door [[Gregor Mendel]], wiens werk rond 1900 bekend werd.


De vererving van eigenschappen gebeurt in de eerste plaats door middel van [[gen]]en: eenheden van erfelijke informatie. Genen maken deel uit van het [[desoxyribonucleïnezuur|DNA]]: een lang [[molecuul]] dat voorkomt in alle levende [[cel (biologie)|cel]]len. De bouwstenen van DNA, [[nucleotide]]n genaamd, zijn in een specifieke volgorde achter elkaar gelegen. Deze volgorde vormt een [[genetische code|code]] waarin onder andere de erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Een stuk DNA dat voor een bepaalde eigenschap codeert, vormt een gen. Een cel kan zijn DNA en daarmee zijn genen kopiëren om deze vervolgens bij de [[celdeling]] door te geven aan een [[dochtercel]]. Bij de [[voortplanting (biologie)|voortplanting]] worden de genen op deze wijze, of via een [[meiose|speciale celdeling]], doorgegeven aan de nakomeling.
De vererving van eigenschappen gebeurt in de eerste plaats door middel van [[gen]]en: eenheden van erfelijke informatie. Genen maken deel uit van het [[desoxyribonucleïnezuur|DNA]]: een lang [[molecuul]] dat voorkomt in alle levende [[cel (biologie)|cel]]len. De bouwstenen van DNA, [[nucleotide]]n genaamd, zijn in een specifieke volgorde achter elkaar gelegen. Deze volgorde vormt een [[genetische code|code]] waarin onder andere de erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Een stuk DNA dat voor een bepaalde eigenschap codeert, vormt een gen. Een cel kan zijn DNA en daarmee zijn genen kopiëren om deze vervolgens bij de [[celdeling]] door te geven aan een [[dochtercel]]. Bij de [[voortplanting (biologie)|voortplanting]] worden de genen op deze wijze, of via een [[meiose (voortplanting)|speciale celdeling]], doorgegeven aan de nakomeling.


:'''[[Genetica|Artikel lezen]]'''
:'''[[Genetica|Artikel lezen]]'''

Versie van 2 mei 2021 22:02

MEI
04

Nieuwe artikelen in de Etalage

De celkern of nucleus is het door een membraan omsloten deel van een cel waarin het genetisch materiaal (DNA) is opgeslagen. Organismen die een celkern bevatten, worden ingedeeld bij de eukaryoten: de planten, dieren, schimmels en protisten. Gedurende de celcyclus – het zich herhalende proces van celdeling en groei tot de volgende celdeling – ondergaat de celkern vele functionele en structurele veranderingen.

De inhoud van de celkern, het kernplasma, wordt omsloten door een dubbel kernmembraan. Om transport van kleine moleculen en kleine eiwitten mogelijk te maken bevat het verder ondoordringbare kernmembraan een aantal kernporiën. Ook grote eiwitten en RNA-moleculen kunnen de kernporiën passeren; daarvoor is echter actief transport nodig met behulp van chemische energie. Binnen de celkern komt het kernlamina voor: een vezelig netwerk dat nodig is voor stevigheid en beweeglijkheid, vergelijkbaar met het cytoskelet.

In de celkern is het meeste DNA van het organisme opgeslagen. Het DNA is met speciale eiwitten gebundeld tot structuren die aangeduid worden als chromosomen. Het DNA regelt de productie van eiwitten, die maken dat het hele organisme kan functioneren: alle erfelijke eigenschappen worden aangestuurd door informatie uit de celkern. Hierdoor wordt de celkern ook wel gezien als het 'controlecentrum' van de cel. Stoornissen in de organisatie van de celkern zijn van grote invloed op de gezondheid, reden waarom de celkern ook vanuit medisch oogpunt veel is onderzocht.

