Gebruiker:Byl/test

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Aangepaste tekst[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

LINKS[bewerken | brontekst bewerken]

OUDE TEKST VOOR EDIT[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Geschiedenis van Kroatië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Aankomst van de Kroaten bij de Adriatische Zee

De Kroaten zijn een Slavisch volk dat oorspronkelijk in Galicië leefde (in het noordwesten van de Oekraïne en het Zuiden van Polen). Van daar zijn zij in de 7e eeuw in zuidelijke richting gemigreerd, naar het huidige Kroatië. In eerste instantie vielen zij onder de heerschappij van de Byzantijnen en later de Franken, maar in 925 - onder leiding van koning Tomislav - werd Kroatië een sterk onafhankelijk land. In 1102 eindigde een decennialange Kroatische dynastieke strijd toen zij de Hongaarse macht accepteerden.

In het midden van de 14e eeuw kreeg het Hongaarse Koninkrijk zware klappen te verduren van het Ottomaanse Rijk, die hun rijk tot aan het bergachtige gebied van het huidige Bosnië en Herzegovina uitbreidden. Rond dezelfde tijd kwam Dalmatië grotendeels onder Venetiaans gezag te liggen.

Dubrovnik was een stadstaat die in eerste instantie onder Byzantijns (Romeins) gezag kwam te liggen en later onder Venetiaans gezag, in tegenstelling tot de andere Dalmatische stadstaten werd Dubrovnik echter onafhankelijk (Republiek Dubrovnik), zelfs toen het onder soevereiniteit van andere gebieden kwam te liggen.

De in 1526 gevochten slag bij Mohács zorgde ervoor dat het Kroatische Parlement bij de Habsburgers aandrong om de controle over Kroatië over te nemen. De Habsburgse heerschappij bleek inderdaad een efficiënt middel te zijn tegen de oprukkende Ottomanen en tegen het einde van de 18e eeuw was het grootste deel van Kroatië niet meer in handen van de Turken. De rare halve maan-achtige vorm van Kroatië bleef meer of minder de frontlinie tussen het Ottomaanse Rijk en Europa. Istrië, Dalmatië en Dubrovnik kwamen tussen 1797 en 1815 uiteindelijk onder Habsburgse heerschappij te liggen.

Na de Eerste Wereldoorlog sloot Kroatië zich aan bij de Staat van Slovenen, Kroaten en Serven (het huidige Slovenië, Kroatië en Bosnië en Herzegovina). Kort daarna vormde deze unie weer een unie met Servië, wat het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen werd (die uiteindelijk in 1929 het Koninkrijk Joegoslavië werd). Joegoslavië werd in de Tweede Wereldoorlog binnengevallen en Kroatië werd omgevormd tot een fascistisch marionettenstaatje met de naam Onafhankelijke Staat Kroatië. Het wapen van de staat toonde een 'U', dat staat voor Ustasha. Als hoofd van de regering werd Ante Pavelic benoemd. Pavelic en zijn regering besloten, dat Kroatië etnisch moest worden gezuiverd. De Serven moesten verdwijnen (naar het buitenland worden verdreven of gedood) of zich bekeren tot het katholieke geloof. Voor de joden, de Roma en homoseksuelen was geen plaats. Wat volgde was een waar schrikbewind, waarbij honderdduizenden mensen om het leven kwamen. Toen de asmogendheden verslagen waren, werd Joegoslavië een federale communistische staat.

Op 16 maart 1991 riep de Servische minderheid de Republiek van Servisch Krajina (Republika Srpska Krajina) uit. Mocht Kroatië onafhankelijk worden, dan was de bedoeling in ieder geval dit deel bij Groot-Servië te trekken. Hierna verklaarde Kroatië samen met Slovenië zich op 25 juni 1991 onafhankelijk van Joegoslavië, wat het begin inluidde van de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog. Belgrado erkende het nieuwe land niet en in de daaropvolgende maanden volgden gevechten tussen Kroatische milities en de in Belgrado gestationeerde JNA (Joegoslavische Nationale Leger). In het begin van 1992 erkende Duitsland Kroatië, vele invloedrijke landen volgden met dit beleid; Joegoslavië moest wel de nieuwe landen erkennen, en het Joegoslavische leger trok zich terug.

