Obesitas: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+ "Geschiedenis". Alle (ook nog komende) bewerkingen van mij vandaag aan dit artikel zijn afkomstig van Gebruiker:CFCF/Kladblok/Obesitas. CC-BY-SA. http://nl.wikipedia.org/wiki/Gebruiker:CFCF/Kladblok/Obesitas?offset=20140615&action=history
Uit Gebruiker:CFCF/Kladblok/Obesitas deel van paragraaf "Classificatie" ingevoegd. Literatuurverwijzingen bronartikel overgenomen, want zijn al gecheckt bij vertaalproces door Vertalers Zonder Grenzen.
Regel 1: Regel 1:


{{Meebezig|'''[[Speciaal:Bijdragen/Itsme|Itsme]] brengt nu (zondag 16 juni 2014) relatief grote wijzigingen aan in het artikel.<br />Ik verwacht tot uiterlijk 03:00 uur bezig te zijn.<br />Om [[Help:Bewerkingsconflict|bewerkingsconflict]]en te voorkomen, bij deze een vriendelijk verzoek om tot dat moment niet aan dit artikel te werken.'''<br /><small>Mocht genoemde tijd al enige tijd zijn verstreken, dan kan dit sjabloon desgewenst worden verwijderd.</small>}}
{{Meebezig|'''[[Speciaal:Bijdragen/Itsme|Itsme]] brengt nu (zondag 16 juni 2014) relatief grote wijzigingen aan in het artikel.<br />Ik verwacht tot uiterlijk 03:00 uur bezig te zijn.<br />Om [[Help:Bewerkingsconflict|bewerkingsconflict]]en te voorkomen, bij deze een vriendelijk verzoek om tot dat moment niet aan dit artikel te werken.'''<br /><small>Mocht genoemde tijd al enige tijd zijn verstreken, dan kan dit sjabloon desgewenst worden verwijderd.</small>}}
{{Disclaimer medisch lemma}}
{{Disclaimer medisch lemma}}
Regel 44: Regel 42:
Tijdens de [[renaissance]] begonnen sommige leden van de hogere stand met hun grote omvang te pronken, zoals te zien is in portretten van Hendrik VIII en Alessandro del Borro.<ref name=Woodhouse>{{cite journal |author=Woodhouse R |title=Obesity in art: A brief overview |journal=Front Horm Res |volume=36 |issue= |pages=271–86 |year=2008 |isbn=978-3-8055-8429-6|pmid=18230908 |doi=10.1159/000115370 |url=http://books.google.com/?id=nXRU4Ea1aMkC&pg=PA271&lpg=PA271&dq=Obesity+in+art:+a+brief+overview |series=Frontiers of Hormone Research}}</ref> [[Peter Paul Rubens|Rubens]] (1577–1640) beeldde regelmatig stevige vrouwen in zijn schilderijen af, waarvan de term [[Rubensiaans]] is afgeleid. Deze vrouwen behielden echter hun zandloperfiguur dat verband hield met vruchtbaarheid.<ref name=Fumento>{{cite book |author=Fumento, Michael |title=The Fat of the Land: Our Health Crisis and How Overweight Americans Can Help Themselves |publisher=Penguin (Non-Classics) |year=1997|page=126|isbn=0-14-026144-3}}</ref> Gedurende de 19e&nbsp;eeuw veranderden de opvattingen over obesitas in de westerse wereld. Na eeuwen waarin obesitas synoniem was met welvaart en sociale status, begon men nu slankheid als de gewenste norm te zien.<ref name=Woodhouse/>
Tijdens de [[renaissance]] begonnen sommige leden van de hogere stand met hun grote omvang te pronken, zoals te zien is in portretten van Hendrik VIII en Alessandro del Borro.<ref name=Woodhouse>{{cite journal |author=Woodhouse R |title=Obesity in art: A brief overview |journal=Front Horm Res |volume=36 |issue= |pages=271–86 |year=2008 |isbn=978-3-8055-8429-6|pmid=18230908 |doi=10.1159/000115370 |url=http://books.google.com/?id=nXRU4Ea1aMkC&pg=PA271&lpg=PA271&dq=Obesity+in+art:+a+brief+overview |series=Frontiers of Hormone Research}}</ref> [[Peter Paul Rubens|Rubens]] (1577–1640) beeldde regelmatig stevige vrouwen in zijn schilderijen af, waarvan de term [[Rubensiaans]] is afgeleid. Deze vrouwen behielden echter hun zandloperfiguur dat verband hield met vruchtbaarheid.<ref name=Fumento>{{cite book |author=Fumento, Michael |title=The Fat of the Land: Our Health Crisis and How Overweight Americans Can Help Themselves |publisher=Penguin (Non-Classics) |year=1997|page=126|isbn=0-14-026144-3}}</ref> Gedurende de 19e&nbsp;eeuw veranderden de opvattingen over obesitas in de westerse wereld. Na eeuwen waarin obesitas synoniem was met welvaart en sociale status, begon men nu slankheid als de gewenste norm te zien.<ref name=Woodhouse/>


