Donna Summer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Donna Summer
Donna Summer in 2009
Algemene informatie
Bijnaam Koningin van de disco
Geboren 31 december 1948
Geboorteplaats BostonBewerken op Wikidata
Overleden 17 mei 2012
Overlijdensplaats NaplesBewerken op Wikidata
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Jaren actief 1968-2012
Genre(s) Disco, r&b
Beroep Zangeres
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) Last.fm-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Handtekening
Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Donna Summer, pseudoniem van LaDonna Adrian Gaines (Boston, 31 december 1948Key West, 17 mei 2012), was een Amerikaans zangeres, songwriter en artieste. Ze was het bekendst van haar discohits uit de jaren 70, die haar de bijnaam "Queen of Disco" (koningin van de disco) opleverden. Als een van de weinige discosterren slaagde ze er ook in om hits te scoren in andere genres als r&b en dancepop.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Beginjaren[bewerken | brontekst bewerken]

Summer werd geboren in Boston, Massachusetts in een gezin van zeven kinderen met vrome, christelijke ouders. Ze werd beïnvloed door de Amerikaanse gospelzangeres Mahalia Jackson en zong in haar jeugd in de kerk. Naar eigen zeggen had ze tijdens haar eerste solo een goddelijke openbaring, waarin haar te verstaan werd gegeven haar stem te gebruiken om een ster te worden. Als tiener formeerde ze kleine zanggroepjes, met onder anderen haar zus en een nicht. Gezamenlijk imiteerden ze muziekgroepen als The Supremes en Martha & The Vandellas. Aan het eind van de jaren 60 werd ze beïnvloed door Janis Joplin. Ze staakte haar opleiding en werd leadzanger van een psychedelische-rockgroep, Crow. In 1968 deed ze auditie voor de rol van Sheila in de Broadwaymusical Hair. Ze kreeg de rol niet, maar toen de musical naar Europa ging werd deze haar alsnog aangeboden. Zo vertrok ze naar Duitsland, waar ze tijdens een langdurig verblijf onder meer meezong in de musicals Godspell en Show Boat en zich aansloot bij de Weense Volksopera (de Volksoper Wien).

Jaren 70[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat ze in München was gaan wonen, trouwde Gaines met de Oostenrijkse acteur Helmuth Sommer en nam daarna haar artiestennaam Donna Summer aan, een verengelsing van het Duitse woord Sommer (zomer). Oorspronkelijk was het Donna Sommer, maar door een typfout op de hoes van de eerste single, werd het dus Summer. De naam heeft ze dan maar behouden. In 1971 bracht ze in Nederland haar eerste solosingle uit : Sally Go Round the Roses. Summer tekende daarvoor een albumcontract in Nederland.

Van Oekel's Discohoek, dec. 1974.

Lady of the Night is de titel van haar eerste album uit 1974, dat alleen in Nederland werd uitgebracht. De van dit album afkomstige single The Hostage was haar eerste Europese hit. De single Lady of the Night was vooral in Nederland succesvol. (eigenlijk een Engelstalige smartlap over een prostituee/escortmeisje). Summer trad regelmatig op in AVRO's Toppop en in de satirische en vaak controversiële televisieshow Van Oekel's Discohoek van Dolf Brouwers alias Sjef van Oekel. Bovendien werd Nederland in die tijd als belangrijk trendsettend land gezien voor de popmuziek. Nederland was min of meer de bakermat van haar succes. Haar eerste album werd echter een matig succes.

In 1975 keerde Summer terug naar de Verenigde Staten. In 1975 werd in veel landen Love To Love You Baby uitgebracht. Het nummer sloeg in als een bom. Het gekreun dat de zangeres in dit nummer ten gehore bracht, was een tijd lang het gesprek van de dag. Het nummer schoot in veel landen naar de eerste plaats in de hitlijsten. In de VS werd het nummer eerst niet uitgebracht, maar wel door enkele radiozenders gedraaid als import uit Europa. Uiteindelijk werd het ook in de Verenigde Staten uitgebracht en ook daar een grote hit en uitgebracht als een van de eerste disco maxi singles. Een aantal radiozenders boycotte de single echter wegens obscene geluiden. Maar haar naam werd wel gevestigd. Haar volgende album A Love Trilogy kwam uit in 1976. Het van dit album afkomstige nummer Could It Be Magic werd vooral in Europa een grote hit. Op A Love Trilogy staat evenals op Love To Love You Baby een lang nummer (Try Me I Know We Can Make It) dat op vinyl een hele plaatkant in beslag nam. Down deep inside (1977) was de titelsong uit de film The Deep met in de hoofdrollen Nick Nolte, Robert Shaw en Jacqueline Bisset, geproduceerd door John Barry (die ook onder andere James Bond produceerde).

