Groep B

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lancia Rally 037.
Ford RS200.
Audi Sport Quattro E2.

Groep B refereert aan een pakket van regels dat begin jaren tachtig door de FIA werd geïntroduceerd in de rallysport en racerij. De klasse wordt gekenmerkt aan het feit dat er weinig regels aan verbonden waren qua technisch vernuft. De auto's worden getypeerd door hun snelheid, kracht, complexiteit en mede daarom het spektakel wat ze met zich mee brachten. De klasse werd een enorm succes, toen bleek dat het meer constructeurs en publiek aantrok. De keerzijde van dit alles was echter dat de kosten omhoog gingen en de garantie op veiligheid van zowel rijders en toeschouwers als miniem werd geacht. Na een serie van dodelijke ongevallen werd de klasse in 1986 verboden, ingaand vanaf het seizoen van 1987. Op het circuit bleek Groep B minder succesvol en stierf daar al een veel snellere dood.

Voorafgaand aan Groep B[bewerken | brontekst bewerken]

De voorganger van de Groep B klasse waren de Groep 1 tot en met 4 wagens, waar de hoogst genummerde de dominerende klasse was in de rallysport. De auto's waren in de meeste gevallen normaal geaspireerde, achterwielaangedreven modellen. Voor homologatie van de FIA, moest voorafgaand aan competitie een productie plaatsvinden met minimaal 400 exemplaren voor goedkeuring. Daarnaast bestonden er ook nog de Groep 5 tot en met 9 klasse, de zogenaamde "Prototype-klasse". Dit zorgde voor een vrij ingewikkeld systeem, waar in principe alle modellen vrij waren van participatie. Daarnaast konden de teams sjoemelen door bijna gelijke modellen in de verschillende groepen te segmenteren. Deze vrijheid werd later beperkt, wat eind jaren zeventig leidde tot de ontwikkeling van een nieuwe klasse; De Groep B.

In 1979 legaliseerde de FIA vierwielaandrijving in de rallysport. In eerste instantie drongen constructeurs niet aan deze functie in gebruik te nemen, gezien de complexiteit van het systeem en het extra gewicht wat het met zich mee bracht. Het was het voor de rallysport nog onbekende Audi die de spits zou afbijten. In 1980 introduceerde zij de revolutionaire Audi Quattro, die ook gelijk een impact zou maken op de internationale rallypaden. De eerste grote overwinning kwam vroeg in 1981 tijdens de Oostenrijkse Jänner Rallye, met Franz Wittmann achter het stuur. In het Wereldkampioenschap Rally maakte de Quattro ook een sterk debuut mee, waar Hannu Mikkola lange tijd aan de leiding lag van de Monte Carlo Rally, totdat hij met mechanische problemen moest opgeven. Het team van Audi behaalde uiteindelijk drie overwinningen in hun debuut seizoen, waaronder de zege van Michèle Mouton in de San Remo Rally, die hierbij de eerste en vooralsnog enige vrouwelijke winnaar is van een WK-Rally. Bij deze werd de potentie van vierwielaandrijving erkend.

Groep N, A en B[bewerken | brontekst bewerken]

In 1982 introduceerde de FIA drie nieuwe klassen: Groep N (standaard productieklasse), Groep A (aangepaste productieklasse) en de Groep B (aangepaste sportauto's). Terwijl bij Groep N en A voor homologatie een massaproductie bestond (van 5000 per jaar), waren er voor Groep B slechts 200 (eenmalig) geproduceerde modellen benodigd. Voor Groep B werd toegestaan dat ze ieder jaar voor een geëvolueerd model slechts 20 nieuwe voorbeelden nodig hadden. Terwijl de twee lichtere klassen zich aan vrij strikte regels moest houden, werd er met de Groep B klasse soepeler omgegaan. Constructeurs konden hierin namelijk het hoogste technisch vernuft in hun auto's kwijt, en konden daarom met zeer futuristische modellen komen aanzetten. Door deze punten merkte de FIA dat veel constructeurs interesse begonnen te wekken voor de ontwikkeling van een Groep B model. Zij dachten namelijk dat achter- of vierwielaangedreven modellen met centraal geplaatste motoren, de weg naar de toekomst was. Later bleek echter dat achterwielaandrijving minder competitief zou zijn en dat ook auto's met turboaandrijving geleidelijk aan een gewoonte werd. Dit laatste zorgde er mede voor dat de auto's enorm krachtig werden, gezien de minimale restricties op dat moment.