== Definitie en classificatie ==
== Definities ==
Obesitas is een [[medische aandoening]] waarbij zich zoveel overtollig [[lichaamsvet]] heeft opgehoopt dat dit een nadelig effect op de gezondheid kan hebben.<ref name="WHO 2000 p.6"/> Of er sprake is van obesitas wordt bepaald met de [[body mass index|body mass index (BMI)]] en verder beoordeeld aan de hand van de vetverdeling volgens de [[taille-heupverhouding|taille-heupverhouding ]] en het totaal van risicofactoren voor hart- en vaatziekten.<ref>{{cite journal |journal= Nutr J |year=2007 |volume=6 |page=32 |title= Measurement and Definitions of Obesity In Childhood and Adolescence: A field guide for the uninitiated |author= Sweeting HN|doi=10.1186/1475-2891-6-32|pmid=17963490 |url=http://www.nutritionj.com/content/6/1/32 |pmc= 2164947|issue=1}}</ref><ref>NHLBI p.xiv</ref> De BMI is nauw verbonden met het [[percentage lichaamsvet|percentage lichaamsvet]] en de totale hoeveelheid lichaamsvet.<ref>{{cite journal |author=Gray DS, Fujioka K |title=Use of relative weight and Body Mass Index for the determination of adiposity |journal=J Clin Epidemiol |volume=44 |issue=6 |pages=545–50 |year=1991 |pmid=2037859 |doi= 10.1016/0895-4356(91)90218-X|url=}}</ref>

Bij kinderen is een gezond gewicht leeftijds- en geslachtsafhankelijk. Obesitas bij kinderen en pubers wordt niet in een absoluut getal weergegeven, maar in verhouding tot een historisch normale groep, zodat er sprake is van obesitas bij een BMI hoger dan de 95e&nbsp;[[percentiel]].<ref name="cdc.gov">{{cite web|url=http://www.cdc.gov/nccdphp/dnpa/healthyweight/assessing/bmi/childrens_BMI/about_childrens_BMI.htm |title=Healthy Weight: Assessing Your Weight: BMI: About BMI for Children and Teens|publisher=[[Center for disease control and prevention]]|accessdate=April 6, 2009}}</ref> De referentiegegevens waarop deze percentielen waren gebaseerd dateren uit de periode van 1963 tot 1994, en zijn dus niet verstoord door de recente gewichtsstijgingen.<ref name="Flegal KM, Ogden CL, Wei R, Kuczmarski RL, Johnson CL 2001 1086–93">{{cite journal |author=Flegal KM, Ogden CL, Wei R, Kuczmarski RL, Johnson CL|title=Prevalence of overweight in US children: comparison of US growth charts from the Centers for Disease Control and Prevention with other reference values for body mass index |journal=Am. J. Clin. Nutr. |volume=73 |issue=6|pages=1086–93 |year=2001 |month=June |pmid=11382664 |doi= |url=http://www.ajcn.org/cgi/content/full/73/6/1086}}</ref>

=== BMI ===
=== BMI ===
Bij mensen is de meest gebruikte maat voor zwaarlijvigheid de [[Body Mass Index]] (BMI).
Bij mensen is de meest gebruikte maat voor zwaarlijvigheid de [[Queteletindex|Body Mass Index]] (BMI). De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht te delen door het kwadraat van de lichaamslengte:
:<math>BMI=kilo/meter^2</math>
*'''Gezonde BMI''': een [[Queteletindex|BMI]] variërend tussen 18 en 24,99 kg/m<sup>2</sup><ref name="PMID 24502225"/>. De [[Wereldgezondheidsorganisatie]] beschouwt een BMI tussen 18,5 kg/m<sup>2</sup> en 25 kg/m<sup>2</sup> als ideaal voor een gezond individu.
De [[Wereldgezondheidsorganisatie]] (WHO) heeft in 1997 (gepubliceerd in 2000), de volgende BMI-classificatie gepubliceerd:<ref name="WHO 2000 p.9"/>
*'''Overgewicht''': een BMI tussen 25,00 en 29,99 kg/m<sup>2</sup><ref name="PMID 24502225"/>
*'''Ondergewicht''': een [[Queteletindex|BMI]] beneden 18,5.
*'''Obesitas''': een BMI vanaf 30,00 kg/m<sup>2</sup><ref name="PMID 24502225"/>
*'''Normaal gewicht''': een [[Queteletindex|BMI]] variërend tussen 18,5 en 24,99 kg/m<sup>2</sup>.
*'''Overgewicht''': een BMI tussen 25,00 en 29,99 kg/m<sup>2</sup>
*'''Obesitas klasse 1''': een BMI tussen 30,00 kg/m<sup>2</sup> en 34,99 kg/m<sup>2</sup>
*'''Obesitas klasse 2''': een BMI tussen 35,00 kg/m<sup>2</sup> en 39,99 kg/m<sup>2</sup>
*'''Obesitas klasse 3''': een BMI vanaf 40,00 kg/m<sup>2</sup>
Sommige instanties hebben nog enkele wijzigingen aangebracht in de definities van de WHO. Hieronder een veelgebruikte indeling van de obesitasklassen, de exacte grenzen staan (soms) nog ter discussie.<ref name=morbid2007>{{cite journal|author=Sturm R |title=Increases in morbid obesity in the USA: 2000–2005 |journal=Public Health |volume=121 |issue=7|pages=492–6 |year=2007 |month=July |pmid=17399752 |pmc=2864630 |doi=10.1016/j.puhe.2007.01.006 |url=}}</ref>
*'''Obesitas''': een BMI tussen 30,00 kg/m<sup>2</sup> en 34,99 kg/m<sup>2</sup>
*'''Ernstige obesitas''': een BMI tussen 35,00 kg/m<sup>2</sup> en 39,99 kg/m<sup>2</sup>
*'''Morbide obesitas''': een BMI vanaf 40,00 kg/m<sup>2</sup> Van morbide obesitas is reeds sprake bij een BMI van meer dan 35 kg/m<sup>2</sup>, indien er zich samenhangende problemen voordoen: gewrichts-, hart- of longklachten, suikerziekte, hoge bloeddruk.
*'''Morbide obesitas''': een BMI vanaf 40,00 kg/m<sup>2</sup> Van morbide obesitas is reeds sprake bij een BMI van meer dan 35 kg/m<sup>2</sup>, indien er zich samenhangende problemen voordoen: gewrichts-, hart- of longklachten, suikerziekte, hoge bloeddruk.
*'''Superobesitas''': een BMI vanaf 50,00 kg/m<sup>2</sup>
*'''Superobesitas''': een BMI vanaf 50,00 kg/m<sup>2</sup>


