Trans-uitsluitende radicaal feminist

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Een trans-uitsluitende radicaal feminist is een radicaal feminist die transgender vrouwen niet als vrouw beschouwt.[1] Het begrip werd in 2008 als trans-exclusionary radfem (TERF) activists geïntroduceerd door de radicaal-feministische blogger Tigtog ofwel Viv Smythe als neutrale aanduiding voor de minderheid van radicaal feministen die trans vrouwen niet accepteert.[1] Het heeft echter een geschiedenis die teruggaat tot de jaren 1970.[2]:62 [3][4][5]:242 [6] Het was lange tijd een beweging in de marge, ook binnen het radicaal feminisme.

Het acroniem TERF heeft gaandeweg mede een negatieve connotatie verkregen, vooral voor degenen die ermee aangeduid worden.[7]:227 Een deel noemt zichzelf dan ook sinds de jaren 2010 wel genderkritische feministen.[8]:681 Aangezien de expliciete trans-uitsluitende retoriek een brede acceptatie in de weg staat, kent de genderkritische beweging een aangepaste taal met ogenschijnlijk vriendelijkere benamingen als pro-vrouw in plaats van anti-trans. Deze hondenfluitjes gaan wel gepaard met deugpronken waarbij de gendercriticus zich opwerpt als beschermer van traditionele waarden als het gezin als hoeksteen van de samenleving, christelijke cultuur en kinderen.[9][10][11]

In hoeverre TERF een scheldwoord of slur is, wordt betwist.[12][13][14][15] In dit artikel zullen de termen TERF en genderkritische feminist zoveel mogelijk vermeden worden, behalve waar het expliciet onderdeel is van de geschiedenis.

Standpunten[bewerken | brontekst bewerken]

The Transsexual Empire. The Making of the She-Male uit 1979 van Janice Raymond is lange tijd het belangrijkste werk geweest van de trans-uitsluitende radicaal feministen.[16] Een van de bezwaren van Raymond is dat transgenders weliswaar stellen de genderconformerende normen uit te dagen, maar deze juist bevestigen door de ene genderrol te verwisselen voor de andere. Dit ultimate criterion of being a woman voor trans vrouwen zou dan ook nog slechts een oppervlakkig stereotype zijn van hoe mannen een vrouw zien.[16]:80 Raymond stelde dat a superficial stereotyping process of masculinization or feminization is precisely what does take place in the transsexual situation.[16]:4 Volgens Raymond is transseksualiteit geen medische of biologische zaak, maar een sociaal probleem door de definitie van de patriarchale samenleving van wat mannelijkheid en wat vrouwelijkheid zou zijn.[16]:16 Door transseksualiteit zou de vrouw niet meer nodig zijn.[16]:168 Raymond zag ook een gevaar dat trans vrouwen ongemerkt toegang konden krijgen in vrouwenruimtes. Verder zouden zij als eunuch het patriarchaat in stand kunnen houden.[16]:104-106

De medicalisatie van transseksualiteit zou stimuleren dat mensen, vooral kinderen, die niet genderconform zijn, gezien worden als potentiële kandidaten voor geslachtsaanpassende operaties, waarna sociaal conformisme zou stimuleren dat deze operaties ook echt uitgvoerd zouden worden.[17]:xvii Ze stelt daarnaast dat de operaties als verminkingen zijn te beschouwen, met alle risico's voor de chirurgen die daarmee gepaard gaan.[16]:39-40 Ze trekt ook paralellen tussen deze operaties en die van nazi-artsen.[16]:148-152 Gezien haar bezwaren, vond Raymond dan ook dat de sociale en medische ondersteuning van transgenders moest verdwijnen.[18]

Reactie vanuit transgenderstudies[bewerken | brontekst bewerken]

Het werk van Raymond zette indirect het begin van transgenderstudies in gang. Sandy Stone werd expliciet genoemd door Raymond en ondervond daar de nadelige effecten van. In 1987 reageerde zij met The Empire Strikes Back: A Posttranssexual Manifesto.[19] Stone lijkt enkele bezwaren te delen met Raymond, zoals weerstand tegen medicalisering en tegen het genderconformerende gedrag van sommige transseksuelen en dat een trans vrouw anders opgroeit dan een cisvrouw. De weerstand van Stone tegen de medicalisering kwam echter door de kwalificatie van transseksualiteit in DSM-III als stoornis en dan ook nog eens op basis van ondermaatse studies. Daarnaast stoorde zij zich aan het stereotype beeld van de vrouw dat naar voren kwam in autobiografieën van trans vrouwen. Doordat dezen zich conformeerden aan het performatief gender van de vrouw naar de definitie van de westerse blanke man, bevestigden zij het genderbinaire model waarbij zich niets bevond tussen hun oude mannelijke en hun nieuwe vrouwelijke persoon. Stone vond het dan ook niet vreemd dat feministen dit verdacht vonden. Dit gedrag werd echter gestimuleerd door genderklinieken die alleen overgingen tot geslachtsaanpassende operaties als zij meenden dat iemand voldoende vrouwelijk was. Zij volgden daarbij de criteria uit The Transsexual Phenomenon van Harry Benjamin, het enige medische werk op dit vlak. Dit werk had dan ook grote bekendheid binnen de transseksuele gemeenschap, die al snel overgingen op passing om maar in aanmerking te komen voor de transitie.

