Propaganda (communicatie)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Amerikaanse WO-I-propaganda die de geesten rijp moest maken voor Amerikaanse oorlogsdeelname
Patriottische montage uit 1944 van oorlogsscènes begeleid door het Amerikaanse volkslied
Hoe verandert propaganda je overtuigingen? Lezing door Etienne Augé (Erasmus Universiteit Rotterdam) - Universiteit van Nederland

Propaganda is een vorm van communicatie, waarbij door de belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen. Door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie, wordt geprobeerd de publieke opinie te bespelen.

Het woord propaganda vindt zijn oorsprong in het Latijnse propagare, dat vermeerderen of voortplanten betekent.[1] In deze context en vorm (gerundivum) kan het vertaald worden als 'hetgeen vermeerderd moet worden'.[2][3]

'Propaganda' is voor het eerst gedocumenteerd in 'Congregatio de propaganda fide', de (in 1622 door de paus ingestelde) kerkelijke organisatie ter verbreiding van het geloof. Sinds de negentiende eeuw wordt het woord ook buiten een religieuze context gebruikt.

Negatieve klank[bewerken | brontekst bewerken]

Antisemitische propaganda: "Der ewige Jude

Het begrip propaganda kreeg in de 20e eeuw, met name in de Tweede Wereldoorlog, een negatieve gevoelswaarde vanwege het vanuit een politiek systeem verstrekken van eenzijdige, onvolledige, verhullende of zelfs leugenachtige informatie om de publieke opinie te bespelen. In nazi-Duitsland speelde nazipropaganda een grote rol. Joseph Goebbels, minister van openbare Voorlichting en Propaganda (soms afgekort tot Propami [4]) van het Derde Rijk, hield er het moreel van de Duitse burgerbevolking mee in stand, die te maken kreeg met bombardementen, verslechterende levensomstandigheden en, naarmate de oorlog vorderde, steeds slechter nieuws van het front. Propagandistische campagnes met de omvang zoals in nazi-Duitsland, maar ook van bijvoorbeeld de Sovjet-Unie onder Jozef Stalin, Noord-Korea en het Irak onder Saddam Hoessein, worden ook wel indoctrinatie genoemd. Ze komen vooral voor - en kunnen ongecorrigeerd blijven bestaan - in dictaturen zonder vrijheid van meningsuiting. Kenmerkend is daarbij het sterke belang van de zender, die zijn eigen wensen probeert te realiseren zonder rekening te willen houden met het belang van de ontvanger. Dwang kan voorkomen, waarbij de vrijheid in keuze bij de ontvanger (sterk) beperkt kan zijn.

Propaganda en reclame hebben veel gemeen. Ook reclame gebruikt verhullende en vaak onware argumenten om een boodschap te verbreiden. Het verschil is dat reclame meestal voor commerciële doeleinden wordt gebruikt en het vaak herkenbaar is als reclame, terwijl propaganda niet altijd als propaganda herkenbaar is.

Plaats en tijd[bewerken | brontekst bewerken]

In het Duits wordt vaak gezegd: Standort macht Standpunkt wat zoveel betekent als een mening wordt gevormd door de plaats waar men zich bevindt. Met andere woorden, wat de een propaganda vindt, is voor de andere gewoon de waarheid. In conflictsituaties ziet men dan vaak dat beide partijen elkaar van propaganda beschuldigen, en daar ook nog eens allebei gelijk in hebben. In de oorlogen tegen Slobodan Milošević en Saddam Hoessein, werden beiden in de westerse media regelmatig afgeschilderd als "erger dan Adolf Hitler". In Servië en Irak werd dit afgedaan als propaganda, terwijl in het Westen de indruk bestond dat met heel verschrikkelijke figuren te doen was, die de wereldvrede zouden bedreigen. De media in Servië en Irak werden in die tijd niet voor serieus aangezien, daar dat "toch alleen maar staatspropaganda" was.