Aangezien [[Aziatisch|Aziatische]] [[Bevolkingsgroep|bevolkingsgroepen]] negatieve gezondheidsconsequenties ervaren bij een lagere BMI dan blanken, hebben sommige landen obesitas geherdefinieerd. In [[Japan]] begint obesitas al vanaf een BMI van 25, terwijl in [[China]] de grens van obesitas bij een BMI van 28 ligt.
Aangezien [[Aziatisch|Aziatische]] [[Bevolkingsgroep|bevolkingsgroepen]] negatieve gezondheidsconsequenties ervaren bij een lagere BMI dan blanken, hebben sommige landen obesitas geherdefinieerd. In [[Japan]] begint obesitas al vanaf een BMI van 25<ref>{{cite journal |author=Kanazawa M, Yoshiike N, Osaka T, Numba Y, Zimmet P, Inoue S |title=Criteria and classification of obesity in Japan and Asia-Oceania|journal=Asia Pac J Clin Nutr |volume=11 Suppl 8 |issue= |pages=S732–S737 |year=2002 |month=December |pmid=12534701|doi= 10.1046/j.1440-6047.11.s8.19.x|url=}}</ref>, terwijl in [[China]] de grens van obesitas bij een BMI van 28 ligt.<ref>{{cite journal|author=Bei-Fan Z |title=Predictive values of body mass index and waist circumference for risk factors of certain related diseases in Chinese adults: study on optimal cut-off points of body mass index and waist circumference in Chinese adults |journal=Asia Pac J Clin Nutr |volume=11 Suppl 8 |issue= |pages=S685–93 |year=2002 |month=December|pmid=12534691 |doi= 10.1046/j.1440-6047.11.s8.9.x|url= |author2=Cooperative Meta-Analysis Group of Working Group on Obesity in China}}</ref>


De BMI is geen volledige diagnose, in zoverre dat deze niet de vetdistributie binnen het lichaam in overweging neemt, en de relatieve vet- spier- en botbijdragen aan het totale lichaamsgewicht negeert. Een krachtige atleet kan door zijn BMI als te zwaar worden gerangschikt (toe te schrijven aan een zwaar spierstelsel), terwijl ten onrechte een "normale" BMI kan worden gediagnosticeerd in het geval van een bejaarde persoon met zeer lage vetvrije massa. Een BMI-score alleen is ontoereikend als [[diagnose]], omdat de BMI niet in staat is om vet van vetvrije massa te onderscheiden en ook geen rekening houdt met gevaarlijk [[buikvet]]. Bij 'normaal gewicht obesitas' is er sprake van een normaal lichaamsgewicht, maar hoge lichaamsvetpercentages met dezelfde gezondheidsrisico's als obesitas.
De BMI is geen volledige diagnose, in zoverre dat deze niet de vetdistributie binnen het lichaam in overweging neemt, en de relatieve vet- spier- en botbijdragen aan het totale lichaamsgewicht negeert. Een krachtige atleet kan door zijn BMI als te zwaar worden gerangschikt (toe te schrijven aan een zwaar spierstelsel), terwijl ten onrechte een "normale" BMI kan worden gediagnosticeerd in het geval van een bejaarde persoon met zeer lage vetvrije massa. Een BMI-score alleen is ontoereikend als [[diagnose]], omdat de BMI niet in staat is om vet van vetvrije massa te onderscheiden en ook geen rekening houdt met gevaarlijk [[buikvet]]. Bij 'normaal gewicht obesitas' is er sprake van een normaal lichaamsgewicht, maar hoge lichaamsvetpercentages met dezelfde gezondheidsrisico's als obesitas.

Versie van 16 jun 2014 02:29

Mee bezig Mee bezig
Aan dit artikel of deze sectie wordt de komende uren of dagen nog druk gewerkt.
Toelichting: Itsme brengt nu (zondag 16 juni 2014) relatief grote wijzigingen aan in het artikel.
Ik verwacht tot uiterlijk 03:00 uur bezig te zijn.
Om bewerkingsconflicten te voorkomen, bij deze een vriendelijk verzoek om tot dat moment niet aan dit artikel te werken.

Mocht genoemde tijd al enige tijd zijn verstreken, dan kan dit sjabloon desgewenst worden verwijderd.
Klik op geschiedenis voor de laatste ontwikkelingen.
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Obesitas
Drie silhouetten voor resp. normaal, overgewicht, obees (rechts)
Coderingen
ICD-10 E66
ICD-9 278
OMIM 601665
DiseasesDB 9099
MedlinePlus 003101
eMedicine med/1653
MeSH C23.888.144.699.500
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Obesitas (verwante en min of meer synonieme termen zijn overgewicht, zwaarlijvigheid, vetzucht, corpulentie, dikheid, en adipositas) is een conditie van het lichaam waarbij de natuurlijke energiereserve van een mens of zoogdier, die in vet wordt opgeslagen, gebruikelijke niveaus ver overschrijdt tot aan het punt waarbij de gezondheid in het geding komt. Zwaarlijvigheid is bij wilde dieren vrij zeldzaam, maar niet ongewoon bij mensen en bij huisdieren, die vaak overvoed zijn en te weinig bewegen.

Obesitas is een wereldwijd gezondheidsprobleem dat epidemische proporties heeft gekregen.