Omdat deze niet in een hoog aantal werden geproduceerd, kon Groep B in theorie gebruikt worden voor de homologatie van sportwagens die ook in productie werden genomen, wat niet kon in Groep N en A, waarin tweezitters tevens werden uitgesloten. Vandaar dat gaandeweg ook merken als Porsche en Ferrari met Groep B modellen aan kwamen zetten.

Groep B werd in verschillende klassen onderverdeeld, gebaseerd op de cilinderinhoud. Elke klasse had zijn eigen opgestelde regels qua gewicht, wielwijdte etc. De belangrijkste klassen voor Groep B waren de 3000 cc (2142.8 cc met compressor of turbo), minimaal 960 kg (Audi Quattro, Lancia 037) en de 2500 cc (1785 cc), minimaal 890 kg (Peugeot 205 T16, Lancia Delta S4). De 4000 cc, minimaal 1100 kg modellen, zouden meer bedoeld zijn voor het circuit.

Onderverdeling in Groep B[bewerken | brontekst bewerken]

Normaal geaspireerd cilinderinhoud Compressor/turbo cilinderinhoud Gewicht Velg diameter Auto
2000 cc 1428 cc 820 kg 20" Renault 5 Turbo, Citroën Visa
2500 cc 1785 cc 890 kg 22" Peugeot 205 T16, Lancia Delta S4
3000 cc 2142.8 cc 960 kg 22" Audi Quattro, Lancia Rally 037
4000 cc 2857 cc 1100 kg 24" Ferrari 288 GTO, Porsche 959

1983-1985[bewerken | brontekst bewerken]

Peugeot 205 Turbo 16 (E2), met twee rijders- en constructeurstitels, de succesvolste Groep B-auto.

Hoewel Audi min of meer de voortrekker van deze klasse was, debuteerde Lancia tijdens de Rally van Corsica in 1982 als eerste met een officieel Groep B-model, genaamd de Rally 037. De eerste versie van deze auto kon het de andere teams (nog onder Groep 4-regels) niet lastig maken, maar het doorgeëvolueerde model dat het jaar daarop verscheen, kon wel voor de prijzen gaan. In 1983 werd Groep B de vervanger van Groep 4. Aan het begin van het seizoen reden de meeste teams nog met hun "Groep 4" modellen, maar kwamen gedurende het seizoen ook met doorgeëvolueerde Groep B wagens. Audi en Lancia bleken het meest aan elkaar gewaagd te zijn. Mede omdat de andere teams nog met minder radicale modellen rondreden. De Fin Hannu Mikkola kreeg de eer om de rijderstitel op zich te nemen, terwijl Lancia kampioen werden bij de constructeurs.

In 1984 ontstond er al een grotere kloof tussen de twee teams. Audi profiteerde optimaal van de vierwielaandrijving en Lancia, die eerst niet geloofden in Audi's systeem, begonnen ook aan de ontwikkeling van een nieuw rallywapen. Ondertussen was hun achterwielaangedreven model, ondanks dominantie op verharde ondergrond, kansloos voor een titel. Audi besefte wel dat hun huidige Quattro aan vervanging toe was. De Quattro was te lang en te zwaar en men dacht door onder meer een kortere wielbasis te hanteren dit de hanteerbaarheid ten goede zou komen. De opvolger van de Quattro A2, de Sport Quattro was gebaseerd op de originele Quattro, maar was ontdaan van een stuk van de achtercarrosserie, had meer lichtgewicht onderdelen en had bovendien een krachtigere 20 kleps 5 cilinder motor onder het vooronder. Echter de bekende nadelen van de originele Quattro bleven bestaan: de motor was nog steeds gepositioneerd voor de vooras, waardoor de balans niet optimaal was. Audi-rijder Stig Blomqvist zag dit probleem in, en koos ervoor om het grootste deel van het seizoen nog met het oude model Quattro af te werken, wat beloond werd met een rijderstitel en Audi's tweede constructeurskampioenschap. Ondanks dit succes werd Audi wel opgeschrikt door Peugeots entree in het kampioenschap met hun compacte 205 Turbo 16, die hiermee tijdens de Rally van Corsica debuteerde onder het toeziend oog van teamleider Jean Todt. Ook zij maakten gebruik van vierwielaandrijving en een centraal geplaatste motor. De korte wielbasis zorgde er mede voor dat de auto vlot door snelle bochtencombinaties kon gaan. Kopman Ari Vatanen won met overtuiging drie WK-Rally's in het "oefenjaar" van de 205.