In de jaren daarna bracht Summer meerdere singles uit, die allemaal grote hits werden ook mede door de opkomst van de disco muziek. Er werd in die periode gezegd dat "alles wat Donna Summer aanraakt, verandert in goud". Ze kreeg in 1975-1976 de officiële titel The Queen of Disco en de officieuze titel The First Lady of Love, de laatste als marketing van haar label Casablanca, dat haar lanceerde als disco-liefdesgodin. Ze was een van de weinige discoartiesten die ook veel aandacht aan elpees besteedde in de vorm van conceptalbums met een vast thema: zoals "A Love Trilogy", "Four Seasons Of Love", "I Remember Yesterday", "Once Upon A Time" en "Bad Girls". Deze albums waren dusdanig gevarieerd qua muziek dat Donna met recht als de meest vooruitstrevende en innovatieve zangeres van haar tijd werd gezien. Ook wist ze zich met haar enorme bereik en manier van zingen aan elk lied aan te passen. Haar eerst livealbum "Live and More" (1978) wordt nog steeds gezien als een van de beste livealbums aller tijden. No more tears (Enough is enough) was een duet samen met Barbra Streisand. Het werd een wereldhit en de eerste platina maxisingle in de Verenigde Staten. Bekend is dat beide diva's zo onder de indruk van de ander waren, dat ze (ondanks eerdere pogingen) het nummer apart hebben ingezongen. De langzame intro is zelfs door de songwriters voor Streisand geschreven, omdat disco toch meer Summer op het lijf geschreven was. Summer heeft in 1978-1979 vier nummer 1-hits op rij weten te scoren in de Billboard Hot 100. Dat was toen een unicum en voor zover bekend is dat nadien door geen enkele andere artiest geëvenaard. Het duet met Barbra Streisand is ook het meest succesvolle duet in de popmuziek tot nu toe.[bron?]

Summer scoorde tussen 1977 en 1980 grote wereldhits met “MacArthur Park”, “Last Dance”, Hot Stuff, “Bad Girls”, On the Radio and Dim All the Lights. Inmiddels werd het geloof (christendom) steeds belangrijker voor haar. Ze werd genomineerd voor een Grammy Award voor Album of the Year en voor Best Disco Recording. Voor On the Radio ontving Summer opnieuw een Grammy-nominatie voor Best Female Pop Vocal Performance. In 1979 speelde ze acht uitverkochte nachten in het Universal Amphitheater in Los Angeles. Casablanca Records bracht in oktober 1979 het album On the Radio: Greatest Hits Volumes I & II, haar eerste internationale verzamelalbum met daarop al haar grootste hits.

Jaren 80[bewerken | brontekst bewerken]

Summer ontving vier nominaties voor de 1980 American Music Awards. Op 27 januari 1980 werd haar eerste televisie-special The Donna Summer Special uitgezonden. Summer wilde zich na de release van On the Radio graag ontwikkelen in andere muziekstijlen, ze wilde meer het heft in eigen handen nemen wat betreft haar imago en muzikale richting. Haar platenmaatschappij Casablanca wilde dat ze exclusief disco zou blijven opnemen. Uiteindelijk gingen Summer en platenlabel Casablanca in 1980 uit elkaar en ze tekende een contract bij Geffen Records. Het eerste album bij Geffen Records, The Wanderer bevatte een mix van rock, rockabilly, new wave en gospel. Regelmatig benadrukte ze dat ze haar inspiratie putte uit haar geloof en God. Er ontstond een gerucht[1] dat Summer zich tegen homoseksuelen had uitgelaten, wat nooit echt is bewezen en ook herhaaldelijk publiekelijk door haar is ontkend.