Geschiedenis

Etymologie

Obesitas komt uit het Latijn en betekent "gezet, dik of mollig". Ēsus is het voltooide deelwoord van edere (eten), waar ob (te veel) aan is toegevoegd.[1] Het gebruik van het woord in het Engels werd in 1611 voor het eerst in de Oxford English Dictionary gedocumenteerd door Randle Cotgrave.[2]

Historische trends

Een zeer zwaarlijvige man met een opvallende dubbele kin en een snor, in het zwart gekleed met een zwaard aan zijn linkerzijde.
Tijdens de middeleeuwen en de renaissance werd obesitas vaak als een teken van welvaart beschouwd, en kwam het vrij vaak voor onder de elite: De Toscaanse Generaal Alessandro del Borro toegeschreven aan Charles Mellin, 1645[3]
Een stenen miniatuurbeeldje van een zwaarlijvige vrouw.
Venus van Willendorf uit 24.000–22.000 v. Chr.

De Grieken waren de eersten die obesitas als een medische aandoening beschouwden.[4] Hippocrates schreef dat "Corpulentie niet alleen een ziekte op zich is, maar ook de voorbode van andere ziekten".[5] De Indische chirurg Sushruta (6e eeuw v. Chr.) legde een verband tussen obesitas en diabetes en hart- en vaatziekten.[6] Hij adviseerde lichamelijke inspanning om de aandoening en bijwerkingen te bestrijden.[6] De mensheid heeft het grootste deel van zijn geschiedenis moeten worstelen met voedselschaarste.[7] Daarom wordt obesitas historisch als een teken van welvaart en voorspoed beschouwd. Het kwam veel voor onder de hoge ambtenaren in Europa in de middeleeuwen en de renaissance[3] en in klassieke beschavingen in Oost-Azië.[8]

Met het begin van de industriële revolutie besefte men dat de militaire en economische macht van landen afhankelijk was van zowel de lichaamsomvang als de kracht van de soldaten en arbeiders.[9] Het verhogen van de gemiddelde BMI van wat tegenwoordig als ondergewicht wordt beschouwd naar wat nu normaal is, speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van industriële samenlevingen.[9] Als gevolg daarvan namen lengte en gewicht beide toe gedurende de 19e eeuw in ontwikkelde landen. In de 20e eeuw bereikte de lichaamslengte van de mens zo'n beetje het maximum van wat genetisch mogelijk was, en groeide lichaamsgewicht veel meer dan lichaamslengte, wat tot obesitas leidde.[9] In de jaren ’50 nam kindersterfte door de toenemende welvaart in ontwikkelde landen af, maar naarmate lichaamsgewicht toenam, kwamen ook hart- en nierziekten vaker voor.[9][10] Gedurende deze periode zagen verzekeringsmaatschappijen het verband tussen gewicht en levensverwachting en verhoogden ze de premies voor mensen met overgewicht.[5]

Door de eeuwen heen zagen veel culturen obesitas als het gevolg van karakterzwakte. De obesus of het dikke personage in de Griekse komedie was een veelvraat en een figuur waarmee de spot gedreven werd. In christelijke tijden werd voedsel beschouwd als een poort naar de zonden vadsigheid en lust.[11] In de moderne westerse cultuur wordt overgewicht vaak gezien als onaantrekkelijk, en wordt obesitas veelal in verband gebracht met verschillende negatieve stereotypen. Mensen van alle leeftijden kunnen sociaal worden gestigmatiseerd en het doelwit zijn van pesterijen of door anderen worden gemeden. Obesitas is wederom een reden voor discriminatie.[12]

In de westerse samenleving zijn de algemene opvattingen over gezond lichaamsgewicht anders dan de opvattingen over het ideaalgewicht – en beide opvattingen zijn sinds het begin van de 20e eeuw veranderd. Het gewicht dat als ideaal wordt beschouwd is sinds de jaren ’20 lager geworden. Dit blijkt uit het feit dat de gemiddelde lengte van winnaars van de Miss America-verkiezingen van 1922 tot 1999 met 2% is toegenomen, terwijl hun gemiddelde gewicht met 12% is afgenomen.[13] Aan de andere kant zijn de opvattingen over gezond gewicht de andere kant op veranderd. In Groot-Brittannië was het gewicht waarbij mensen zichzelf als te zwaar beschouwden in 2007 aanzienlijk hoger dan in 1999.[14] Men vermoedt dat deze veranderingen het gevolg zijn van toenemende vetzucht, waardoor extra lichaamsvet steeds meer als normaal wordt beschouwd.[14]

In veel delen van Afrika wordt obesitas nog steeds als een teken van welvaart en welzijn beschouwd. Dit is vooral gangbaar geworden sinds het begin van de HIV-epidemie.[5]

Kunst

De eerste beelden van het menselijk lichaam 20.000 tot 35.000 jaar geleden zijn voorstellingen van obese vrouwen. Sommigen schrijven de Venusbeeldjes toe aan de gewoonte om vruchtbaarheid te benadrukken, terwijl anderen van mening zijn dat ze de "vetheid" in de mensen van die tijd weergeven.[11] Corpulentie is echter afwezig in zowel Griekse als Romeinse kunst, waarschijnlijk in overeenstemming met hun idealen met betrekking tot gematigdheid. Deze trend werd grotendeels voortgezet in de christelijke Europese traditie, waarbij alleen mensen met een lage sociaal-economische status obees werden afgebeeld.[11]