Vatanen en Peugeot begonnen aan het seizoen van 1985 waar ze in 1984 mee eindigden. Vatanen won de eerste twee rondes van het WK-Rally en zijn nieuwe teamgenoot Timo Salonen won de derde in Portugal. Audi zat dichtbij, maar merkte dat de achterstand steeds groter werd. Halverwege het seizoen debuteerde Audi met de spectaculaire Sport Quattro Evolution 2, waarmee Peugeot echter niet ontdaan werd van zowel de rijders- als constructeurstitel. Het was niet Vatanen, maar Salonen die kampioen werd. Vatanen had een bijna fataal ongeluk tijdens de WK-ronde in Argentinië en was ruim een jaar uit de roulatie. Salonen werd vervolgens Peugeot's kopman en werd met vijf overwinningen overtuigend wereldkampioen. Lancia kende een frustrerende start van het seizoen. De ontwikkeling van de nieuwe Delta S4 verliep traag en het team moest nog genoegen nemen met de Rally 037. Groep B werd dat jaar voor het eerst opgeschrikt met het dodelijk ongeluk van Lancia-rijder Attilio Bettega tijdens de Rally van Corsica. Het contrast werd gelegd met een overtuigende één-twee tijdens de afsluitende RAC Rally, nu met de radicale Delta S4. De S4 was net als menig concurrentie vierwielaangedreven, echter had Lancia een uniek systeem bedacht met de combinatie van zowel een turbo als een compressor, waarbij de laatst genoemde moest zorgen voor genoeg vermogen bij een laag toerental. Het jonge talent Henri Toivonen won de rally voor teamgenoot Markku Alén. Op dit moment rees de interesse van constructeurs ook steeds meer in het kampioenschap. Austin-Rover debuteerde tijdens diezelfde RAC Rally hun normaal geaspireerde MG Metro 6R4, en eindigde knap derde in het eindklassement. Ook Ford liet zich na zes jaar weer zien op het hoogste niveau, met de zeer onderscheidende RS200, op dat moment nog als voorauto en niet rijdend voor competitie. Deze interesse en hoge competitiviteit gaf veel voorspoed voor het seizoen van 1986.

1986[bewerken | brontekst bewerken]

De radicale Delta S4 van Lancia.

Zowel de technologie als populariteit van de Groep B's stond op het hoogtepunt van haar bestaan. Op dat moment had de FIA al een opvolger voor Groep B in gedachten, onder de naam Groep S. Hier mochten constructeurs met nog futuristischer modellen aankomen, echter werden deze gelimiteerd tot 300 pk. Wel waren hiervoor slechts tien voorbeelden nodig voor homologatie.

Het seizoen had een spectaculaire start met een gedenkwaardige overwinning van Lancia-rijder Toivonen tijdens de Monte Carlo Rally. In Zweden debuteerde Ford hun RS200 met rijders Stig Blomqvist en Kalle Grundel, waar de laatst genoemde sterk derde werd in de eindstand. Tijdens de derde ronde in Portugal ging het echter helemaal mis. Op de altijd druk bezochte openingsproef nabij Estoril verloor de Portugese rallyrijder Joaquim Santos de macht over het stuur van zijn Ford RS200, na het ontwijken van mensen die zich gepositioneerd hadden op de weg. Hij belandde hierdoor aan de rechterzijde in het publiek. Er vielen drie doden en er raakte tientallen mensen gewond. Als reactie trokken, tot FIA's ongenoegen, alle fabrieksrijders zich terug uit de rally, aangezien ze het niet verantwoord vonden om nog verder te rijden onder deze omstandigheden. De rijders benadrukten dat de snelheid van de auto's hier niks mee te maken had, en gaven de schuld voornamelijk aan de organisatie die al jarenlang te laks met publieksveiligheid omging. De FIA wilde hier echter weinig van weten en hing een eerste waarschuwing aan de broek van Groep B.