Het nieuwe album The Wanderer in 1980 was een matig succes, en het volgende album, I'm a Rainbow, werd niet uitgebracht in 1981, maar pas in 1996. De reden is dat David Geffen van Geffen Records de plaat niet goed genoeg vond, en hierna Summer liet samenwerken met Quincy Jones. Het was de bedoeling van de producenten dat dat het hoogtepunt zou gaan worden in haar carrière. Verder eindigde in die tijd de langdurige samenwerking met Giorgio Moroder en Pete Belotte. Het album dat in 1982 uitkwam heet Donna Summer. Met het nummer State of independence (oorspronkelijk van Vangelis en Jon Anderson) scoorde ze in 1982 een nummer 1-hit in de Top 40. In de Nationale Hitparade kwam het tot de derde plaats. Grote namen in het achtergrondkoor zijn onder anderen Michael Jackson, Lionel Richie, Dionne Warwick, Quincy Jones, Stevie Wonder, Christopher Cross en Brenda Russell. Het album verkocht uiteindelijk goed, maar zou niet haar best verkochte album worden; dat is nog steeds het album Bad Girls uit 1979. Verdere hits van het album uit 1982 zijn Love Is In Control (Finger on the Trigger) en The Woman in Me.

In 1983 scoorde ze nog een hit met She Works Hard for the Money. De overige singles uit 1982 en 1983 scoorden nog redelijk. Het album uit 1984 (Cats Without Claws), met onder andere de matig scorende hit Supernatural Love en There Goes My Baby, scoorde ook als album redelijk. Wel kreeg ze een Grammy voor het gospelnummer Forgive Me. Het volgende album uit 1987 (All Systems Go) scoorde zelfs matig, evenals de twee singles daarvan (All Systems Go en Dinner with Gershwin). Steeds meer nam het succes af, tot ze eind jaren 80 ging samenwerken met Stock, Aitken & Waterman. Van dit album komen de grote hits I Don't Wanna Get Hurt, Love's About To Change My Heart en This Time (I Know It's For Real). Het was de bedoeling dat Summer nog een tweede album met Stock, Aitken & Waterman zou opnemen, maar doordat de contracten tussen Summer en SAW niet rondkwamen, is dit er niet van gekomen. SAW hadden al wel het nummer Happenin' All Over Again geschreven dat de eerste single van het nieuwe album had moeten worden. Toen de plannen met Summer niet doorgingen, werd het nummer aan Lonnie Gordon gegeven die er een grote hit mee had.

Jaren 90 en daarna[bewerken | brontekst bewerken]

Halverwege de jaren 90 scoorde Summer een grote hit met een remix van I Feel Love, de rest van de in de jaren 90 uitgebrachte singles verkochten aanzienlijk minder. Een aantal titels daarvan zijn Work that Magic (1991), Melody of Love (Wanna be Loved) (1994), clubremixen van The State of Independence (1996), Carry On en I Will Go With You (1999) en voor de film Pokémon het nummer The Power of One (2001). Ook zong ze voor de Disneyfilm De Klokkenluider van de Notre Dame, uit 1996, de soundtrack Someday en een duet met Liza Minnelli, Does He Love You. De meeste van deze nummers scoorden wereldwijd echter wel hoog in de dancehitlijsten. Met de single Carry On (een hernieuwde samenwerking met Giorgio Moroder) won ze de eerste Grammy in de categorie Dance. In 1994 kwam er een compleet kerstalbum uit, getiteld Christmas Spirit. Dit album oogstte veel gunstige recensies, de verkopen echter waren ook hier niet erg hoog. Verder volgden in de jaren 90 onder meer nog optredens bij Oprah Winfrey en op de Divas III-concerten.

Rond de eeuwwisseling bracht ze een cd/dvd uit onder de titel Live & More Encore van een concertregistratie in New York, waarop ze ook een paar nieuwe nummers ten gehore bracht. Verder schilderde ze al vanaf de jaren 80. Hiermee trad ze in de 21e eeuw steeds meer naar buiten. Ook schreef ze begin 21e eeuw nog een boek over haar eigen leven en volgde er een daarop gebaseerde musical, getiteld Ordinary Girl. In de jaren daarna toerde zij nog regelmatig door Amerika en was ze in Europa te zien op Night of the Proms-concerten.

Op 20 mei 2008 verscheen, na een stilte van 17 jaar, weer een compleet nieuw studioalbum, getiteld Crayons. Met drie nummers, I'm A Fire, Fame (The Game) en Stamp Your Feet, haalde ze wederom de nummer 1-positie, ditmaal in Billboards Hot Dance Club Songs. Ze trad op in verschillende programma's. In 2009 maakte ze een grote concerttournee door Amerika met haar nieuwe album en deed ze ook Europa aan (Parijs, Berlijn, Lokeren). Eind 2009 trad ze op bij de uitreikingsceremonie van de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo.