Zowel de benadering van transseksualiteit door medici als stoornis en door trans-uitsluitende radicale feministen als sociaal probleem is dat dit de agency van de transseksuelen zelf ontkent, enerzijds door infantilisering, anderzijds als slaaf van het patriarchaat. De transseksuelen hebben hier geen betoog tegenover gesteld, aangezien zij zich aangewend hebben om te assimileren in de heteronormatieve samenleving om geaccepteerd te worden.

Stone stelde voor om de genderidentiteit van transgenders juist buiten het genderbinaire model te zoeken, niet als derde geslacht, maar als nog verder te onderzoeken genre, zonder daarbij het verleden van voor de transitie uit te wissen. Deze posttransseksuele benadering, de basis van het latere transfeminisme, zou wel veel moed vergen, aangezien diegenen zichtbaar zouden worden.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

In de tweede feministische golf onderscheidde het radicaal feminisme zich van het socialistisch feminisme. De meeste vroege vrouwenbevrijdingsbewegingen hadden de vrouwenonderdrukking toegeschreven aan het kapitalistische systeem en zij waren dan ook loyaal aan links of meer specifiek Nieuw Links. Een sociale revolutie zou volgens deze politico's de vrouwenbevrijding bewerkstelligen. Het socialistisch feminisme had dan ook een marxistische invloed. Tussen 1967 en 1969 ontstond een splitsing met het radicaal feminisme dat stelde dat mannelijke suprematie en vrouwenonderdrukking niet slechts voortkwamen uit kapitalisme. Het radicaal feminisme wilde zich dan ook niet onderwerpen aan Nieuw Links. Vrouwen en mannen zouden elk een klasse vormen op basis van geslacht waarbij de mannen de onderdrukkers zijn en vrouwen de onderdrukten. Waar het liberaal feminisme de positie van de vrouw wilden verbeteren binnen de bestaande structuren, zagen de radicale feministen deze als deel van het patriarchaat en daarmee als onderdeel van het probleem van vrouwenonderdrukking. De discussie over welke structuren in de plaats moesten komen voor gezin, huwelijk, liefde en heteronormativiteit maakte radicaal feminisme begin jaren 1970 de meest dynamische feministische stroming.[20]:3-4

In de marge daarvan ontstond begin jaren 1970 binnen het radicaal feminisme een strijd over transseksualiteit. Radicaal feministen als Andrea Dworkin en Catharine MacKinnon accepteerden trans vrouwen binnen de emancipatiestrijd. Anderen – als Janice Raymond, Mary Daly, Germaine Greer, Robin Morgan en Sheila Jeffreys – zijn van mening dat trans vrouwen van het mannelijk geslacht zijn.[21]

Vroege transuitsluiting[bewerken | brontekst bewerken]

Sylvia Rivera in 1973 tijdens de Christopher Street Liberation Day naast een spandoek van Street Transvestite Action Revolutionaries (STAR)

De transgenderbeweging was in de jaren 1970 grotendeels verborgen in de drag-scene en had moeite een plek te vinden in de homobevrijdingsbeweging. Zo sloot Jean O'Leary tijdens een toespraak op de Christopher Street Liberation Day in 1973 de transbeweging buiten de voorgestelde regelgeving voor de homobeweging, aangezien zij dacht dat dit de regelgeving zou compliceren. Ze noemde Sylvia Rivera, een van de leiders van de Stonewall-rellen en medeoprichter van Street Transvestite Action Revolutionaries (STAR), ook a man in women's clothing, iets waar zij later overigens spijt van had, aangezien zij als lesbiënne zelf juist pogingen tot uitsluiting van lesbiënnes had ervaren binnen de National Organization for Women door onder meer voorzitter Betty Friedan die sprak over een lavender menace.[22]:150-162

Tijdens de West Coast Lesbian Conference dat jaar was de aanwezigheid van transgender vrouw Beth Elliott controversieel en zij werd door Robin Morgan van Women's International Terrorist Conspiracy from Hell (W.I.T.C.H.) betiteld als an opportunist, an infiltrator, and a destroyer – with the mentality of a rapist:

No, I will not call a male "she"; thirty-two years of suffering in this androcentric society, and of surviving, have earned me the title "woman"; one walk down the street by a male transvestite, five minutes of his being hassled (which he may enjoy), and then he dares, he dares to think he understands our pain? No, in our mothers' names and in our own, we must not call him sister.[23]:180

Het optreden van Elliott daarna werd verstoord door een deel van het publiek dat het podium bestormde om Elliot aan te vallen, waarbij Harrison en Tyler klappen kregen toen zij voor Elliott in de bres sprongen. Zo begon de troop van de transseksuele verkrachter in de lesbische beweging. Het tijdschrift Dykes & Gorgons richtte zich tegen de aanwezigheid van transgender vrouwen in lesbische organisaties.[7]:129-132