De Servische minderheid werd vanaf het begin gesteund door de JNA. In 1995 startte het Kroatische leger twee succesvolle offensieven om het rebellerende gebied weer in handen te krijgen, dit zorgde voor een massale exodus van de Servische bevolking. Enkele maanden later eindigde de oorlog na onderhandelingen over het Verdrag van Dayton. Onder supervisie van de VN werd het overige Servisch-beheerste gebied op vreedzame wijze geïntegreerd in het nieuwe Kroatië.

Kroatië zoekt op dit moment aansluiting bij de Europese Unie. Onderhandelingen hierover begonnen in december 2005.


NIEUWE TEKST NA EDIT[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Geschiedenis van Kroatië voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Het gebied voor de aankomst van de Kroatië[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de aankomst van de Kroaten in het gebied van het huidige Kroatië werd het gebied al in de prehistorie bewoond. Fossielen van Neandertalers uit het midden van de steentijd (Paleolithicum) zijn dan ook gevonden in Kaprina en Vindija, beide in Zagorje, nabij de Sloveense grens. Meer recente overblijfselen van Neandertalers zijn gevonden in de Mujinagrot nabij de kust.

Een standbeeld van een duif afkomstig uit de Vučedolcultuur, gevonden in Vukovar.

In het Neolithicum verspreidden de Starčevo-, Vučedol- en Hvarcultuur over het gebied. Uit de IJzertijd zijn sporen van de Hallstattcultuur (Illyriërs) en van de La Tène-cultuur (Kelten) achtergelaten. Veel later verschenen in het gebied andere volkeren en werden er diverse Griekse koloniën gesticht op de eilanden Vis en Hvar. In de 9e eeuw voor Christus werd het hele gebied een onderdeel van het Romeinse Rijk, waar verspreid over het land (met name aan de kust) veel overblijfselen van kunnen worden gezien. Hiervan zijn de belangrijkste voorbeelden het Paleis van Diocletianus,

Het amfitheater van Pula, daterend uit het Romeinse Rijk.

een belangrijk Romeins keizer, in Split en het Amfitheater van Pula in Pula. Kroatië behoorde aanvankelijk tot de Romeinse provincie Illyrië. Deze provincie werd in het jaar 10 verdeeld in de provincies Dalmatië, Pannonië-Inferior, Pannonië-Superior (Istrië behoorde tot Italië).

In de eerste helft van de 7e eeuw wordt het gebied geteisterd door invasies van de Avar, een Turks nomadenvolk dat de Romeinse nederzettingen verwoesten. De Romeinen die deze veroveringen overleefden trokken zich terug naar de kust om deze beter kunnen verdedigen. Vervolgens werd door hen de stad Dubrovnik gesticht.

Koninkrijk Kroatië[bewerken | brontekst bewerken]

De Kroaten, over wiens oorsprong diverse theoriën bestaan, arriveerden in het gebied waarschijnlijk in de vroege 7e eeuw. Zij organiseerden zich in twee stamhertogdommen; Pannonisch Kroatië in het noorden en Dalmatisch Kroatië of Primorska Kroatië in het zuiden. Grote delen van de kust en eilanden behoorden destijds ook tot het Byzantijnse Rijk, het Oostelijk Romeinse Rijk. Uit dit rijk werden er christelijke onderwijzers gestuurd naar Kroatië. Tegen de 9e eeuw was kerstening van de Kroaten compleet. De eerste Kroatische vorst die werd erkend door de paus was Branimir, die door Paus Johannes VIII dux Croatorum (Kroatische hertog) werd genoemd.

Het oudste bekende voorbeeld van het Glagolitische schrift. Gevonden op het eiland Krk.

In de late 8e eeuw werden beide hertogdommen vazalstaten van de Franken, die al kleine delen van Zagorje en Istrië bezaten. De twee Kroatische hertogdommen, die in 925 werden verenigd in het Koninkrijk Kroatië, bezaten ook grote delen van het huidige Bosnië en Herzegovina. Degene die in 925 de twee Kroatische vorstendommen verenigde was hertog Tomislav, die van dat jaar koning werd van een van de machtigste koninkrijken in Middeleeuws Europa. Traditioneel wordt beweerd dat dit koninkrijk zich strekte van de Adriatische Zee tot aan de rivier de Drava en vanaf de Raša tot de Drina.

Koning Tomislav overleefde de invasies van de Arpads, Hongaarse stammen, en wist delen van Pannonië te veroveren. Hierdoor begrenste Kroatië het Middeleeuwse Bulgaarse Rijk. Hoewel Kroatië door veel verschillende staten is veroverd heeft het koninkrijk bestaan tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het koninkrijk vocht veel met Hongarije die het land wilde veroveren.