In augustus 2010 verscheen op iTunes haar nieuwste single, To Paris With Love. Deze single werd eind oktober 2010 nummer 1 in Billboards Hot Dance Club Songs.

Hoewel ze bij leven al diverse keren voorgedragen was voor de "Rock and Roll Hall of Fame", zou ze uiteindelijk pas in 2013 (postuum) opgenomen worden.

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

Na een lang gevecht tegen longkanker, die ze beweerde te hebben opgelopen door het inhaleren van giftige deeltjes tijdens de aanslagen op 11 september 2001, overleed Donna Summer op 17 mei 2012 op 63-jarige leeftijd. Ze liet haar man, hun twee dochters, een dochter uit een eerder huwelijk en vier kleinkinderen achter.[2]

Indeling carrière in fasen[bewerken | brontekst bewerken]

In Summers carrière kunnen drie fasen worden onderscheiden. In de jaren 70 was zij de sensuele en aantrekkelijke, wat wilde jonge zangeres die veel meisjes tot voorbeeld diende en ook door veel jongens als aantrekkelijke vrouw werd gezien. Het succes werd haar te veel, overigens waardeerde zij het zelf helemaal niet dat ze in die periode min of meer wordt afgeschilderd als seksbom. De combinatie van haar sensuele verschijning, haar stem met een hoog en breed bereik en de samenwerking met producenten Pete Bellotte en Giorgio Moroder zorgt voor de rest. Ze werd een ster, een idool. Haar samenwerking met Giorgio Moroder en Pete Bellotte heeft in hoge mate bijgedragen aan de doorbraak van zowel de disco als de latere techno. Met name het nummer I Feel Love (1977) was zijn tijd ver vooruit. Elk nummer op dat betreffende album, I Remember Yesterday, belichaamde de muziekstijl van een decennium uit de 20e eeuw. I Feel Love was het laatste nummer van dit album en moest de jaren 90 belichamen. Achteraf gezien heeft het grote invloed gehad op enkele muziekstijlen uit de jaren 90, met name de techno en house. Het latere album The Wanderer, uit 1980, is samen met het album Bad Girls uit 1979 van invloed geweest op de muziekstijlen van andere grote namen later in de jaren 80, zoals David Bowie, Billy Idol, Whitney Houston, Cyndi Lauper en Madonna.

Na de discoperiode, Summers grootste tijd, werden veel van haar liedjes minder onstuimig (minder disco en meer pop/R&B), deels in de geest van de tijdsperiode van de jaren 80, deels omdat Donna meer wilde zingen dan disco alleen. Ze bleef wel nog steeds haar eigen liedjes schrijven en verdiende miljoenen aan royalty's van haar oude hits. Het album "She Works Hard For The Money" met de gelijknamige hit was een groot succes. Daarna volgden "Cats Without Claws", "All Systems Go", "Mistaken Identity", allen met matig succes. In 1989 volgde het album 'Another Place and Time" geproduceerd door Stock, Aitken & Waterman" wat insloeg als een bom. Met de single "This Time I Know It's For Real" kwam Donna Summer weer terug in aan de top.

In de jaren 90 scoorde zij echter vrijwel geen grote hits meer. Wel was ze met nieuwe singles en samenwerkingen in de dancehitlijsten nog steeds succesvol en scoorde nog diverse nummer 1-noteringen op de dance charts en blijft daarmee een van de grote dance diva's van haar tijd. Grote aantallen zoals in haar discoperiode worden er echter niet meer verkocht. Ook brengt Donna een kerstalbum uit onder de naam "Christmas Spirit". Veel van haar nieuwe singles bevatten een groot aantal verschillende remixen van hetzelfde nummer. In 2008, 14 jaar na haar laatste nieuwe album uit 1994, verscheen er weer een nieuw album, Crayons, waarmee zij een hitrecord vestigde (drie nummers van dit album krijgen een nummer 1-notering in Billboards dancehitlijst) over een periode van meer dan 40 jaar. Met dit laatste album leek ze door te gaan op haar muzikale weg. Ze schreef haar nummers nog steeds grotendeels zelf, in plaats van te rusten of alleen nog maar klassiekers op te nemen. Ze bleek nog steeds grote waardering te krijgen voor haar zang- en schrijftalenten en mocht zich scharen onder de beste doch ondergewaardeerde vocalisten van haar tijd.