Op 2 mei van dat jaar ging het voor een tweede keer gruwelijk mis. Tijdens de Rally van Corsica verongelukten Lancia's Henri Toivonen en navigator Sergio Cresto dodelijk, nadat hij een scherpe linkse bocht miste, zijn Delta S4 vervolgens het ravijn in reed, waarna de auto op zijn kop sloeg. In de actie werd de benzinetank (gelegen onder de rijderscabine) met boomstronken doorboord, wat bij de landing prompt een explosie veroorzaakte. Toivonen en Cresto verbrandden levend.

Slechts enkele uren na het ongeluk kwam de FIA president Jean-Marie Balestre met de aankondiging dat de Groep B klasse vanaf het seizoen van 1987 werd verboden, en dat de Groep A de vervanger moest worden. Bij deze kende de door FIA zelf voorgestelde Groep S klasse ook geen doorgang.

Het resterende seizoen werd uiteindelijk een machtsstrijd tussen Peugeot en Lancia, met rijders Juha Kankkunen en Markku Alén. De San Remo Rally in oktober van dat jaar zou allesbeslissend zijn voor de titelstrijd, al werd dit pas duidelijk na afloop van het seizoen. Aan de vooravond van de laatste dag van de rally, werd het team van Peugeot in zijn geheel uit de wedstrijd gehaald, nadat de technische commissie de conclusie trok dat Peugeot gebruik maakte van illegale zijskirts. Lancia had namelijk protest ingediend bij de organisatie, die uiteindelijk instemde voor een diskwalificatie. Peugeot diende protest in bij de FIA, wat uiteindelijk later pas gevolg zou hebben. De rally werd bij deze simpel gewonnen door Lancia-rijder Alén. Toen het kampioenschap niet werd beslist in Groot-Brittannië, moest het uiteindelijk uitgevochten worden in de Verenigde Staten, de nieuwkomer dat seizoen. De rally werd beslist in het voordeel van Alén, die bij deze zijn eerste titel in de wacht sleepte. Elf dagen na zijn kampioenschap werd er voor Lancia roet in het eten gegooid door de FIA, die op Peugeots protest terugkwam en besloot de resultaten van de rally te annuleren, waardoor zowel het constructeurs- als rijderskampioenschap verloren ging en bij deze in handen kwam van Peugeot en rijder Juha Kankkunen.

Groep B na 1986[bewerken | brontekst bewerken]

Ari Vatanen's 205 Turbo 16 in Dakar uitvoering.

Alhoewel Groep B werd verboden uit het wereldkampioenschap rally, zag de klasse nog wel doorgang in andere disciplines. Peugeot was in de resterende jaren tachtig en vroege jaren negentig nog succesvol met de 205 en 405 Turbo 16 in de fameuze Dakar Rally, met rijders Ari Vatanen en Juha Kankkunen. Ook reden ze een aantal keer met succes de Pikes Peak Heuvelklim in Noord-Amerika. Ook Audi was hier met succes in actief met een omgebouwde Sport Quattro S1. Audi gebruikte hun ervaring om in 1988 over te stappen naar het circuit, in de Trans Am en IMSA GTO kampioenschappen in de Verenigde Staten. Veelal van de late Groep B auto's waren nog tot en met 1992 actief in de Rallycross, her en der in Europa. In verschillende nationale kampioenschappen waren Groep B auto's (categorie 3000 cc) nog actief en tegenwoordig rijden vooral in de Britse en Ierse evenementen nog vele Metro 6R4's rond. De Porsche 959 heeft nooit deelgenomen aan een WK-Rally, maar was wel succesvol in de Dakar Rally en rally's in het Midden-Oosten.

