Seleen

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Seleen / Selenium
1 18
1 H 2 Periodiek systeem 13 14 15 16 17 He
2 Li Be B C N O F Ne
3 Na Mg 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Al Si P S Cl Ar
4 K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
5 Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
6 Cs Ba Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
7 Fr Ra ↓↓ Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
 
Lanthaniden La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
Actiniden Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Seleen
Algemeen
Naam Seleen / Selenium
Symbool Se
Atoomnummer 34
Groep Zuurstofgroep
Periode Periode 4
Blok P-blok
Reeks Niet-metalen
Kleur Grijs
Chemische eigenschappen
Atoommassa (u) 78,97
Elektronenconfiguratie [Ar]3d10 4s2 4p4
Oxidatietoestanden −2, +4, +6
Elektronegativiteit (Pauling) 2,55
Atoomstraal (pm) 119
1e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 940,97
2e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 2044,54
3e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 2973,74
Fysische eigenschappen
Dichtheid (kg·m−3) 4790
Smeltpunt (K) 490
Kookpunt (K) 958
Aggregatietoestand Vast
Smeltwarmte (kJ·mol−1) 6,69
Verdampingswarmte (kJ·mol−1) 37,7
Van der Waalse straal (pm) 190
Kristalstructuur Hex
Molair volume (m3·mol−1) 16,42·10−6
Specifieke warmte (J·kg−1·K−1) 320
Elektrische weerstandΩ·cm) 12
Warmtegeleiding (W·m−1·K−1) 0,52
SI-eenheden en standaardtemperatuur en -druk worden gebruikt,
tenzij anders aangegeven
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde

Seleen of selenium is een scheikundig element met symbool Se en atoomnummer 34. Het is een grijs niet-metaal.

Ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]

Seleen werd in 1817 door Jöns Jacob Berzelius ontdekt tijdens het onderzoeken van telluur in residuen die door een zwavelzuurfabriek waren gedumpt. Pas vanaf ongeveer 1970 werden er steeds meer toepassingen gevonden voor seleen.

De naam is afkomstig van het Griekse selènè (σελήνη), dat maan betekent. Deze naam is gekozen omdat het element werd aangetroffen samen met telluur, vernoemd naar het Latijnse tellus, "aarde".

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

In 1873 ontdekte de Engelsman Willoughby Smith, samen met zijn assistent Joseph May, dat seleen over fotovoltaïsche eigenschappen beschikt, waarbij licht direct wordt omgezet in elektriciteit. Daarnaast is seleen ook fotogeleidend; onder invloed van licht neemt de elektrische geleiding sterk toe. Daarom wordt het vooral gebruikt in de opto-elektronica.[1]

Seleen kan in veel organische moleculen die zwavel bevatten het zwavelatoom vervangen. Daarbij blijven veel eigenschappen behouden. Deze vervanging is zelfs in eiwitmoleculen mogelijk: door bacteriën in een medium te kweken waarin het aminozuur methionine is vervangen door seleno-methionine, kan men een seleenhoudende variant van geproduceerde eiwitten isoleren. Bij deze varianten is het veel eenvoudiger dan bij de gewone eiwitten met behulp van röntgendiffractie de structuur te bepalen.

Opmerkelijke eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Seleen beschikt over de opmerkelijke eigenschap om licht om te zetten in elektriciteit. In het donker is seleen een slechte elektrische geleider, maar de geleidbaarheid kan, evenredig met de intensiteit van het invallende licht, duizendvoudig toenemen.

Seleen kan in meerdere allotrope toestanden voorkomen. In poedervorm is seleen rood of zwart. In kristalvorm is seleen metalliek grijs of donkerrood.

Verschijning[bewerken | brontekst bewerken]

Seleen is een bijproduct dat achterblijft bij de winning van lood, zilver of koper. Hierbij wordt met behulp van elektrolyse het seleen geïsoleerd. Zuivere seleenmineralen zoals clausthaliet en naumaniet komen voor, maar zijn zeldzaam.

Isotopen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Isotopen van seleen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Stabielste isotopen
Iso RA (%) Halveringstijd VV VE (MeV) VP
74Se 0,89 stabiel met 40 neutronen
75Se syn 119,779 d EV 0,864 75As
76Se 9,36 stabiel met 42 neutronen
77Se 7,63 stabiel met 43 neutronen
78Se 23,78 stabiel met 44 neutronen
79Se syn 6,5×105 j β 2,281 79Br
80Se 49,61 stabiel met 46 neutronen
82Se 8,73 1,08×1020 j 2β 2,995 82Kr

Behalve vijf stabiele seleenisotopen is er een groot aantal radioactieve isotopen bekend, met halveringstijden variërend van enkele minuten tot vele miljoenen jaren.

Voeding[bewerken | brontekst bewerken]

Seleen is een voor de mens belangrijk sporenelement, dat we voor een groot deel via onze voeding binnenkrijgen. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwassenen is 55 μg per dag.[2] Een gebrek aan seleen in de voeding kan leiden tot cardiomyopathie.[3] Vooral Amerikaanse tarwe kan een belangrijke bijdrage leveren. Seleen zit ook in voedingssupplementen, maar hiermee moet worden opgepast, omdat bij een opname van meer dan 450 μg per dag seleen schadelijk is.

Toxicologie en veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]

Waterstofselenide en andere seleenverbindingen zijn erg giftig. De effecten daarvan zijn vergelijkbaar met die van veel arseenverbindingen.[1] Bij een grote inname van seleen kunnen zwavelatomen, in de zwavelhoudende moleculen die een zweetgeur veroorzaken, vervangen worden door seleenatomen. De zweetgeur wordt hierdoor sterker en onplezieriger. Tevens leidt seleenvergiftiging tot nagelafwijkingen en een knoflookadem.[3]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]