Tijdens de renaissance begonnen sommige leden van de hogere stand met hun grote omvang te pronken, zoals te zien is in portretten van Hendrik VIII en Alessandro del Borro.[11] Rubens (1577–1640) beeldde regelmatig stevige vrouwen in zijn schilderijen af, waarvan de term Rubensiaans is afgeleid. Deze vrouwen behielden echter hun zandloperfiguur dat verband hield met vruchtbaarheid.[15] Gedurende de 19e eeuw veranderden de opvattingen over obesitas in de westerse wereld. Na eeuwen waarin obesitas synoniem was met welvaart en sociale status, begon men nu slankheid als de gewenste norm te zien.[11]

Definitie en classificatie

Obesitas is een medische aandoening waarbij zich zoveel overtollig lichaamsvet heeft opgehoopt dat dit een nadelig effect op de gezondheid kan hebben.[16] Of er sprake is van obesitas wordt bepaald met de body mass index (BMI) en verder beoordeeld aan de hand van de vetverdeling volgens de taille-heupverhouding en het totaal van risicofactoren voor hart- en vaatziekten.[17][18] De BMI is nauw verbonden met het percentage lichaamsvet en de totale hoeveelheid lichaamsvet.[19]

Bij kinderen is een gezond gewicht leeftijds- en geslachtsafhankelijk. Obesitas bij kinderen en pubers wordt niet in een absoluut getal weergegeven, maar in verhouding tot een historisch normale groep, zodat er sprake is van obesitas bij een BMI hoger dan de 95e percentiel.[20] De referentiegegevens waarop deze percentielen waren gebaseerd dateren uit de periode van 1963 tot 1994, en zijn dus niet verstoord door de recente gewichtsstijgingen.[21]

BMI

Bij mensen is de meest gebruikte maat voor zwaarlijvigheid de Body Mass Index (BMI). De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht te delen door het kwadraat van de lichaamslengte:

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 1997 (gepubliceerd in 2000), de volgende BMI-classificatie gepubliceerd:[22]

  • Ondergewicht: een BMI beneden 18,5.
  • Normaal gewicht: een BMI variërend tussen 18,5 en 24,99 kg/m2.
  • Overgewicht: een BMI tussen 25,00 en 29,99 kg/m2
  • Obesitas klasse 1: een BMI tussen 30,00 kg/m2 en 34,99 kg/m2
  • Obesitas klasse 2: een BMI tussen 35,00 kg/m2 en 39,99 kg/m2
  • Obesitas klasse 3: een BMI vanaf 40,00 kg/m2

Sommige instanties hebben nog enkele wijzigingen aangebracht in de definities van de WHO. Hieronder een veelgebruikte indeling van de obesitasklassen, de exacte grenzen staan (soms) nog ter discussie.[23]

  • Obesitas: een BMI tussen 30,00 kg/m2 en 34,99 kg/m2
  • Ernstige obesitas: een BMI tussen 35,00 kg/m2 en 39,99 kg/m2
  • Morbide obesitas: een BMI vanaf 40,00 kg/m2 Van morbide obesitas is reeds sprake bij een BMI van meer dan 35 kg/m2, indien er zich samenhangende problemen voordoen: gewrichts-, hart- of longklachten, suikerziekte, hoge bloeddruk.
  • Superobesitas: een BMI vanaf 50,00 kg/m2

Aangezien Aziatische bevolkingsgroepen negatieve gezondheidsconsequenties ervaren bij een lagere BMI dan blanken, hebben sommige landen obesitas geherdefinieerd. In Japan begint obesitas al vanaf een BMI van 25[24], terwijl in China de grens van obesitas bij een BMI van 28 ligt.[25]

De BMI is geen volledige diagnose, in zoverre dat deze niet de vetdistributie binnen het lichaam in overweging neemt, en de relatieve vet- spier- en botbijdragen aan het totale lichaamsgewicht negeert. Een krachtige atleet kan door zijn BMI als te zwaar worden gerangschikt (toe te schrijven aan een zwaar spierstelsel), terwijl ten onrechte een "normale" BMI kan worden gediagnosticeerd in het geval van een bejaarde persoon met zeer lage vetvrije massa. Een BMI-score alleen is ontoereikend als diagnose, omdat de BMI niet in staat is om vet van vetvrije massa te onderscheiden en ook geen rekening houdt met gevaarlijk buikvet. Bij 'normaal gewicht obesitas' is er sprake van een normaal lichaamsgewicht, maar hoge lichaamsvetpercentages met dezelfde gezondheidsrisico's als obesitas.

Andere methoden

Andere manieren om zwaarlijvigheid te bepalen zijn de bepaling van het percentage lichaamsvet, de taille-heup ratio en de heupomtrek.

  • Percentage lichaamsvet. Onder wetenschappers wordt dit beschouwd als de betrouwbaarste methode om overgewicht te bepalen. BMI is slechts een manier om het lichaamsvetpercentage te benaderen. Precieze meting van het lichaamsvetpercentage is echter moeilijk. Er bestaan verschillende methoden van variërende moeilijkheidsgraad en complexiteit. Het lichaamsvetpercentage kan onder meer gemeten worden via huidplooimeting, waarbij op zekere plaatsen van de huid precies wordt gemeten wat de dikte van de onderhuidse vetlaag is.
  • Heupomtrek en Taille-heup ratio meten een veelvoorkomende vorm van obesitas, namelijk buikobesitas of centrale obesitas, die gekarakteriseerd wordt door overmatige opslag van vet in de buikregio en in de peritoneale holte. Ze blijken vergelijkbaar te zijn met de BMI in de mate waarin ze het risico op metabolische afwijkingen als type II diabetes kunnen voorspellen, en zijn mogelijk beter dan BMI in het voorspellen van het risico op hart- en vaatziekten.