Propagandatechnieken[bewerken | brontekst bewerken]

Informatiepamflet gebruikt door het Amerikaanse leger tijdens de oorlog in Afghanistan

Victor Klemperer heeft deze technieken zoals ze zich onder de nazi's voordeden, ontleed in zijn boek LTI – Notizbuch eines Philologen. Sindsdien zijn echter vele nieuwe vormen verschenen:

  • Eerlijk
De eenvoudigste vorm van propaganda: een eerlijk argument waarbij het aan het publiek zelf wordt overgelaten, tot een besluit te komen.
Voorbeeld: een aanhanger en een tegenstander van een politiek standpunt gebruiken eerlijke argumenten om elkaar op andere politieke gedachten te brengen.
  • Stijlvol
Bijvoorbeeld politici die hun spreekstijl bijschaven, hun uiterlijk veranderen of zorgen dat ze gezien worden op stijlvolle locaties om hun aantrekkingskracht te vergroten.
  • Trucs
Trucs kunnen helpen om andermans impact te verzwakken. Bijvoorbeeld het verspreiden van een gerucht.
Voorbeeld: In 2002 moest de 58-jarige Duitse bondskanselier Gerhard Schröder naar de rechter stappen om een eind te maken aan het gerucht dat hij zijn haar verfde – het gerucht maakte hem belachelijk.
  • Misleiding
Mensen misleiden om ze met een bepaald idee te laten instemmen. Bijvoorbeeld valse propaganda in oorlogstijd of in samenlevingen zonder vrije media die de leugen zouden kunnen ontdekken en onthullen.
Bijvoorbeeld: Vijandelijke troepen ervan overtuigen dat ze dichter bij een nederlaag zijn dan ze in werkelijkheid zijn.
  • Herhaling
Boodschappen telkens herhalen waardoor mensen deze op den duur voor waar gaan aannemen.
  • Grote leugens
Soms geloven mensen grote leugens eerder dan kleine, wanneer het niet in ze op komt dat iemand in staat zou zijn zo'n grote leugen te verkondigen.
  • Naamgevingen
Een slechte naam zodanig koppelen aan hetgeen dat men wil 'zwart maken', dat het al gediscrimineerd wordt voor het geanalyseerd kan worden. Men legt zo goed als automatisch de link met het slechte aspect voor men rationeel begint te denken.

Voorbeelden van afkeurende aanduidingen:

Het is ook mogelijk om betekenissen toe te kennen door het gebruik van adjectieven met een negatieve connotatie. Zo kunnen bijvoorbeeld "extreem" en "ingrijpend" hetzelfde betekenen, maar heeft extreem een veel negatievere connotatie.

Ook woorden zoals "dubieuze" of "vermeende" kunnen twijfels oproepen over het onderwerp.

Woordgebruik[bewerken | brontekst bewerken]

We Can Do It! Een Amerikaanse propagandaposter uit de Tweede Wereldoorlog (1943)

Iedereen heeft zijn eigen ideeën bij een begrip, interpreteert het anders dan anderen. Dit gebeurt vooral wanneer beloften niet duidelijk worden gedefinieerd maar slechts met een paar grote woorden beschreven worden. Enkele voorbeelden:

Eufemismen[bewerken | brontekst bewerken]

Iets verpakken als een positievere boodschap dan dat het werkelijk is. Soms zelfs door simpelweg het bijvoeglijk naamwoord 'positief' er voor te zetten, waardoor het wel positief moet zijn. Ook kan bijvoorbeeld 'Ministerie van Defensie' een eufemisme zijn voor een ministerie dat gericht is op 'offensie'.

Framing[bewerken | brontekst bewerken]

Door bijvoorbeeld te stellen dat men iets wel of niet moet doen, omdat men anders asociaal of onmenselijk zou zijn. Niemand wil zo te boek staan, dus doet men het sociaal wenselijk geachte.