Artikel lezen
18 mei 2020

De Cappella degli Scrovegni is een museum en historische christelijke kapel in Padua. Ze is genoemd naar de opdrachtgever, Enrico Scrovegni, en is beroemd om de frescocyclus waarmee Giotto haast heel het interieur heeft beschilderd in 1303-1305. Daarin vat hij in 39 afzonderlijke scènes heel de Heilsgeschiedenis samen vanaf het huwelijk van Maria's moeder Anna tot de hemelvaart van Christus en het Laatste Oordeel. De frescocyclus wordt beschouwd als Giotto's belangrijkste werk; zijn invloed op de schilderkunst was zo groot dat de eerste helft van de 14e eeuw in de kunstgeschiedenis wordt omschreven als de "Giotto-tijd".

Terwijl de Italiaanse schilderkunst vóór hem nog sterk was beïnvloed door de Byzantijnse stijl met roerloze, frontaal opgestelde personages tegen een vlakke (vaak gouden) achtergrond, laat Giotto de gotiek aanvangen in de schilderkunst. Hij toont zijn personages vanuit verschillende standpunten en laat ze vrij bewegen in een reële wereldse ruimte die hij verlevendigt met dieptewerking en perspectief. In tegenstelling tot het bovenaardse voorkomen van de figuren in de Byzantijnse stijl vertonen de zeer menselijke gelaatsuitdrukkingen en gebaren van Giotto's hoofdpersonages in deze kapel een totaal nieuw gamma aan gevoelens en stemmingen.

Artikel lezen
25 mei 2020

De Latijnse School van Deventer was van voor 1150 tot 1848 een school waar jongens werden voorbereid op een religieus ambt of een studie aan een universiteit. Het was een zogenaamde Latijnse school, een schooltype dat eeuwenlang wijdverbreid was in Europa. De school behoorde oorspronkelijk als kapittelschool tot de Lebuinuskerk, de hoofdkerk van het Oversticht. Jongens werden er opgeleid tot diensten in de kerk of het kapittel. Mede doordat Deventer als Hanzestad een belangrijk knooppunt voor internationale handel was, groeide de school in bereik en betekenis.

Vanaf het eind van de 14e eeuw kende de school een bloeiperiode ten tijde van de Moderne Devotie, waarvan de oud-leerling Geert Grote de grondlegger was. Een van de scholieren in deze tijd was Thomas a Kempis, die zich na afronding bij de broederschap op de Sint-Agnietenberg aansloot. Het hoogtepunt kende de school aan het eind van de 15e eeuw met de opkomst van het renaissance-humanisme, onder het rectoraat van Alexander Hegius. Opvallend was de introductie van het onderwijs in Grieks, wat in West-Europa nog niet eerder had plaatsgevonden. Door de onderwijsvernieuwingen werd de school vermaard in een grote regio. Een van de leerlingen in deze tijd was Desiderius Erasmus, die als humanistische geleerde grote invloed zou krijgen op de westerse filosofie.

Artikel lezen
22 augustus 2020

Genetica of erfelijkheidsleer is de biologische wetenschap die erfelijkheid beschrijft en verklaart. Het inzicht dat levende wezens eigenschappen van hun ouders erven, wordt al duizenden jaren gebruikt bij het kweken van gewassen en fokken van dieren. De basisregels van de genetica – hoe organismen eigenschappen aan hun nakomelingen doorgeven – werden in de 19e eeuw ontdekt door Gregor Mendel, wiens werk rond 1900 bekend werd.

De vererving van eigenschappen gebeurt in de eerste plaats door middel van genen: eenheden van erfelijke informatie. Genen maken deel uit van het DNA: een lang molecuul dat voorkomt in alle levende cellen. De bouwstenen van DNA, nucleotiden genaamd, zijn in een specifieke volgorde achter elkaar gelegen. Deze volgorde vormt een code waarin onder andere de erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Een stuk DNA dat voor een bepaalde eigenschap codeert, vormt een gen. Een cel kan zijn DNA en daarmee zijn genen kopiëren om deze vervolgens bij de celdeling door te geven aan een dochtercel. Bij de voortplanting worden de genen op deze wijze, of via een speciale celdeling, doorgegeven aan de nakomeling.

Artikel lezen
2 april 2020