Voorkomen

Een cumulatieve relatieve frequentiepolygoon van obesitas (BMI>30) in Nederland onder volwassenen, bron: OESO / CBS

In 2008 had 35% van de wereldbevolking overgewicht, terwijl 10% van de mannen en 14% van de vrouwen obees was.[26]Dit cijfer is veel hoger in welvarende gebieden, zoals de Verenigde Staten, waar in 2008 62% overgewicht had en 26% obees was en in Australië, waar deze cijfers respectievelijk 35% en 28% zijn.[26]

In de Europese Unie had in 2008 meer dan de helft van de volwassen bevolking overgewicht of obesitas. Gemiddeld was 15,5% van de bevolking obees (BMI van meer dan 30 kg/m2). Voor de meeste Europese landen, waaronder Nederland, was dit meer dan een verdubbeling ten opzichte van de cijfers van 1988.[27]

Obesitas bij kinderen is in de periode sinds de jaren 80 van de vorige eeuw met een factor twee tot vijf toegenomen in ontwikkelde landen en bijna viermaal in ontwikkelingslanden.[28] Circa 18% van de kinderen in de VS zijn obees.[28]

Oorzaken

Zwaarlijvigheid is over het algemeen een resultaat van een combinatie van factoren. Een aantal mogelijke factoren zijn:

Hoewel er geen eenduidige verklaring voor de recente epidemie van zwaarlijvigheid is, komt de evolutionaire hypothese het dichtst bij een verklaring van dit fenomeen. In tijden toen het voedsel schaars was, was de capaciteit om uit zeldzame periodes van overvloed voordeel te halen door energie op te slaan ongetwijfeld een evolutionair voordeel. Dit is precies het tegengestelde van wat in de sedentaire maatschappij wordt vereist, waar high-energyvoedsel in overvloedige hoeveelheden beschikbaar is. Dit wordt gecombineerd met verminderde beweging. Hoewel sommige mensen misschien een genetische tendens tot zwaarlijvigheid hebben, is het pas met de vermindering van fysieke activiteit en een beweging naar hoogcaloriediëten van de moderne maatschappij dat obesitas wijdverspreid is geworden. Belangrijke fracties van de bevolking in de wereld zijn nu zwaarlijvig. In Samoa is 60-75% van de volwassen bevolking obees.

Controversieel is echter de gedocumenteerde tendens uit de VS dat zowel de energie- als de (verzadigd)vetinname in de periode 1971-2000 significant zijn gedaald, terwijl de consumptie van koolhydraatbronnen is gestegen. Uit geschiedkundig oogpunt blijkt ook dat een aantal parameters van onze voeding ten opzichte van de neolithicum drastisch is veranderd. Een van deze parameters is de glykemische index, maar ook de algehele samenstelling van de macronutriënten is veranderd: wij eten tegenwoordig meer koolhydraten en minder vetten en proteïnen. (Bron: NHANES studie 1971-2000 CDC (V.S.))

Eetziekten kunnen tot zwaarlijvigheid leiden. Het natuurlijke mechanisme waarbij men automatisch stopt met eten als men genoeg heeft is hierbij verstoord. Dit natuurlijke mechanisme bestaat uit de vetcellen (adipocyten) die een stof produceren, leptine, die de eetlust tegenwerkt en het metabolisme (verbranding van voedingsstoffen door een organisme) verhoogt. Hoe meer vetcellen en/of hoe meer vetcellen er gevuld zijn met vetten, hoe meer leptine wordt aangemaakt. De meest geaccepteerde theorie op dit moment is dat mensen met overgewicht normale hoeveelheden of zelfs meer leptine aanmaken in hun vetcellen, maar dat de negatieve terugkoppeling op de hersenen (hypothalamus) verstoord is. Er blijkt verder een relatie tussen de hoogte van de triglyceriden in het bloed (bepaalde vetten) en de mate waarin leptine wordt geblokkeerd. Slechts bij zeer weinig mensen met overgewicht is het stuk chromosoom dat voor leptine codeert defect. Deze mensen kunnen geïnjecteerd worden met leptine, waarop het overgewicht zich herstelt. Het leptinemodel sluit aan bij de veranderde eetgewoonten van de afgelopen eeuwen; mensen zijn relatief kort geleden granen gaan verbouwen en eten (circa 5000 jaar op grotere schaal met een enorme toename van productie en consumptie van granen in de afgelopen twee eeuwen). Onze lichamen zijn eigenlijk nog zo ingesteld als die van jager-verzamelaars. Inmiddels is in meerdere onderzoeken duidelijk geworden dat wanneer mensen, en niet alleen mensen met overgewicht maar ook met diabetes mellitus (suikerziekte), graanproducten uit hun dieet houden (Low-Carb), de vetzuren en cholesterol zich verbeteren en er wordt zelfs een daling gezien van de bloedsuikerwaarden. Ook het gewicht verbetert, niet alleen door de lagere calorie-intake maar tevens doordat de hypothalamus weer gevoelig wordt voor leptine door de verlaging van de triglyceriden.

Muis met te weinig leptine en een normale muis

Hiernaast is een plaatje te zien van twee muizen waarvan één met leptinedeficiëntie. Gelukkig komt dit bij mensen weinig voor, maar de oplossing is erg eenvoudig: leptine toedienen.