Overdragingen[bewerken | brontekst bewerken]

Een instituut of begrip dat respect afdwingt wordt gebruikt om de mens een positief of negatief oordeel te doen vellen. Deze techniek wordt steevast in reclame toegepast: "laboratorium X heeft dit product getest en goedgekeurd". Minder concreet kan ook God, de kerk in het algemeen en de staat gebruikt worden.

Symbolen[bewerken | brontekst bewerken]

Symbolen worden vaak gebruikt bij overdragingen. Ze brengen een hele set van emoties met zich mee bij veel mensen, waar wordt op ingespeeld.

Voorbeelden:

In Cuba staan bijvoorbeeld anti-Amerikaanse propagandaborden met een swastika (hakenkruis) erop.

Ook combinaties zijn mogelijk, zoals het christelijk kruis met het zwaard van een krijger: de kerk keurt oorlog goed en de krijger verdedigt deze.

Kleuren zijn hierbij ook een heel belangrijk aspect: ze beïnvloeden onze gemoedstoestand en emoties. Sterkere kleuren geven krachtigere emoties, terwijl rustgevende kleuren verzachtend werken.

Getuigenissen[bewerken | brontekst bewerken]

De goedkeuring van een bekende persoonlijkheid gebruiken om te overtuigen. Voorbeeld:

De gewone burger[bewerken | brontekst bewerken]

Zich voordoen als iemand van het gewone volk, met dezelfde zorgen en opinies, staand tegenover een onzichtbare culturele elite. Bijvoorbeeld het in verkiezingspropaganda voorstellen van concurrerende politici als wereldvreemde, elitaire wijsneuzen die niet weten wat er op straat leeft. "Als je op mij stemt komt er iemand aan de macht die net als jullie is, iemand met dezelfde verzuchtingen en problemen. Met mij wordt het anders…". Voorbeeld:

  • Op een verkiezingstournee in juli 1992, werden de Clintons en senator en Mrs. Al Gore gefotografeerd in casual kleding, zittend op een baal hooi en wat pratend met boeren vlak bij Utica, Ohio. The New York Times plaatste deze foto op de voorpagina met de titel "Just Folks."

Bangmakerij[bewerken | brontekst bewerken]

Een andere partij afschilderen als boeman, een totale slechtheid waarbij als die de macht in handen krijgt, er oorlog uitbreekt of de wereld vergaat.

Cameratechnieken[bewerken | brontekst bewerken]

Bijvoorbeeld het zeer sterk inzoomen op het gezicht van een opponent, of het langzaam afspelen daarvan, wat onbewust angst opwekt. Of knippen in een opname met als doel het negatiever te laten lijken.

Afkorten van namen[bewerken | brontekst bewerken]

De achternaam van een opponent afkorten tot een letter, waardoor het een misdadiger lijkt.

Groepsdruk[bewerken | brontekst bewerken]

Mensen motiveren om mee te doen omdat 'iedereen het doet'; appelleren aan een diep menselijk verlangen. Dit concept verklaart ook bijvoorbeeld het verschijnsel mode.

Omgekeerde propaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Zo is er eens een centrale-bankwet aangenomen in de VS door stelselmatig in kranten te verkondigen dat de individuele banken dit absoluut niet zagen zitten, wat een leugen was. De bevolking had er toen juist wel vertrouwen in.

Monopolistisch versus dialogisch[bewerken | brontekst bewerken]

Amerikaanse propagandaposter om soldaten te werven (1916-1917)
Japanse propagandafilm om tijdens de Tweede Wereldoorlog Indonesische hulpsoldaten (Heiho's) te werven (1943).