Verkopen en onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn ruim 187 miljoen albums van Donna Summer verkocht. Ze won Grammy Awards in 1978 (Last Dance), 1979 (Hot Stuff), 1983 (He's a Rebel), 1984 (Forgive me) en 1997 (Carry On). Last Dance ontving een Oscar voor Best Original Song, maar de prijs staat op naam van Paul Jabara, die tekst en muziek schreef. Ze heeft wel een Golden Globe-nominatie voor Down Deep Inside (1977), naast nog andere onderscheidingen. Ze heeft een eigen ster op de Hollywood Walk of Fame, en is recentelijk benoemd in de Rock and Roll Hall of Fame. "I Feel Love" is uitgeroepen tot het meest innovatieve en revolutionaire nummer in de popmuziek van de laatste decennia.

Summer is de enige artiest die in Amerika met vier dubbelalbums achter elkaar nummer 1 heeft gestaan: Once Upon A Time, Live & More, On the Radio en Bad Girls.

Summer heeft als enige zangeres in elk van de laatste vijf decennia (nummer 1-)hits op haar naam staan.[bron?]

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

  • Summer stond naar verluidt in de jaren 70 in de Sovjet-Unie op een lijst met ongewenste buitenlandse personen vanwege haar volgens de regering van dat land te erotisch getinte nummers.
  • Haar stem uit haar nummers wordt ook nu nog gebruikt door andere producenten, dj's en remixers voor eigen nummers. Een voorbeeld is het Franse duo Cassius met het nummer 1999 (remix, radio edit); hierin is de stem van Summer uit If it Hurts Just a Little van het album Donna Summer uit 1982 gesampled.
  • Summer steunde beginnende artiesten door middel van een door haar opgericht fonds. Verder was ze regelmatig te zien op grote evenementen, zoals de Night of the Proms (in 2005 in Antwerpen, België, en eind 2007 in Rotterdam, Nederland).
  • Naast zangeres was Summer ook songwriter. Ze heeft het grootste deel van haar repertoire zelf (mee)geschreven en ontving hiervoor grote bedragen aan royalty's.
  • Summer heeft driemaal in Van Oekel's Discohoek opgetreden.
    1. Eerst met The Hostage (waarbij zij gebruik moest maken van de telefoon op de set, wat tot misverstanden met Van Oekels assistent leidde). Van Oekel zelf liet duidelijk blijken zeer gecharmeerd van Summer te zijn.
    2. Daarna met Love to love you, waarbij zij werd lastiggevallen door een telkens fotograferende paparazzo (gespeeld door acteur Cees Schouwenaar), die door Van Oekel werd weggejaagd.
    3. Een derde maal was ze te gast met Lady of the Night, waarbij Van Oekel opnieuw om haar heen draaide en haar letterlijk van boven tot onder bekeek. Donna Summer zag er zelf overigens wel de lol van in, ze vertelde naderhand in interviews door Nederlandse journalisten dat zij met veel genegenheid terugdacht aan deze opvallende gastheer.
  • Giorgio Moroder werkte later samen met The Three Degrees. Dat leidt soms tot het misverstand dat Summer eveneens in die formatie gezongen heeft.[3]
  • Summer sprak vloeiend Duits.

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Albums[bewerken | brontekst bewerken]