In 1977 werd het radicaal-feministische platenlabel Olivia Records het mikpunt van haatmail en doodsbedreigingen aangezien transgender vrouw Sandy Stone er geluidstechnicus was. De lesbisch-separatistische militie Gorgons dreigde Stone te vermoorden als Olivia met haar zou verschijnen in Seattle en inderdaad werden tijdens de tour daar wapens ingenoemen van deze groep.[24] Janice Raymond begon een campagne tegen Stone, aangezien deze het label te gronde zou richten, wat uiteindelijk in 1979 leidde tot het boek The Transsexual Empire. The Making of the She-Male dat een definiërend zou worden voor de antitransbeweging. Ook verkrachting werd hier weer opgebracht:

All transsexuals rape women's bodies by reducing the real female form to an artifact, appropriating this body for themselves.[16]:104[7]:132-135

Raymond stelde dan ook:

the problem of transsexuality would best be served by morally mandating it out of existence.[16]:178

Stone – die onder meer gewerkt had met Jimi Hendrix, Van Morrison, Crosby & Stills, Mississippi John Hurt, Marty Balin en The Byrds – verliet het label daarop om geen verdere onrust te veroorzaken. Aanvankelijk werd zij opnieuw lastiggevallen in haar nieuwe gemeenschap in Santa Cruz vanwege haar transzijn.

Een van de criteria voor het vrouwzijn zou volgens Raymond chromosaal zijn, het karyotype 46,XX.[25] Naast dit biologisch essentialisme en determinisme zou van belang zijn dat een vrouw anders opgroeit dan een man, aangezien de maatschappij beiden anders behandelt.[26] Tegelijkertijd waarschuwde Raymond ervoor dat de vraag naar wat een vrouw is, een patriarchale vraag is die alleen maar tot vrouwelijke verdeeldheid kan leiden. Het enige antwoord zou zijn dat vrouwen weten wie zij zijn, met vrouwelijke chromosomen en anatomie, door het patriarchaat als vrouwen behandeld.[27] Aangezien trans vrouwen niet zo zijn opgegroeid, ontberen zij deze geschiedenis.[28]

Het essentialisme was eerder door mannen gebruikt als rechtvaardiging om vrouwen onder meer politieke rechten te ontzeggen:

What was decided among the prehistoric Protozoa cannot be annulled by Act of Parliament.[29]:267

Het feminisme was dan ook fel gekant tegen dit essentialisme en hechtte groot belang aan de sociale factoren bij de verhouding tussen vrouw en man, zoals Simone de Beauvoir in 1949:

On ne naît pas femme, on le devientMen wordt niet geboren als vrouw, men wordt een vrouw.[30]

Het sociaal constructionische deel van de definitie van Raymond sloot weliswaar aan bij Beauvoir, het essentialistische deel niet. Het betekende een spagaat voor transuitsluitende radicale feministen die ontkenden essentialistisch te zijn, maar wel gebruikmaakten van essentialistische argumenten. In de editie van The Transsexual Empire uit 1994 versterkte Raymond dit nog door naast de sociale belevenissen die een vrouw zouden definiëren ook lichamelijke belevenissen als menstruatie, bevalling en bepaalde lichamelijke veranderingen te noemen. Germaine Greer betoogde zo in The Whole Woman uit 1999 dat mensen met androgeenongevoeligheidssyndroom geen vrouw zijn, omdat ze lichamelijke belevenissen niet meemaken, ondanks dat hun geboortegeslacht meestal vrouw was en ze zo zijn opgegroeid.[31]:411-412

Door theologe Mary Daly, mentor van Raymond, had de antitransbeweging een metafysische element gekregen. Haar transfobie resulteerde in 1978 in de uitspraak dat transseksualisme een necrofiele invasie was:[7]:132

The insane desire for power, the madness of boundary violation, is the mark of necrophiliacs who sense the lack of soul/spirit/life-loving principle with themselves and therefore try to invade and kill off all spirit, substituting conglomerates of corpses. This necrophilic invasion/elimination takes a variety of forms. Transsexualism is an example of male surgical siring which invades the female world with substitutes.[32]

Het gebrek aan oog voor intersectionaliteit – dat er binnen een achtergestelde groep verschillen zijn in ongelijkheid, zoals bij zwarte en blanke vrouwen – werd Daly ook verweten door de zwarte Audre Lorde.[33]

Ook Germaine Greer was in 1989 zeer uitgesproken over wat zij tegen een transgender vrouw had willen zeggen:

Gender transience is a lie. You are a man. Piss off.[34]

