Job (boek)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door MexicanoBot (overleg | bijdragen) op 26 aug 2010 om 15:38. (→‎Historiciteit: Link naar doorverwijspagina gerepareerd. Help mee!, replaced: EzechiëlEzechiël met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
William Blake, 1826/27, Tate Gallery Londen, Satan stort zijn plagen over Job uit

Het boek Job (Hebreeuws: איוב) is een van de boeken in de Hebreeuwse Bijbel. In het jodendom behoort Job tot de Geschriften van de Tenach (het Oude Testament). Het Hebreeuwse Iyov (Job) betekent: "Hij die weent".

Ontstaansgeschiedenis

Over ontstaansgeschiedenis en auteurschap bestaan veel verschillende meningen. Een joodse talmoedische traditie stelt dat Mozes het boek geschreven kan hebben. Anderen voeren argumenten aan dat het door Job zelf geschreven is. Ook Elihu en Jesaja worden als mogelijke auteur genoemd. Overeenkomst in stijl en taal met sommige Psalmen (psalm 88 en 89) en Spreuken, de nadruk op 'wijsheid', en de compositie, wijzen op een oorsprong in de tijd van koning David en koning Salomo.

Veel theologen zijn van mening dat de inleiding en het slot door een andere auteur zijn geschreven dan het poëtische middendeel van het boek.

Stijl

Het boek is een historisch gedicht, een didactisch verhaal in een dramatische vorm. Job wordt algemeen beschouwd als een groots en subliem literair werk.

Historiciteit

De meeste joden nemen aan dat Job geen historisch persoon is geweest. Zo schreef bijvoorbeeld Rabbijn Simeon ben Laquish dat Job nooit bestaan heeft.[1] In deze opvatting is Job een literaire creatie door een profeet, bedoeld om een goddelijke boodschap over te brengen. De goddelijke inspiratie heeft daarbij Jobs historiciteit niet nodig.

Veel orthodoxe christenen geloven dat Job een historisch persoon was en dat het boek een waar gebeurde geschiedenis beschrijft. Volgens sommige creationisten beschrijft het boek Job het klimaat van het Midden-Oosten tijdens de ijstijd op grond van vermeldingen van sneeuw, ijs, orkanen en zware regenval. Ook worden er plaatsnamen en culturele gebruiken genoemd die zelfs in de tijd van Mozes niet meer in gebruik waren. Dit zou dan toch pleiten voor een zeer oude oorsprong.

Het boek Job was in de dagen van Ezechiël (600 v.Chr.) bekend (Ezechiël 14:14). Het wordt ook aangehaald in Hebreeën 12:5, en in I Korinthiërs 3:19.

Opbouw

Het onderwerp van het boek is de beproeving van Job. De indeling van het boek is als volgt :

  1. Een introductie in proza (hoofdstuk 1-2), waarin de rijke Job al zijn bezittingen verliest en ziek wordt.
  2. De controverse en de oplossing in poëzie (hoofdstuk 3-42:6). Jobs wanhopige klaagzang vormt de aftrap van de discussie tussen Job en zijn drie vrienden in drie rondes met dialogen. De eerste ronde in de discussie zet de controverse uiteen (hoofdstuk 4-14). In de tweede verdiept de controverse zich (hoofdstuk 15-21), en in de derde wordt het hoogtepunt bereikt (hoofdstuk 22-27). Dit wordt gevolgd door de oplossing in de redevoeringen van Elihu en het antwoord van God, gevolgd door Jobs belijdenis (42:1-6) van zijn eigen fouten en dwaasheid.
  3. Het derde gedeelte is een historisch slot in proza (42:7-15) waarin God Job terugbrengt in zijn vroegere staat van gezondheid en geluk.

Thema

Het thema van het boek luidt: "Is het lijden een goddelijke straf voor de zonde?" Jobs drie vrienden geven hierop een bevestigend antwoord. Zijn vrienden verdedigen ook de complementaire stelling dat geluk en welvaart het bewijs zijn van goddelijke beloning, en dat, als Job zijn fouten zou erkennen, zijn lot onmiddellijk weer zou omkeren.

In zijn antwoord stelt Job dat hij rechtvaardig is, en dat zijn tegenspoed dus geen straf kan zijn. Dit werpt de mogelijkheid op dat God handelt naar willekeur. Jobs vrouw raadt hem aan God te vervloeken en te sterven. Hierop antwoordt Job: "Zouden wij het goede van God ontvangen, en het kwade niet?" De climax van het boek vindt plaats wanneer God Job antwoordt, niet met een uitleg van het waarom van Jobs lijden, maar met een vraag: waar was Job toen God de wereld schiep? Job antwoordt hierop met verootmoediging.

Zie ook

  1. Zie: Midrash Genesis Rabbah LXVII, Talmoed Bavli, Bava Batra 15a.
Zie de categorie Book of Job van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.