Dat de rol van dik-makende genen beperkt is blijkt uit het volgende: Tussen 1990 en 2001 is het aantal mensen dat zwaarlijvig is met 61% gestegen. En deze trend zet zich wereldwijd voort, en beperkt zich niet tot Europa en de Verenigde Staten. Sinds eind jaren tachtig is obesitas in Latijns-Amerika en Azië sterk in opmars. Het ontwikkelen van adipositas is dus multifactorieel bepaald; er is een zekere aanleg voor nodig bovenop een verkeerde voeding en/of voedingspatroon. In een aantal studies is bijvoorbeeld aangetoond dat flesgevoede kinderen meer risico lopen op het ontwikkelen van adipositas. Zo ook bij kinderen van moeders waar gedurende de zwangerschap de bloedglucosewaarden te hoog of juist te laag zijn geweest. Opvallend is bijvoorbeeld het aantal personen met overgewicht die geboren zijn tijdens de Hongerwinter van 1944-1945, juist in een tijd dat voedsel nog niet in de grote hoeveelheden voorhanden was zoals nu het geval is.

Er is een genetisch voordeel om gemakkelijk dik te worden in tijden van schaarste. Dit wordt geïllustreerd door de geschiedenis van volkeren welke eeuwenlang in schaarste hebben geleefd en nu meer voedsel tot hun beschikking hebben. Het bekendste fenomeen hierin zijn de mensen op het eiland Nauru in de buurt van Australië. Dit eiland ligt ver van het vaste land en werd circa 3000 jaar geleden bereikt met grote zeekano's. De eerste bewoners van Nauru waren in staat tot die grote oversteek, doordat zij weinig voedsel snel opsloegen als vet en dit weer langzaam verbrandden. Sinds enkele decennia is de welvaart 'toegenomen' onder andere door de winning van fosfaat op het eiland, waardoor men er Westers ging eten (toename vetten en koolhydraten). Dat dit niet strookt met hun natuurlijke aanleg, blijkt uit het feit dat inmiddels 90% van de mensen op Nauru overgewicht heeft en 40% Diabetes (hoogste ter wereld). De levensverwachting is derhalve laag. Ook op andere eilanden in de Grote Oceaan is dit waargenomen; ieder kent wel de foto's van slanke meisjes op Hawaï in strooien rokjes maar in het hier en nu worden die zeldzaam. Een ander volk dat het genetisch model ondersteunt, zijn de Pima Indianen in Noord-Amerika. Tot de jaren vijftig leefden zij vrij traditioneel maar na de komst van goedkope koolhydraten en vetten is hun gewicht dramatisch gestegen en wordt ook diabetes veel vaker gezien. Een recente studie naar eetgewoonten en het ontwikkelen van overgewicht en diabetes legt een direct verband tussen de hoeveelheid koolhydraten en deze aandoeningen. De gedachte dat iedere maaltijd uit de 'schijf van vijf' moet bestaan en dat je 'vooral drie maal per dag stevig moet eten', lijkt dan ook achterhaald.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat besmetting met een adenovirus zwaarlijvigheid bij dieren (o.a. kippen en muizen) kan veroorzaken. Of dat voor de mens ook geldt, is nog niet duidelijk.

Sociale oorzaken

Obesitas is niet uitsluitend een modern verschijnsel, maar kwam - zij het minder frequent - ook in vroeger eeuwen reeds voor.

In de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog tot 1960 steeg het gewicht van de gemiddelde persoon in de Verenigde Staten, maar slechts weinigen waren zwaarlijvig. In 1960 was vrijwel de volledige bevolking goed gevoed, maar werd men in het algemeen niet te zwaar. In de 25 jaar sinds 1980 heeft de groei in het aantal zwaarlijvigen epidemische vormen aangenomen.

Een aantal zaken draagt bij aan deze verandering sinds 1980. De meesten geloven dat het een combinatie van diverse factoren is.

Een van de belangrijkste is de veel lagere relatieve kosten van levensmiddelen: hogere efficiëntie in de landbouw in combinatie met landbouwsubsidies in de Verenigde Staten en Europa, hebben tot voedselprijzen voor consumenten geleid die lager zijn dan op welk eerder moment in geschiedenis ook. Suiker en glucosestroop, twee substantiële bronnen van voedselenergie, vallen onder de meest gesubsidieerde producten door de overheid van de Verenigde Staten.

De toegenomen marketingactiviteiten wordt ook vaak een rol toebedeeld. In de vroege jaren tachtig hief het bewind van president Reagan de meeste verordeningen betreffende reclame gericht op kinderen op. Dientengevolge steeg het aantal reclamespots dat door het gemiddelde kind wordt gezien, en een groot deel hiervan was voor fastfood en suikergoed. Dit laat echter onverlet dat de obesitas golf in Amerika al vanaf begin jaren zestig opkwam, en dat obesitas een wereldwijd fenomeen is.

De veranderingen in de prijs van minerale olie en benzine worden ook verondersteld effect gehad te hebben, aangezien het nu, in tegenstelling tot tijdens de jaren zeventig, betaalbaar is overal naar toe te rijden in de Verenigde Staten. Tezelfdertijd zijn meer gebieden gebouwd zonder parken.

Elk jaar brengt een groter deel van de werkende bevolking de volledige werkdag achter een bureau of computer door.

Het stijgende aantal huishoudens met twee inkomens, dus waarvan één ouder niet meer thuis blijft om voor het huis te zorgen. Dit verhoogt het aantal restaurant- en meeneemmaaltijden.
In de keuken heeft de magnetron ervoor gezorgd dat men meer snackt en minder vers voedsel eet.
Sinds 1980 hebben fast-foodrestaurants een enorme groei doorgemaakt, zowel in omzet als in aantal klanten.

Interessant genoeg is het aantal Amerikanen dat een dieet volgt eveneens gegroeid sinds de toename van zwaarlijvigheid. Inmiddels is bekend dat diëten op de korte termijn het overgewicht kunnen laten afnemen, maar dat men na verloop van tijd toch weer in gewicht toeneemt. Aan dit fenomeen, bekend als jojo-effect, liggen complexe hormonale en neurologische processen ten grondslag.