Dit alles speelde zich vooral af binnen de feministische beweging en kreeg daarbuiten weinig aandacht tot in 1991 het Michigan Womyn's Music Festival besloot trans vrouw Nancy Jean Burkholder niet toe te laten, maar de toegang te beperken tot womyn-born womyn, vrouwen waarvan het vastgesteld geslacht bij geboorte vrouw was, die als meisje waren opgevoed en die zich als vrouw identificeerden. Trans vrouwen zouden tijdens het opgroeien niet de onderdrukking hebben ervaren die meisjes ervaren in het patriarchaat.[7]:176 Lisa Vogel, de oprichter van het Michfest, had al in 1977 haar beklag gedaan bij Olivia Records over Sandy Stone. Het landelijke aandacht tot gevolg en het protest leidde onder meer tot het vanaf 1995 jaarlijks terugkerende Camp Trans dat vlakbij tegelijktijdig met Michfest werd gehouden. Het bracht de jaren daarna de nodige confrontaties, waarbij onder meer de Lesbian Avengers ondersteuning gaven aan de trans vrouwen die doodsbedreigingen te verduren hadden. In 2013 werd opgeroepen tot een boycot, wat bijdroeg aan de sluiting van het festival in 2015.[7]:176

Academische minderheid[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen het radicaal feminisme stond de grote meerderheid echter achter de trans vrouwen. Dat variëerde van standpunten als die van Shulamith Firestone die af wilde van het gehele onderscheid naar geslacht, Jeanne Córdova die iedereen als vrouw accepteerde die zichzelf zo identificeerde en C. Tami Weyant die stelde dat de afwijzing van transgenders henzelf onderdrukkers maakte. Problematisch voor veel radicaal-feministen was ook dat feministen als Raymond, Daly en Morgan ook een vorm van wat later cultureel feminisme zou worden genoemd aanhingen. Zij wezen het linkse gedachtengoed af en hingen veelal juist de godinnenbeweging aan, iets waar andere radicaal-feministen moeite mee hadden.[20]:256-257, 359

Het maakte de situatie voor transgenders in de jaren 1980 niet rooskleuriger, aangezien zij in toenemende mate gemedicaliseerd werden, het conservatieve klimaat verhardde en transfoob geweld veelvuldig voorkwam, zoals bij de moord op Brandon Teena in 1993. De deelse vijandigheid maakte wel dat een deel van de transgenders zich losmaakte uit de homoseksuele omgeving waarvan zij tot dan toe deel hadden uitgemaakt. Zo bleven transgenders een marginale groep die veelal in achtergestelde omstandigheden leefden met weinig mogelijkheden tot organisatie, wat ook maakte dat de tegenstand veelal beperkt bleef tot het al bestaande stigma.

Keerpunt[bewerken | brontekst bewerken]

Een belangrijke filosofische ondersteuning voor de transgenderbeweging was in 1990 Gender Trouble van Judith Butler. Butler maakte daarin bezwaar tegen het onderscheid tussen geslacht en gender en stelde dat het geheel een sociale constructie is en vooral bestaat uit het doen, hoe iemand zich kleedt, beweegt, spreekt en er uitziet, de genderperformativiteit.[35] In haar volgende boek, Bodies That Matter uit 1993, betoogde zij naar Michel Foucault dat de bestaande categorieën van geslacht normatief zijn waarbij de normen steeds aangepast worden om de het geslacht te kunnen blijven materialiseren, dat wil zeggen de lichamelijke kenmerken doorslaggevend te laten zijn om het vertoog waar te laten zijn.[36]:1-3[7]:163

De aids-epidemie maakte dat de transgenderbeweging zich beter kon organiseren. De gemeenschap werd hard geraakt door de ziekte en toen de aidspreventie uiteindelijk op gang kwam, werd de transgendergemeenschap gezien als een van de kwetsbare groepen die ondersteuning nodig had. De beschikbare fondsen maakten een betere organisatie mogelijk, vooral bij mensen van kleur. ACT UP werd opgericht vanuit de homobeweging om een einde te maken aan de aids-epidemie. Daaruit werd de Queer Nation opgericht als protest tegen homogeweld en daaruit vormde zich in 1992 in San Francisco Trans Nation. Dit leidde tot protesten van een deel van de radicale feministen, maar veel de nieuwe generatie feministen, opgegroeid met queer theory, zagen het probleem niet. Vanaf 1995 voegden de nodige homobewegingen de t toe tot lgbt, al was dit regelmatig slechts symbolisch.[7]:164-169

De opkomst van het internet maakte het ondertussen mogelijk om zich beter te organiseren, ook buiten internet om, zoals met de jaarlijkse Southern Comfort Conference.[7]:175 Gaandeweg leek de transgenderbeweging een positiever imago en grotere bekendheid te krijgen in de media. Het aantreden in 2009 van Barack Obama als president leidde tot een gunstiger beleid voor de transgendergemeenschap, waarbij vicepresident Joe Biden stelde dat het beëindigen van transgenderdiscriminatie the civil rights issue of our time was.[7]:218 In 2013 werd in DSM-5 genderidentiteitsstoornis vervangen door genderdysforie, wat bijdroeg aan de depathologisatie. In 2014 vroeg Time zich met Laverne Cox op de voorpagina af of The Transgender Tipping Point bereikt was.[37] Het antwoord daarop leek bevestigend.[7]:196

Tegenreactie[bewerken | brontekst bewerken]

De toegenomen zichtbaarheid en acceptatie bracht echter een tegenreactie met zich mee. In 2013 werd door Lierre Keith ook Women's Liberation Front (WoLF) opgericht dat strijdt tegen transgenderrechten en genderidentiteit die vooral onder het presidentschap van Barack Obama toe waren genomen. WoLF zou later samen gaan werken met christelijk-conservatieve organisaties als Alliance Defending Freedom, Family Policy Alliance en The Heritage Foundation, waarbij Hands Across the Aisle Coalition werd opgericht om de samenwerking te bevorderen tussen radicale feministen en conservatieve christenen.