Personele unie met Hongarije[bewerken | brontekst bewerken]

In oorlog tegen de Hongaren overleed de laatste autochtone koning Petar Svačić. In 1091 werd de broer van de laatste Kroatische koningin Jelena Lijepa, Ladislaus I van Hongarije, de koning van Kroatië. Omdat niet iedereen hier mee eens was leidde het tot een oorlog van 10 jaar en een verdrag (Pacta Conventa) tussen de Kroaten en Hongaren. Hierin werd beloofd dat Kroatië niet zou worden gekoloniseerd door Hongaren, het toestaan van een eigen koninkrijk met zijn de rechten en privileges en zelfbestuur onder een Ban. Hoewel Kroatië altijd het recht had een eigen koning te kiezen ontaarde dit in oorlog zowel in 1293 en 1403, wanneer dit gebeurde. De volgende 4 eeuwen werd Kroatië bestuurd door de Sabor en de Bans, aangewezen door de Hongaren.

De peronele unie werd beëindigd in 1526 met de Slag bij Mohács waarbij de Kroaten en Hongaren tegen de imperialistische Osmanen (Turken) vochten. Na deze slag, waarbij de Hongaarse koning Louis II omkwam, kozen de Kroaten de Habsburgers als de nieuwe leiders van het Koninkrijk Kroatië. Echter zou het koninkrijk erg klein blijven in het begin door de Turkse veroveringen en moest het troepen leveren tegen deze Islamtische overheersers.

Republiek van Ragusa[bewerken | brontekst bewerken]

Gedurende de Vierde Kruistocht werd Dubrovnik veroverd door de Venetiërs. Deze overheersing duurde tot 1358, in dit jaar werd namelijk het Verdrag van Zara getekend. Hierbij verloor Venetië haar Dalmatische grondgebied aan Hongarije en werd Dubrovnik een onafhankelijke staat; de Republiek Ragusa. Deze republiek dat leefte van de handel werd beschermd door de Habsburgers en de Osmanen tot dat Napoleon de stad veroverde in 1808 en het een onderdeel werd van de Illyrische Provincie onder de Fransen. De republiek van Dubrovnik was erg belangrijk voor de Kroatische literatuur en de ontwikkeling ervan gedurende de Renaissance en de Barokperiodes.

Osmaanse Rijk[bewerken | brontekst bewerken]

Ban Nikola Šubić Zrinski, een Kroatisch leider in de oorlogen tegen de Turken.

Na de val van het Koninkrijk Bosnië in 1463, dat enkele periodes ook grote delen van de Zuid-Dalmatische kust bezat (Šibenik, Split, Makarska, Cavtat), in de handen van het Osmaanse Rijk, had ook Kroatië te kampen met de Turkse invasies. De Turken bereikten al snel de rivier de Neretva en rukten zo steeds noordelijker op en bedreigten niet alleen de Hongaren maar ook de Venetiërs in Dalmatië. Hoewel grote delen van Kroatië onderdeel werden van het Turkse Rijk blijf het uiterste noorden van Kroatië (waaronder Istrië en Zagreb) vrij van de islamitische overheersers en bleef het koninkrijk bestaan. Tevens bleven veel kustplaatsen, terwijl zij wel door de Turken belegerd zijn, waaronder Dubrovnik, Split, Trogir en Zadar uit de handen van de Turken (net als de eilanden). Door de Osmaanse invallen werden Kroatische gebieden in Bosnië afgescheurd van het huidige Kroatië. De veroverde gebieden werden verdeeld in sanjaks waaronder de sanjak van Lika, Klis, Herzegovina en Bihać. Deze sanjaks waren op hun buurt weer onderdeel van de Bosnische pasjaluk met als hoofdstad afwisselend Sarajevo, Travnik en Banja Luka.