Voorbeelden van monopolistische propaganda zijn politieke en oorlogspropaganda: het verspreiden van ideeën en overtuigingen door machthebbers en totalitaire heersers via alle mogelijke middelen, met als doel mensen te winnen voor hun ideeën en overtuigingen. Propaganda wordt dan gebruikt als instrument om te manipuleren en onder druk te zetten (oorlogspropaganda). Deze vorm van propaganda in de wereldoorlogen en de tijd daarna vormt de historische oorsprong van het slechte imago van propaganda als communicatievorm.

  • Dialogische propaganda staat voor een open en vrije keuze door de ontvanger. Er wordt geprobeerd om op neutrale, menselijke, communicatieve wijze anderen over te halen tot het navolgen van gedachten en idealen op het terrein van politiek, godsdienst, opvoeding en consumptie. Er wordt informatie gegeven en beeldvorming geschapen door (non-)profitinstellingen.

Soorten propaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Push- en pullpropaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Pushpropaganda verspreidt zich unilateraal vanuit de informatiebron richting de doelgroep. We hebben verder geen invloed op de informatie die aan ons toegespeeld wordt. Daarnaast wordt tegenwoordig ook wel over pullpropaganda gesproken, indien de burger er zelf voor kiest om bepaalde 'propaganda' tot zich te nemen, bewust maar ook onbewust, gebruik makend van doelgroepgerichte informatietrends. Men kiest zelf om deze informatie te consumeren, in tegenstelling tot bij een tv-uitzending, waarbij men wel zelf kiest om te kijken maar niet zelf de informatie uitkiest.

Witte/zwarte propaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Bij 'witte' propaganda is duidelijk wie de bron is van de propaganda en de afzender probeert dat ook niet te verbergen. 'Zwarte' propaganda daarentegen probeert zijn bron te verbergen en kan zelfs proberen de ontvanger ervan te overtuigen van een andere partij te zijn.

Grijze propaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Grijze propaganda heeft twee betekenissen; de ene heeft betrekking op de bron van de propaganda boodschap, de ander op de inhoud ervan. Dit kan begripsverwarring geven. Let wel: een enkele propagandaboodschap kan in principe aan beide definities voldoen.

Definitie 1 (inhoud)[bewerken | brontekst bewerken]

Grijze propaganda is een combinatie van leugen en waarheid. Bijvoorbeeld een betrouwbare bron plus een leugen. Men noemt dit ook wel het "witwassen van verhalen" en "laundrying".

Definitie 2 (bron)[bewerken | brontekst bewerken]

De US DOD (officieel Amerikaans woordenboek van militaire termen) geeft een andere definitie:

  • Grijze propaganda: propaganda die niet specifiek een bron aanhaalt

Doel en gevolg[bewerken | brontekst bewerken]

Over het doel van grijze propaganda lopen de meningen uiteen.

Definitie 1 van grijze propaganda kan bijvoorbeeld de volgende effecten veroorzaken:

  • Rechtstreeks (kan als doel hebben om verwarring te stichten):
    • De leugen kan worden versterkt door de ware component. Hierdoor kan de leugen aan geloofwaardigheid winnen.
    • Als er veel waarheden en leugens worden vermengd door bijvoorbeeld een nationale overheid, en mensen komen daarachter, dan kan dit een zeer negatief effect hebben op de geloofwaardigheid van die overheid.
  • Op termijn (kan als doel hebben de waarheid te verdoezelen of de waarheid ongeloofwaardig te maken):
    • Om bepaalde informatie geheim te houden, kan men die informatie koppelen aan onjuiste informatie. Hierdoor kan hetgeen wat geheim moet blijven in het belachelijke worden getrokken en wordt daarom niet meer serieus genomen. Het verhaal (de combinatie waarheid en onwaarheid) zal daarom echter niet meer verdwijnen en ook op langere termijn worden bestempeld als bijvoorbeeld een van de vele broodjeaapverhalen.