Ook in 2013 werd door 48 radicale feministen de open brief Forbidden Discourse: The Silencing of Feminist Criticism of “Gender” gepubliceerd. Zij beklaagden zich hierin over bedreigingen en aanvallen, waaronder fysieke, vanwege hun standpunten. Zo zou hun stem tot zwijgen worden gebracht en daarom verdedigden zij hun recht om mannen, inclusief de door hen als mannen beschouwde transgender vrouwen, uit te sluiten van hun bijeenkomsten.[38] In 2014 verscheen Gender Hurts van Sheila Jeffreys waarin zij stelde dat transgenderisme schadelijk is voor de homobeweging, de omgeving van de transgender en de transgender zelf.[39][7]:226 In 1997 had zij al gesteld dat transseksualisme een schending van de rechten van de mens is en dat transgender vrouwen een conservatieve fantasie construeren van wat een vrouw zou moeten zijn, wat zeer beledigend en beperkend zou zijn. Zij zag de transitie als een politieke daad.[40]

Waar feministen van oudsher op veel punten botsen met conservatieven, vonden zij elkaar in hun standpunten over transgenders, zoals Jeffreys betoogde in 2006 tijdens de Andrea Dworkin Commemorative Conference.[41][42]:87 De term genderideologie heeft zijn oorsprong in de Rooms-Katholieke Kerk als reactie op de Internationale Conferentie voor Bevolking en Ontwikkeling in Caïro in 1994 en de Wereldvrouwenconferentie in Peking in 1995 die de seksuele en reproductieve rechten moesten borgen.[43]:9 Aanvankelijk werd het vooral gebruikt door de anti-genderbeweging, een diverse groep van rechtse groeperingen, rechts-populistische partijen, christelijk-fundamentalistische organisaties, maar ook conservatieven en neoliberalen.[44]:10[45] In ieder geval vanaf 2016 werd de term genderideologie ook gebruikt door de genderkritische beweging.[46] Dit was vooral nadat Stephanie Davies-Arai de term begon te gebruiken.[8]:681

In het Verenigd Koninkrijk groeide het sentiment tegen transgenders onder meer door de tabloids en opmerkelijk genoeg het internetforum Mumsnet.[47] In de Verenigde Staten speelden de radicale feministen een marginale rol en kwam de politiek tegen transgenders vooral uit andere hoeken. Obergefell v. Hodges uit 2015 dat toeziet op het recht om te trouwen van koppels van hetzelfde geslacht en Bostock v. Clayton County uit 2020 dat werknemers beschermt tegen discriminatie op grond van seksualiteit of genderidentiteit waren een belangrijke verbetering van de rechten van niet-heteroseksuele mensen. Tegelijkertijd versterkte dit echter de tegenreactie waarbij onder meer transgenders tot zondebok werden gemaakt.[11]

Ook in het Verenigd Koninkrijk bleef de invloed van van transuitsluitende feministen beperkt in de academische wereld.[42]:84-85 Buiten de academische wereld groeide de anti-transbeweging juist uit tot de dominante vorm van feminisme. Het sentiment tegen transgenders nam vooral toe nadat in 2017 aan was gekondigd dat de Gender Recognition Act 2004 hervormd zou worden. Organisaties als Woman's Place UK (WPUK), Fair Play for Women (FPFW), Mayday4Women, We Need to Talk, Lesbian Rights Alliance, FiLiA, Resisters, Sex Matters en LGB Alliance mobiliseerden een brede campagne tegen de voorgenomen aanpassingen die grote invloed kreeg.[8]:678-679[9]

Rebranding[bewerken | brontekst bewerken]

De transuitsluitende beweging kreeg echter de nodige kritiek te verduren vanwege de soms zeer openlijke transfobe uitspraken van eerdere radicale feministen als Raymond.[48][49][50]:119[9][31]:412 Dit droeg niet bij aan een brede acceptatie van de standpunten bij het grote publiek en er vond dan ook een verschuiving plaats in de retoriek.[9][51] De harde uitspraken uit het verleden werden omgevormd naar hondenfluitjes, zoals van anti-trans naar pro-vrouw, van transuitsluiting naar bescherming van vrouwenrechten en van transuitsluitende radicale feministen naar genderkritische feministen. Door het grote publiek werden de nieuwe termen als onschuldig en redelijk gezien, terwijl medestanders deze herkenden als de oude standpunten. Tegelijkertijd werd de transgenderbeweging weggezet als transactivisme (TRA) of translobby waardoor deze extremer lijkt. Soms wordt onderscheid gemaakt tussen echte transgenders en zij die het slachtoffer zouden zijn van vermeende besmettelijkheid, zoals rapid-onset genderdysforie. Deze genderkritische beweging kan zo enerzijds stellen transrechten te ondersteunen en anderzijds benadrukken dat het niet mogelijk is om van geslacht te veranderen.[9][52]