Album met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Album Top 100 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
Lady of the Night 1974 01-02-1975 27 7
Love to Love You Baby 27-08-1975 -
A Love Trilogy 18-03-1976 -
Four Seasons of Love 11-10-1976 -
I Remember Yesterday 13-05-1977 13-08-1977 11 13
Greatest Hits 1977 29-10-1977 30 6 Verzamelalbum
Once Upon a Time 31-10-1977 -
Live and More 31-08-1978 25-11-1978 17 10 Livealbum
Bad Girls 25-04-1979 09-06-1979 8 22
On the Radio - Greatest Hits Vol. 1 & 2 15-10-1979 10-11-1979 21 7 Verzamelalbum
Walk Away - Collector's Edition: The Best of 1977-1980 1980 - Verzamelalbum
The Wanderer 20-10-1980 -
Donna Summer 19-07-1982 31-07-1982 3 33
She Works Hard for the Money 13-06-1983 02-07-1983 11 12
Cats without Claws 04-09-1984 15-09-1984 15 7
All Systems Go 15-09-1987 03-10-1987 49 4
Another Place and Time 1989 25-03-1989 19 16
The Best of Donna Summer 1990 15-12-1990 43 14 Verzamelalbum
Mistaken Identity 23-08-1991 -
The Donna Summer Anthology 05-11-1993 - Verzamelalbum
Christmas Spirit 04-10-1994 -
Endless Summer - Donna Summer's Greatest Hits 04-10-1994 03-12-1994 61 5 Verzamelalbum
I'm a Rainbow 20-08-1996 -
Greatest Hits 1998 - Verzamelalbum
VH-1 Presents Donna Summer Live & More... encore! 06-06-1999 - Livealbum
The Journey * The Very Best Of 11-06-2004 04-09-2004 57 4 Verzamelalbum
Crayons 06-06-2008 -
Album met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 200 albums Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
VH-1 Presents Donna Summer Live & More... Encore! 1999 06-11-1999 45 1 Livealbum
The Journey * The Very Best Of 2004 19-11-2005 32 5
Crayons 2008 21-06-2008 77 1
The Donna Summer Anthology 1993 26-05-2012 173 1 Verzamelalbum

Singles[bewerken | brontekst bewerken]