Tegenwoordig zijn Groep B auto's nog geregeld actief te zien als showauto's in (historische) rallyevenementen en motorshows. De zogenaamde Slowly Sideways, opgericht door autosport fotograaf Reinhard Klein, brengt een aantal keer per jaar verschillende Groep B auto's bij elkaar om op snelheid deel te nemen aan rally's, buiten het officiële klassement. In recente jaren worden Groep B auto's ook gebruikt in computerspellen zoals Gran Turismo en Colin McRae Rally, waarin de auto's toepasselijk moeilijk te besturen zijn.

Overzicht[bewerken | brontekst bewerken]

Groep B auto's[bewerken | brontekst bewerken]

Merk Model Actief in WK
Vlag van Duitsland Audi Quattro A1

Quattro A2

Sport Quattro

Sport Quattro E2

1983

1983, 1984

1984, 1985

1985, 1986

Vlag van Duitsland BMW M1 Turbo * 1983
Vlag van Frankrijk Citroën Visa

BX 4TC

1983, 1984, 1985

1986

Vlag van Italië Ferrari 308 GTB *

288 GTO Evoluzione

1983, 1985

-

Vlag van Verenigde Staten Vlag van Verenigd Koninkrijk Ford RS1700T

RS200

-

1986

Vlag van Rusland Lada VFTS -
Vlag van Italië Lancia Rally 037

Delta S4

1983, 1984, 1985, 1986

1985, 1986

Vlag van Japan Mazda RX7 1984, 1985
Vlag van Japan Mitsubishi Starion 4WD -
Vlag van Japan Nissan 240RS 1983, 1984, 1985
Vlag van Duitsland Opel Ascona 400

Manta 400

Kadett 400

1983

1983, 1984, 1985

-

Vlag van Frankrijk Peugeot 305 V6

205 Turbo 16

205 Turbo 16 E2

405 Turbo 16

-

1984, 1985

1985, 1986

-

Vlag van Duitsland Porsche 911 SC RS *

959

1984, 1985, 1986

-

Vlag van Frankrijk Renault 5 Turbo

5 Maxi Turbo

1983, 1984

1985

Vlag van Verenigd Koninkrijk Rover-MG Metro 6R4 1985, 1986
Vlag van Tsjechië Škoda 130 LR 1985, 1986
Vlag van Japan Toyota Celica TCT

MR2

1983, 1984, 1985, 1986

-

* Niet fabrieks gesteund.

Groep B rijders[bewerken | brontekst bewerken]

Rijder Merk
Vlag van Finland Markku Alén Lancia
Vlag van Frankrijk Jean-Claude Andruet Lancia, Citroën
Vlag van Italië Attilio Bettega Lancia
Vlag van Italië Miki Biasion Lancia
Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi, Ford
Vlag van Zweden Per Eklund Audi, MG
Vlag van Zweden Mikael Ericsson Lancia
Vlag van Zweden Kalle Grundel Ford, Lancia
Vlag van Finland Juha Kankkunen Toyota, Peugeot
Vlag van Kenia Shekhar Mehta Nissan, Peugeot
Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi
Vlag van Frankrijk Michèle Mouton Audi, Peugeot
Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Pond MG
Vlag van Frankrijk Jean Ragnotti Renault
Vlag van Duitsland Walter Röhrl Lancia, Audi
Vlag van Frankrijk Bruno Saby Renault, Peugeot
Vlag van Finland Timo Salonen Nissan, Peugeot
Vlag van Finland Henri Toivonen Opel, Lancia
Vlag van Finland Ari Vatanen Opel, Peugeot
Vlag van Zweden Björn Waldegård Toyota
Vlag van Verenigd Koninkrijk Malcolm Wilson MG

Titels in WK[bewerken | brontekst bewerken]

Seizoen Rijder Auto Merk
1983 Vlag van Finland Hannu Mikkola Audi Quattro A1

Audi Quattro A2

Vlag van Duitsland Audi
1984 Vlag van Zweden Stig Blomqvist Audi Quattro A2

Audi Sport Quattro

Vlag van Duitsland Audi
1985 Vlag van Finland Timo Salonen Peugeot 205 Turbo 16

Peugeot 205 Turbo 16 E2

Vlag van Frankrijk Peugeot
1986 Vlag van Finland Juha Kankkunen Peugeot 205 Turbo 16 E2 Vlag van Frankrijk Peugeot