Naar inhoud springen

Zaak Wijnen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zaak Wijnen
Datum 27 september 1969
Partijen Openbaar Ministerie v. André Fardeau, Jean Slosse & Victor Leclerq
Instantie correctionele rechtbank Brussel
Onderwerp   zelfbeschikkingsrecht inzake transseksualiteit

De zaak Wijnen is een Belgische rechtszaak uit 1969 over het zelfbeschikkingsrecht inzake transseksualiteit. In de zaak werd voor het eerst geoordeeld dat een geslachtsaanpassende operatie voor transseksuelen mogelijk is onder de voorwaarden die ook voor andere medische handelingen gelden.

Transitie en rechtszaak

[bewerken | brontekst bewerken]

Peggy Wijnen (25 juni 1945 - 4 november 1967), geboren als J. Wijnen, was de eerste persoon in België van wie het geweten is dat ze een geslachtsaanpassende operatie onderging. De rechtszaak die volgde na haar overlijden was de eerste rechtszaak die het recht op geslachtsverandering voor transseksuelen vastlegde in België.

Wijnen was de enige zoon in een Limburgs gezin met meerdere dochters. Wijnen, die anatomisch een man was, had zich sinds de jeugd een vrouw gevoeld. Op jonge leeftijd verhuisde Wijnen naar Antwerpen, waar ze als kapster en barvrouw werkte en de naam "Peggy" aannam. Op 22-jarige leeftijd besloot Wijnen een geslachtsoperatie te ondergaan. Het is het eerste bekende geval van een geslachtsoperatie in België.

Op 24 oktober 1967 voerden twee geneesheren, André Fardeau en Jean Slosse, de operatie uit op Wijnen in een ziekenhuis in Ukkel. Hoewel de operatie in beginsel succesvol was, traden er kort nadien medische complicaties op. Op 4 november 1967, 11 dagen na de operatie, overleed Wijnen ten gevolge van een embolie. Twee dagen na haar dood werd de gerechtelijke politie ingelicht door een onbekende over de operatie met dodelijke afloop. Het Openbaar Ministerie beschuldigde de beide geneesheren van opzettelijke slagen en verwondingen die de dood tot gevolg hadden. In de rechtszaak die hieruit volgde besloot de correctionele rechtbank van Brussel dat de geneesheren de operatie oordeelkundig hadden uitgevoerd en geen schuld troffen. Ook benadrukte de rechtbank dat zowel Wijnen als haar familie toestemming hadden gegeven voor de operatie. Dit was de eerste keer dat een rechtbank besloot dat een geslachtsaanpassende operatie voor transseksuelen geoorloofd is indien ze wordt uitgevoerd met inachtneming van de voorwaarden die voor andere medische handelingen gelden.[1]

Het fenomeen van de transseksualiteit bereikte in 1969 met de zaak Wijnen voor het eerst een bredere Belgische belangstelling. De zaak heeft een grote impact gehad op het principe van het zelfbeschikkingsrecht naar Belgisch recht in het kader van transseksualiteit. Sinds de zaak Wijnen wordt geslachtsveranderende therapie als een gewone medische handeling beschouwd. Het geoorloofd karakter van de ingreep hangt met andere woorden af van de vervulling van de voorwaarden die gelden bij elke andere medische handeling. Als gevolg van de zaak werd aanvaard dat het streven van transseksuelen om zoveel als medisch mogelijk is fysiek tot hun psychologisch geslacht te behoren, rechtmatig is.[2] Het was zelden dat een uitspraak van een lagere rechtbank op zoveel instemming werd onthaald.[3]

Een van de geneesheren die de chirurgische ingreep op 24 oktober 1967 had uitgevoerd, dhr. Fardeau, heeft hierna in de maanden juli en december 1970 met succes een geslachtsoperatie vrouw-naar-man uitgevoerd bij de Belgische transseksueel Daniel Van Oosterwijck, na toestemming te hebben gevraagd van de Orde der Geneesheren. Daniel Van Oosterwijck zou de eerste transseksueel worden die succesvol naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens trok om het geslacht op zijn geboortecertificaat te laten aanpassen.