Dit levert echter ook kritiek op van transuitsluitende feministen, zoals Julia Long die spreekt van een vreemd tegenstrijdig standpunt dat genderkritische organisatie schijnbaar transvrouwen als Kristina Jayne Harrison en Debbie Hayton accepteren.[53] De tegenstrijdigheid is te zien bij Julie Bindel die veel gebruik heeft gemaakt van de terminologie van het transuitsluitende radicaal feminisme. Zo stelde zij in 2004:

I am not the only one who worried that the introduction of the Human Rights Act might backfire on those of us who worry about little things like rape, murder, child abuse and prostitution. [...]
those who "transition" seem to become stereotypical in their appearance - fuck-me shoes and birds'-nest hair for the boys; beards, muscles and tattoos for the girls. Think about a world inhabited just by transsexuals. It would look like the set of Grease.[54]

In 2013 werd dit gevolgd door Hey trans people, cut it out. Where do dicks in terrible wigs get off lecturing us natural-born women?,[55] terwijl zij in 2021 sprak over de trans-Taliban.[56] In 2021 schakelde zij echter ook over op genderkritische terminologie toen zij zei None of us are transphobic.[9]

De nieuwe retoriek is wel vergeleken met die van de Brexit, waarbij een ingebeelde versimpeld verleden beschermd moet worden.[52] Ook wordt wel gebruikgemaakt van een hypothetische dreiging, waarbij de auteur stelt een jongensachtig meisje te zijn geweest dat in de huidige tijd waarschijnlijk zou zijn gedwongen tot een transitie.[57]

De rebranding van transuitsluitend radicaal feminisme naar genderkritisch feminisme heeft ook filosofische gevolgen, zoals voor de vraag wat een vrouw is, waarbij de genderkritische feministen een uitgesprokener essentialistische positie innemen dan de transuitsluitend radicaal feministen en daarmee meer botsen met het feministische anti-essentialisme.[9][58]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Raymond, J.G. (1979): The Transsexual Empire. The Making of the She-Male, Beacon Press