Gedurende de Grote Turkse Oorlog werd Slavonië en andere delen van het Kroatische binnenland heroverd, echter was de grens onstabiel en bleven grote delen, waaronder geheel Bosnië, onder Turkse heerschappij. Het gebied kende grote vluchtstromen van Kroaten uit Osmaans gebied naar noordelijkere delen en zelfs tot in Burgenland in Oostenrijk. Vandaag de dag woont hier nog een aanzienlijke minderheid Kroaten. Echter waren de Kroaten niet het enige volk in beweging, ook de Serviërs trokken steeds meer noordelijker. Deze orthodoxen verstigden zich ook in de Krajina, het huidige grensgebied van Kroatië en Bosnië en Herzegovina dat een militaire frontlinie tussen de Habsburgers en Osmanen zou worden. Deze Serviërs werden door de Habsburgers daar heen gehaald om de christelijke beschavingen te beschermen tegen de islamitische expansie. Tot op vandaag de dag wonen er in de Krajina minderheden Serviërs, die echter sinds Operatie Storm in 1995, als onderdeel van de Joegoslavische oorlogen, sterk verminderd zijn in aantal.

De Kroaten vochten de volgende oorlogen tegen de Turken:

De exacte einddatum van de oorlog wordt in twijfel getrokken. Sommige historici beschouwen namelijk de Vrede van Zsitvatorok in 1606 als einde van de oorlog.

De term Turks Kroatië werd gebruikt door de Osmanen en westerse kaartenmakers om de Bosnische Krajina aan te duiden. In 1717 werd het laatste Turkse gebied in het Dalmatische achterland met de plaats Imotski veroverd door de Venetianen. Vandaag de dag wordt dit gebied, de Dalmatische Zagora, beschouwd als het gebied met de meeste Turkse invloed in het huidige Kroatië.

Oostenrijk-Hongarije[bewerken | brontekst bewerken]

De in 1526 gevochten slag bij Mohács zorgde ervoor dat het Kroatische Parlement bij de Habsburgers aandrong om de controle over Kroatië over te nemen. De Habsburgse heerschappij bleek inderdaad een efficiënt middel te zijn tegen de oprukkende Ottomanen en tegen het einde van de 18e eeuw was het grootste deel van Kroatië niet meer in handen van de Turken. De rare halve maan-achtige vorm van Kroatië bleef meer of minder de frontlinie tussen het Ottomaanse Rijk en Europa. Istrië, Dalmatië en Dubrovnik kwamen tussen 1797 en 1815 uiteindelijk onder Habsburgse heerschappij te liggen. In 1868 werden het koninkrijk Kroatië en Slavonië verenigd en na de annexatie van Bosnië-Herzegovina leefden de Kroaten weer in een staatkundige eenheid. Na deze annexatie werd ook de militaire frontlinies in de krajina's afgeschaft. Gedurende de Oostenrijks-Hongaarse overheersing was Kroatië verdeeeld, zo viel het Koninkrijk Kroatië en Slavonië onder Hongarije en het Koninkrijk Dalmatië (inclusief de Baai van Kotor) en Istrië (onderdeel van het Küstenland) vielen onder Oostenrijk.

Gedurende de tweede helft van de 19e eeuw probeerden pro-Hongaarse en pro-Oostenrijkse politieke partijen de Kroaten tegen de Serviërs op te zetten, die een groot percentage van de Kroatische bevolking vormden. Dit mislukte echter toen een Kroatisch-Servische coalitie in 1906 de verkiezingen won, deze situatie bleef onveranderd tot de Eerste Wereldoorlog, na welke de Centraal-Europese multi-etnische Donaurepubliek uiteenviel. In deze oorlog moesten de Kroaten in het Oostenrijks-Hongaarse leger vechten tegen hun vijand Servië.

1e Joegoslavië[bewerken | brontekst bewerken]

Na het verlies van de Centralen in de Eerste Wereldoorlog verklaarde de Sabor op 29 oktober 1918 zich onafhankelijk om vervolgens de Staat der Slovenen, Kroaten en Serven op te richten. Al snel werd het land door Italië in Istrië en Dalmatië aangevallen. Italië maakte aanspraak op deze gebieden en als beloning voor het vechten aan de kant van de Entente in WO I. Op 1 december 1818 werd de staat verenigd met het Koninkrijk Servië (inclusief Macedonië en sinds 1918 ook Vojvodina) en Montenegro. Dit werd het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen, dat in 1929 werd omgedoopt tot Koninkrijk Joegoslavië door koning Alexander I. Sindsdien was het land een dictatuur waarin de Serviërs domineerden. In 1934 werd deze koning door middel van een samenzwering van de Binnenlandse Macedonische Revolutionaire Organisatie en de Kroatische Ustaša in Marseille vermoord.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Op 6 april 1941 werd Joegoslavië vanuit elke windrichting aangevallen door Nazi-Duitsland, fascistisch Italië en hun bondgenoten. Het koninklijke leger werd in 10 dagen verslagen en Kroatië werd met Bosnië en Herzegovina en Syrmië verenigd in de Onafhankelijke Staat Kroatië, een fascistische vazalstaat onder de Ustaša's van Ante Pavelić. Grote delen van Dalmatië werden echter veroverd door Italië (Istrië was al Italiaans). Onder de Ustaša's werden net zoals in Duitsland concentratiekampen opgericht. Hierin werden joden, zigeuners en Serviërs onder gebracht in barre omstandigheden. Deze tijden worden gekenmerkt door de grote massaslachtingen onder vijanden van de staat, waaronder ook Kroaten (en moslims(later Bosniakken)) die openlijk anti-fascist of communist waren.