Omgekeerd[bewerken | brontekst bewerken]

Het begrip kan echter ook precies andersom gebruikt worden. Men kan bijvoorbeeld bepaalde (juiste) informatie bestempelen als grijze propaganda, met als doel om die informatie en vooral de informatieleverancier, in diskrediet te brengen. Soms is dit moeilijk te ontkrachten, omdat bijvoorbeeld de bewijzen voor de als grijze propaganda bestempelde informatie, staatsgeheim zijn.

Voorbeelden van propaganda[bewerken | brontekst bewerken]

Propagandafilm uit 1943 van de Filmdienst der NSB. Verslag van de vormingsdsag van het district Limburg, gehouden in Roermond in tegenwoordigheid van Mussert, Schmidt en Marchant et d'Ansembourgh.
  • Herhaling van slogans, woorden en zinnen.
  • Verkiezingscampagnes.
  • Embedded journalism: journalisten krijgen toegang tot militaire operaties wanneer ze gunstig over het leger/de oorlog schrijven.
  • Gebruik van Bijbelse symbolen zoals de vredesduif en de regenboog.
  • Het versterken van antisemitische sentimenten door de nazi's.
  • De Sovjetregering vervalste foto’s om Leon Trotski, een populaire tegenstander van de Sovjetleider Stalin, te verwijderen.
  • De Sovjet-Unie creëerde doelbewust rolmodellen, die aan het Sovjet-volk ten voorbeeld werden gesteld als ideaalburgers. Bekende voorbeelden waren Aleksej Stachanov en Pavlik Morozov.
  • Regeringen gebruiken vaak propaganda om mensen over te halen om beter op hun gezondheid te letten. In de jaren 80 gebruikten campagnes tegen aids in het Verenigd Koninkrijk een grafsteen als symbool voor de dodelijke ziekte. Samen met de slagzin ‘Sterf niet aan onwetendheid’ heeft deze propaganda de houding van jonge mensen ten opzichte van seks enorm veranderd.[bron?]
  • Victims of Communism Memorial Foundation, een Amerikaanse stichting die opgericht is om de bevolking te waarschuwen voor het communisme en af te leiden van de gevolgen van het kapitalisme. [5]
  • Politici die zich laten fotograferen met kinderen. Als burgers een mannelijke politieke leider zo zien, zullen ze hem eerder als ‘vaderfiguur’ accepteren.
  • De Tsjechische regering symboliseerde met een krachtig beeld van een zwaar beschadigde auto die verbonden is met een kurkentrekker, wat rijden onder invloed kan veroorzaken.
  • Mensen in witte doktersjassen in reclameboodschappen, die de indruk van wetenschappelijke betrouwbaarheid moeten wekken.
  • Schokkende beelden om de gevolgen van het broeikaseffect aan te tonen; bijvoorbeeld beelden van het natuurlijke afkalven van de Perito Morenogletsjer, of ijsberen die te pletter vallen.[6]
  • Het tonen van oorlogsslachtoffers als teken van overwinning.
  • Het tonen van executies door bijvoorbeeld moslimfundamentalisten (zoals ISIS en Al Qaida) als drukmiddel om angst in te boezemen.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Propagandafilm uit 1941 van de Filmdienst der NSB. De door NSB geannexeerde NVV heeft in verschillende plaatsen arbeidersvakantieoorden, de zogenaamde Troelstra-oorden. Beelden van arbeidersfamilies in deze vakantieoorden o.a. in Beekbergen.

In 2017 werd in de Nederlandse krijgsmacht de Counter Hybrid Unit in het leven geroepen voor onderzoek naar verdediging tegen hybride dreigingen, waarbij „de vijand bijvoorbeeld politieke processen beïnvloedt [...] en nepnieuws verspreidt.” Daarbij zou een gerichte contra-propagandacampagne tot een van de mogelijkheden behoren. Een voorbeeld dat in dat verband aangehaald werd, waren de vermoedelijke pogingen van met Rusland verbonden trollengroepen die probeerden de berichtgeving in de media over de MH17 te beïnvloeden. [7][8]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Government propaganda van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.