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b Tigtog (2008): 'Carnivalia, transgenderism and the gender binary', Hoyden About Town
  2. Even earlier than Raymond, Morgan positioned herself as an early TERF (Trans-Exclusionary Radical Feminist) in 1973 Naples, N.A. (2020): Companion to Feminist Studies, Wiley
  3. As illustrated in the earlier quote from Stone, however, the term is not only used in the present tense; there ‘TERF’ is used to decode power relations in past feminist cultures. Hines, S. (2017): 'The feminist frontier: on trans and feminism' in Journal of Gender Studies
  4. O'Leary's anti-trans position corresponds to what is now identified as trans-exclusionary radical feminism (TERF), led by “biology-based/sex-essentialist” cisgender women who do not acknowledge transgender women as actual women. Fountain-Stokes, L. La (2021): 'The Life and Times of Trans Activist Sylvia Rivera' in Ramos-Zayas, A.Y.; Rúa, M.M. Critical Dialogues in Latinx Studies, New York University Press
  5. Trans-exclusionary radical feminism (TERF) is the term generally attributed to the radical feminism of the 1970s that sought to exclude transwomen from the feminist movement on the basis of what the basis of what radical feminists considered transwomen's "real" identity as men. Guglielmo, L. (2018): Misogyny in American Culture. Causes, Trends, and Solutions, Bloomsbury Publishing
  6. Beginning in 2008, Raymond and other anti-trans feminists began to be referred to as TERFs—trans exclusionary radical feminists—in order to distinguish them from the larger radical feminist movement, which had historically supported and been inclusive of trans women. Goldberg, A.E.; Beemyn, G. (2021): The SAGE Encyclopedia of Trans Studies, SAGE
  7. a b c d e f g h i j k l Stryker, S. (2017): Transgender History. The roots of today's revolution, Seal Press
  8. a b c Pearce, R.; Erikainen, S.; Vincent, B. (2020): 'TERF wars: An introduction' in The Sociological Review, Volume 68, Issue 4, p. 677-698
  9. a b c d e f g Thurlow, C. (2022): 'From TERF to gender critical: A telling genealogy?' in Sexualities
  10. Hotine, E. (2021): 'Biology, Society and Sex: Deconstructing anti-trans rhetoric and trans-exclusionary radical feminism' in Journal of the Nuffield Department of Surgical Sciences, Volume 2, No. 3
  11. a b Cannon, L. (2022): The Politicization of Trans Identity. An Analysis of Backlash, Scapegoating, and Dog-Whistling from Obergefell to Bostock, Rowman & Littlefield
  12. McKinnon, R. (2018): 'The Epistemology of Propaganda' in Philosophy and Phenomenological Research, Volume 96, Issue 2 p. 483-489
  13. Allen, S.; Finneron-Burns, E.; Jones, J.C.; Lawford-Smith, H.; Leng, M.; Reilly-Cooper, R.; Simpson, R.J. (2018): 'On an Alleged Case of Propaganda: Reply to Rachel McKinnon'
  14. debuk (2016): 'What makes a word a slur?'
  15. Davis, C.; McCready, E. (2020): 'The Instability of Slurs' in Grazer Philosophische Studien, Volume 97, Issue 1, p. 63-85
  16. a b c d e f g h i j Raymond (1979)
  17. Raymond (1994)
  18. I have argued that the issue of transsexualism is an ethical issue that has profound political and moral ramifications; transsexualism itself is a deeply moral question rather than a medical-technical answer. I contend that the problem of transsexualism would best be served by morally mandating it out of existence. Raymond (1979), p. 178
  19. Stone, S. (1987): The Empire Strikes Back: A Posttranssexual Manifesto
  20. a b Echols, A. (1989): Daring to Be Bad. Radical Feminism in America, 1967-75, University of Minnesota Press
  21. Goldberg, A.E.; Beemyn, G. (2021): The SAGE Encyclopedia of Trans Studies, SAGE
  22. Cohen, S. (2007): The Gay Liberation Youth Movement in New York. 'An Army of Lovers Cannot Fail', Routledge
  23. Morgan, R. (2014): Going Too Far. The Personal Chronicle of a Feminist, Open Road Media
  24. Williams, C. (2014): 'TERF Hate And Sandy Stone', TransAdvocate
  25. The chromosomal base of maleness or femaleness is one defining factor of bodily integrity. Raymond (1979), p. 18
  26. Furthermore, chromosomes are only one defining factor, in the context of the total history of what it means to be a woman or a man, in a society that treats women and men differently on the basis of biological sex. Raymond (1979), p. 18
  27. And thus feminists debate and divide because we keep focusing on patriarchal questions of who is a woman and who is a lesbian-feminist. It is important for us to realize that these may well be non questions and that the only answer we can give to them is that we know who we are. We know that we are women who are bom with female chromosomes and anatomy, and that whether or not we were socialized to be so-called normal women, patriarchy has treated and will treat us like women. Raymond (1979), p. 114
  28. Transsexuals have not had this same history. No man can have the history of being bom and located in this culture as a woman. He can have the history of wishing to be a woman and of acting like a woman, but this gender experience is that of a transsexual, not of a woman. Surgery may confer the artifacts of outward and inward female organs but it cannot confer the history of being bom a woman in this society. Raymond (1979), p. 114
  29. Geddes, P.; Thomson, A. (1889): The Evolution of Sex, Walter Scott
  30. Beauvoir, S. de (1949): Le Deuxième Sexe, Gallimard
  31. a b Bettcher, T.M. (2018): 'Intersexuality, Transsexuality, Transgender' in Disch, L.; Hawkesworth, M. The Oxford Handbook of Feminist Philosophy, Oxford University Press
  32. Daly, M. (1978): Gyn/Ecology: The Metaethics of Radical Feminism, Beacon Press
  33. Lorde, A. (1979): 'An Open Letter to Mary Daly' in Sister Outsider
  34. On the day that The Female Eunuch was issued in America, a person in flapping draperies rushed up to me and grabbed my hand. ‘Thank you so much for all you’ve done for us girls!’ I smirked and nodded and stepped backwards, trying to extricate my hand from the enormous, knuckly, hairy be-ringed paw that clutched it. The face staring into mine was thickly-coated with pancake makeup through which the stubble was already burgeoning, in futile competition with a Dynel wig of immense luxuriance and two pairs of false eyelashes. Against the bony ribs that could be counted through its flimsy scarf dress swung a polished steel women’s liberation emblem.