Het brute regime van Pavelić genoot echter weinig populairiteit onder de bevolking. Veel Kroaten steunden dan ook de Joegoslavische Partizanen, die probeerden Joegoslavië te bevrijden. De partizanen onder Josip Broz, beter bekend als Tito, waren succesvol in hun guerilla en wisten gelijdelijk grotere gebieden te bevrijden. De partizanen vochten zowel tegen de Axis-machten (met name Duitsland) als de Ustaša's en Četniks, Servische nationalisten die samenwerkten met de fascisten.

Na het verlies van de Axis werd er afgerekend met de Ustaša's die massaal het land probeerden te ontvluchten. Het beroemste voorbeeld hiervan is het Bloedbad van Bleiburg net over de Oostenrijkse grens. Tevens werden er in Istrië Italianen vermoord of gedwongen naar Italië te vertrekken.

2e Joegoslavië[bewerken | brontekst bewerken]

Na de overwinningen van de communistische partizanen werd het Joegoslavië van voor de oorlog weer herenigd. Echter deze keer onder een communistisch regime onder leiding van Tito en geen Servisch koninkrijk. Tito deed er alles aan om Joegoslavië bij elkaar te houden en ging uit van Broederschap en Eenheid, dit betekende dat nationalistische uitingen sterk werden onderdrukt, waaronder ook de Kroatische Lente in de jaren'70. Het land nam al snel afstand van de Sovjet-Unie en werd economisch ondersteund door het westen. Het land kende een milde vorm van communisme en Tito wist het land neutraal te houden in de Koude Oorlog. Hierdoor kende Joegoslavië veel bondgenoten in beide blokken. Tevens was het een Joegoslavisch initiatief om het op te richten. Onder dit bewind wist Kroatië zich economisch te ontwikkelen en met name de kusten werden geliefde vakantiebestemmingen en Kroatië was na Slovenië de rijkste republiek van Joegoslavië. Toen in 1980 Tito overleed leefde het nationalisme van de bevolkingsgroepen op en begonnen de Kroaten meer autonomie en later onafhankelijkheid na te streven.

Republiek Kroatië[bewerken | brontekst bewerken]

Op 25 juni 1991 verklaarde Kroatië zich onder Franjo Tudjman, die eerder verkiezingen had gewonnen, onafhankelijk. De JNA, het federale leger, accepteerde dit niet en viel Kroatië aan. Het federale leger bestond echter nog slechts uit Serviërs en Montenegrijnen die steeds meer een Groot-Servië nastreefden. In Kroatië woonde een grote minderheid Serviërs in de Krajina die tegen een Kroatische onafhankelijkheid waren. Deze Kroatische Serviërs hadden zich al onafhankelijk verklaard in de Republiek van de Servische Krajina. Hierdoor had Kroatië een periode lang geen controle over 1/3e van haar grondgebied. Dit veranderde in 1995 in Operatie Storm onder generaal Ante Gotovina, vandaag de dag een held voor grote delen van de bevolking. Deze offensieven zorgden voor een massale exodus van de Servische bevolking.

Enkele maanden later eindigde de oorlog na onderhandelingen over het Verdrag van Dayton. Onder supervisie van de VN werd het overige Servisch-beheerste gebied op vreedzame wijze geïntegreerd in het nieuwe Kroatië. Op 15 januari 1992 werd Kroatië officieel erkend door de Europese Unie, waarvan het vandaag de dag een kandidaatlidstaat is. Een voorwaarde hiervoor was echter wel dat het land volledig moest meewerken aan het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.