Problemen

Mensen met obesitas hebben vaak last van hun zwaarlijvigheid. Ze kunnen door het extra gewicht vaak moeilijker lopen en bewegen. Dit belemmert hen vervolgens in het verhogen van hun activiteitenniveau teneinde gewicht te verliezen.

Complicaties

De Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat obesitas aanzienlijk bijdraagt ​​aan diverse ziekten, waaronder diabetes (44%), ischaemische hartziekten (23%) en kanker (7-41%).[26]

Uit recent onderzoek[30] is gebleken dat een gering overgewicht al leidt tot een vergrote sterftekans. Voor personen tussen de 30 en 62 geldt dat elke 0,45 kg extra de kans om binnen 26 jaar te overlijden, met 1-2% verhoogt, zoals uit de Framingham Heart Study blijkt.

Zwaarlijvigheid is gecorreleerd (in epidemiologisch onderzoek) met een verscheidenheid aan complicaties. Voor veel van deze klachten is niet duidelijk vastgesteld in welke mate zij direct door zwaarlijvigheid zelf worden veroorzaakt, of een andere oorzaak (zoals beperkte lichaamsbeweging) hebben die zwaarlijvigheid eveneens veroorzaakt.

Voorbeelden van belangrijke complicaties zijn:

Terwijl sterke zwaarlijvigheid veel gezondheidsproblemen veroorzaakt, hebben degenen die enigszins te zwaar zijn weinig verhoogde mortaliteit of morbiditeit. Sommige onderzoeken suggereren dat enigszins "te zware" mensen langer leven dan degenen die een "ideaal" gewicht hebben.

Therapie

  • De behandeling van zwaarlijvigheid berust op de twee pijlers van een energie-beperkt dieet en verhoogde lichaamsbeweging. Vroeger werd bij behandeling van zwaarlijvigheid gestreefd naar het bereiken van een normaal gewicht. Deze doelstelling blijkt in de praktijk voor heel veel patiënten niet haalbaar. Ook blijkt uit sommig medisch onderzoek dat een beperkt gewichtsverlies van 5-15% de risico's op complicaties al sterk vermindert. Daarom wordt tegenwoordig veeleer gestreefd naar dat beperkte gewichtsverlies. Belangrijker nog dan gewichtsverlies is het vasthouden hiervan.
  • Veel onderzoek concentreert zich op nieuwe medicijnen om zwaarlijvigheid te bestrijden, die als het grootste gezondheidsprobleem gezien wordt van de ontwikkelde landen. Sommige voedingsdeskundigen zijn van mening dat deze onderzoeksfondsen beter gewijd zouden kunnen worden aan advies over goede voeding, gezond eten en het bevorderen van een actievere levensstijl. Een medicijn dat wel voor zwaarlijvigheid wordt voorgeschreven, als het houden van een dieet en lichaamsbeweging niet werkt, is orlistat. Rimonabant en sibutramine zijn vanwege geringe werkzaamheid en hoog risico op ernstige bijwerkingen inmiddels van de markt gehaald.
  • Ook wordt bariatrische chirurgie gebruikt om de maagcapaciteit (verlaagt voedselinname) en/of de lengte van de darm (verlaagt voedselopname) te beperken. Dit kan bijvoorbeeld door een maagverkleining door het afnieten van een deel van de maag, door het in de maag brengen van een opblaasbare ballon, door het verwijderen van een deel van de lengte van de darm (gastric bypass). Het verwijderen of omleiden van een deel van de lengte van de darm levert het meeste gewichtsverlies op en bovendien een verbetering van eventuele suikerziekte. Dit hangt waarschijnlijk samen met de afgifte van hormonen door de darm, die op insuline inwerken en daarnaast een verzadigd gevoel geven. Het gewichtsverlies bedraagt gemiddeld een kilo of vijftig, zestig, maar daar staat een sterfte van 0,1% tot 1% tegenover. Bariatrische chirurgie als behandeling van zwaarlijvigheid is dan ook alleen een geschikte behandeling voor mensen bij wie het overgewicht forse risico's met zich meebrengt:

Controversen

Er is continu debat over zwaarlijvigheid, op verscheidene niveaus.

Medicalisering van zwaarlijvigheid

Controverse bestaat er ook over de vraag of het concept "zwaarlijvigheid" geldig is. Deze critici beweren dat de lichamelijk actieve mensen gezonder zijn dan zij die een zittend leven leiden, ongeacht hun lichaamsgewicht. De nadruk op gewicht en lichaamsmassa wordt gevoed, naar hun mening, door de industrie van de dieetbevordering, farmaceutische bedrijven en segmenten van het medische beroep voor winstdoeleinden.

Medische reacties op zwaarlijvigheid

De conventionele artsen adviseren strategieën om gewicht te verliezen om zo de gezondheidsrisico's te verlichten verbonden aan zwaarlijvigheid. Er is controverse zowel over wat die strategieën realistisch omvatten, en ook of zulke doelen eigenlijk in betere gezondheidsresultaten resulteert.

De gewichtsverminderingsstrategieën omvatten dieetveranderingen, bewegingsregimes, medicijnen voor gewichtsverlies en chirurgische behandelingen (zie Therapie, hierboven, voor volledige lijst). Hiervan zijn de "wonderdiëten" het meest betwist. Verscheidene onderzoeken suggereren dat het gewichtsverlies op korte termijn vaak leidt tot metabole aanpassingen die op langere termijn juist tot gewichtstoename leiden.

Zie ook

Externe links

Zie de categorie Obesity van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.