    I should have said ‘You’re a man. The Female Eunuch has done less than nothing for you. Piss off.’ The transvestite held me in a rapist’s grip [...]
    Knee-jerk etiquette demanded that I humour this gross parody of my sex by accepting him as female, even to the point of allowing him to come to the lavatory with me. Bureaucratic moves were afoot to give him and his kind the right to female identity, a female passport even. We might not be surprised to find bureaucrats accepting the idea that the female is no more than a castrated male, in flat contradiction of the biology that tells us that maleness is no more than damage to one chromosome of the female set. It is strange though that a vocal and combative body of feminists did not throw the whole idea out on its’ ear before it was quietly and sneakily implemented. [...]
    I should have said, “Gender transience is a lie. You are a man. Piss off.” Because I didn’t I have exposed myself again to the same old aggressive, insensitive, arrogant, thoroughly masculine hoo-ha.Greer, G. (1989): 'Why sexchange is a lie: Or why men can never become women' in The Independent Magazine, p. 16
  35. Butler, J. (1990): Gender Trouble. Feminism and the Subversion of Identity, Routledge
  36. Butler, J. (1993): Bodies That Matter. On the Discursive Limits of Sex, Routledge
  37. Steinmetz, K. (2014): 'The Transgender Tipping Point' in Time
  38. Hanisch, C.; Scarbrough, K.; Atkinson, T.G.; Sarachild, K. et al. (2013): 'Forbidden Discourse: The Silencing of Feminist Criticism of “Gender”'
  39. Jeffreys, S. (2014): Gender Hurts. A Feminist Analysis of the Politics of Transgenderism, Routledge
  40. Jeffreys, S. (1997): 'Transgender activism: a lesbian feminist perspective' in Journal of Lesbian Studies, Volume 1, Issue 3–4, p. 55-74
  41. Now one of the things I find puzzling about it is that, when I look at the House of Lords debate on this legislation, those I agree with most are the radical right. Particularly the person I find that I agree with most, in here, and I'm not sure he will be pleased to find this, is Norman Tebbit. Now, Norman Tebbit is not having any of it, right, so in response to the Gender Recognition Act, he says, he gives a very good definition of gender as socially constructed and says, in your act you've got it confused, right, it should say sex and you've got gender. And Lord Filkin, for the government, who is putting this legislation through, says that sex and gender are the same thing and anyway, what does it matter? Right, isn't that extraordinary? Tebbit then accuses him of linguistic relativism. Which I love. Couldn't have put it better myself. Tebbit also says that the savage mutilation of transgenderism, we would say if it was taking place in other cultures apart from the culture of Britain, was a harmful cultural practice, and how come we're not recognising that in the British Isles. So he makes all of these arguments from the radical right, which is quite embarrassing to me, but I have to say, so called progressive and left people are not recognising the human rights violations of transgenderism or how crazy the legislation is. The legislation makes us engage in a folly at everybody, right? Everybody now has to go mad in order to understand or respond to this legislation. Jeffreys, S. (2006): 'Not just about pornography: the radical politics of Andrea Dworkin', Session 1, 27:12-28:38, Andrea Dworkin Commemorative Conference
  42. a b O'Donnell, K. (2019): 'The theological basis for trans-exclusionary radical feminist positions' in Banerjea, N.; Browne, K.; Ferreira, E.; Olasik, M.; Podmore, J. Lesbian Feminism. Essays Opposing Global Heteropatriarchies, Zed Books, p. 81-102
  43. Kuhar, R.; Paternotte, D. (2017): Anti-gender campaigns in Europe. Mobilizing against equality, Rowman & Littlefield
  44. Henninger, A.; Bergold-Caldwell, D.; Grenz, S.; Grubner, B.; Krüger-Kirn, H.; Maurer, S.; Näser-Lather, M. (2021): 'Mobilisierungen gegen Feminismus und ‚Gender‘. Erscheinungsformen, Erklärungsversuche und Gegenstrategien' in Zeitschrift für Geschlecht, Kultur und Gesellschaft, Sonderheft 6
  45. Wittenius, M. (2022): 'The transnational anti-gender movement in Europe'
  46. Moore, M. (2018): 'Gender Ideology? Up Yours!'
  47. Lewis, S. (2019): 'How British Feminism Became Anti-Trans' in The New York Times
  48. Stone, S. (1991): 'The Empire Strikes Back. A Posttranssexual Manifesto' in Straub, K.; Epstein, J. (eds.) Body Guards. The Cultural Politics of Sexual Ambiguity, Routledge
  49. Elliot, P.; Lyons, L. (2017): 'Transphobia as Symptom: Fear of the “Unwoman”' in Transgender Studies Quarterly, Volume 4, Issue 3-4, p. 358-383
  50. Draz, M. (2015): 'Transitional Subjects: Gender, Race and the Biopolitics of the Real' in Yount, L.; O'Donovan, M.M.; Goswami, N. Why Race and Gender Still Matter. An Intersectional Approach, Taylor & Francis
  51. Fuerst, D. (2023): 'Making the Political Personal: Consciousness Raising for the Contemporary Trans Exclusionary Radical Feminist', Honors College Theses
  52. a b Dahl, U. (2022): 'Open forum: The politics of gender (research) in a global pandemic' in European Journal of Women s Studies, Volume 29, Issue 3
  53. Long, J. (2020): 'A Meaningful Transition?' in Uncommon Ground
  54. Bindel, J. (2004): 'Gender benders, beware' in The Guardian
  55. Bindel, J. (2013): 'Hey trans people, cut it out. Where do dicks in terrible wigs get off lecturing us natural-born women?', Spiked
  56. Bindel, J. (2021): 'Lesbians are being erased by transgender activists' in The Spectator
  57. Breslow, J. (2021): 'They would have transitioned me: third conditional TERF grammar of trans childhood' in Feminist Theory, Volume 23, Issue 4
  58. Williams, C. (2020): 'The ontological woman: A history of deauthentication, dehumanization, and violence' in The Sociological Review, Volume 68, Issue 4