Single met eventuele hitnotering(en) in de Nederlandse Top 40 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
The Hostage 1974 10-08-1974 2 9 Nr. 2 in de Nationale Hitparade
Denver Dream 1974 28-09-1974 tip16 -
Lady of the Night 1974 14-12-1974 4 10 Nr. 4 in de Nationale Hitparade
Love to Love You 1975 22-03-1975 17 6 Nr. 13 in de Nationale Hitparade
Could It Be Magic 1976 01-05-1976 2 11 Nr. 5 in de Nationale Hitparade /Alarmschijf
Try Me, I Know We Can Make It 1976 03-07-1976 tip8 -
Spring Affair 1976 18-12-1976 tip8 - Nr. 25 in de Nationale Hitparade
I Feel Love 1977 06-08-1977 1(1wk) 11 Nr. 1 in de Nationale Hitparade
Theme from The Deep (Down, Deep Inside) 1977 08-10-1977 6 8 Nr. 5 in de Nationale Hitparade /Veronica Alarmschijf Hilversum 3
I Remember Yesterday 1977 15-10-1977 24 4 Nr. 20 in de Nationale Hitparade
Love's Unkind 1977 18-02-1978 32 4 Nr. 28 in de Nationale Hitparade
Last Dance 1978 01-07-1978 8 11 Nr. 10 in de Nationale Hitparade / Nr. 9 in de TROS Top 50
Rumour Has It 1978 02-09-1978 22 5 Nr. 20 in de Nationale Hitparade / Nr. 45 in de TROS Top 50
MacArthur Park 1978 04-11-1978 9 9 Nr. 8 in de Nationale Hitparade / Nr. 8 in de TROS Top 50
Hot Stuff 1979 26-05-1979 14 7 Nr. 21 in de Nationale Hitparade / Nr. 14 in de TROS Top 50
Bad Girls 1979 21-07-1979 7 9 Nr. 10 in de Single Top 100
Dim All the Lights 1979 22-09-1979 tip4 - Nr. 28 in de Single Top 100
No More Tears (Enough Is Enough) 1979 10-11-1979 20 6 met Barbra Streisand /
Nr. 27 in de Single Top 100
On the Radio 1980 16-02-1980 20 4 Nr. 27 in de Single Top 100
Sunset People 1980 28-06-1980 tip14 - Nr. 42 in de Single Top 100
The Wanderer 1980 20-09-1980 26 4 Nr. 30 in de Single Top 100 /Alarmschijf
Love Is in Control (Finger on the Trigger) 1982 31-07-1982 6 9 Nr. 12 in de Single Top 100
State of Independence 1982 09-10-1982 1(1wk) 9 Nr. 3 in de Single Top 100 /Alarmschijf
The Woman in Me 1982 27-11-1982 7 8 Nr. 12 in de Single Top 100
She Works Hard for the Money 1983 04-06-1983 17 6 Nr. 18 in de Single Top 100
Unconditional Love 1983 13-08-1983 tip2 - met Musical Youth
There Goes My Baby 1984 15-09-1984 31 3 Nr. 31 in de Single Top 100
Dinner with Gershwin 1987 12-09-1987 34 3 Nr. 43 in de Single Top 100
This Time I Know It's for Real 1989 18-03-1989 5 11 Nr. 6 in de Single Top 100
I Don't Wanna Get Hurt 1989 17-06-1989 30 4 Nr. 29 in de Single Top 100
Love's About to Change My Heart 1989 16-09-1989 tip3 - Nr. 59 in de Single Top 100
State of Independence (New Bass Mix) 1990 - Nr. 69 in de Single Top 100
Melody of Love (Wanna Be Loved) 1994 12-11-1994 tip3 -
I Feel Love (Rollo & Sister Bliss Monster Mix) 1995 23-09-1995 26 4 Nr. 28 in de Single Top 100
I Will Go with You (Con te partirò) 1999 - Nr. 59 in de Single Top 100
Hot Stuff 2020 19-09-2020 tip7 met Kygo
Single met hitnotering(en) in de Vlaamse Ultratop 50 Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
Hoogste
positie
Aantal
weken
Opmerkingen
The Hostage 1974 - Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
Lady of the Night 1974 - Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
Could It be Magic 1976 - Nr. 5 in de Radio 2 Top 30
Spring Affair 1976 - Nr. 29 in de Radio 2 Top 30
I Feel Love 1977 - Nr. 1 in de Radio 2 Top 30
Theme from The Deep (Down, Deep Inside) 1977 - Nr. 5 in de Radio 2 Top 30
Love's Unkind 1978 - Nr. 18 in de Radio 2 Top 30
Last Dance 1978 - Nr. 8 in de Radio 2 Top 30
Rumour Has It 1978 - Nr. 30 in de Radio 2 Top 30
MacArthur Park 1978 - Nr. 11 in de Radio 2 Top 30
Hot Stuff 1979 - Nr. 7 in de Radio 2 Top 30
Bad Girls 1979 - Nr. 6 in de Radio 2 Top 30
Dim All the Lights 1979 - Nr. 24 in de Radio 2 Top 30
No More Tears (Enough Is Enough) 1979 - met Barbra Streisand /
Nr. 14 in de Radio 2 Top 30
On the Radio 1980 - Nr. 16 in de Radio 2 Top 30
The Wanderer 1980 - Nr. 17 in de Radio 2 Top 30
Love Is in Control (Finger on the Trigger) 1982 - Nr. 14 in de Radio 2 Top 30
State of Independence 1982 - Nr. 4 in de Radio 2 Top 30
The Woman in Me 1982 - Nr. 18 in de Radio 2 Top 30
She Works Hard for the Money 1983 - Nr. 16 in de Radio 2 Top 30
This Time I Know It's for Real 1989 - Nr. 2 in de Radio 2 Top 30
I Don't Wanna Get Hurt 1989 - Nr. 6 in de Radio 2 Top 30
Love's About to Change My Heart 1989 - Nr. 23 in de Radio 2 Top 30
Melody of Love (Wanna Be Loved) 1994 - Nr. 25 in de Radio 2 Top 30
I Feel Love (Rollo & Sister Bliss Monster Mix) 1995 30-09-1995 38 3
I Go with You (Con te partirò) 1999 16-10-1999 tip6 -
Hot Stuff 2020 26-09-2020 tip - met Kygo

Radio 2 Top 2000[bewerken | brontekst bewerken]

Nummer(s) met noteringen in de NPO Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18 '19 '20 '21 '22 '23
Could It Be Magic 1392 1592 1755 1751 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
I Feel Love 777 1032 1040 1175 1278 1197 1335 1562 1394 1353 1467 1633 1302 1092 856 1110 1120 1029 767 617 695 673 554 531 488
Lady of the Night - 1782 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Last Dance 1242 1677 1378 1592 1566 1799 - 1779 1822 1804 - - - 1790 1902 1979 - - - - - - - - -
MacArthur Park - 703 - 1017 862 761 847 849 783 810 870 821 833 868 878 907 1089 1056 984 952 1054 1058 1171 1242 1015
State of Independence 637 776 882 767 719 700 922 1016 1051 880 913 839 942 817 745 857 1007 963 954 763 1036 1027 962 922 913
The Hostage 1929 1529 1846 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Donna Summer van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.